Subsidieregeling Cultuur en Erfgoed provincie Utrecht

Gedeputeerde staten van Utrecht;

 

  • -

    Gelet op artikel 1.4, eerste lid, van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht 2022;

  • -

    Overwegende dat provinciale staten op 3 juni 2020 het cultuur- en erfgoedprogramma provincie Utrecht 2020-2023 ‘Voor Jong en Altijd” hebben vastgesteld;

  • -

    Overwegende dat de provincie Utrecht zich wil inzetten voor het versterken van de culturele Infrastructuur en het behouden benutten en beleven van cultureel erfgoed;

Besluiten de volgende uitvoeringsverordening vast te stellen:

 

Paragraaf 1 Algemeen

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

 

Asv: Algemene subsidieverordening provincie Utrecht 2022 ;

 

AGVV: de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (EU), nr. 651/2014 (PB L187, Verordening van de Europese Commissie van 26 juni 2014);

 

Cultuurhistorische Hoofdstructuur: cultuurhistorisch waardevolle ruimtelijke of landschappelijke structuren van door de provincie Utrecht aangewezen agrarisch cultuurlandschap, historische buitenplaatszones, militair erfgoed, historische infrastructuur en archeologische zones;

 

Cultuur- en erfgoedprogramma 2020-2023: het cultuur- en erfgoedprogramma dat provinciale staten op 3 juni 2020 hebben vastgesteld, https://www.provincie-utrecht.nl/onderwerpen/cultuur-en-erfgoed;

 

Digitale continuïteit: projecten zijn gedurende de looptijd van het project, en daarna, digitaal en online beschikbaar met het doel het verbeteren van de zichtbaarheid, bruikbaarheid en houdbaarheid van erfgoed. Daarmee zorgen we voor een grotere maatschappelijke meerwaarde van ons erfgoed en krijgen de gebruikers ervan een betere en rijkere ervaring;

 

Erfgoedthema’s: de belangrijke ‘Utrechtse erfgoedkwaliteiten’: archeologie, historische buitenplaatszones, militair erfgoed, agrarisch cultuurlandschap en historische wegen;

 

Erfgoed Deal: convenant tussen de landelijke overheid, lagere overheden en maatschappelijke organisaties actief in de ruimtelijke ordening en erfgoedzorg, https://www.erfgoeddeal.nl/;

 

Neder-Germaanse Limes (verkort: Limes): geografische structuur opgebouwd uit aangetoonde en verwachte archeologische vindplaatsen die in de Romeinse tijd onderdeel uitmaakten van het grenssysteem van het Romeinse Rijk;

 

Projecten Uitvoeringsprogramma Erfgoed Deal: projecten die zijn opgenomen in één van de door de stuurgroep Erfgoed Deal vastgestelde uitvoeringsprogramma’s. Projecten in het uitvoeringsprogramma Erfgoed Deal sluiten aan bij de doelen en ambities van de Erfgoed Deal. Erfgoed Deal is gericht op de financiering van de meerkosten die ontstaan door erfgoed op te nemen in ruimtelijke transitieopgaven. Gedurende de looptijd van de Erfgoed Deal (tot einde 2022) worden er ieder jaar twee uitvoeringsprogramma’s opgesteld, https://www.erfgoeddeal.nl/;

 

GIS: Geo Informatie Systemen;

 

Maatschappelijke bibliotheek: een laagdrempelige en onmisbare basisvoorziening, waar iedereen kan leren en lezen, en die zich steeds meer verbindt met de samenleving, zoals beschreven in de bibliotheekvisie van 2017 (‘Samen bouwen aan de maatschappelijke bibliotheek’) stelden we vast dat bibliotheken onmisbare voorzieningen zijn in een open en moderne samenleving. Een voorziening die mensen in de gelegenheid stelt zich te ontwikkelen;

 

Musea voor beeldende kunst: professionele instellingen in bezit van een eigen collectie die tentoonstellingen programmeren op het gebied (actuele) beeldende kunst

 

Partnerorganisaties cultuur en erfgoed: Kunst Centraal, Bibliotheek ServiceCentrum, Landschap Erfgoed Utrecht, Monumentenwacht Utrecht, Utrechts Landschap en Steunpunt Archeologie en Monumenten Utrecht;

 

Productiehuizen: culturele instellingen die het ondersteunen en begeleiden van talentvolle professionele makers als kerntaak hebben;

 

Professionele makers in de culturele sector: professionele makers zijn makers die een opleiding binnen het kunstvakonderwijs hebben afgerond dan wel via beurzen en subsidietoekenningen hebben aangetoond voldoende artistieke kwaliteit te hebben in hun genre en een beroepspraktijk binnen dit genre (in ontwikkeling) hebben;

 

Tentoonstellingsinstellingen: professionele instellingen met een tentoonstellingsruimte maar zonder een eigen collectie, die een visie en programma hebben ten aanzien van het exposeren van (actuele) beeldende kunst.

 

UtrechtAltijd.nl: website en webplatform opgezet en onder redactie van Landschap Erfgoed Utrecht om Utrechts erfgoed makkelijker toegankelijk te maken door verhalen, activiteiten, voorwerpen en plekken om te bezoeken via één provinciebrede ingang aan te bieden in nauwe samenwerking met erfgoedorganisaties in de provincie Utrecht, en met partner-platforms binnen en buiten de provinciegrenzen, UtrechtAltijd.nl;

 

Utrechtse kasteelmusea: kasteelmusea zijn kastelen in de provincie met een museale functie. Kasteelmusea vertellen naast de bewonersgeschiedenis ook de geschiedenis van de omgeving van het kasteel in een museale opstelling, met een kasteelgebonden collectie;

 

Utrechtse streekmusea: streekmusea zijn musea in de provincie Utrecht die beschikken over een unieke streekgebonden Utrechtse erfgoedcollectie. De geschiedenis van de streek en het streekeigene zijn de centrale onderwerpen van het streekmuseum. Hieronder verstaan wij ook de kleine stadsmusea in de provincie Utrecht die als centraal onderwerp de geschiedenis van de stad en de omgeving van de stad hebben.

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die voortvloeien uit het Cultuur- en erfgoedprogramma 2020-2023 die gericht zijn op:

  • a.

    innovatie en toegankelijkheid van bibliotheken;

  • b.

    talentontwikkeling van professionele makers;

  • c.

    Regionale museale samenwerking beeldende kunst

  • d.

    versterken van de kwaliteit van de leefomgeving door middel van cultuur en erfgoed;

  • e.

    het vergroten van het publieksbereik van Utrechts erfgoed;

  • f.

    het versterken van de Utrechtse streek- en kasteelmusea;

  • g.

    het zichtbaar en beleefbaar maken van de Neder-Germaanse Limes.

Artikel 3 Nadere regels voor innovatie en toegankelijkheid van bibliotheken

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die gericht zijn op innovatie of toegankelijkheid van de openbare bibliotheken in de provincie Utrecht ten behoeve van de maatschappelijke bibliotheek, zoals beschreven in de provinciale bibliotheekvisie ‘Samen bouwen aan de maatschappelijke bibliotheek’ en in het cultuur- en erfgoedprogramma ‘Voor Jong en Altijd’.

  • 2.

    Subsidie als bedoeld in het eerste lid kan worden verstrekt aan de provinciale serviceorganisatie (BiSC) voor openbare bibliotheken in de provincie Utrecht voor maximaal 1 jaar.

  • 3.

    Aanvragen voor subsidie kunnen worden ingediend met inachtneming van het volgende:

    • a.

      De aanvraag voor subsidie kan doorlopend worden ingediend tot uiterlijk 1 oktober van ieder jaar, na voorafgaande afstemming met een beleidsmedewerker van de beleidscluster cultuur en erfgoed van de provincie Utrecht.

    • b.

      Bij de aanvraag voor subsidie wordt in ieder geval een projectplan verstrekt. Het projectplan bevat de volgende gegevens:

      • i.

        een met (duidelijk, gespecificeerde en actuele) bewijsstukken gestaafde begroting van de subsidiabele kosten waarin wordt omschreven welke investering door de aanvrager zelf wordt gedaan en welke bijdrage gevraagd wordt van de provincie; en

      • ii.

        een plan van aanpak waarin wordt omschreven wat gerealiseerd wordt en op welke wijze, wat het tijdspad is en wie de samenwerkingspartners zijn.

  • 4.

    Het subsidieplafond voor activiteiten in het eerste lid bedraagt:

    • a.

      voor 2022 € 250.000;

    • b.

      voor 2023 € 250.000.

  • 5.

    De subsidie dient direct betrekking te hebben op het (kunnen) doen van investeringen in materiële of immateriële activa zoals bedoeld in artikel 53, vierde lid, onder e van de AGVV, of op kosten voor personeel dat werkzaam is voor de aanvrager of een bibliotheek, voor zover deze kosten noodzakelijk zijn in verband met activiteiten bedoeld in het eerste lid.

Artikel 4 Nadere regels voor talentontwikkeling van professionele makers

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt voor het stimuleren en faciliteren van talentontwikkeling voor professionele makers in de culturele sector.

  • 2.

    Subsidie als bedoeld in het eerste lid wordt slechts verstrekt indien de gevraagde subsidie:

    • a.

      betrekking heeft op (meerjarige) programma’s op het gebied van talentontwikkeling van professionele makers in de culturele sector; en

    • b.

      wordt uitgevoerd door een productiehuis op het gebied van professionele talentontwikkeling.

  • 3.

    Aanvragen voor subsidie kunnen worden ingediend met inachtneming van het volgende:

    • a.

      De aanvraag voor subsidie kan doorlopend worden ingediend tot uiterlijk 1 oktober van ieder jaar, na voorafgaande afstemming met een beleidsmedewerker van de beleidscluster cultuur en erfgoed van de provincie Utrecht.

    • b.

      Bij de aanvraag voor subsidie wordt in ieder geval een projectplan verstrekt. Het projectplan bevat de volgende gegevens:

      • i.

        een met (duidelijk, gespecificeerde en actuele) bewijsstukken gestaafde begroting van de subsidiabele kosten waarin wordt omschreven welke investering door de aanvrager zelf wordt gedaan en welke bijdrage gevraagd wordt van de provincie; en

      • ii.

        een plan van aanpak waarin wordt omschreven wat gerealiseerd wordt en op welke wijze, wat het tijdspad is en wie de samenwerkingspartners zijn.

  • 4.

    Subsidie als bedoeld in het eerste lid kan worden verstrekt aan non-profit instellingen in de culturele sector.

  • 5.

    Het subsidieplafond voor activiteiten in het eerste lid bedraagt:

    • a.

      voor 2022 200.000,-

    • b.

      voor 2023 200.000,-

  • 6.

    Subsidiabele kosten

    • a.

      Kosten zijn alleen subsidiabel indien het gaat om investeringskosten als bedoeld in artikel 53, vierde lid, AGVV en overheadkosten die direct betrekking hebben op de activiteit voor zover deze vallen binnen de kosten zoals genoemd in het vijfde lid van de AGVV;

    • b.

      voor activiteiten als bedoeld in het eerste lid bedraagt de subsidie ten hoogste 85% van de subsidiabele kosten tot maximaal het tekort op de begroting van het project.

Artikel 5 Nadere regels voor regionale museale samenwerking beeldende kunst

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt voor:

    • a.

      fysieke investeringen, zoals klimaat en beveiligingsmaatregelen, om professionele tentoonstellingen mogelijk te maken;

    • b.

      tentoonstellingen van (actuele) beeldende kunst waarbij sprake is van een samenwerking tussen twee of meerdere musea en/of tentoonstellingsinstellingen. Daarbij bevindt zich een of meerdere van deze musea en/of instellingen buiten de steden Utrecht of Amersfoort;

    • c.

      Onderzoek en uitvoering op het gebied van collectiemobiliteit en dan met name het uitlenen van werken.

  • 2.

    Subsidie als bedoeld in het eerste lid onder b wordt slechts verstrekt indien de activiteiten voldoen aan de volgende criteria:

    • i.

      de instelling dient voor publiek toegankelijk te zijn,

    • ii.

      de instelling is minimaal 4 dagen per week geopend,

    • iii.

      de instelling voldoet aan de richtlijnen opgesteld in de museumnorm 2020,

  • 3.

    Aanvragen voor subsidie kunnen worden ingediend met inachtneming van het volgende:

    • a.

      De aanvraag voor subsidie kan doorlopend worden ingediend tot uiterlijk 1 oktober van ieder jaar, na voorafgaande afstemming met een beleidsmedewerker van de beleidscluster cultuur van de provincie Utrecht.

    • b.

      Bij de aanvraag voor subsidie wordt in ieder geval een projectplan verstrekt. Het projectplan bevat de volgende gegevens:

      • i.

        een met (duidelijk, gespecificeerde en actuele) bewijsstukken gestaafde begroting van de subsidiabele kosten waarin wordt omschreven welke investering door de aanvrager of anderen wordt gedaan en welke bijdrage gevraagd wordt van de provincie; en

      • ii.

        een plan van aanpak waarin wordt omschreven wat gerealiseerd wordt en op welke wijze, wat het tijdspad is;

      • iii.

        voor wat betreft artikel 5, lid 1 onder b, wordt vermeld wie de samenwerkingspartner(s) is of zijn.

  • 4.

    Subsidie als bedoeld in het eerste lid kan worden verstrekt aan professionele musea en tentoonstellingsinstellingen voor beeldende kunst. Streekmusea zijn uitgesloten als aanvrager maar kunnen wel partner zijn

  • 5.

    Het subsidieplafond bedraagt voor activiteiten in het eerste lid voor 2023 € 50.000

  • 6.

    Subsidiabele kosten,

    • a.

      Kosten zijn alleen subsidiabel indien het gaat om investeringskosten als bedoeld in artikel 53, vierde lid, AGVV en overheadkosten die direct betrekking hebben op de activiteit voor zover deze vallen binnen de kosten zoals genoemd in artikel 53, vijfde lid, AGVV;

    • b.

      Voor activiteiten als bedoeld in het eerste lid bedraagt de subsidie ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten tot maximaal het tekort op de begroting van het project.

Artikel 6 Nadere regels voor versterken van de kwaliteit van de leefomgeving door middel van cultuur en erfgoed

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt voor:

    • a.

      historisch of ontwerpend onderzoek gericht op de inzet van cultuurhistorische en archeologische waarden als dragers en aanjagers van omgevingskwaliteit en als inspiratiebron bij gebiedsontwikkeling;

    • b.

      het opstellen van cultuurhistorische en archeologische waardenkaarten en de daaraan gekoppelde gegevensbestanden, gericht op de bescherming van erfgoed in de gemeente in ruimtelijke plannen en gemeentelijke omgevingsvisies;

    • c.

      onderzoek in het voortraject van projecten die mede namens de provincie Utrecht worden ingediend ten behoeve van opneming in een uitvoeringsprogramma van de Erfgoed Deal;

  • 2.

    Subsidie als bedoeld in het eerste lid, onder a, wordt slechts verstrekt als:

    • a.

      het onderzoek betrekking heeft op de Cultuurhistorische Hoofdstructuur;

    • b.

      er gebruik wordt gemaakt van de Cultuurhistorische Atlas van de provincie Utrecht (CHAT) en

    • c.

      de eventueel te maken GIS-bestanden thematisch worden opgebouwd conform de systematiek van de CHAT en beschikbaar worden gesteld voor opname in de CHAT.

  • Tevens moeten projecten en activiteiten zoveel mogelijk:

  • 3.

    Subsidie als bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt slechts verstrekt als:

    • a.

      het eindproduct van de inventarisatie en waardering een digitale kaart en gegevensbestand is;

    • b.

      gebruik wordt gemaakt van de Cultuurhistorische Atlas van de provincie Utrecht (CHAT) en

    • c.

      GIS-bestanden thematisch worden opgebouwd conform de systematiek van de CHAT en beschikbaar worden gesteld voor opname in de CHAT.

  • Tevens moeten projecten en activiteiten zoveel mogelijk:

  • 4.

    Activiteiten als bedoeld in het eerste lid, onder c, moeten zoveel mogelijk voldoen aan de volgende criteria:

    • a.

      gebruik maken van de Cultuurhistorische Atlas van de provincie Utrecht;

    • b.

      thematische opbouw van evt. GIS-bestanden conform de systematiek van de Cultuurhistorische Atlas van de provincie Utrecht (CHAT) en

    • c.

      beschikbaar stellen van evt. GIS-bestanden voor opname in de Cultuurhistorische Atlas van de provincie Utrecht (CHAT).

  • Tevens moeten projecten en activiteiten zoveel mogelijk:

  • 5.

    Activiteiten als bedoeld in het eerste lid, onder d, moeten voldoen aan de volgende criteria:

    • a.

      het project heeft als doel of nevendoel om cultuur en erfgoed te benutten in ontwerpopgaven rondom transities in de leefomgeving;

    • b.

      initiatiefnemer(s) van het project moet(en) bijdragen aan het netwerk Cultuur, Erfgoed en Leefomgeving door:

      • i.

        deel te nemen aan netwerkbijeenkomsten en daarin de stand van zaken te delen over het project, zolang het project nog niet is afgerond;

      • ii.

        onderdeel uit te maken van monitoring en evaluatie van het ontwikkelprogramma Cultuur en Leefomgeving.

  • 6.

    Subsidie kan worden verstrekt aan:

    • a.

      bij toepassing van het eerste lid, onder a, aan gemeenten, eigenaren en partnerorganisaties cultuur en erfgoed;

    • b.

      bij toepassing van het eerste lid, onder b, aan gemeenten;

    • c.

      bij toepassing van het eerste lid, onder c, aan gemeenten, eigenaren en partnerorganisaties cultuur en erfgoed die een aanvraag gaan indienen voor de Erfgoed Deal;

  • 7.

    Aanvragen voor subsidie kunnen worden ingediend met inachtneming van het volgende:

    • a.

      de aanvraag voor subsidie kan doorlopend worden ingediend tot uiterlijk 1 oktober van ieder jaar, na voorafgaande afstemming met een beleidsmedewerker van de beleidscluster cultuur en erfgoed van de provincie Utrecht;

    • b.

      bij de aanvraag voor subsidie wordt in ieder geval een projectplan verstrekt. Het projectplan bevat de volgende gegevens:

      • i.

        een met (duidelijk, gespecificeerde en actuele) bewijsstukken gestaafde begroting van de subsidiabele kosten waarin wordt omschreven welke investering door de aanvrager zelf wordt gedaan en welke bijdrage gevraagd wordt van de provincie;

      • ii.

        een plan van aanpak waarin wordt omschreven wat gerealiseerd wordt en op welke wijze, wat het tijdspad is en wie de samenwerkingspartners zijn.

  • 8.

    Het subsidieplafond bedraagt voor activiteiten als bedoeld in het eerste lid onder a, b en c voor 2022 en 2023 jaarlijks € 200.000.

  • 9.

    Subsidiabele kosten

    • a.

      Kosten zijn alleen subsidiabel indien het gaat om investeringskosten als bedoeld in artikel 53, vierde lid, AGVV en overheadkosten die direct betrekking hebben op de activiteit voor zover deze vallen binnen de kosten zoals genoemd in artikel 53, vijfde lid AGVV;

    • b.

      Voor activiteiten als bedoeld in het eerste lid, sub a, b en c, bedraagt de subsidie ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten tot maximaal het tekort op de begroting van het project met een maximum van € 50.000 per project of activiteit; Voor activiteiten als bedoeld in het eerste lid, sub d, bedraagt de subsidie maximaal 80% van de subsidiabele kosten tot maximaal het tekort op de begroting van het project met een maximum van € 15.000 per project of activiteit;

    • c.

      Het is mogelijk om een (digitale) publiekstoepassing te laten maken op basis van cultuurhistorisch onderzoek (eerste lid onder a). Het subsidiebedrag kan hiervoor met maximaal 10% worden verhoogd, tot ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten;

    • d.

      Het is mogelijk om een (digitale) publiekstoepassing te laten maken op basis van ontwikkelde cultuurhistorische waardenkaarten (eerste lid onder b). Het subsidiebedrag kan hiervoor met maximaal 5% worden verhoogd, tot ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten.

Artikel 7 Nadere regels voor het vergroten van het publieksbereik van Utrechts erfgoed

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die collecties van Utrechtse erfgoedinstellingen zichtbaar en beleefbaar maken voor het (grote) publiek.

  • 2.

    Subsidie wordt slechts verstrekt als projecten en activiteiten:

    • a.

      aansluiten bij de provinciale erfgoedthema’s uit de Cultuurhistorische Hoofdstructuur;

    • b.

      Utrechts cultureel erfgoed op een vernieuwende manier zichtbaar en beleefbaar maken;

    • c.

      digitale continuïteit in zich dragen;

    • d.

      een samenwerkingscomponent hebben;

    • e.

      een visie hebben om erfgoed te ontsluiten voor de doelgroepen “jongeren” of “mensen met een migratieachtergrond’;

    • f.

      aansluiten bij bestaand gemeentelijk beleid;

    • g.

      bijdragen aan de verwezenlijking van de provinciale doelen op het gebied van recreatie en toerisme;

    • h.

      een bijdrage leveren aan UtrechtAltijd.nl.

  • 3.

    Subsidie kan worden verstrekt aan lokale overheden en maatschappelijke non-profit instellingen.

  • 4.

    Aanvragen voor subsidie kunnen worden ingediend met inachtneming van het volgende:

    • a.

      de aanvraag voor subsidie kan doorlopend worden ingediend tot uiterlijk 1 oktober van ieder jaar, na voorafgaande afstemming met een beleidsmedewerker van de beleidscluster cultuur en erfgoed van de provincie Utrecht;

    • b.

      bij de aanvraag voor subsidie wordt in ieder geval een projectplan verstrekt. Het projectplan bevat de volgende gegevens:

      • i.

        een met (duidelijk, gespecificeerde en actuele) bewijsstukken gestaafde begroting van de subsidiabele kosten waarin wordt omschreven welke investering door de aanvrager zelf wordt gedaan en welke bijdrage gevraagd wordt van de provincie;

      • ii.

        een plan van aanpak waarin wordt omschreven wat gerealiseerd wordt en op welke wijze, wat het tijdspad is en wie de samenwerkingspartners zijn.

  • 5.

    Het subsidieplafond voor activiteiten als bedoelt in lid 1 bedraagt voor de periode 2022 en 2023 jaarlijks € 350.000.

  • 6.

    Subsidiabele kosten

    • a.

      Kosten zijn alleen subsidiabel indien het gaat om investeringskosten als bedoeld in artikel 53, vierde lid, AGVV en overheadkosten die direct betrekking hebben op de activiteit voor zover deze vallen binnen de kosten zoals genoemd in artikel 53, vijfde lid, AGVV;

    • b.

      Voor activiteiten als bedoeld in het eerste lid bedraagt de subsidie ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten tot maximaal het tekort op de begroting van het project.

Artikel 8 Nadere regels voor Utrechtse Streek- en Kasteelmusea

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt voor:

    • a.

      investeringen in een blijvende museale vernieuwing;

    • b.

      projecten gericht op het vergroten van het begrip en de toegankelijkheid van Utrechts erfgoed.

  • 2.

    Subsidie als bedoeld in het eerste lid, onder a, wordt slechts verstrekt als het gaat om een vernieuwing van de museale opstelling, waarbij de collectie op een vernieuwende manier beleefbaar wordt gemaakt en nieuwe verhalen over de streek en collectie worden verteld, waarmee een nieuw publiek kan worden bereikt.

  • 3.

    Subsidie als bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt slechts verstrekt als het gaat om:

    • a.

      projecten gericht op vernieuwing van collectie en presentatie, zijnde:

      • i.

        (gezamenlijke) onderzoeksprojecten naar witte vlekken in de eigen collectie of het Verhaal van Utrecht,

      • ii.

        verzamelprojecten naar nieuw erfgoed, met extra aandacht voor immaterieel erfgoed, of

      • iii.

        activiteitenprogramma’s gericht op nieuwe doelgroepen;

    • b.

      projecten gericht op toegankelijkheid van de collectie en presentatie, zijnde:

      • i.

        fysieke aanpassingen aan het gebouw, zoals een verbreding van de ingang of een verbeterde route met minder obstakels, of;

      • ii.

        ontwikkelen van producten in het gebouw en de tentoonstellingen om deze toegankelijk te maken voor bezoekers met een beperking;

    • c.

      projecten gericht op zichtbaarheid van de collectie en presentatie, zijnde:

      • i.

        ontwikkelen van nieuwe producten om collectie(s) buiten de muren van het museum zichtbaar te maken, zoals QR-codetegels, informatieborden, muurschilderingen, of

      • ii.

        ontwikkeling van diensten en producten binnen het museum waardoor deze een toegangspoort naar de omgeving wordt, een beginpunt waaruit je verder kunt ontdekken.

  • 4.

    Subsidie kan alleen worden verstrekt aan Utrechtse streek- en kasteelmusea.

  • 5.

    Het subsidieplafond bedraagt:

    • a.

      voor activiteiten in het eerste lid, onder a:

      • i.

        voor 2022 € 265.000;

      • ii.

        voor 2023 € 400.000.

    • b.

      voor activiteiten in het eerste lid, onder b: voor de periode 2022 tot en met 2023 jaarlijks € 75.000.

  • 6.

    Voor activiteiten als bedoeld in het eerste lid bedraagt de subsidie ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten tot maximaal het tekort op de begroting van het project.

  • 7.

    Activiteiten als bedoeld in het eerste lid moeten voldoen aan de volgende criteria:

    • a.

      het museum dient voor publiek toegankelijk te zijn,

    • b.

      het museum is minimaal 4 dagen per week geopend,

    • c.

      het museum voldoet zoveel mogelijk aan de richtlijnen opgesteld in de museumnorm 2020,

    • d.

      de aanvrager levert een bijdrage over het project waarvoor de aanvraag ingediend aan UtrechtAltijd.nl.,

    • e.

      het project heeft een digitale component, om zo de online zichtbaarheid van het museum te vergroten en een breder publiek te trekken, en.

    • f.

      het project een samenwerkingscomponent en sluit het aan bij gemeentelijk beleid.

  • 8.

    Subsidiabele kosten

  • Kosten zijn alleen subsidiabel indien het gaat om investeringskosten als bedoeld in artikel 53, vierde lid, AGVV en kosten die direct betrekking hebben op de activiteit voor zover deze vallen binnen de kosten zoals genoemd in artikel 53, vijfde lid, AGVV;

Artikel 9 Nadere regels voor het zichtbaar en beleefbaar maken van de Neder-Germaanse Limes

  • 1.

    Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor activiteiten, zijnde:

    • a.

      het plaatsen van informatieborden bij archeologische vindplaatsen die deel uitmaken van de Werelderfgoedsite Neder-Germaanse Limes;

    • b.

      de ondersteuning van regionale en lokale partners bij het uitdragen van het verhaal van de Limes.

  • 2.

    Een subsidie als bedoeld in het eerste lid, onder a, wordt alleen verstrekt als:

    • a.

      het project waarvoor subsidie wordt aangevraagd, aansluit bij de huisstijl buitencommunicatie en het interpretatiekader; en

    • b.

      de aanvrager zorg zal dragen voor het beheer en onderhoud van het informatiebord, dan wel de informatieborden, voor een minimale periode van 6 jaar.

  • 3.

    Een subsidie als vermeld in het eerste lid, onder b, wordt slechts verstrekt als het project waarvoor subsidie wordt aangevraagd:

    • a.

      aansluit bij het merkdocument, het interpretatiekader en de doelstellingen van het managementplan van de Neder-Germaanse Limes;

    • b.

      bijdraagt aan een beter begrip van de Limes als internationale erfgoedstructuur bij bewoners of bezoekers;

    • c.

      een wezenlijke toevoeging is op het bestaande productaanbod;

    • d.

      (digitale) continuïteit in zich draagt; en

    • e.

      plaatsvindt binnen of betrekking heeft op het grondgebied van een of meer van de provincies Gelderland, Utrecht en Zuid-Holland.

  • 4.

    Subsidie als bedoeld in lid 1, onder a, wordt uitsluitend verstrekt aan:

    • a.

      gemeenten;

    • b.

      terrein beherende organisaties.

  • 5.

    Het subsidieplafond bedraagt:

    • a.

      voor activiteiten in het eerste lid, onder a, € 30.000 per jaar;

    • b.

      voor activiteiten in het eerste lid, onder b, € 45.000 per jaar.

  • 6.

    Subsidiabele kosten

    • a.

      Kosten zijn alleen subsidiabel als het gaat om investeringskosten als bedoeld in artikel 53 vierde lid AGVV en kosten die betrekking hebben op de activiteit voor zover die vallen onder de kosten zoals genoemd in artikel 53 vijfde lid.

    • b.

      een subsidie als bedoeld in het eerste lid, onder a, bedraagt ten hoogste 75% van de subsidiabele kosten;

    • c.

      een subsidie als bedoeld in het eerste lid , onder b, bedraagt ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten als bedoeld in het eerste lid, met een maximum van € 5.000.

  • 7.

    Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in dit artikel kan doorlopend worden ingediend vanaf 1 januari tot uiterlijk 1 september van ieder jaar, waarbij de verdeling op volgorde van binnenkomst plaatsvindt.

Artikel 10 Weigeringsgronden

  • 1.

    Onverminderd artikel 4.6van de Asv wordt subsidie geweigerd indien ten behoeve van dezelfde activiteit reeds subsidie is verstrekt op grond van een andere provinciale regeling.

  • 2.

    Onverminderd artikel 4.6 van de Asv kan subsidie worden geweigerd indien:

    • a.

      de activiteiten naar het oordeel van het college niet of onvoldoende bijdragen aan de (beleids)doelen zoals geformuleerd in het beleidsprogramma cultuur en erfgoed 2020-2023;

    • b.

      de activiteiten in aanmerking komen voor bekostiging in het kader van een provinciaal gebiedsprogramma;

    • c.

      voor zover ten aanzien van de aanvrager een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een besluit van de Europese Commissie, waarbij een maatregel als onrechtmatige steun is aangemerkt die onverenigbaar is met de interne markt;

    • d.

      de aanvrager een ‘onderneming in moeilijkheden’ betreft, zoals bedoeld in artikel 2, aanhef en onder 18 AGVV;

    • e.

      sprake is van onderzoeken en projecten gericht op de waarden van de Nieuwe Hollandse Waterlinie en de Stelling van Amsterdam.

Artikel 11 Europese regelgeving

Subsidie wordt verstrekt met inachtneming van de algemene en procedurele bepalingen in Hoofdstuk I en II en artikel 53 van de AGVV of anderszins in overeenstemming met de staatssteunregels.

 

Paragraaf 2 Slotbepalingen

 

Artikel 12 Intrekking

Ingetrokken wordt de Uitvoeringsverordening subsidie Cultuur en Erfgoed provincie Utrecht 2020 – 2023 van 14 juli 2020 met nummer 82115C57.

Artikel 13 Inwerkingtreding en looptijd

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin het wordt geplaatst en vervalt op 1 januari 2024.

Artikel 14 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Subsidieregeling Cultuur en Erfgoed provincie Utrecht.

Aldus vastgesteld in de vergadering van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 6 december 2022.

Gedeputeerde Staten van Utrecht,

Voorzitter,

mr. J.H. Oosters

Secretaris,

mr. drs. A.G. Knol-van Leeuwen

Toelichting

 

Artikel 4

 

Talentontwikkeling

 

We constateren dat er lacunes zijn ontstaan door het wegvallen van de productiehuizen en dat de doorstroming van talenten niet altijd optimaal is, omdat ze niet weten hoe ze toegang moeten krijgen tot de opleidingen. Hierdoor krijgen (semi-)- professionele makers in de kunsten onvoldoende kans zich te ontplooien. In het cultuurprofiel ‘Eeuwig Jong’ is talentontwikkeling daarom een van de pijlers waarop de komende jaren wordt ingezet, samen met onze culturele partners en gemeenten. Op het professionele niveau wordt er al goed samen gewerkt tussen instellingen. We willen deze samenwerkingsverbanden steunen, zodat het kwaliteitsniveau verbetert en het toegankelijk is voor een brede groep makers.

 

Artikel 6

 

Cultuurhistorisch en ontwerpend onderzoek

 

Gezien de grote ruimtelijke transities waar de provincie voor staat, zal de komende periode meer inzet nodig zijn op het uitdragen van de cultuurhistorische waarden van de leefomgeving. Bij ruimtelijke transities moet duidelijk zijn over welke cultuurhistorische kwaliteiten het gebied beschikt. Soms is daarvoor nog aanvullend onderzoek nodig als historisch of ontwerpend onderzoek gericht op de inzet van cultuurhistorische en archeologische waarden. Dit kan bijvoorbeeld resulteren in ‘gebiedspaspoorten’, ‘landschapsbiografieën’ of ‘gebiedsanalyses’, maar ook – meer traditioneel – in cultuurhistorische en archeologische waardenkaarten. Soms zullen we zelf opdracht geven voor cultuurhistorisch onderzoek, maar we willen ook stimuleren en ondersteunen dat gemeenten dit doen. De resultaten kunnen bovendien weer aan de CHAT worden toegevoegd.

 

Erfgoed Deal

 

De Erfgoed Deal is in februari 2019 gesloten tussen Rijk, Interprovinciaal Overleg (IPO), VNG en maatschappelijke organisaties en heeft als doel om met cultureel erfgoed inspiratie en houvast te bieden bij klimaatadaptatie, energietransitie en stedelijke groei. Dit biedt een stimulans om al vanaf de ontwerpfase betrokken te zijn en bij te dragen aan goede oplossingen. De Erfgoed Deal financiert de meerkosten als gevolg van erfgoed-inclusieve uitvoering van projecten. Het Rijk heeft voor de periode 2019-2022 € 20 miljoen beschikbaar gesteld en vraagt gemeenten en provincies dit te matchen. De Erfgoed Deal biedt kansen voor de provincie Utrecht. In de eerste ronde hebben we het voorstel ingediend om het Hoornwerk bij de Grebbedijk mee te nemen bij de dijkversterking. Dit is inmiddels gehonoreerd. Voor de Erfgoed Deal stellen we in het kader van dit programma een procesbudget beschikbaar. De historische buitenplaatsen op de Utrechtse Heuvelrug zijn van grote waarde voor de provincie Utrecht. Daarom is het belangrijk om te zorgen voor behoud en beleefbaarheid van dit bijzondere erfgoed. Vanwege klimaatverandering voorzien we aanzienlijke gevolgen voor beheer en beplanting van monumentale parken, tuinen en landgoederen op de Utrechtse Heuvelrug. Samen met eigenaren en partners als Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug en de stichting Kastelen Buitenplaatsen en Landgoederen (sKBL) willen we investeren in benodigde kennis en mogelijk nieuw ontwerp, bijvoorbeeld door middel van een Erfgoed Deal.

 

UtrechtAltijd.nl

 

Over het project en projectactiviteiten wordt een verhaal aangeleverd voor publicatie op het verhalenplatform UtrechtAltijd. Uw bijdrage heeft een historische insteek en is geschreven voor een breed publiek. Wij adviseren u om vroegtijdig contact op te nemen met de webredactie en uw bijdrage met hen te bespreken. De web redactie bepaalt of de bijdrage gepubliceerd wordt. Meer informatie op de website www.utrechtaltijd.nl/schrijf-mee. Ook geeft u projectactiviteiten die zijn gericht op het publiek door aan de web redactie, zodat deze op UtrechtAltijd.nl kunnen worden gepubliceerd. Uw bijdrage kan extra in de schijnwerpers worden gezet via de social-mediakanalen van UtrechtAltijd.nl. De webredactie van UtrechtAltijd.nl van Landschap Erfgoed Utrecht is bereikbaar via info@utrechtaltijd.nl of via telefoonnummer 030 - 220 55 34.

 

Artikel 7

 

Publieksbereik Utrechts erfgoed

 

Erfgoed maakt Utrecht mooier en verbindt en verleidt bewoners en bezoekers. Het versterkt de identiteit van onze provincie en heeft invloed op vele aspecten van onze samenleving: wonen en recreëren, economie en toerisme, gezonde en aantrekkelijke leefomgeving. Wij willen het waardevolle erfgoed van de provincie dan ook goed laten beheren en bekend maken. Zelf nemen we verantwoordelijkheid voor het Provinciaal Archeologisch Depot en het (beoogd) UNESCO Werelderfgoed van de Neder-Germaanse Limes. Andere erfgoedbeheerders staan we met raad en daad bij. Utrechts erfgoed staat voor een veelzijdig scala aan verhalen, die mensen met verschillende culturele achtergronden, leeftijden en leefstijlen met elkaar kunnen verbinden. De noodzaak om nieuw en divers publiek te trekken, is duidelijk aanwezig. Dat is ook van belang om het toeristisch potentieel van ons erfgoed te verzilveren. We hechten eraan dat instellingen durven te experimenteren met nieuwe vormen en technieken, minder voor de hand liggende samenwerkingspartners en prikkelende inhoud.

Goede verhalen wakkeren de nieuwsgierigheid aan en smaken altijd naar meer. Daarom is het belangrijk dat verhalen die in en achter ons erfgoed schuilgaan goed worden ontsloten en boeiend worden verteld. Als provincie willen we dit stimuleren en daarom continueren we onze subsidieregeling voor publieksbereik van cultureel erfgoed. Bovendien is het van belang om niet alleen losse verhalen te vertellen maar deze ook met elkaar in verband te brengen en het publiek te verleiden om steeds meer te willen weten.

 

In dit kader zijn we in het bijzonder geïnteresseerd in bijdragen aan:

 

  • projecten die erfgoed ontsluiten voor jongeren en mensen met een migratieachtergrond;

  • projecten die vallen binnen de erfgoedthema’s varend erfgoed en militair erfgoed. Dat laatste spitst zich toe op de periode van de Wereldoorlogen en op de gebieden Grebbelinie en Oude Hollandse Waterlinie;

  • projecten op gebied van immaterieel erfgoed;

  • vanwege de gevolgen van de coronacrisis en de anderhalve meter-samenleving zullen nadrukkelijk ook projecten die alleen in digitale vorm verhalen vertellen over Utrechts erfgoed in aanmerking komen voor subsidie;

  • projecten en activiteiten die zoveel als mogelijk is bijdragen aan de verwezenlijking van provinciale doelen op het gebied van recreatie en toerisme. De actuele beleidsdoelstellingen van recreatie en toerisme kunnen in de afstemming met een beleidsmedewerker van de beleidscluster cultuur en erfgoed van de provincie worden opgevraagd. Meer informatie over het recreatie en toerismebeleid: https://www.provincie-utrecht.nl/onderwerpen/recreatie-en-toerisme.

UtrechtAltijd.nl

 

Over het project en projectactiviteiten wordt een verhaal aangeleverd voor publicatie op het verhalenplatform UtrechtAltijd. Uw bijdrage heeft een historische insteek en is geschreven voor een breed publiek. Wij adviseren u om vroegtijdig contact op te nemen met de webredactie en uw bijdrage met hen te bespreken. De web redactie bepaalt of de bijdrage gepubliceerd wordt. Meer informatie op de website www.utrechtaltijd.nl/schrijf-mee. Ook geeft u projectactiviteiten die zijn gericht op het publiek door aan de web redactie, zodat deze op UtrechtAltijd.nl kunnen worden gepubliceerd. Uw bijdrage kan extra in de schijnwerpers worden gezet via de social-mediakanalen van UtrechtAltijd.nl. De webredactie van UtrechtAltijd.nl van Landschap Erfgoed Utrecht is bereikbaar via info@utrechtaltijd.nl of via telefoonnummer 030 - 220 55 34.

 

Artikel 10 Neder-Germaanse Limes

 

Op 27 juli 2021 is de Neder-Germaanse Limes ingeschreven op de UNESCO Werelderfgoedlijst. De provincies Utrecht, Gelderland en Zuid-Holland zijn gezamenlijk siteholder van dit Werelderfgoed. Dit houdt in dat de provincies samen aan de lat staan om de taken uit te voeren die zijn benoemd in het managementplan dat onderdeel uitmaakt van het nominatiedossier. Om effectief en efficiënt in gezamenlijkheid uitvoering te geven aan deze taken hebben de provincies een centrumregeling op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) getroffen (Centrumregeling Limessamenwerking UNESCO Werelderfgoed). De provincie Utrecht fungeert daarbij als centrumprovincie en voert daarbij een aantal taken voor de gezamenlijke provincies uit. De middelen voor de uitvoering van deze taken worden beschikbaar gesteld door de drie provincies, ieder een gelijk deel. Voor de uitvoering van een deel van de taken uit de centrumregeling, is het gewenst subsidies aan derden te kunnen verstrekken.

 

Voor de toekenning van subsidies worden een aantal kaders gehanteerd die door de Stuurgroep Limes of een voorloper daarvan zijn vastgesteld. Dat zijn de documenten Interpretatiekader, Managementplan Neder-Germaanse Limes, Merkdocument en Huisstijl buitencommunicatie. De meest actuele versie zijn te vinden op de website RomeinseLimes.nl en tevens op de website van de provincie Utrecht.

Naar boven