Provinciaal blad van Noord-Brabant
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2022, 14569 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2022, 14569 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 29 november 2022 tot wijziging van de Subsidieregeling economie, kennis en talentontwikkeling Noord-Brabant 2022 in verband met wijziging van de paragrafen twee en drie van die regeling, met betrekking tot bestaande innovatieve MKB-ondernemingen en innovatieve startups (Derde wijziging Subsidieregeling economie, kennis en talentontwikkeling Noord-Brabant 2022)
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;
Overwegende dat het wenselijk is de Subsidieregeling economie, kennis en talentontwikkeling Noord-Brabant te wijzigen in verband met diverse wijzigingen van de paragrafen twee en drie van die regeling, met betrekking tot innovatieve MKB-ondernemingen en innovatieve startups;
Artikel I Wijziging Subsidieregeling economie kennis en talentontwikkeling Noord-Brabant 2022
De Subsidieregeling economie, kennis en talentontwikkeling Noord-Brabant 2022 wordt als volgt gewijzigd:
Paragraaf twee en paragraaf drie komen te luiden:
§ 2 Innovatie bestaande MKB-ondernemingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
Asv: Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;
deelnemer aan het samenwerkingsverband: MKB-onderneming of kennisinstelling die met de subsidieaanvrager samenwerkt ten behoeve van het project;
innovatief product: technologisch nieuw product of wezenlijk nieuwe toepassing van een bestaand product;
innovatief productieproces: technologisch nieuw productieproces of wezenlijk nieuwe toepassing van een bestaand productieproces;
innovatieve dienst: technologische nieuwe dienst of wezenlijk nieuwe toepassing van een bestaande dienst;
Kennis- en Innovatie Agenda: zes Kennis- en Innovatie Agenda’s met submissies en toelichting als opgenomen in bijlage 1 behorende bij deze regeling;
kennisinstelling: de in de bijlage van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek genoemde instellingen voor hoger onderwijs in de provincie Noord-Brabant, zijnde het publiekrechtelijk zelfstandig bestuursorgaan met eigen rechtspersoonlijkheid de openbare Technische Universiteit Eindhoven, de bijzondere universiteit Tilburg, uitgaande van de Stichting Katholieke Universiteit Brabant, de bijzondere Avans Hogeschool, uitgaande van de Stichting Avans, de bijzondere Breda University of Applied Sciences, uitgaande van de Stichting Breda University of Applied Sciences, de bijzondere Design Academy, uitgaande van de Stichting The Design Academy, de bijzondere Fontys Hogescholen, uitgaande van de Stichting Fontys en de bijzondere HAS Hogeschool uitgaande van de Stichting HAS Opleidingen te ’s-Hertogenbosch;
MKB-onderneming: kleine of micro-onderneming die voldoet aan de criteria, bedoeld in bijlage 1 van Verordening (EU) 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2014, L 187);
regio Midden-Brabant: regio bestaande uit de gemeenten Alphen-Chaam, Altena, Baarle-Nassau, Dongen, Gilze en Rijen, Goirle, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Oisterwijk, Tilburg en Waalwijk;
regio Noordoost-Brabant: regio bestaande uit de gemeenten Bernheze, Boekel, Boxtel, Land van Cuijk, ’s-Hertogenbosch, Heusden, Maashorst, Meierijstad, Oss, Sint-Michielsgestel en Vught;
regio West-Brabant: regio bestaande uit de gemeenten Bergen op Zoom, Breda, Drimmelen, Etten-Leur, Geertruidenberg, Halderberge, Moerdijk, Oosterhout, Roosendaal, Rucphen, Steenbergen, Woensdrecht en Zundert.
Regio Zuidoost-Brabant: regio bestaande uit de gemeenten Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Heeze-Leende, Helmond, Laarbeek, Nuenen, Gerwen en Nederwetten, Oirschot, Reusel-De Mierden, Someren, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven en Waalre.
Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze paragraaf projectsubsidies in de vorm van een geldbedrag.
Artikel 2.4 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op het ontwikkelen van innovatieve producten, diensten of productieprocessen door MKB-ondernemingen.
Subsidie wordt geweigerd indien:
Om voor subsidie in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
Artikel 2.7 Subsidiabele kosten
Voor de berekening van subsidiabele uurtarieven van arbeids- en personeelsuren van de subsidieaanvrager of de leden van het samenwerkingsverband als bedoeld in het eerste lid, onder a, past de subsidieaanvrager de berekeningswijze, genoemd in artikel 3, eerste lid, onder c, van de Regeling uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen uurtarieven subsidies Noord-Brabant toe en hanteert daarbij het in artikel 6, eerste lid, van die regeling, genoemde uurtarief van € 50.
Artikel 2.8 Niet subsidiabele kosten
In afwijking van artikel 2.7 komen de volgende kosten niet voor subsidie in aanmerking:
Subsidieaanvragen worden ingediend van:
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond, gebaseerd op € 1,47 per inwoner op basis van het inwonertal van het Centraal Bureau voor de Statistiek op 1 januari 2022 per regio, vast op:
De hoogte van de subsidie bedraagt 40% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 45.000 per project.
Artikel 2.13 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Indien het project wegens onvoorziene omstandigheden niet kan worden afgerond binnen de termijn genoemd in het eerste lid, onder c, en de subsidieontvanger verlenging van die termijn wenselijk acht, kan hij uiterlijk de dag voor het verstrijken van die termijn schriftelijk een gemotiveerd verzoek indienen bij Gedeputeerde Staten tot verlenging met maximaal zes maanden.
Artikel 2.15 Bevoorschotting en betaling
Gedeputeerde Staten zenden in 2024 en vervolgens telkens na twee jaar aan Provinciale Staten een verslag over de effecten en de doeltreffendheid van deze paragraaf in de praktijk.
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
Asv: Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;
Braventure: samenwerkingsverband tussen Brabantse kennisinstellingen en de regio’s in de vorm van een stichting ten behoeve van start-up MKB-ondernemingen;
earlyvangelist: persoon die een product of dienst zal afnemen waarvan de kwaliteit of meerwaarde nog niet is bewezen in de markt;
innovatief product: technologisch nieuw product of wezenlijk nieuwe toepassing van een bestaand product;
innovatief productieproces: technologisch nieuw productieproces of wezenlijk nieuwe toepassing van een bestaand productieproces;
innovatieve dienst: technologische nieuwe dienst of wezenlijk nieuwe toepassing van een bestaande dienst;
Kennis- en Innovatie Agenda: zes Kennis- en Innovatie Agenda’s met submissies en toelichting als opgenomen in bijlage 1 behorende bij deze regeling;
MKB-onderneming: kleine of micro-onderneming die voldoet aan de criteria, bedoeld in bijlage 1 van Verordening (EU) 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2014, L 187);
omzet: netto-omzet als bedoeld in artikel 377, zesde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, gecorrigeerd voor de in de winst-en-verliesrekening verantwoorde wijziging in onderhanden projecten, waaronder alle baten die voortkomen uit de uitvoering van normale activiteiten van een organisatie, ook als deze gewoonlijk met een andere term dan omzet worden aangeduid;
omzetperiode: boekjaar voorafgaande aan de datum van de subsidieaanvraag;
regio Midden-Brabant: regio bestaande uit de gemeenten Alphen-Chaam, Altena, Baarle-Nassau, Dongen, Gilze en Rijen, Goirle, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Oisterwijk, Tilburg en Waalwijk;
regio Noord-Oost-Brabant: regio bestaande uit de gemeenten Bernheze, Boekel, Boxtel, Land van Cuijk, ’s-Hertogenbosch, Heusden, Maashorst, Meierijstad, Oss, Sint-Michielsgestel en Vught;
regio West-Brabant: regio bestaande uit de gemeenten Bergen op Zoom, Breda, Drimmelen, Etten-Leur, Geertruidenberg, Halderberge, Moerdijk, Oosterhout, Roosendaal, Rucphen, Steenbergen, Woensdrecht en Zundert;
regio Zuidoost-Brabant: regio bestaande uit de gemeenten Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Heeze-Leende, Helmond, Laarbeek, Nuenen, Gerwen en Nederwetten, Oirschot, Reusel-De Mierden, Someren, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven en Waalre.
startup MKB-onderneming: MKB-onderneming die erop gericht is een nieuw product, dienst of productieproces te ontwikkelen onder omstandigheden die gekenmerkt worden door grote onzekerheid;
verbonden partij of partner onderneming: partij als bedoeld in bijlage 1 van Verordening (EU) 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2014, L 187).
Subsidie op grond van deze paragraaf kan worden aangevraagd door startup MKB-ondernemingen.
Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze paragraaf projectsubsidies in de vorm van een geldbedrag.
Artikel 3.4 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op het uitvoeren van haalbaarheidsprojecten ten behoeve van het ontwikkelen van innovatieve producten, diensten of productieprocessen door startup MKB-ondernemingen.
Subsidie wordt geweigerd indien:
Om voor subsidie in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
Artikel 3.7 Subsidiabele kosten
Voor de berekening van subsidiabele uurtarieven van arbeids- en personeelsuren van de subsidieaanvrager als bedoeld in het eerste lid, onder a, past de subsidieaanvrager de berekeningswijze, genoemd in artikel 3, eerste lid, onder c, van de Regeling uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen uurtarieven subsidies Noord-Brabant toe en hanteert daarbij het in artikel 6, eerste lid, van die regeling, genoemde uurtarief van € 50.
Artikel 3.8 Niet subsidiabele kosten
In afwijking van artikel 3.7 komen de volgende kosten niet voor subsidie in aanmerking:
Subsidieaanvragen worden ingediend van:
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond, gebaseerd op € 1,47 per inwoner op basis van het inwonertal van het Centraal Bureau voor de Statistiek op 1 januari 2022 per regio, vast op:
De hoogte van de subsidie bedraagt 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 15.000 per project.
Artikel 3.13 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Indien het project wegens onvoorziene omstandigheden niet kan worden afgerond binnen de termijn, genoemd in het eerste lid, onder b, en de subsidieontvanger verlenging van die termijn wenselijk acht, kan hij uiterlijk de dag voor het verstrijken van die termijn schriftelijk een gemotiveerd verzoek indienen bij Gedeputeerde Staten tot verlenging met maximaal zes maanden.
De subsidieontvanger toont desgevraagd aan dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door middel van een activiteitenverslag.
Artikel 3.15 Bevoorschotting en betaling
Gedeputeerde Staten zenden in 2024 en vervolgens telkens na twee jaar aan Provinciale Staten een verslag over de effecten en de doeltreffendheid van deze paragraaf in de praktijk.
Op subsidieaanvragen als bedoeld in paragraaf 2 en paragraaf 3 van de Subsidieregeling economie, kennis en talentontwikkeling Noord-Brabant 2022, die zijn ingediend voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling en waarop nog niet onherroepelijk is beslist, blijft paragraaf 2 en paragraaf 3 van de Subsidieregeling economie, kennis en talentontwikkeling Noord-Brabant 2022, zoals die luidde de dag voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling, van toepassing.
’s-Hertogenbosch, 29 november 2022
Gedeputeerde Staten voornoemd,
de voorzitter,
de secretaris,
mr. I.R. Adema
drs. P.J. Buijtels
Toelichting behorende bij de Derde wijziging Subsidieregeling economie, kennis en talentontwikkeling Noord-Brabant 2022
Het Brabantse innovatiebeleid is, in navolging van de nationale missies, ingericht op een viertal thematische missies, op ondersteunende sleuteltechnologieën en op maatschappelijk verdienvermogen. Deze aanpak is vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant middels het beleidskader Economie 2030 (beleidskader Economie 2030). Op nationaal niveau zijn de missies en de aanpak voor Sleuteltechnologieën door de topsectoren uitgewerkt in een zestal Kennis- en Innovatie Agenda’s (KIA’s). Deze KIA’s staan beschreven in bijlage 2 behorende bij deze regeling. In november 2019 zijn deze agenda’s geconcretiseerd in het Kennis- en Innovatieconvenant (KIC), dat ook is ondertekend door onder andere de provincie Noord-Brabant.
Deze twee nieuwe paragrafen financieren projecten die bijdragen aan de verwezenlijking van de doelstellingen van het beleidskader Economie 2030 van de provincie Noord-Brabant en de zes Kia’s op nationaal niveau. Middels deze paragrafen tracht het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant innovatie te stimuleren in de vroegste fase bij zowel het innovatieve Midden- en Klein bedrijf (MKB) als innovatieve startup MKB-ondernemingen.
Deze subsidieregeling is vastgesteld op grond van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant (Asv). Dit betekent dat een aantal aspecten van de verstrekking van subsidies niet in de subsidieregeling zijn vastgelegd, maar in de Asv. In de Asv staat onder meer waar de aanvraag moet worden ingediend, wat de beslistermijnen zijn voor Gedeputeerde Staten en algemene verplichtingen voor de subsidieontvanger, zoals de meldingsplicht.
Voor een goed begrip van deze subsidieregeling is dus bestudering van de Asv noodzakelijk. Ook de Algemene wet bestuursrecht bevat algemene bepalingen die onverkort van toepassing zijn op subsidies, verstrekt op grond van deze subsidieregeling.
Als de subsidieontvanger de gesubsidieerde activiteit niet, niet geheel of niet volgens alle daaraan verbonden verplichtingen verricht, dient hij dit verplicht te melden bij Gedeputeerde Staten. Gedeputeerde Staten kunnen dan, afhankelijk van de situatie, de subsidie ambtshalve op een lager bedrag vaststellen. Ook kan er ambtshalve een gewijzigde verleningsbeschikking worden vastgesteld, waarin nieuwe afspraken met de subsidieontvanger worden gemaakt. Als bij de desgevraagde verantwoording of controle blijkt dat niet aan de meldingsplicht is voldaan, kan dit leiden tot volledige terugvordering inclusief wettelijke rente.
De betrokken MKB-ondernemingen ontvangen met deze subsidie staatssteun. Gedeputeerde Staten willen deze staatssteun rechtvaardigen door de Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013, betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, Pb L 352/1 van 24 december 2013 (deminimisverordening) van toepassing te verklaren waarmee de staatssteun rechtmatig verstrekt kan worden. Binnen de deminimisverordening mag over een periode van drie belastingjaren in totaal 200.000 steun verstrekt worden. De aanvrager moet bij zijn aanvraag aangeven hoeveel steun hij van dat bedrag al eerder heeft ontvangen. Gezien de gehanteerde maximum subsidiebedragen voor paragraaf 2 en paragraaf 3 is de verwachting dat de MKB-ondernemingen hiervoor nog voldoende ruimte hebben.
Artikel I (Derde wijziging Subsidieregeling economie, kennis en talentontwikkeling Noord-Brabant 2022)
(Paragraaf 2 Innovatieve MKB-ondernemingen)
Onderdeel e, onder 1 en 2 Innovatie
Gedeputeerde Staten letten er daarbij op of het te ontwikkelen innovatief product, innovatief productieproces of de innovatieve dienst waarop het project betrekking heeft, in technische of financiële zin voldoende risicovol is om het project te rechtvaardigen en of het project een voldoende en realistisch inzicht geeft in het economische perspectief en de uitvoerbaarheid van het te ontwikkelen innovatief product, de innovatieve dienst of het innovatieve productieproces.
Onder j Toegankelijke publicatie
Dat kan bijvoorbeeld door middel van publicatie via een provinciale website of een regionale website.
Het communicatieplan is vormvrij.
Artikel 2.7 Subsidiabele kosten
Eerste lid, onder d Afschrijvingskosten
Onder afschrijvingskosten verstaan Gedeputeerde Staten de kosten van apparatuur en uitrusting voor zover en zolang zij worden gebruikt voor het project. Wanneer deze apparatuur en uitrusting niet tijdens hun volledige levensduur voor het project worden gebruikt, worden alleen de afschrijvingskosten overeenstemmend met de looptijd van het project, berekend volgens algemeen erkende boekhoudkundige beginselen, door Gedeputeerde Staten als in aanmerking komende kosten beschouwd.
Artikel 2.8 Niet subsidiabele kosten
Ingevolge artikel 11 van de Asv, is verrekenbare btw niet subsidiabel.
Om ervoor te zorgen dat er een gelijke verdeling van het geld over de COROP-regio’s plaatsvindt is ervoor gekozen om een subsidieplafond per regio vast te stellen.
Voor het bepalen van de onderlinge rangschikking dient een aanvraag volledig te zijn. Voor het bepalen van het wel of niet in behandeling nemen van de aanvraag geldt de primaire aanvraagdatum.
Artikel 2.13 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Eerste lid, onder d en e Toegankelijkheid en communicatie
Dat kan bijvoorbeeld door middel van publicaties via een provinciale website of een regionale website.
Vaststelling subsidies van € 25.000 tot € 50.000
Deze subsidies vallen in arrangement 2 van het Rijkssubsidiekader. Dat wil zeggen dat Gedeputeerde Staten de subsidie vaststellen op basis van een aanvraag tot vaststelling van de subsidieontvanger. In verband met het innovatieve karakter van de projecten in deze paragraaf en het feit dat het daarbij moeilijk is om de kosten vooraf in te schatten en een prestatie te definiëren, kiezen Gedeputeerde Staten er voor om gebruik te maken van de uitzonderingsgrond van artikel 21, zevende lid, van de Asv. De verantwoording door de subsidieontvanger vindt in dat geval niet plaats op basis van een vooraf bepaalde prestatie of prestatie-eenheid, maar op basis van een (bestuurs)verklaring van de subsidieontvanger over het totaal van de kosten en baten van de prestatie. Hiervoor maakt de subsidieontvanger gebruik van de daartoe door Gedeputeerde Staten vastgestelde verklaring inzake werkelijke kosten en opbrengsten. Het gaat daarbij om een globaal financieel overzicht waaruit blijkt dat de gesubsidieerde activiteit heeft plaatsgevonden met de daaraan verbonden kosten. De opgave in de verklaring leidt tot het totale subsidiebedrag. Als de kosten lager zijn dan begroot, wordt de subsidie lager vastgesteld en teruggevorderd. Als de kosten hoger uitvallen, wordt ten hoogste het maximaal verleende subsidiebedrag uitgekeerd. Gedeputeerde Staten stellen de subsidie vast binnen 22 weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling.
(Paragraaf 3 Innovatieve startups)
Startups verschillen van andere ondernemingen omdat de context waarbinnen de innovatie plaatsvindt anders is. De meeste ondernemingen, zowel grote als kleine, bevinden zich buiten deze specifieke context. Startups zijn er om situaties van grote onzekerheid het hoofd te bieden. Een nieuw bedrijf opzetten dat een exacte kopie is van een bestaand bedrijf, tot en met bedrijfsmodel, de prijsstelling, de doelgroep en het product/dienst of productieproces aan toe, is wellicht een aantrekkelijke economische investering, maar het betreft dan geen startup omdat een herhaald succes alleen te wijten is aan de uitvoering. Zodoende is het voor kapitaalverschaffers makkelijker om het risiconiveau en de onzekerheden in te schatten en de verstrekker van bijvoorbeeld een lening kan dan ook de verwachtingen relatief juist in schatten. Dit geldt niet in de context van startups waar het risiconiveau hoog is en er veel onzekerheden spelen.
Onder e Uitsluiting bepaalde startup MKB-ondernemingen
Een vereniging of stichting komt niet in aanmerking voor deze subsidie.
Onderdeel c, onder 1 Klantprobleem earlyvangelist
Een van de uit te voeren haalbaarheidsprojecten is het in kaart brengen van het klantprobleem van de earlyvangelist. Deze eerste stap is belangrijk omdat de meeste innovaties falen door “premature groei”, oftewel te snel de oplossing gaan ontwikkelen en het willen opschalen van een startup zonder dat de marktvraag voldoende is vastgesteld. Een belangrijke stap in het leren kennen van de marktvraag is een eerste klantsegment ontdekken, die allemaal hetzelfde probleem ervaren (earlyvangelist). Pas daarna kan de startup problem/solution fit valideren. Dit gaat over het vinden van de beste oplossing voor het klantprobleem en dit valideren bij klanten. Deze bewijslast moeten harde, kwantitatieve gegevens zijn die afkomstig zijn van real-life (klant)experimenten. Meestal kijkt de doelgroep heel anders tegen het op te lossen probleem aan dan de startup zelf. Om een probleem goed te doorgronden, is het belangrijk om te beginnen met zoveel mogelijk “problem discovery” diepte-interviews. Wanneer een probleem grondig is gevalideerd, kan geleerd worden wat de earlyvangelist nu al gebruikt om zijn probleem op te lossen. Uiteindelijk zorgt deze stap ervoor dat de startup weet welke alternatieven de earlyvangelist nu gebruikt en redeneert de startup vanuit de klantbehoefte in plaats van de technology push behoefte. In deze fase moet de startup bij wijze van spreken verliefd worden op het probleem van zijn potentiele doelgroep en niet op zijn van te voren bedachte oplossing.
Onderdeel d, onder 2 Commitment earlyvangelist
Indien het klantprobleem grondig is gevalideerd heeft de startup een klant gevonden die een probleem heeft, zich bewust is van het probleem, al actief gezocht heeft naar een oplossing, geen alternatieve oplossing kan vinden en de financiële middelen heeft om te betalen voor een nieuwe oplossing of dat budget kan vrijmaken. In feite weet de startup wat in het hoofd van de potentiële klant afspeelt en kan de startup een belofte (waarde propositie) formuleren die perfect aansluit bij de behoeften van de doelgroep om het acute probleem op te lossen. Het bijkomend voordeel is dat de startup met deze vorm van marktanalyse gevraagd wordt om het probleem op te lossen. Hierdoor zijn potentiële klanten bereid om de oplossing te kopen of een koopintentie te verklaren, zelfs voordat het product, dienst of productieproces is ontwikkeld. Bij het uitvoeren van het haalbaarheidsproject “het verkrijgen van financieel commitment van de earlyvangelist” gaat de startup valideren hoe zij deze koopintentie of nog beter order kan laten bevestigen. Een van de manieren om dit te doen is bijvoorbeeld het uitvoeren van een Minimum viable product (hierna: MVP), dus om met zo min mogelijk inspanning (en financiële investering) zo veel mogelijk te leren over het klantprobleem, de oplossing en het prijsmodel.). Met deze MVP valideert de startup het probleem, de oplossing en de prijs, oftewel het verdienmodel. Het gaat dus niet over goedkoop, maar over kostenefficiënt. Daarnaast betreft het niet een product maar het proces om de waarde die belooft wordt te leveren (de oplossing) ook het gewenste resultaat levert (weghalen van het klantprobleem of klacht over bestaande alternatieven) tegen een commerciële vergoeding (de verkoopprijs). Gedeputeerde Staten zijn van mening dat commitment van een klant is gevalideerd als de klant zelf aangeeft de oplossing te willen kopen en niet doordat de startup een product heeft gepitcht en verkocht. Dat houdt in dat de subsidieaanvrager ervoor dient te zorgen dat de gevalideerde kennis die verzameld is tijdens het in kaart brengen van het klantprobleem van de earlyvangalist duidelijk naar voren komt bij het uitvoeren van de MVP.
Onderdeel f, onder 1 en 2 Innovatie
Gedeputeerde Staten letten er daarbij op of het te ontwikkelen innovatief product, innovatief productieproces of de innovatieve dienst waarop het project betrekking heeft, in technische of financiële zin voldoende risicovol is om het project te rechtvaardigen en of het project een voldoende en realistisch inzicht geeft in het economische perspectief en de uitvoerbaarheid van het te ontwikkelen innovatief product, de innovatieve dienst of het innovatieve productieproces.
De subsidieaanvrager of een aan de subsidieaanvrager verbonden partij of partner-onderneming heeft geen omzet gegenereerd in de omzetperiode. Dit geldt bijvoorbeeld ook voor een holding die aandelen houdt in de subsidieaanvrager. Indien de zelfstandige onderneming of een onderneming in de groep omzet heeft gegeneerd in de omzetperiode wordt dus niet voldaan aan dit vereiste.
Onder k Toegankelijke publicatie
Dat kan bijvoorbeeld door middel van publicatie via een provinciale website of een regionale website.
Artikel 3.8 Niet subsidiabele kosten
Ingevolge artikel 11 van de Asv, is verrekenbare btw niet subsidiabel.
Om ervoor te zorgen dat er een gelijke verdeling van het geld over de COROP-regio’s plaatsvindt is ervoor gekozen om een subsidieplafond per regio vast te stellen.
Voor het bepalen van de onderlinge rangschikking dient een aanvraag volledig te zijn. Voor het bepalen van het wel of niet in behandeling nemen van de aanvraag geldt de primaire aanvraagdatum.
Artikel 3.13 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Eerste lid, onder c en d Toegankelijkheid en communicatie
Dat kan bijvoorbeeld door middel van publicaties via een provinciale website, de website van Braventure of een regionale website.
Ambtshalve vaststelling subsidies tot € 25.000
Op deze subsidies tot € 25.000 passen Gedeputeerde Staten arrangement 1b van het Rijkssubsidiekader toe. Dat wil zeggen dat Gedeputeerde Staten de subsidie eerst verlenen en na afloop van de prestatie de subsidie ambtshalve, dat wil zeggen zonder aanvraag tot vaststelling van de subsidieontvanger, vaststellen. Zolang de termijn voor de ambtshalve vaststelling (22 weken na afloop van het project) nog niet is verstreken, kunnen Gedeputeerde Staten steekproefsgewijs om verantwoording vragen en de subsidie zo nodig terugvorderen als de prestatie niet of niet geheel is geleverd. Gedeputeerde Staten kunnen daarbij de subsidieontvanger fysiek of administratief controleren of aan de verplichtingen is voldaan. De steekproef is gebaseerd op een risicogeoriënteerde benadering, waarbij rekening wordt gehouden met de omvang, samenstelling en achtergrond van de doelgroep. In de subsidiebeschikking wordt vermeld wanneer de gesubsidieerde activiteiten moeten zijn verricht en welke bewijsstukken de subsidieontvanger in de eigen administratie dient te bewaren.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2022-14569.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.