Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 1 november 2022, nr. UTSP-744160172-226, tot wijziging van de Subsidieregeling Klimaatbestendige, Groene en Gezonde Steden en Dorpen 2021-2023

Gedeputeerde Staten van Utrecht;

 

Gelet op artikel 1.4, eerste lid, van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht 2022;

 

Overwegende dat:

  • -

    het wenselijk is het subsidieplafond voor de categorie groenblauwe schoolpleinen voor het jaar 2023 op te hogen gezien het grote aantal aanvragen;

     

  • -

    het wenselijk is initiatieven in de meest versteende wijken te stimuleren;

     

  • -

    met aanvragen van rechtspersonen, zoals stichtingen, gemeenten en andere organisaties, de meeste impact wordt gemaakt op het klimaatbestendiger, groener en gezonder maken van steden en dorpen;

Besluiten:

Artikel I

De Subsidieregeling Klimaatbestendige, Groene en Gezonde Steden en Dorpen 2021-2023 wordt als volgt gewijzigd.

 

A.

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Onderdeel d komt te luiden:

    • d.

      Gezonde leefomgeving: een (deels) openbaar toegankelijke buitenruimte die stimuleert tot bewegen en ontmoeting.

  • 2.

    Onderdeel f komt te luiden:

    • f.

      Hoogwaardig groen dak: een dak dat is geproduceerd en aangelegd conform de richtlijnen van Verenging Bouwwerkbegroeners – VBB-FLL en dat aan de volgende voorwaarden voldoet:

      • 1e.

        minimaal 50% van de oppervlakte van het groene dak bestaat uit voorgekweekte inheemse kruiden of bloemen, of kruiden of bloemen die aantoonbaar een bijdrage leveren aan de biodiversiteit, en waarbij de sedum niet invasief is;

      • 2e.

        er is sprake van minimaal 10 cm los substraat (geen substraatrol) of 7 cm los substraat plus 3 cm substraatlaag waarin planten zijn gekweekt;

      • 3e.

        de wateropslag is minimaal 35 l /m2;

      • 4e.

        de matten worden gekweekt zonder gebruik van pesticiden, en enkel het aanstippen van onkruid ter ondersteuning van het handmatig wieden, vindt plaats;

      • 5e.

        de minimale oppervlakte hoeveelheid groen is 50 m2, waarbij de ruimte onder zonnepanelen niet bij de oppervlakte wordt meegerekend;

  • 3.

    Aan het eerste lid wordt een nieuw onderdeel k toegevoegd, luidende:

    • k.

      Stedelijk gebied: de begrenzing van het ‘stedelijk gebied’ van de verschillende kernen in de provincie is aangegeven op de themakaart Stedelijk gebied. Buiten het stedelijk gebied ligt het ‘landelijk gebied’;

  • 4.

    Aan het eerste lid wordt een nieuw onderdeel l toegevoegd, luidende:

    • l.

      Versteende wijken: onder versteende wijken worden de wijken verstaan die volgens de kaart Groene stad label F hebben.

B.

Artikel 2 komt te luiden:

 

Artikel 2 Doel subsidieregeling

Deze subsidieregeling draagt bij aan de volgende drie hoofddoelen:

  • a.

    het bevorderen of versterken van klimaatadaptatie in stedelijk gebied;

  • b.

    het in stand houden of versterken van de biodiversiteit in stedelijk gebied;

  • c.

    het in stand houden of versterken van de gezonde leefomgeving in stedelijk gebied.

C.

Artikel 3 (subsidiabele activiteiten) wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het eerste lid, onder b, komt te luiden:

    • b.

      De voorbereiding of aanleg van een hoogwaardig groen dak of groene gevel, waarbij de minimale oppervlakte van het hoogwaardig groen dak 50m2 is.

  • 2.

    Het tweede lid komt te luiden:

    • 2.

      Onder andere activiteiten als bedoeld in het eerste lid, onder c, worden verstaan:

      • a.

        ingrepen in de fysieke leefomgeving (inclusief bijbehorende voorbereiding);

      • b.

        stimuleren van gedragsverandering of het bevorderen van betrokkenheid, kennis, draagvlak en beleving van inwoners of bedrijven, ondernemers of maatschappelijk organisaties;

      • c.

        onderzoeken en ontwikkelen van innovaties binnen de woon- en werkomgeving.

D.

Artikel 4 komt te luiden:

 

Artikel 4 Hoogte subsidie

  • 1.

    Voor de in artikel 3, eerste lid, onder a en c, bedoelde activiteiten die zijn gelegen in “versteende wijken”, bedraagt de hoogte van de te verstrekken subsidie maximaal 75% van de subsidiabele kosten, met een minimum van € 2.000 en maximum van € 50.000.

  • 2.

    Voor de in artikel 3, eerste lid, onder a en c, bedoelde activiteiten die niet zijn gelegen in “versteende wijken”, bedraagt de hoogte van de te verstrekken subsidie maximaal 50% van de subsidiabele kosten, met een minimum van € 2.000 en maximum van € 50.000.

  • 3.

    Voor de in artikel 3, eerste lid, onder b, bedoelde activiteiten bedraagt de hoogte van de te verstrekken subsidie maximaal 50% van de subsidiabele kosten, met een minimum van €2.000 en een maximum van € 25.000.

E.

Artikel 7 komt te luiden:

 

Artikel 7 Subsidieontvanger

Subsidie kan slechts worden verstrekt aan rechtspersonen.

 

F.

Aan artikel 8 worden de volgende leden toegevoegd:

 

  • 3.

    Als subsidie aan een onderneming wordt verstrekt en sprake is van staatssteun, wordt bij de aanvraag een ondertekende de-minimisverklaring gevoegd.

  • 4.

    Bij de subsidieaanvraag worden tevens de volgende gegevens en stukken overgelegd:

    • a.

      stukken waaruit blijkt dat de vereiste vergunning, ontheffing of toestemming is verkregen;

    • b.

      in geval van een subsidieaanvraag voor een groen dak:

      • 1e.

        informatie waaruit blijkt hoeveel m2 groen dak wordt gerealiseerd; en

      • 2e.

        een offerte waaruit blijkt dat het groene dak waarvoor de subsidie wordt gevraagd, voldoet aan de omschrijving van een hoogwaardig groen dak in artikel 1, onder f;

    • c.

      in geval van een groen beplantingsvlak, een schoolplein, of ander groen element:

      • 1e.

        een beplantingsplan of een beplantingslijst; en

      • 2e.

        een beheerplan van het aan te leggen groen;

    • d.

      in geval van een activiteit als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onder b, een uitgewerkt communicatieplan;

    • e.

      als er sprake is van een samenwerkingsverband, een overzicht van de samenwerkende partijen.

G. Artikel 9 (Subsidieplafonds) wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het eerste lid, onder c, komt te luiden:

    • c.

      in 2023 € 550.000

  • 2.

    Het tweede lid, onder c, komt te luiden:

    • c.

      in 2023 € 100.000

  • 3.

    Het derde lid, onder b, komt te luiden:

    • b.

      in 2022 € 550.000

  • 4.

    Het derde lid, onder c, komt te luiden:

    • c.

      in 2023 € 500.000

H.

Artikel 10 (Niet-subsidiabele kosten) wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Voor de aanhef wordt geplaatst: 1.

  • 2.

    Aan artikel 10 wordt een tweede lid toegevoegd, luidende:

    • 2.

      Ten aanzien van een hoogwaardig groen dak geldt dat de ruimte onder zonnepanelen niet subsidiabel is.

I.

Onder verlettering van de onderdelen f en g van artikel 12 tot g en h en onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 12 door een puntkomma wordt een nieuw onderdeel f ingevoegd, luidende:

 

  • f.

    de subsidie ingezet wordt voor exploitatie van eigen commerciële activiteiten;

 

J. Artikel 15 komt te luiden:

 

Artikel 15 Europese regelgeving

Als sprake is van staatssteun, wordt de subsidie verstrekt met inachtneming van Verordening (EU) Nr. 1407/2013, betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, of anderszins met inachtneming van de Europese staatssteunregels.

 

K.

De artikelsgewijze toelichting wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    De toelichting beginnend met de zinsnede ‘Wat wordt er met het gebied binnen in en rond steden en dorpen bedoeld?’ en eindigend met “lintbebouwing buiten de bebouwde kom.” wordt gewijzigd in:

     

    Wat wordt er met het stedelijk gebied bedoeld?

    Deze subsidieregeling richt zich op de gebouwde omgeving. In de Omgevingsvisie van de provincie Utrecht wordt dit het stedelijk gebied genoemd. Ook kernen van dorpen vallen onder het stedelijk gebied. Op de themakaart Stedelijk gebied (https://webkaart.provincie-utrecht.nl/viewer/app/Webkaart?bookmark=52853aa6c959484aa2c12615d2973ff0) staat met een roze kleur aangegeven welke gebieden in het stedelijk gebied liggen.

  • 2.

    Aan het slot van de toelichting bij artikel 2 wordt toegevoegd:

    • -

      Projecten die het vergroenen van de omgeving combineren met het versterken van de sociale cohesie.

    • -

      Projecten gericht op voorbereiding en/of uitvoering van werkzaamheden om te komen tot een gezonde, groenblauwe en klimaatbestendige wijk of buurt.

  • 3.

    De toelichting bij artikel 3 wordt gewijzigd in:

    Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

     

    Lid 1

     

    Onder a: De voorbereiding en aanleg van een groenblauw schoolplein

    De provincie Utrecht hecht veel waarde aan een duurzame toekomst voor haar inwoners. Het betrekken van burgers hierbij en het vergroten van de bewustwording van hen over groene en blauwe maatregelen in hun eigen buurt speelt hierbij een grote rol. Bewustwording begint op jonge leeftijd en scholen spelen een centrale plek hierin. Schoolpleinen bestaan vaak nog steeds uit een grote hoeveelheid verhard oppervlak. Groene maatregelen dragen, naast het verminderen van hittestress, ook bij aan biodiversiteit (vergroening van de speel-leeromgeving, aanleg van voedselbosjes, vleermuizenkasten). Blauwe maatregelen geven vooral invulling aan klimaatadaptatie (tegels uit- groen erin, hemelwateropvang, hoogwaardige groene daken).

     

    De subsidieregeling voor groenblauwe schoolpleinen is gericht op onderwijsinstellingen zoals basis- en het voortgezet onderwijs. Een gemeente, bedrijf of maatschappelijke organisatie kan ook in aanmerking komen voor deze subsidie, bijvoorbeeld voor de ondersteuning van de voorbereiding en de uitvoering. Aanvragen kunnen ingediend worden voor zowel voor de voorbereiding als de aanleg van een groenblauw schoolplein.

     

    Onder b: De voorbereiding en aanleg van een hoogwaardig groen dak

    Bij groene daken kan een onderscheid gemaakt worden tussen extensieve en intensieve groene daken. Een intensief groen dak is een daktuin waarin beloopbare zones (zoals terrassen en paden) en groenzones gecombineerd worden. Een extensief groen dak is niet bedoeld om te bewandelen, maar biedt louter een begroeiing. Voor beide type daken kan een aanvraag ingediend worden, met als voorwaarde dat het onder andere voldoet aan twee van de drie doelen van de subsidieregeling. Voor biodiversiteit voegt bijvoorbeeld een regulier sedumdak weinig waarde toe aan de biodiversiteit, hiervoor is bijvoorbeeld minimaal een sedumdak met kruidenmix noodzakelijk. Indien de dakconstructie het toelaat is het aan te raden hier voor kwalitatief hoogwaardige mix als bedekking te kiezen om te voldoen aan de voorwaarden.

     

    Verder kan een sterke dakconstructie ervoor zorgen dat een groen dak ook als wateropvang kan dienen en tegelijkertijd het gebouw koel kan houden. Hiernaast is het mogelijk een groen dak te combineren met andere functie, zoals het opwekken van duurzame energie door het plaatsen van zonnepanelen.

     

    Wat wordt onder ‘voorbereiding’ verstaan?

    Onder voorbereiding wordt de voorfase van een project en/of ontwerp verstaan zoals de verkenning, ontwerp, overleg met de omgeving en belanghebbenden, et cetera.

     

    Onder c: Andere activiteiten die gericht zijn op het bereiken van minimaal twee van de drie hoofddoelen zoals genoemd in artikel 2

    De initiatieven die onder deze categorie vallen (niet zijnde groenblauwe schoolpleinen en groene daken) dienen de centrale doelen van minimaal twee van de drie programma’s en dragen bij aan onderlinge verbinding van een gezonde, klimaatbestendige, groenblauwe omgeving. Een project met als hoofddoel vanuit klimaatadaptatie het tegengaan van hittestress (ont-stenen), heeft als meekoppel-kans het creëren van een plus voor biodiversiteit (de juiste bomen op de betreffende plek) én het nodigt uit tot gezond gedrag (leefbaar maken, klimroute). De combinatie tussen de verschillende ambities werkt cumulatief in de beoordeling.

     

    Doel is ook om een beweging op gang te brengen bij partijen en bewonerscollectieven van bewustwording en gedragsverandering. Daarnaast willen we als provincie initiatieven stimuleren die inspirerend en innovatief zijn en als voorbeeld kunnen dienen om ook elders in de provincie uit te rollen. Hierdoor wordt tevens de ruimte gecreëerd om initiatieven te stimuleren en mogelijk te maken in verschillende fasen (onderzoek, planvorming of uitvoering) en op verschillende schaalniveaus.

     

    Lid 2

    Vanwege de diversiteit aan organisaties en activiteiten, die kunnen bijdragen aan het realiseren van de provinciale doelstellingen voor klimaatadaptatie, biodiversiteit en gezonde leefomgeving, geven we in het volgende deel voor de beeldvorming een aantal voorbeelden van activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen.

     

    Onder a: Ingrepen in de fysieke leefomgeving (inclusief bijbehorende voorbereiding)

    Hierbij gaat het om de uitvoering van fysieke maatregelen zoals bijvoorbeeld de aanleg van een groene berm, groen geveltuin, wadi, het planten van bomen en struiken, et cetera. De inrichting van de openbare ruimte en natuurinclusief en klimaatbestendig bouwen valt ook hieronder. Onder bijbehorende voorbereiding verstaan we voorbereidingen die nodig zijn om een ingreep in de fysieke leefomgeving uit te voeren. Hieronder valt bijvoorbeeld het inhuren van een adviesbureau ter ondersteuning voor de uitvoering van een project, communicatie met de omgeving en andere belanghebbenden, begeleiding van klankbord- of gebruikersgroepen, het maken van een ontwerp of een schets, et cetera.

     

    Onder b: Stimuleren van gedragsverandering of het bevorderen van betrokkenheid, kennis, draagvlak en beleving van inwoners en/of bedrijven, ondernemers of maatschappelijke organisaties.

    Voorbeelden die onder deze activiteiten vallen zijn: het ontwikkelen van een communicatiecampagne; de organisatie van een tentoonstelling over groene en blauwe maatregelen in een stad, de organisatie van evenementen, bijeenkomsten, participatietrajecten, presentaties. Denk ook aan het starten van een buurtinitiatief voor de vergroening van een buurt door aanleg geveltuinen of boomspiegels, een gezamenlijk buurttuin, “adopteren” van bermen of perkjes et cetera.

     

    Onder c: Onderzoeken en ontwikkelen van innovaties binnen de woon- en werkomgeving

    Hieronder vallen onder andere activiteiten, omgevingsanalyses, locatiestudies, haalbaarheidsstudies en financiële analyses voor innovatieve maatregelen, pilot- en/of uitvoeringsprojecten die hieruit voortvloeien, et cetera.

     

    De toelichting onder d en onder e komen te vervallen.

     

  • 4.

    De toelichting bij artikel 4 wordt gewijzigd in:

    Artikel 4 Hoogte subsidie

     

    Om initiatieven in versteende wijken extra te stimuleren is er voor gekozen om initiatieven in wijken die binnen de “groene stad challenge” laag scoren op groen ( “label F”) te ondersteunen met maximaal 75% van de subsidiabele kosten (in tegenstelling tot maximaal 50% bij initiatieven in andere wijken). Initiatieven in deze buurten hebben een grotere impact op de omgeving, het tegen gaan van hittestress, het vergroten van de biodiversiteit en de gezondheid van inwoners. Versteende wijken kunnen gevonden worden door de kaart Groene stad te raadplegen. In de legenda staat aangegeven dat donkerpaarse gebieden “label F” hebben.

     

    Stapeling van subsidies, van de provincie of andere organisaties, is toegestaan mits deze op andere onderdelen van het initiatief c.q. project ingezet worden en het totale subsidiebedrag nooit meer dan 100% van de kosten bedraagt. Indien sprake is van een stapeling van subsidies wordt beschikking verleend onder voorbehoud van aanlevering van de definitieve toezeggingen van de andere subsidies.

     

  • 5.

    De toelichting bij artikel 7 wordt gewijzigd in:

     

    Artikel 7 Subsidieontvanger

     

    Rechtspersonen kunnen een subsidie aanvragen, dit zijn bijvoorbeeld:

    • -

      vereniging van eigenaren

    • -

      bedrijven

    • -

      woningcorporaties

    • -

      maatschappelijke organisaties

    • -

      stichtingen

    • -

      sport, onderwijs en kennisinstellingen

    • -

      gemeenten

    • -

      GGD

  • 6.

    Aan de toelichting bij artikel 8 wordt toegevoegd:

     

    Om te voldoen aan Europese regelgeving vragen wij ondernemingen om een verklaring de-minimissteun aan te leveren bij de subsidieaanvraag.

     

  • 7.

    De toelichting bij artikel 14 wordt gewijzigd in:

     

    Artikel 14 Algemene verplichtingen voor de subsidieontvanger

    Om het proces van subsidieverlening soepel te laten verlopen, vragen we aanvragers om de in artikel 14 opgenomen documenten tijdig aan te leveren. Wanneer documenten bij de aanvraag ontbreken, zullen wij hier om vragen en aangeven binnen welke tijd deze documenten alsnog aangeleverd moeten worden. Indien deze niet of niet tijdig worden aangeleverd, kan de aanvraag buiten behandeling worden gelaten.

     

    Om de door ons verstrekte middelen een zo groot mogelijke impact te laten hebben, hechten wij aan projecten die een voorbeeldfunctie kunnen vervullen en/of opschaalbaar zijn. Om anderen te laten leren van opgedane ervaringen, kunnen wij subsidieontvangers vragen om mee te werken aan het actief delen van de kennis met als doel een bredere toepassing binnen de provincie.

Artikel II  

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2023, met uitzondering van artikel 9, derde lid, onder b, dat op 2 november 2022 in werking treedt.

Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van Utrecht van 1 november 2022.

Gedeputeerde Staten van Utrecht,

Voorzitter,

mr. J.H. Oosters

Secretaris,

mr. drs. A.G. Knol-van Leeuwen

Naar boven