Wijziging beleidsregels salderen in Gelderland: Gelderse stikstofbank

Bekendmaking van het besluit van 8 november 2022- zaaknummer 2019-013422  tot wijziging van een regeling

 

Gedeputeerde Staten van Gelderland

Gelet op

 

artikel 4:81, eerste lid, Algemene wet bestuursrecht

artikel 2.7 Wet natuurbescherming

 

Overwegende dat

Gedeputeerde Staten op 10 december 2019 de Beleidsregels intern en extern salderen hebben vastgesteld,

 

Deze beleidsregels bij wijziging van 11 mei 2021 zijn vernoemd tot Beleidsregels salderen in Gelderland

 

Door ontwikkelingen aanpassing en aanvulling van de beleidsregels noodzakelijk is,

 

Besluiten

Vast te stellen de volgende wijziging van de Beleidsregels salderen in Gelderland:

 

Bekendmaking van het besluit van 8 november 2022- zaaknummer 2019-013422 tot wijziging van een regeling

Artikel I  

A.

 

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    in lid 9 wordt ‘zevende lid’ gewijzigd in ‘achtste lid’

  • 2.

    in lid 13 wordt ‘N-emissie’ gewijzigd in ‘N-depositie’

  • 3.

    in lid 14 wordt ‘N-emissie’ gewijzigd in ‘N-depositie’

B.

 

Na artikel 12 wordt een nieuw artikel ingevoegd:

 

Artikel 13 Gelderse stikstofbank

 

  • 1.

    In de Gelderse stikstofbank, ingesteld bij besluit van 9 februari 2021, wordt conform artikel 6 vrijgemaakte depositieruimte opgenomen die ontstaat door de met behulp van AERIUS Calculator berekende vermindering van stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden ten gevolge van de intrekking of aanpassing van één of meer toestemmingen ten behoeve van de Gelderse stikstofbank.

    Van de depositieruimte die ontstaat door intrekking of aanpassing van toestemming wordt maximaal 70% in de Gelderse stikstofbank opgenomen. Gedeputeerde Staten kunnen dit percentage verlagen.

  • 2.

    Indien op een relevant hexagoon gedurende zes jaar geen gebruik is gemaakt van de geregistreerde depositieruimte, kunnen Gedeputeerde Staten de ruimte uit de stikstofbank verwijderen.

  • 3.

    Gedeputeerde Staten dragen zorg voor het inboeken, voor het uitgeven door toedeling, of voor het verwijderen van depositieruimte.

  • 4.

    Gedeputeerde Staten kunnen depositieruimte toedelen als op de relevante hexagonen van voor stikstof gevoelige habitats en leefgebieden binnen een N2000 gebied voldoende depositieruimte beschikbaar is.

  • 5.

    Aanvragen om met gebruikmaking van de depositieruimte uit de Gelderse stikstofbank extern te salderen worden in behandeling genomen na voorafgaande melding.

  • 6.

    Bij de beoordeling van een aanvraag om een natuurvergunning (omgevingsvergunning) om met gebruikmaking van depositieruimte uit de Gelderse stikstofbank extern te salderen houden Gedeputeerde Staten rekening met:

    • a.

      de mate van zelfstandig gerealiseerde besparingen van N-emissies

    • b.

      de bijdrage aan duurzaamheid en innovatie

    • c.

      de bijdrage van het concrete project aan doelstellingen van algemeen belang, passend in de Gelderse omgevingsvisie

    • d.

      de uitvoeringszekerheid (binnen een termijn van drie jaar)

    • e.

      de toe te kennen ruimte, deze bedraagt nooit meer dan 2 mol/ha/jr.

  • 7.

    Indien ruimte in de Gelderse Bank wordt ingezet voor aanvragen voor legalisatie van PAS-melders, dan is lid 6 niet van toepassing.

C.

 

‘Artikel 10 Hardheidsclausule’ wordt gewijzigd in: ‘Artikel 14 Hardheidsclausule’

 

D.

 

‘Artikel 11 Inwerkingtreding’ wordt gewijzigd in: ‘Artikel 15 Inwerkingtreding’

 

E.

 

‘Artikel 12 Citeerwijze’ wordt gewijzigd in: ‘Artikel 16 Citeerwijze’

Artikel II  

De toelichting wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

 

Van Artikel 6, lid 13, wordt de laatste zin:

‘Om een daling te realiseren is bepaald dat 70% van de emissie van de saldogevende activiteit mag worden ingezet voor salderen na aftrek van de niet-gerealiseerde capaciteit.’

gewijzigd in:

‘Om een daling te realiseren en stijging te voorkomen is bepaald dat 70% van de depositie van de saldogevende activiteit mag worden ingezet voor salderen na aftrek van de niet gerealiseerde capaciteit.’

 

B.

 

‘Artikel 13 Hardheidsclausule’ wordt gewijzigd in ‘Artikel 16 Hardheidsclausule’

 

C.

 

Na de toelichting op artikel 12 Doelgebonden stikstofbank wordt een toelichting ingevoegd die luidt:

 

Artikel 13 Gelderse stikstofbank

 

Gelderse Bank - Gelderse inspanning voor Gelderse initiatieven.

Diverse economische- en maatschappelijke initiatieven in Gelderland hebben stikstofruimte nodig om doorgang te kunnen vinden. De beleidsregels bieden de mogelijkheid voor stikstofsaldering en -verleasing. Daarnaast is er de mogelijkheid om stikstofruimte die vrijkomt met Gelders beleid als onderdeel van GMS, na een percentage afroming ten behoeve van de natuur, via de Gelderse stikstofbank weer in te zetten om initiatieven rondom bijvoorbeeld woningbouw, duurzame landbouw en industriële activiteiten mogelijk te maken. Dit registratiesysteem (stikstofbank) faciliteert vergunningverlening door middel van salderen van stikstofdepositie via de bank. De Gelderse stikstofbank is een doelgebonden bank als bedoeld in artikel 12, waarvan de ruimte bestemd is voor Gelderse economische en maatschappelijke initiatieven.

 

Voor het inboeken en uitgeven van deze Gelderse stikstofruimte is een registratiesysteem nodig, op provinciaal niveau. Dit systeem dient zo veel mogelijk aan te sluiten op de landelijk afgesproken Aerius systematiek zodat deze ruimte ook met rechtszekerheid kan worden ingeboekt en uitgegeven. De Gelderse stikstofbank is zo’n registratiesysteem. Het inrichtingsbesluit om te komen tot een dergelijke bank is door Gedeputeerde Staten vastgesteld op 9 februari 2021.

 

De werking van de Gelderse Bank wordt als volgt vormgegeven:

  • Er komt een unieke registratie van alle GMS maatregelen, zoals het beëindigen van bedrijven met vleeskalveren. Voor elke stopper wordt een stikstof berekening gemaakt conform de principes zoals neergelegd in artikel 6 van deze beleidsregels (onder andere: gerealiseerde capaciteit). Dit gebeurt via een landelijk voorgeschreven rekenmethodiek (AERIUS Calculator). De beschikbare ruimte van bedrijven die op basis van een GMS maatregel stoppen komen in een voor Gelderland afgeschermd Register te staan, de Gelderse Bank.

  • De in de bank ingebrachte stikstofruimte dient zeker te zijn door bijvoorbeeld van beëindigde bedrijven de ingetrokken vergunningen in te boeken en bij toepassing van innovatieve technieken de opbrengst vast te leggen in een overeenkomst.

  • Inzake de uitgifte kan via deze bank de beschikbare stikstofruimte, na afroming van ten minste 30% , weer worden benut voor Gelderse projecten. De hoogte van deze afroming ten behoeve van de natuur kan per gebied variëren. Voor de uitgifte van depositieruimte zijn criteria in deze beleidsregels opgesteld voor onder meer maximaal op te nemen ruimte (2 mol/ha/j) per aanvraag en de houdbaarheid (wanneer de ruimte teruggegeven kan worden aan de natuur omdat deze lang niet is gebruikt).

  • De bevoegdheid voor het uitgeven van stikstofruimte ligt bij GS en is via de Wet natuurbescherming geborgd. Voor het uitgeven van ruimte uit de stikstofbank is een afwegingskader opgesteld dat leidt tot een ranking op basis van criteria als duurzaamheid en stimulering van bepaalde activiteiten in bepaalde gebieden. Activiteiten die zo goed mogelijk voldoen aan deze criteria kunnen in aanmerking komen voor toedeling van stikstofruimte uit de Gelderse Bank en kunnen daarmee vergund worden.

Lid 1:

Dit lid bevat de eisen die gesteld worden aan de opname van depositieruimte in het registratiesysteem / de bank. De depositieruimte die met een maatregel uit het pakket van GMS (of een andere bronmaatregel) wordt opgehaald (aangekocht, gewonnen als gevolg van innovatie, et cetera) moet aan strenge eisen voldoen, omdat 100% zeker moet zijn dat die depositieruimte ook daadwerkelijk beschikbaar is om via het registratiesysteem / de bank aan andere activiteiten uit te geven. Voorkomen moet worden dat depositieruimte dubbel wordt ‘geboekt’: zowel op de oude als op een nieuwe locatie in gebruik is – dat levert immers een stijging van depositie op.

 

Inname en uitgifte van depositieruimte via een registratiesysteem is een vorm van toepassing van een mitigerende maatregel (door middel van salderen van bestaande depositieruimte). De legitimiteit van dit instrument is afhankelijk van de wijze waarop van overheidswege invulling wordt gegeven aan de andere, voor de N2000 gebieden noodzakelijke maatregelen in de vorm van instandhoudings- en passende maatregelen. Indien instandhoudings- en passende maatregelen onvoldoende resultaat laten zien in de komende periode/jaren, bestaat het risico dat ruimte in een registratiesysteem niet meer als mitigerende maatregel ingezet kan worden, maar als passende maatregel moet worden ingezet (lees: aan de natuur moet worden terug gegeven).

 

Voor de berekening van de depositieruimte van een maatregel wordt gebruik gemaakt van AERIUS Calculator. De berekening wordt uitgevoerd met inachtneming van artikel 6, dit betreft onder andere dat er wordt uitgegaan van de gerealiseerde capaciteit.

 

Depositieruimte kan pas in het registratiesysteem worden opgenomen, als deze ook daadwerkelijk beschikbaar is. Dat betekent dat de toestemmingen die aan een activiteit die wordt beëindigd zijn verbonden, ingetrokken moeten worden (of, bij gebreke van een eerdere toestemming, de overblijvende ruimte in een nieuw besluit moet worden vastgelegd). Rekening houdend met een proceduretijd voor intrekking van een aantal maanden, kan de ruimte dus niet terstond na beëindiging van de activiteit al worden benut, maar dienen de publiekrechtelijke toestemmingen (milieuvergunning, natuurvergunning, et cetera) eerst onherroepelijk ingetrokken te zijn. Een nauwkeurige controle op de verworven hoeveelheid ruimte is onderdeel van deze intrekking, om te verzekeren dat de activiteit, waarvan de depositieruimte in de bank opgenomen kan worden, ook daadwerkelijk gestopt is. Gedurende deze intrekkingsperiode wordt er tevens feitelijk ter plaatse van de locatie waar activiteiten worden beëindigd (of gewijzigd – in geval van bij voorbeeld innovatie), die depositieruimte opleveren, gecontroleerd of de beëindiging (of wijziging) daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Van deze controle wordt (bij voorbeeld) een proces-verbaal opgesteld, die bij het intrekkingsbesluit wordt gevoegd. In geval van beëindiging van een bedrijf door verkoop aan de provincie worden de gebouwen, indien die niet gesloopt worden, bij voorbeeld verzegeld tot het moment dat de bestemming van de locatie is gewijzigd, of wordt op een andere wijze verzekerd dat gebruik niet meer leidt tot N-emissies.

 

Van de depositieruimte die wordt verkregen (door bedrijfsbeëindiging, innovatie etc.) wordt niet alles in het registratiesysteem opgenomen. Van deze ruimte wordt maximaal 70% in het registratiesysteem verwerkt. Gedeputeerde Staten hebben de mogelijkheid om te besluiten dit percentage te verlagen, zodat voor een Natura 2000 gebied, als de situatie daarom vraagt, ook minder depositieruimte in het systeem wordt geregistreerd en er meer ruimte aan de natuur wordt teruggegeven.

 

Uitgifte van ruimte uit het registratiesysteem is een vorm van extern salderen en de toepassing van een mitigerende maatregel. Er wordt gebruik gemaakt van ruimte die ooit al een keer legaal is uitgegeven en uitgangspunt van het registratiesysteem is dat dit opnieuw mogelijk is. Op de achtergrond is daarvoor wel van belang, dat, indien noodzakelijk, van overheidswege voldoende instandhoudings- en passende maatregelen worden genomen die garanderen dat (op termijn) de instandhoudingsdoelen van een N2000 gebied niet in gevaar komen en op landelijk niveau de gunstige staat van instandhouding gegarandeerd wordt/blijft. Vooralsnog is met de uitvoering van instandhoudingsmaatregelen in de Natura 2000-gebieden en de garantie van stikstofreductie op grond van de Wet natuurbescherming, zoals aangepast door de Wet stikstofreductie en natuurverbetering, en op grond van het beleid in het kader van de Gelderse Maatregelen Stikstof voldoende verzekerd dat uitgifte van ruimte uit het registratiesysteem als mitigerende maatregel kan worden ingezet.

 

Lid 2

Ingeboekte ruimte in het registratiesysteem kan ook aan de natuur teruggegeven worden als depositieruimte op een hexagoon langer dan zes jaar niet is benut. De adempauze die door niet benutten ontstaat, moet op een gegeven moment worden omgezet in een definitieve situatie om verslechtering/achteruitgang door feitelijke stijging van depositie te voorkomen.

 

Lid 3

Een nauwkeurige boekhouding van de inkomende en uitgaande ruimte is een vereiste voor de houdbaarheid van vergunningen die worden verleend met gebruikmaking van ruimte uit de stikstofbank.

 

Lid 4

Voor alle hexagonen waar een aanvraag effect op heeft moet voldoende ruimte beschikbaar zijn. Indien er op 1 of meer relevante hexagonen geen ruimte in het registratiesysteem zit wordt de vergunning geweigerd.

 

Lid 5

Voordat een initiatiefnemer die gebruik wil maken van de stikstofbank een aanvraag indient (en de bijbehorende termijn gaat lopen) meldt de initiatiefnemer dat en waarom gebruik van de stikstofbank nodig is. Zo kan op voorhand een inschatting worden gemaakt of de aanvraag kans van slagen maakt. Dit betreft zowel de beschikbaarheid van ruimte in het systeem als een eerste globale controle of het initiatief kan voldoen aan de criteria in lid 6 om voor toekenning van ruimte in aanmerking te komen.

De initiatiefnemer ontvangt een terugmelding waarin wordt aangegeven of er voldoende ruimte beschikbaar is, waar stikstofruimte ontbreekt en of de onderbouwing van het initiatief voldoende aansluit bij de criteria, of niet.

Op basis van de terugmelding hierop kan de initiatiefnemer, eventueel na aanpassing van zijn plannen, besluiten om een aanvraag in te dienen.

 

Lid 6

In dit artikel staan de criteria waarmee aanvragen om gebruik te maken van de depositieruimte in het registratiesysteem worden beoordeeld.

 

Gedeputeerde Staten beoordelen op basis van:

 

  • a.

    hoeveel inspanningen heeft een aanvrager gedaan om tot zo min mogelijke depositie te komen:

De Gelderse Bank is een laatste redmiddel, daar waar andere, bestaande instrumenten niet voldoende zijn. Dit vraagt van initiatiefnemers om bij het indienen van een aanvraag voor ruimte uit de Gelderse Bank aan te tonen dat alle andere instrumenten onvoldoende toereikend zijn om te kunnen komen aan voldoende stikstofruimte. De initiatiefnemer moet onder andere aantonen dat in- en extern salderen onvoldoende opleveren en dat maximale inspanningen zijn gedaan om stikstofeffecten te voorkomen.

 

  • b.

    hoe duurzaam en innovatief is een initiatief:

Initiatieven dragen aantoonbaar bij aan het verduurzamen van de landbouw, mobiliteit, bouw en industrie. Hierbij kan gedacht worden aan klimaatadaptatie en -mitigatie, gebruik van grondstoffen, gezonde bodem, lucht en water. Initiatieven kunnen nieuwe activiteiten zijn of innovaties van bestaande activiteiten. Dit vergt een extra financiële inspanning van en door de initiatiefnemer en vormt hiermee een financiële drempel ter voorkoming van het gemakkelijk ‘gratis’ verkrijgen van stikstofruimte uit de Gelderse Bank.

 

  • c.

    de bijdrage van het initiatief aan doelstellingen van algemeen belang, die passen bij de Gelderse omgevingsvisie:

De pijlers onder een gezond, veilig, schoon en welvarend Gelderland zijn energietransitie, klimaatadaptatie, circulaire economie, biodiversiteit, bereikbaarheid, economisch vestigingsklimaat en woon- en leefklimaat; hoe draagt het initiatief hier aan bij?

 

  • d.

    uitvoeringszekerheid van het initiatief

De stikstofruimte moet binnen een bepaalde termijn ingezet worden en kan niet oneindig worden gereserveerd. In tijden van schaarste past het niet om te wachten op projecten waarvoor nog geen voldoende zekerheid voor uitvoering bestaat. Het kan daarbij gaan om bijvoorbeeld financiële uitvoerbaarheid, maar ook om projecten waarvoor draagvlak ontbreekt of waarvoor nog geen (bijvoorbeeld planologische) toestemming van medeoverheden is. Toetsen op uitvoeringsgereedheid kan op gespannen voet staan met bijdragen aan meer lange termijn ontwikkelingen. Zo kennen bestemmingsplannen vaak een lange realisatietermijn. Daarmee ontstaat het risico van langdurig beslag op stikstofruimte. Deze is daardoor niet inzetbaar voor andere projecten. Bijkomend risico van langjarige reservering van stikstofruimte is dat na verloop van tijd feitelijke depositiestijging ontstaat op hexagonen waar de geregistreerde en gereserveerde ruimte lange tijd niet is benut. De maximale termijn voor een reservering voor bestemmingsplannen is drie jaar.

 

  • e.

    de toe te kennen ruimte bedraagt nooit meer dan 2 mol/ha/jr

Voorkomen moet worden dat de ruimte in de bank opgaat aan slechts enkele aanvragers - depositieruimte is schaars en daarop dient niet lichtzinnig en al te gemakkelijk een beroep te worden gedaan. Het is de verantwoordelijkheid van initiatiefnemers om in de eerste plaats zo veel mogelijk stikstofruimte zelf te regelen, door middel van het toepassing van slimme en innovatieve technieken, door zelfstandig extern te salderen met andere partijen. Pas dan kan, voor depositieruimte die niet gedekt kan worden, een beroep op de stikstofbank worden gedaan voor een gemaximeerde hoeveelheid.

 

De beoordeling van deze criteria vindt plaats door middel van de toekenning van punten, voorzien van een onderbouwing. Gedeputeerde Staten besluiten op basis van de rangorde die daaruit volgt voor welke activiteiten de beschikbare stikstofruimte kan worden toegedeeld in vergunningen. Gedeputeerde Staten kunnen gemotiveerd van de rangorde afwijken, indien op basis van een belangenafweging de toedeling van stikstofruimte anders uitvalt.

 

Lid 7

 

De ruimte die in de Gelderse stikstofbank is geregistreerd kan ingezet worden voor PAS-melders. Gelet op de situatie waar PAS-melders in verkeren is toepassing van het zesde lid bij de beoordeling van een vergunningaanvraag door een PAS-melder niet aan de orde.

Artikel III Inwerkingtreding

Deze (wijziging van de) regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Gedeputeerde Staten van Gelderland

Gepubliceerd te Arnhem

Gedeputeerde Staten van Gelderland

J.C.G.M. Berends - Commissaris van de Koning

Miriam Nienhuis-van Doremaele  - secretaris

John Berend

Commissaris van de Koning

Miriam Nienhuis-van Doremaele

Secretaris

Naar boven