Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland houdende wijziging van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013

Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland van 1 februari 2022, kenmerk 114413, houdende wijziging Hoofdstuk 10 van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013.

 

Gedeputeerde staten van Zeeland,

  • overwegende dat voor verstrekking van subsidies voor kavelaanvaardingswerken bijzondere bepalingen in het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013 benodigd zijn;

  • gelet op artikel 8 van de Algemene subsidieverordening Zeeland 2013;

besluiten vast te stellen de navolgende wijziging van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013:

 

Artikel I

 

Hoofdstuk 10 van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013 komt te luiden:

 

Hoofdstuk 10 Bijzondere bepalingen voor verstrekking van subsidie voor kavelaanvaardingswerken

 

 

Artikel 10.1  

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a.

    de-minimissteun: steun die voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling van aanmelding als opgenomen in de Verordening (EU) Nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de landbouwsector, PbEU, L 352 van 24 december 2013;

  • b.

    kavelaanvaardingswerken: cultuurtechnische werken die een bijdrage leveren aan de landbouwkundige structuurverbetering van toegedeelde kavels in een kavelruil;

  • c.

    Kavelruilbureau Zeeland: het bij besluit van gedeputeerde staten van 6 februari 2017 ingestelde Kavelruilbureau Zeeland;

  • d.

    onderneming: één onderneming als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Verordening (EU) Nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013.

Artikel 10.2  

  • 1.

    Subsidie kan worden verleend voor kavelaanvaardingswerken.

  • 2.

    De kavelaanvaardingswerken hebben betrekking op toegedeelde kavels bij een kavelruil van landbouwgronden via het Kavelruilbureau Zeeland die na 4 februari 2022 door het Kavelruilbureau Zeeland is goedgekeurd en waarvan de notariële akte is gepasseerd.

Artikel 10.3  

  • 1.

    Subsidie wordt slechts verleend aan de bij een kavelruil betrokken grondeigenaar die onderneming is die actief is in de primaire productie van landbouwproducten.

  • 2.

    In aanvulling op artikel 1.2.1, tweede lid, wordt geen subsidie verstrekt indien reeds eerder subsidie is verstrekt voor kavelaanvaardingswerken die betrekking hebben op dezelfde door het Kavelruilbureau Zeeland goedgekeurde kavelruil.

  • 3.

    Artikel 1.2.1, tweede lid, aanhef en onder c is niet van toepassing.

Artikel 10.4  

De subsidie:

  • a.

    bedraagt maximaal 40% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 500 per bij de kavelruil toegedeelde hectare; en

  • b.

    wordt verleend in de vorm van de-minimissteun en uitsluitend voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden van Verordening (EU) Nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 en bedraagt per onderneming, tezamen met eventueel andere verleende de-minimissteun, vóór aftrek van belastingen of andere heffingen maximaal € 20.000 over een periode van drie belastingjaren.

Artikel 10.5  

  • 1.

    De aanvraag voor de subsidie wordt voor het begin van de activiteit ingediend.

  • 2.

    Artikel 1.4.1, tweede lid, is niet van toepassing.

Artikel 10.6  

  • 1.

    In aanvulling op artikel 1.4.2, eerste lid, bevat de aanvraag voor de subsidie:

    • a.

      een volledig ingevuld en ondertekend Aanvraagformulier subsidie kavelaanvaardingswerken Provincie Zeeland; en

    • b.

      een volledig ingevulde en ondertekende de-minimisverklaring.

  • 2.

    In afwijking van artikel 1.4.2, eerste lid, aanhef en onder d, bevat de aanvraag voor de subsidie het kadastraal perceel of de kadastrale percelen waarop de activiteit betrekking heeft.

Artikel 10.7  

  • 1.

    Een subsidie kan uitsluitend worden verstrekt als gedeputeerde staten de mogelijkheid tot het doen van een aanvraag voor subsidie hebben opengesteld door vaststelling van een subsidieplafond en van een openstellingsperiode voor de indiening van de aanvraag voor subsidie.

  • 2.

    Het subsidieplafond wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de aanvragen.

  • 3.

    Indien een aanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de aanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 4.

    Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige aanvragen plaats door middel van loting.

Artikel 10.8  

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in § 1.6 is de subsidieontvanger verplicht de activiteit binnen 24 maanden na passering van de notariële akte van de kavelruil, bedoeld in artikel 10.2, tweede lid, te realiseren.

  • 2.

    Op schriftelijk gemotiveerd verzoek van de aanvrager, kunnen gedeputeerde staten afwijken van het bepaalde in het eerste lid.

Artikel II  

 

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt geplaatst.

 

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van 1 februari 2022.

Drs. J.M.M. Polman, voorzitter

A.W. Smit, secretaris

Naar boven