Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2022

Gedeputeerde Staten van Overijssel delen mee dat het Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2012 als volgt is gewijzigd:

Artikel I

2.2 Leefbaar Platteland 3.0

 

Artikel 2.2.7 komt als volgt te luiden:

 

Artikel 2.2.7 Bijdrage gemeente

De gemeente draagt een geldbedrag bij aan de dekking van de kosten van het onderzoek, de procesondersteuning of de fysieke maatregelen uit het projectplan. De hoogte van de gemeentelijke bijdrage is minimaal een tiende deel van de hoogte van de gevraagde subsidie op basis van deze subsidieregeling.

 

2.4 Flexpools versnellen woningbouw

 

Artikel 2.4.12 Looptijd

‘2022’ wordt vervangen door: 2023.

 

2.7 Flexibele huisvesting

 

Artikel 2.7.1 komt als volgt te luiden:

Artikel 2.7.1 Betekenis van de begrippen

In dit artikel wordt een vaker voorkomend begrip uitgelegd.

  • -

    Flexwoningen: flexibele woonoplossingen die relatief snel en goedkoop gerealiseerd kunnen worden. Kenmerkend is het tijdelijke karakter van de woning, de bewoning of het gebruik van een locatie waarop de woning wordt geplaatst.

Artikel 2.7.2 Doel van de subsidieregeling

‘voor spoedzoekers’ komt te vervallen

 

Artikel 2.7.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen

Lid 1 komt als volgt te luiden:

  • 1.

    De subsidie wordt verleend voor het realiseren van flexwoningen. De volgende activiteiten komen in aanmerking voor de subsidie:

    • a.

      de bouw van nieuwe flexwoningen;

    • b.

      het veranderen van bestaande gebouwen zonder woonfunctie naar flexwoningen, ook wel transformatie genoemd.

Lid 3: vervallen

 

Artikel 2.7.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen

Lid 2: vervallen

 

Artikel 2.7.6 Hoogte van de subsidie

Lid 1 sub c: € 250.000,- wordt vervangen door € 100.000,-.

Lid 2: vervallen

 

2.12 Advies bij Vrijkomende Agrarische Bebouwing (VAB)

 

Artikel 2.12.11 Looptijd

‘2022’ wordt vervangen door ‘2023'.

 

3.1 Energiebesparing Overijssel

De titel van paragraaf 3.1 komt te luiden: 3.1 Energiebesparing Overijssel 2.0

 

Artikel 3.1.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen

Lid 2: na sub c wordt toegevoegd:

  • d.

    het totale vermeden primaire energieverbruik van de investeringen in technische voorzieningen levert minimaal 300 GigaJoule energiebesparing op;

  • e.

    de verhouding tussen het totale vermeden primaire energieverbruik en de te verlenen subsidie is minimaal 0.5. Dit betekent dat het totale vermeden primaire energieverbruik gedeeld door het te verlenen subsidiebedrag (in GigaJoule/€) 0.5 of hoger moet zijn;

  • f.

    de slaagkans van de investering is voldoende. Dit wordt bepaald op basis van de kwaliteit van het projectplan, de technische, financiële en juridische haalbaarheid en de mate waarin de activiteiten startgereed en obstakelvrij zijn.

Lid 3

Sub a: vervallen

 

Artikel 3.1.6 Hoogte van de subsidie

Lid 1 komt als volgt te luiden:

  • 1.

    De subsidie:

    • a.

      aan een micro- of kleine onderneming is maximaal 50% van de subsidiabele kosten;

    • b.

      aan een middelgrote onderneming is maximaal 40% van de subsidiabele kosten;

    • c.

      aan een grote onderneming is maximaal 30% van de subsidiabele kosten.

Artikel 3.1.7 Tenderregeling

Vervallen

 

Artikel 3.1.8 Aanvraag

Lid 1 komt als volgt te luiden:

  • 1.

    De aanvraag kan het hele jaar worden ingediend

Lid 2: achter ‘Overijssel’ wordt toegevoegd: 2.0

Lid 4: vervallen

Lid 5: vervallen

 

Artikel 3.1.9 komt als volgt te luiden:

Artikel 3.1.9 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling

Het subsidieplafond geldt voor de jaren 2022 en 2023.

 

Artikel 3.1.10 Aanvullende verplichtingen

‘3 jaar’ wordt vervangen door: 2 jaar

 

Artikel 3.1.11 Vaststelling

Achter ‘Overijssel’ wordt toegevoegd: 2.0

 

Puntentabel 1, bij 3.1 Energiebesparing Overijssel

vervallen

 

3.2 Haalbaarheidsonderzoek Energie-Innovatie

 

Artikel 3.2.8 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling

‘het jaar 2022’ wordt vervangen door: de jaren 2022 en 2023

 

Artikel 3.2.11 Looptijd

‘2022’ wordt vervangen door: 2023

 

3.3 Energiebesparende maatregelen (geld terug actie):

 

Artikel 3.3.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen

Lid 4, sub b onder 2: ‘brachespecialist’ wordt vervangen door: branchespecialist

 

Artikel 3.3.4 Aanvrager

Lid 1: ‘een stichtingen’ wordt vervangen door een stichting.

Lid 2 komt als volgt te luiden:

  • 2.

    De energiekosten van de aanvrager waren in 2020 of 2021 minder dan € 30.000,- per jaar. Dit geldt niet voor aanvragers uit de cultuursector met SBI-code 90 en 91, omdat deze instellingen hoge energiekosten per jaar hebben.

Voor alle aanvragers die in 2022 zijn opgericht geldt dat de energiekosten voor 2022 naar verwachting niet meer dan € 60.000,- zijn.

 

Artikel 3.3.6 Hoogte van de subsidie

Lid 4: ‘subsidiregeling’ wordt vervangen door subsidieregeling

 

Artikel 3.3.8 Aanvraag

Lid 3 sub a onderdeel 1: ‘het huidige energieverbruik’ wordt vervangen door: het energieverbruik over 2020, 2021 of 2022

 

Lid 3 sub b:

‘subsidaibele’ wordt vervangen door: subsidiabele

 

3.6 Lokale energie-initiatieven 4.0

 

Artikel 3.6.1 Betekenis van de begrippen

‘Energiebesparingsproject’ wordt vervangen door de volgende drie begrippen:

  • -

    Energiebesparende maatregelen: maatregelen die leiden tot minder gebruik van energie bij huishoudens. Het gaat om kleine maatregelen die door het huishouden, de energiecoach of de energiefixer binnen uiterlijk 4 weken, na het gesprek met de betreffende energiebespaarcoach of energiefixer, uitgevoerd kunnen worden.

  • -

    Energiebespaarcoach: een vrijwilliger die huishoudens informeert over energiebesparing door gedragsaanpassing en die een algemeen beeld geeft welke energiebespaar- en energieopwekmogelijkheden er in de woning zijn door isolatie, gebruik van bestaande installaties en apparaten, en opwekking van energie.

  • -

    Energiefixer: een energiefixer biedt huishoudens informatie over gedragsaanpassing en eenvoudige energiebesparingsmaatregelen en voert de maatregelen meteen uit.

Artikel 3.6.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen

Lid 1 sub b komt als volgt te luiden:

  • b.

    door een LEI:

    • 1.

      uit te voeren energiebesparende maatregelen bij huishoudens in Overijssel. Dit door met minimaal 100 huishoudens actief contact te zoeken en ze te bewegen om energiebesparende maatregelen te treffen. Als hierbij vrijwilligers worden ingezet dan moeten die deskundig zijn en kennis hebben over het realiseren van eenvoudige energiebesparende maatregelen bij huishoudens;

    • 2.

      op te leiden vrijwilligers tot energiefixer of energiebespaarcoach;

Lid 6 komt als volgt te luiden:

  • 6.

    De activiteiten die niet voor de subsidie in aanmerking komen zijn de aanschaf- en installatie van technische voorzieningen voor energieopwekking.

Artikel 3.6.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen

 

Er wordt een nieuw lid 2 toegevoegd:

  • 2.

    Lid 1 geldt niet voor het opleiden van vrijwilligers tot energiebespaarcoach of energiefixer. Voor het opleiden van vrijwilligers tot energiebespaarcoach of energiefixer geldt een vast bedrag per vrijwilliger.

 

Huidige lid 2 wordt vernummerd tot lid 3.

 

Artikel 3.6.6 Hoogte van de subsidie

Lid 2 komt als volgt te luiden:

  • 2.

    De subsidie voor:

    • a.

      het uitvoeren van een energiebesparende maatregelen bij huishoudens is 100% van de subsidiabele kosten en maximaal € 10.000,- per aanvraag. Hiervan mag maximaal € 2.000,- worden gebruikt voor organisatiekosten. Het overige deel wordt besteed aan de energiebesparende maatregelen bij huishoudens. Hierbij kan uitgegaan worden van een vast bedrag van € 100,- per huishouden. Bij geringe aantal deelnemende huishoudens, kan een LEI hiervan afwijken;

    • b.

      het opleiden van vrijwilligers tot energiefixer of energiebespaarcoach is een vast bedrag van € 500,- per vrijwilliger die opgeleid wordt tot energiebesparingscoach of energiefixer met een maximum van € 2.500,- per aanvraag.

Artikel 3.6.7 komt als volgt te luiden:

Artikel 3.6.7 Eigen bijdrage

Achter ‘subsidiabele kosten’ wordt toegevoegd: van een energieopwekproject

 

Nieuwe paragraaf 3.12 wordt toegevoegd:

3.12 Zonne-energie op bedrijfsdaken

 

Artikel 3.12.1 Betekenis van begrippen

In dit artikel worden vaker voorkomende begrippen uitgelegd.

  • -

    Standaard zonnepaneel: een zonnepaneel dat een rendement van maximaal 30% heeft. Dat betekent dat een derde van het zonlicht wordt omgezet in stroom.

  • -

    Lichtgewicht zonnepaneel: een zonnepaneel dat de helft minder weegt dan of de helft weegt van een standaardzonnepaneel, maar verder precies hetzelfde werkt. Het is volledig duurzaam geproduceerd en te plaatsen op elk dak. Vooral op de bedrijfsdaken van gebouwen die niet zo sterk zijn.

  • -

    Netaansluiting: elke verbinding of elk samenstel verbindingen van een aansluiting, waarbij de elektrische installatie achter deze verbinding of samenstel verbindingen gescheiden is en blijft van andere elektrische installaties en wordt geïdentificeerd door een eigen EAN-code;

  • -

    Zonnepanelen: fotovoltaïsche panelen die zonne-energie omzetten in elektriciteit.

Artikel 3.12.2 Doel van de subsidieregeling

Met deze subsidieregeling wil de provincie de ontwikkeling van zonne-energie op bedrijfsdaken ondersteunen.

 

Artikel 3.12.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    De subsidie wordt verleend voor:

    • a.

      het aanpassen van een dak onder de voorwaarde dat er zonnepanelen op het dak worden geïnstalleerd. De volgende activiteiten komen in aanmerking voor de subsidie:

      • 1.

        het constructief versterken van een dak, om de installatie van standaard zonnepanelen mogelijk te maken. De subsidie wordt alleen verleend als het betreffende dak zonder het treffen van constructieve maatregelen bewezen of aantoonbaar ongeschikt zou zijn voor plaatsing van zonnepanelen; of

      • 2.

        aanpassingen aan het dak om brandgevaar te voorkomen. De subsidie wordt alleen verleend als het betreffende dak met de geplaatste zonnepanelen zonder het treffen van maatregelen niet langer verzekerd is of kan worden;

    • b.

      de aanschaf en installatie van lichtgewicht zonnepanelen op een dak, dat constructief onvoldoende draagkracht heeft voor de installatie van standaard zonnepanelen.

  • 2.

    Het aan te passen dak voldoet aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      het dak is onderdeel van een gebouw dat in Overijssel ligt;

    • b.

      het dak heeft een oppervlakte van minimaal 100 m2;

    • c.

      alleen het aanpassen van het dak waarop de zonnepanelen worden geïnstalleerd komt in aanmerking voor de subsidie.

  • 3.

    De te installeren zonnepanelen voldoen aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      de zonnepanelen hebben een totale capaciteit van minimaal 15 kWp;

    • b.

      het aantal geïnstalleerde zonnepanelen voorziet in het eigen elektriciteitsverbruik van de aanvrager en de teveel opgewekte stroom wordt geleverd aan het net;

    • c.

      de zonnepanelen worden geïnstalleerd door een gecertificeerd bedrijf in het plaatsen van zonnepanelen;

    • d.

      de zonnepanelen worden aangesloten op een grootverbruikersaansluiting.

Artikel 3.12.4 Aanvrager

  • 1.

    De aanvrager is de eigenaar of de huurder van het dak.

  • 2.

    De aanvrager is geen particulier, gemeente of een waterschap.

Artikel 3.12.5 Kosten die in aanmerking komen voor de subsidie

De subsidie is een vast bedrag per kWp aan capaciteit van de geïnstalleerde zonnepanelen. De artikelen 1.2.5 tot en met 1.2.9 zijn niet van toepassing.

 

Artikel 3.12.6 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie is een vast bedrag van € 80,- per kWp aan capaciteit van de zonnepanelen die worden geïnstalleerd.

  • 2.

    De subsidie is maximaal het bedrag dat nodig is om het dak aan te passen;

  • 3.

    De subsidie is maximaal het bedrag dat nodig is om de lichtgewicht zonnepanelen aan te schaffen en te installeren.

  • 4.

    De subsidie is maximaal € 100.000,- per grootverbuikerssaansluiting.

Artikel 3.12.7 Subsidieaanvraag

  • 1.

    De subsidieaanvraag kan het hele jaar worden ingediend.

  • 2.

    De aanvrager maakt gebruik van het digitale aanvraagformulier Zonne-energie op bedrijfsdaken.

  • 3.

    De aanvraag bevat de volgende gegevens:

    • a.

      een tijdsplanning van de uit te voeren werkzaamheden;

    • b.

      een opgave van de totale capaciteit in kWp van de zonnepanelen;

    • c.

      de kadastrale aanduiding van het bouwwerk waarop het dak zich bevindt.

  • 4.

    De aanvrager levert aanvullend de volgende stukken in:

    • a.

      een constructieberekening of ander bewijs opgesteld door een externe deskundige, waaruit blijkt dat het dak:

      • 1.

        constructief versterkt moet worden voor de installatie van standaard zonnepanelen; of

      • 2.

        constructief ongeschikt is voor de installatie van standaard zonnepanelen, maar eventueel wel geschikt is voor de installatie van lichtgewicht zonnepanelen; of

    • b.

      een verklaring van de verzekering waaruit blijkt dat een aanpassing aan het dak noodzakelijk is om het pand te verzekeren;

    • c.

      een tekening van het dak, waarop wordt aangegeven welk gedeelte van het dak aangepast wordt en op welk gedeelte van het dak de zonnepanelen zullen worden geïnstalleerd;

    • d.

      foto’s voorzien van datum, van het dak waarvoor de subsidie aangevraagd wordt;

    • e.

      een gespecificeerde offerte of overeenkomst voor:

      • 1.

        de uitvoering van de werkzaamheden die nodig zijn om het betreffende dak geschikt te maken voor het plaatsen van zonnepanelen; of

      • 2.

        de aanschaf en installatie van lichtgewicht zonnepanelen;

    • f.

      als de aanvrager een huurder is, een getekende instemmingsverklaring van de eigenaar van het gebouw.

  • 5.

    De aanvrager hoeft geen begroting en dekkingsplan in te leveren. Artikel 1.2.13 lid 2 is niet van toepassing.

Artikel 3.12.7 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling

Het subsidieplafond geldt voor de jaren 2022 tot en met 2024.

 

Artikel 3.12.8 Aanvullende verplichtingen subsidieontvanger

De aanvrager is verplicht:

  • a.

    binnen 24 maanden na subsidieverlening de zonnepanelen te installeren;

  • b.

    voordat de zonnepanelen in productie worden genomen een verzoek in te dienen bij CertiQ via www.certiq.nl. CertiQ stelt vast of de geïnstalleerde zonnepanelen voldoen aan de voorwaarde die genoemd zijn in artikel 3.12.3 lid 3;

  • c.

    na installatie van de zonnepanelen wordt een unieke EAN-code aan bij de netbeheerder aangevraagd.

Artikel 3.12.9 Vaststelling van de subsidie

  • 1.

    Bij de aanvraag voor subsidievaststelling levert de aanvrager aanvullend de volgende gegevens:

    • a.

      de werkelijk gerealiseerde kWp aan capaciteit van de zonnepanelen die op het aangepaste dak zijn geïnstalleerd;

    • b.

      een bewijsstuk van CertiQ waaruit blijkt dat de geïnstalleerde zonnepanelen voldoen aan de voorwaarden;

    • c.

      een bewijsstuk dat de geïnstalleerde zonnepanelen zijn aangesloten bij de netbeheerder;

  • 2.

    De subsidie wordt vastgesteld op de werkelijk geïnstalleerde kWp aan capaciteit van de zonnepanelen. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de gegevens die aangemeld zijn bij CertiQ. Als de geïnstalleerde zonnepanelen een totale capaciteit van minder 15 kWp hebben, wordt de subsidie op nihil vastgesteld.

Artikel 3.12.10 Geen staatssteun

  • 1.

    Er is geen sprake van staatssteun als de subsidie verleend kan worden onder de Algemene De-minimisverordening of onder de De-minimisverordening landbouw. Artikel 1.2.10 lid 4 is van toepassing.

  • 2.

    Als de aanvrager geen De-minimisruimte meer heeft, dan kan de subsidie voor de aanschaf van lichtgewicht zonnepanelen verleend worden als het voldoet aan hoofdstuk 1 en artikel 41 van de AGVV. De totale overheidsbijdrage voor de dekking van de kosten van de aanschaf van lichtgewicht zonnepanelen is niet meer dan:

    • a.

      30% als de aanvrager een grote onderneming is;

    • b.

      40% als de aanvrager een middelgrote onderneming is;

    • c.

      50% als de aanvrager een kleine onderneming is.

Artikel 3.12.11 Looptijd

Deze subsidieregeling vervalt op 30 november 2024 om 17.00 uur.

 

Paragraaf 3.13 wordt toegevoegd:

3.13 Zonne-energieleverende parkeerterreinen Overijssel

 

Artikel 3.13.1 Betekenis van begrippen

In dit artikel wordt een vaker voorkomend begrip uitgelegd.

  • -

    Energieleverend parkeerterrein: een parkeerruimte waar zonnepanelen geïnstalleerd worden met oplaadfaciliteiten voor elektrische voertuigen.

Artikel 3.13.2 Doel van de subsidieregeling

Met deze subsidieregeling wil de provincie de ontwikkeling van zonne-energie op parkeerterreinen ondersteunen.

 

Artikel 3.13.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    De subsidie wordt verleend voor een of meer van de volgende activiteiten die voor het realiseren van een energieleverend parkeerterrein nodig zijn:

    • a.

      het realiseren van een draagconstructie;

    • b.

      de vervanging of versteviging van de fundering van het parkeerterrein, benodigd voor de draagconstructie;

    • c.

      het realiseren van een batterij voor lokale tijdelijke opslag als onderdeel van het energieleverend parkeerterrein.

  • 2.

    Het beoogde energieleverende parkeerterrein voldoet aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      het wordt gerealiseerd in Overijssel;

    • b.

      er wordt minimaal 420 kWp vermogen geïnstalleerd;

    • c.

      de realisatie van het energieleverende parkeerterrein is financieel haalbaar;

    • d.

      de gemeente is positief over de realisatie.

  • 3.

    De activiteiten die niet voor de subsidie in aanmerking komen zijn:

    • a.

      het gebruikelijke beheer en onderhoud van het energieleverende parkeerterrein;

    • b.

      installatie van het zonne-energiesysteem zelf, zoals de zonnepanelen en de omvormer;

    • c.

      de benodigde aansluiting op het elektriciteitsnetwerk;

    • d.

      realisatie van laadpalen;

    • e.

      beveiligingsmaatregelen;

    • f.

      plaatsen van hekwerk om de parkeerlocatie.

Artikel 3.13.4 Aanvrager

  • 1.

    De aanvrager is een Overijsselse gemeente, energiecoöperatie, parkmanagementorganisatie, een onderneming of een maatschappelijke instelling.

  • 2.

    De aanvrager is geen particulier, een eenmanszaak, een v.o.f. of een zzp-er.

Artikel 3.13.5 Kosten die in aanmerking komen voor de subsidie

Alleen de kosten van derden zijn subsidiabel. Artikel 1.2.6 is niet van toepassing.

 

Artikel 3.13.6 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie voor het realiseren van een zonne-energieleverend parkeerterrein is maximaal 45% van de subsidiabele kosten en maximaal € 200.000,- per aanvraag.

  • 2.

    De aanvrager mag in de jaren 2022 en 2023 maximaal 1 keer subsidie ontvangen op basis van deze subsidieregeling.

Artikel 3.13.7 Eigen bijdrage

Minimaal 55% van de subsidiabele kosten van de realisatie van het energieleverende parkeerterrein worden betaald met een geldbijdrage van de aanvrager of derden.

 

Artikel 3.13.8 Subsidieaanvraag

  • 1.

    De aanvraag kan het hele jaar worden ingediend.

  • 2.

    De aanvrager maakt gebruik van het digitale aanvraagformulier Zonne-energieleverende parkeerterreinen Overijssel.

  • 3.

    De aanvrager levert een begroting en een dekkingsplan in. Het is verplicht om het beschikbaar gestelde begrotingsformat te gebruiken. Artikel 1.2.13 is van toepassing.

  • 4.

    De aanvrager levert aanvullend de volgende stukken in:

    • a.

      een haalbaarheidsonderzoek met een kosten baten analyse voor de exploitatietermijn waaruit blijkt dat de realisatie van het energieleverende parkeerterrein financieel haalbaar is;

    • b.

      een opdrachtverlening of overeenkomst van de beoogde partij die het zonne-energieleverende parkeerterrein gaat realiseren;

    • c.

      berekening van de te installeren vermogen aan zonnepanelen en geschatte jaarlijkse energieopwekking van het zonne-energieleverende parkeerterrein;

    • d.

      ontwerpschetsen van het zonne-energieleverende parkeerterrein;

    • e.

      als de aanvrager niet de eigenaar van het zonne-energieleverende parkeerterrein is, een getekende instemmingsverklaring van de eigenaar van het parkeerterrein;

    • f.

      als de aanvrager geen gemeente is, een bewijsstuk waaruit blijkt dat de gemeente positief is over realisering van een energieleverende parkeerterrein.

Artikel 3.13.9 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling

Het subsidieplafond geldt voor de jaren 2022 tot en met 2024.

 

Artikel 3.13.10 Aanvullende verplichtingen

De aanvrager is verplicht de zonnepanelen binnen 24 maanden na subsidieverlening te installeren en in gebruik te nemen.

 

Artikel 3.13.11 Vaststelling van de subsidie

  • 1.

    Bij de aanvraag voor subsidievaststelling levert de aanvrager aanvullend ook een berekening waaruit de werkelijk gerealiseerde kWp aan capaciteit van de zonnepanelen blijkt die geïnstalleerd zijn op het aangepaste dak.

  • 2.

    Wij stellen de subsidie vast op de werkelijk geïnstalleerde kWp aan capaciteit van de zonnepanelen. Als de geïnstalleerde zonnepanelen een totale capaciteit van minimaal van minder dan 420 kWp hebben, wordt de subsidie op nihil vastgesteld.

Artikel 3.13.12 Staatssteun

  • 1.

    Er is geen sprake van staatssteun als de subsidie verleend kan worden onder de Algemene De-minimisverordening. Artikel 1.2.10 lid 4 is van toepassing.

  • 2.

    Als de aanvrager geen De-minimisruimte meer heeft, dan kan de subsidie voor het realiseren van een batterij voor lokale tijdelijke opslag verleend worden als het voldoet aan hoofdstuk 1 en artikel 41 van de AGVV. De totale overheidsbijdrage voor de dekking van de kosten van de realisering van de batterij voor lokale tijdelijke opslag is niet meer dan:

    • a.

      30% als de aanvrager een grote onderneming is;

    • b.

      40% als de aanvrager een middelgrote onderneming is;

    • c.

      50% als de aanvrager een kleine onderneming is.

Artikel 3.13.13 Looptijd

Deze subsidieregeling vervalt op 30 november 2024 om 17.00 uur.

 

3.16 Stimuleren energie-innovatie

 

Artikel 3.16.7 Aanvraag

Lid 1 komt als volgt te luiden:

  • 1.

    De aanvraag kan het hele jaar worden ingediend.

Artikel 3.16.8 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling

‘het jaar 2022’ wordt vervangen door: de jaren 2022 en 2023

 

Artikel 3.16.11 Looptijd

‘2022’ wordt vervangen door: 2023

 

3.17 Energiezuinige terrasverwarming via kussens

 

Artikel 3.17.9 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling

‘het jaar 2022’ wordt vervangen door: de jaren 2022 en 2023

 

Artikel 3.17.11 Looptijd

‘2022’ wordt vervangen door: 2023

 

3.18 Investeringssubsidie warmtenetprojecten

 

Artikel 3.18.9 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling

‘Het subsidieplafond wordt jaarlijks vastgesteld’ wordt vervangen door: Het subsidieplafond geldt voor de jaren 2022 en 2023.

 

Artikel 3.18.13 Staatssteun

Artikel 3.18.13 lid 2 komt als volgt te luiden:

  • 2.

    De totale overheidsbijdrage voor de dekking van de subsidiabele kosten van de investering inclusief de subsidie van de provincie is niet meer dan:

    • a.

      45% als de aanvrager een grote onderneming is;

    • b.

      55% als de aanvrager een middelgrote onderneming is;

    • c.

      65% als de aanvrager een kleine onderneming is.

Artikel 3.18.14 Looptijd

‘30 november 2022’ wordt vervangen door: 1 juli 2023.

 

3.19 Inkoopacties energiemaatregelen Overijssel

 

Artikel 3.19.7 Aanvraag

Lid 1 komt als volgt te luiden:

  • 1.

    De aanvraag kan het hele jaar worden ingediend.

Artikel 3.19.8 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling

‘2021 en 2022’ wordt vervangen door: 2021, 2022 en 2023

 

Artikel 3.19.11 Looptijd

‘2022’ wordt vervangen door: 2023.

 

4.3 Natuur en Samenleving 2.0

 

Artikel 4.3.3 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Lid 2 sub c komt als volgt te luiden:

  • c.

    de aanleg van groen vindt plaats in de openbare ruimte of op een plek die vrij toegankelijk of beleefbaar is;

Aan lid 3 wordt sub c toegevoegd:

  • c.

    er worden extra planten, struiken, bomen of gras aangeplant zodat de ruimte groener wordt.

Lid 5 komt als volgt te luiden:

  • 5.

    De activiteiten die genoemd zijn in lid 1 onderdeel c voldoen aan de volgende extra voorwaarden:

    • a.

      een zorginstelling is actief betrokken bij de uitvoering;

    • b.

      er worden extra planten, struiken, bomen of gras aangeplant zodat de ruimte groener wordt;

    • c.

      de fysieke vergroening vindt plaats in de buitenruimte;

    • d.

      de fysieke vergroening vindt zoveel mogelijk plaats op een plek die vrij toegankelijk of beleefbaar is. Er geldt een uitzondering voor zorginstellingen. Zorginstellingen kunnen de vergroening realiseren op een plek die niet vrij toegankelijk of beleefbaar is, als maximaal wordt ingezet op toegankelijkheid voor zoveel mogelijk gebruikers.

Artikel 4.3.5 komt als volgt te luiden:

Artikel 4.3.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    De personeelskosten en de kosten van derden zijn subsidiabel. De artikelen 1.2.5 tot en met 1.2.9 zijn van toepassing.

  • 2.

    Inzet van uren van vrijwilligers voor coördinerende of organisatorische werkzaamheden zijn subsidiabel. In de begroting en het dekkingsplan mag die inzet opgenomen worden voor maximaal € 15,- per uur.

  • 3.

    Maximaal 20% van de in de begroting opgenomen subsidiabele kosten is voor aanleg van een half verhard pad voor natuurbeleving.

  • 4.

    Maximaal 10% van de in de begroting opgenomen subsidiabele kosten is voor de kosten voor communicatie en educatieve activiteiten, zoals drukkosten voor nieuwbrieven, folders, flyers, informatieborden, websites.

  • 5.

    Maximaal 25% van de subsidiabele kosten is voor ontwerp- en proceskosten.

  • 6.

    De subsidiabele kosten zijn minimaal € 10.000,-.

  • 7.

    Als sprake is van een Groene Loper dan zijn alleen proceskosten subsidiabel.

Na artikel 4.3.7 wordt een nieuw artikel 4.3.7a toegevoegd, dat luidt:

Artikel 4.3.7a. Bevoorschotting

Voor subsidies van meer dan € 25.000,- waarbij alleen een schetsontwerp is ingediend wordt een eerste voorschot van maximaal 35% van de verleende subsidie verstrekt. Een volgend voorschot wordt verstrekt nadat het ingediende beplantingsplan positief is beoordeeld. Dit is in afwijking van artikel 1.2.18 lid 1.

 

Artikel 4.3.8 Aanvraag

‘Artikel 4.3.8 Aanvraag’ wordt: Artikel 4.3.8 Subsidieaanvraag

Lid 4 sub a onderdeel 6 komt als volgt te luiden:

  • 6.

    een schetsontwerp voor de groene inrichting of een beplantingsplan dat is opgesteld door een deskundige;

Lid 4 sub b komt als volgt te luiden:

  • b.

    als de aanvrager niet de eigenaar van de gronden is: een door de eigenaar van de gronden ondertekende verklaring waaruit blijkt dat die toestemming heeft gegeven voor de realisatie of herinrichting van groen.

4.5 Verbeteren van condities voor Aandachtsoorten

 

Artikel 4.5.10 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen

Lid 4 wordt toegevoegd:

  • 4.

    Als sprake is van voorbereidingswerkzaamheden dan zijn de volgende kosten subsidiabel:

    • a.

      personeelskosten en kosten van derden voor het opstellen van een plan;

    • b.

      organisatiekosten die leiden tot de uitvoering van die maatregelen.

Artikel 4.5.11 Hoogte van de subsidie

Lid 7 komt als volgt te luiden:

De subsidie voor de voorbereidende werkzaamheden bedraagt maximaal 25% van de totale subsidiabele kosten voor alle maatregelen als genoemd in artikel 4.5.3. sub a tot en met f.

 

4.7 Gebiedsgerichte aanpak Stikstof

 

Artikel 4.7.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen

Lid 2 sub c: ‘mag’ wordt vervangen door: mogen

 

Artikel 4.7.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen

Lid 1: komt als volgt te luiden:

  • 1.

    De eigen personeelskosten en de personeelskosten van derden zijn subsidiabel. De artikelen 1.2.5 tot en met 1.2.9 zijn van toepassing.

4.8 Groene schoolpleinen

 

Artikel 4.8.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen

lid 3 sub b komt als volgt te luiden:

  • a.

    alleen kosten die nog gemaakt moeten worden, mogen worden opgevoerd.

Lid 3 sub d: achter ‘waterpomp’ wordt een komma geplaatst

 

4.17 Aanpak van invasieve exoten 2.0

 

Artikel 4.17.8 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling

Lid 1: ‘het jaar 2022’ wordt vervangen door: de jaren 2022 en 2023.

 

Artikel 4.17.11 Looptijd

‘2022’ wordt vervangen door: 2023.

 

4.18 Uitvoeren Streekeigen Landschapsbeheer

 

Artikel 4.18.13 Het bekend maken van gegevens

Lid 1 na ‘de provincie binnen 6 maanden’ vervalt: na subsidieverlening

 

5.5 Slimme en duurzame mobiliteit Overijssel

 

Artikel 5.5.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen

Lid 2 sub b

‘naar het oordeel van Gedeputeerde Staten’ wordt vervangen door: volgens de provincie

De laatste zin komt als volgt te luiden:

Dit betekent dat de kosten van de maatregel in verhouding staan met het effect op spitsmijding;

 

Artikel 5.5.8 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling

Lid 1 komt als volgt te luiden:

  • 1.

    Het subsidieplafond geldt voor de jaren 2022 en 2023.

Artikel 5.5.11 Looptijd

‘2022’ wordt vervangen door: 2023

 

5.8 Thuiswerkplannen/hybride-werkenplannen

Vervallen

 

5.9 Stimulering elektrische vrachtfiets

 

Artikel 5.9.9 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling

Lid 1: ´2021 en 2022’ wordt vervangen door: 2021, 2022 en 2023.

 

Artikel 5.9.12 Looptijd

‘2022’ wordt vervangen door: 2023

 

5.10 Scan verduurzaming wagenpark

 

Artikel 5.10.1 Betekenis van de begrippen

Wagenpark vrachtvervoer: ‘vrachtvoertuigen’ wordt vervangen door: bestelwagens, bestelbussen of vrachtwagens

 

Artikel 5.10.2 Doel van de subsidieregeling

Achter ‘verduurzaming’ wordt toegevoegd: van

 

Artikel 5.10.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen

Lid 1: achter ‘ZEV-scan voor’ wordt toegevoegd: het gehele of een deel van

Lid 2 sub b: ‘dat hij kennis heeft van’ wordt vervangen door: kennis te hebben van

 

Lid 3 komt als volgt te luiden:

  • 3.

    De ZEV-scan wordt uitgevoerd voor het gehele of een deel van het wagenpark vrachtvervoer van een onderneming die fysiek gevestigd is in Overijssel.

 

Artikel 5.10.4 Aanvrager

Lid 2: vervallen

 

Artikel 5.10.6 Hoogte van de subsidie

Lid 2: achter ‘is’ wordt toegevoegd: maximaal

Lid 3: artikel .2.17.’ wordt vervangen door: artikel 1.2.17

Lid 4: ‘2021 en 2022’ wordt vervangen door: 2021, 2022 en 2023

 

Artikel 5.10.8 Subsidieaanvraag

Lid 3 sub a komt als volgt te luiden:

  • 3.

    De aanvrager levert aanvullend de volgende informatie in:

    • a.

      een door de aanvrager bevestigde offerte of een opdrachtbevestiging van de ZEV-scan. Deze mogen ook bevestigd zijn onder voorbehoud van subsidieverlening. In de offerte of opdrachtbevestiging staat dat de rapportage van de ZEV-scan minimaal de volgende informatie bevat:

  • 1.

    een beschrijving van het huidige wagenpark en de wijze waarop dat wordt ingezet;

  • 2.

    een beschrijving van de mogelijkheden voor inzet van zero-emissie voertuigen en de bijbehorende laadinfrastructuur. Deze beschrijving bevat een toelichting op:

    • a.

      de economische haalbaarheid met een vergelijking van de Total Cost of Ownership. Total Cost of Ownership heet ook wel life cycle cost analysis of levensduurcyclus, waarbij niet alleen de aanschafkosten maar de gehele economische levensduur van duurzame vrachtvoertuig(en) ten opzichte van de huidige bestelwagens, bestelbussen, of vrachtwagens wordt berekend.

    • b.

      de operationele haalbaarheid, met een vergelijking tussen de huidige werkwijze en de werkwijze met inzet van Zero-emissie voertuigen. Denk bijvoorbeeld aan de actieradius, de gevolgen van opladen voor de planning en de belading van het bestelwagens, bestelbussen, of vrachtwagens.

    • c.

      technische haalbaarheid, met een beschrijving van de technische mogelijkheden.

Lid 3 sub b: vervallen

 

Artikel 5.10.9 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling

‘2021 en 2022’ wordt vervangen door: 2021, 2022 en 2023

 

Artikel 5.10.12 Looptijd

‘2022’ wordt vervangen door: 2023.

 

5.11 Stimuleren slim en duurzaam vrachtvervoer

 

Artikel 5.11.3 komt als volgt te luiden:

Artikel 5.11.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    De subsidie wordt verleend voor minimaal één van de volgende activiteiten die bijdragen aan het verminderen van de vrachtkilometers over de weg:

    • a.

      het uitvoeren van een onderzoek met een duidelijke vraagstelling;

    • b.

      de ondersteuning bij het uitwerken van een duidelijke idee tot een plan met oplossingen;

    • c.

      technisch, financieel of juridisch advies voor het uitwerken van een plan;

    • d.

      ondersteuning bij het invoeren van oplossingen om de vrachtkilometers over de weg te verminderen;

    • e.

      marktverkenning om te kijken welke partijen geïnteresseerd zijn om gebruik te gaan maken van de oplossing voor het verminderen van vrachtkilometer over de weg;

    • f.

      het uitvoeren van een experiment, waarbij het effect van het verminderen van de vrachtkilometers over de weg wordt gemeten.

  • 2.

    De activiteiten voldoen aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      de activiteiten zijn voor een onderneming die fysiek in Overijssel is gevestigd;

    • b.

      De activiteiten zijn voor een onderneming die zelf ook betrokken is bij de activiteiten;

    • c.

      de activiteiten gaan over minimaal een van de volgende oplossingsrichtingen die bijdragen aan het verminderen van de vrachtkilometers over de weg:

      • 1.

        samenwerking tussen verschillende ondernemingen;

      • 2.

        bundeling van vracht;

      • 3.

        efficiënt vervoer;

      • 4.

        digitalisering, of

      • 5.

        alternatieve vervoersvormen.

    • d.

      onderdeel b geldt niet voor een experiment.

    • e.

      de activiteiten worden uitgevoerd door een onafhankelijke deskundige die:

      • 1.

        deskundigheid kan aantonen op het gebied van vrachtvervoer;

      • 2.

        deskundigheid kan aantonen met een referentieproject niet ouder dan 12 maanden;

      • 3.

        actuele kennis van duurzame en slimme logistieke oplossingen bezit;

      • 4.

        onafhankelijk is van aanbieders van oplossingen.

  • 3.

    Het experiment voldoet aanvullend aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      er worden nieuwe oplossingen uitgeprobeerd die nog niet eerder uitgeprobeerd zijn;

    • b.

      het experiment gaat niet over standaard logistieke processen;

    • c.

      het experiment heeft als doel om te bewijzen dat een nieuwe oplossing zal werken in de praktijk.

    • d.

      het resultaat van het experiment is een plan van aanpak met:

      • 1.

        een analyse van de kosten ende baten van de oplossingen;

      • 2.

        een overzicht van zaken en werkzaamheden die het mogelijk maken dat alle activiteiten, die voor de instandhouding van de oplossing nodig zijn, uitgevoerd kunnen worden.

Artikel 5.11.6 Hoogte van de subsidie

Lid 2 komt als volgt te luiden:

  • 2.

    De subsidie is maximaal € 10.000,- per subsidieaanvraag voor een experiment en maximaal € 5.000,- per subsidieaanvraag voor alle andere activiteiten.

Artikel 5.11.9 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling

‘2021 en 2022’ wordt vervangen door: 2021, 2022 en 2023

 

Artikel 5.11.10 Aanvullende Verplichtingen

‘Verplichtingen’ wordt met een kleine letter geschreven

 

Sub a: ‘de resultaten te rapporteren’ wordt vervangen door: de resultaten van het onderzoek of experiment beschikbaar te stellen op de eigen website

Sub b komt als volgt te luiden:

  • b.

    het experiment binnen 3 maanden na subsidieverlening te starten en na de start binnen 6 maanden uit te voeren en de overige activiteiten binnen 6 maanden uit te voeren.

Artikel 5.11.9 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling

‘2021 en 2022’ wordt vervangen door: 2021, 2022 en 2023

 

Artikel 5.11.12 Looptijd

2022 wordt veranderd in 2023.

 

Paragraaf 6.12 wordt toegevoegd:

6.12 MKB-Voucher digitalisering cultuur

 

Artikel 6.12.1 Betekenis van de begrippen

In dit artikel worden veel voorkomende begrippen uitgelegd.

  • -

    Digitalisering: het proces om informatie of fysieke stukken om te zetten in digitale informatie of stukken. Onder digitalisering wordt ook verstaan het opnemen van digitale technologieën in bedrijfs- en sociale processen, met als doel deze te verbeteren.

  • -

    Digitaliseringsplan: een plan voor minimaal 2 jaar, waarin acties en stappen van een onderneming zijn opgenomen op het gebied van digitalisering en digitale veiligheid, met als doel de bedrijfs-en sociale processen van de onderneming te verbeteren.

Artikel 6.12.2 Doel van de subsidieregeling

Met deze subsidieregeling wil de provincie culturele instellingen in Overijssel e ondersteunen om stappen te zetten op het gebied van digitalisering en digitale veiligheid.

 

Artikel 6.12.3 De activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    De subsidie wordt verstrekt voor:

    • a.

      het opstellen van een digitaliseringsplan;

    • b.

      het uitvoeren van een of meerdere van de volgende digitaliseringsactiviteiten:

      • 1.

        het digitaal koppelen van het aanbod, bedrijfsvoering en verkoop;

      • 2.

        het bouwen of ontwikkelen van een webshop die gekoppeld is aan de overige processen van de onderneming;

      • 3.

        het inrichten van de hardware en software om digitale veiligheid van de onderneming te verbeteren;

      • 4.

        het automatiseren van productieprocessen en het volledig maken van productiesystemen;

      • 5.

        optimaal beheren en gebruiken van data bij de onderneming;

      • 6.

        digitaal archiveren en digitaal op orde brengen van bedrijfsinformatie;

      • 7.

        het ontwikkelen van een nieuwe app voor de aanvragende Mkb-onderneming;

      • 8.

        het toepassen of verbeteren van Enterprise Resource Planning (ERP) of Manufacturing Execution System (MES) computerprogramma;

      • 9.

        digitaliseren van de financiële administratie.

  • 2.

    Het digitaliseringsplan voldoet aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      het is opgesteld door een onafhankelijke derde met ervaring;

    • b.

      het is opgesteld na 1 januari 2022;

    • c.

      het is een plan voor minimaal 2 jaar;

    • d.

      het bevat in ieder geval de volgende informatie:

      • 1.

        een inleiding en bedrijfsprofiel;

      • 2.

        de uit te voeren digitaliseringsactiviteiten en het beoogde resultaat en eindproduct;

      • 3.

        een planning voor 2 jaar, waarin is opgenomen wanneer welke digitaliseringsactiviteit uitgevoerd wordt;

      • 4.

        welke digitaliseringsactiviteiten uitgevoerd worden om de digitale veiligheid te verbeteren;

      • 5.

        de totale kosten en de financiering van de digitaliseringsactiviteiten.

  • 3.

    De digitaliseringsactiviteiten voldoet aan de voorwaarde dat de activiteiten worden genoemd in het digitaliseringsplan van de onderneming.

  • 4.

    De volgende digitaliseringsactiviteiten zijn geen subsidiabele activiteiten:

    • a.

      het bouwen of ontwikkelen van een website, behalve als het gaat om het bouwen of ontwikkelen van een webshop die gekoppeld is aan de overige processen van de onderneming;

    • b.

      zoekmachine optimalisatie zoals SEO en SEA;

    • c.

      aanschaf van hardware zoals laptops, computers en keyboards.

Artikel 6.12.4 Aanvrager

  • 1.

    De subsidie wordt verstrekt aan een BV, een NV, een maatschap, een v.o.f., een ZZP-er, eenmanszaak, stichting of een vereniging.

  • 2.

    De subsidie wordt alleen verstrekt aan culturele instellingen en organisaties van cultuur- en sportevenementen. Op www.overijssel.nl/subsidie is een overzicht opgenomen van de SBI-codes die de aanvrager moet hebben om te mogen aanvragen.

  • 3.

    De aanvrager is geen grote onderneming.

Artikel 6.12.5 De kosten die voor de subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    Alleen de kosten van derden zijn subsidiabel Artikel 1.2.6 is van toepassing.

  • 2.

    De kosten van de activiteiten die zijn uitgevoerd voordat de aanvraag is ontvangen zijn wel subsidiabel, maar alleen als de activiteit is uitgevoerd na 1 januari 2022. Artikel 1.2.8 onderdeel a is niet van toepassing.

  • 3.

    De totale subsidiabele kosten per aanvraag bedragen minimaal € 5.000,-. Dit is inclusief de kosten voor het opstellen van het digitaliseringplan.

Artikel 6.12.6 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie voor het opstellen van een digitaliseringsplan is een vast bedrag van € 500,- per aanvraag.

  • 2.

    De subsidie voor de uitvoering van de digitaliseringsactiviteiten is maximaal 40% van de subsidiabele kosten.

  • 3.

    De totale subsidie voor het opstellen van het digitaliseringsplan en de uitvoering van digitaliseringsactiviteiten is samen minimaal € 2.000,- en maximaal € 10.000,- per aanvraag.

  • 4.

    De aanvrager mag in 2022 en 2023 samen maximaal één keer subsidie ontvangen op basis van deze subsidieregeling.

Artikel 6.12.7 Eigen bijdrage

Minimaal 60% van de subsidiabele kosten van de uitvoering van de digitaliseringsactiviteiten worden betaald met een bijdrage van de aanvrager of derden.

 

Artikel 6.12.8 Subsidieaanvraag

  • 1.

    De aanvraag kan ingediend worden vanaf 14 november 2022 9.00 uur en moet uiterlijk 12 mei 2023 voor 17.00 uur ontvangen zijn.

  • 2.

    De aanvrager maakt gebruik van het digitale aanvraagformulier MKB voucher digitalisering 2022- culturele instellingen en organisaties van cultuur- en sportevenementen;

  • 3.

    De aanvraag wordt ingediend voor het uitvoeren van de digitaliseringsactiviteiten eventueel in combinatie met een aanvraag voor het opgestelde digitaliseringsplan. Er mag geen aanvraag ingediend worden voor alleen het opgestelde digitaliseringsplan.

  • 4.

    De aanvrager levert aanvullend de volgende stukken in:

    • a.

      het opgestelde digitaliseringsplan;

    • b.

      een onderbouwing van de kosten van de digitaliseringsactiviteiten met offerte(s) of prijsopgaven door derden. De prijsopgave mag ook een verwijzing naar een prijs op een website zijn;

    • c.

      een factuur voor het opgestelde digitaliseringsplan als daarvoor subsidie wordt gevraagd.

  • 5.

    De aanvrager hoeft geen begroting en dekkingsplan in te leveren. Artikel 1.2.13 lid 2 is niet van toepassing.

Artikel 6.12.9 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling

Het subsidieplafond geldt voor de indieningstermijn zoals opgenomen in artikel 6.12.8 lid 1.

 

Artikel 6.12.10 Aanvullende verplichtingen

De aanvrager is verplicht:

  • a.

    de activiteiten te starten binnen 3 maanden na subsidieverlening;

  • b.

    de activiteiten binnen 24 maanden na subsidieverlening uit te voeren.

Artikel 6.12.11 Geen staatssteun

Er is geen sprake van staatssteun als de subsidie verleend kan worden onder de Algemene De-minimisverordening. Artikel 1.2.10 lid 4 is van toepassing.

 

Artikel 6.12.12 Looptijd

De subsidieregeling vervalt op 1 juli 2023.

 

7.2 Restauratie Rijksmonumenten

 

Artikel 7.2.13 Staatssteun

Lid 2 komt als volgt te luiden:

  • 2.

    De subsidie aan een particulier is geen staatssteun.

7.7 Cultuurparticipatie

 

Artikel 7.7.7 Subsidieaanvraag

Lid 4 wordt toegevoegd:

  • 4.

    Er mag geen subsidieaanvraag worden ingediend voor activiteiten waarvoor ook een subsidieaanvraag is of wordt ingediend op basis van subsidieregeling 7.3 Erfgoed: Het Verhaal van Overijssel 2.0. Het is voor een aanvrager van belang om zelf te kiezen voor welke subsidieregeling hij een subsidieaanvraag indient.

Paragraaf 7.8 komt als volgt te luiden:

 

7.8 Cultuureducatie ‘Cultuur aan de basis 3.0’

 

Artikel 7.8.1 Betekenis van begrippen

In dit artikel worden veel voorkomende begrippen uitgelegd.

  • -

    Combinatiefunctionaris: een cultuur(onderwijs)- of bovenschoolse cultuur(onderwijs)coördinator, die in opdracht van gemeenten of scholen werkt om scholen voor primair onderwijs te helpen in het faciliteren van cultuuronderwijs.

  • -

    Cultuureducatie: het onderwijs gericht op het bereiken van de kerndoelen binnen het leergebied kunstzinnige oriëntatie van het primair onderwijs. De kerndoelen zijn vastgesteld in het Besluit vernieuwde kerndoelen Wet Primair Onderwijs.

  • -

    Doorgaande leerlijn: de uitwerking per leerjaar van wat een kind aan het eind van het primair onderwijs moet kennen en kunnen. Deze uitwerking is gebaseerd op de kerndoelen kunstzinnige oriëntatie en geeft daarnaast zicht op de plaats van cultuur binnen andere vakken, de aansluiting tussen primair en voortgezet onderwijs en de aansluiting tussen binnenschools- en buitenschools leren.

  • -

    Eigen bijdrage: de bijdrage van de gemeente of het primair onderwijs aan de subsidiabele activiteiten. Deze bijdrage is niet de inzet van uren van leerkrachten of ambtelijke uren. Het mag ook geen inzet van uren zijn die afgesproken zijn met gesubsidieerde instellingen. Met de eigen bijdragen van scholen en gemeenten kunnen scholen ieder jaar zelf een keuze maken op welke wijze deze middelen worden ingezet voor cultuuronderwijs.

  • -

    Intentieverklaring: een schriftelijke verklaring waarin een schoolbestuur of schoolleiding vastlegt dat ze deelneemt aan het gemeentelijke cultuureducatieplan.

  • -

    Staffelniveau: een vast bedrag aan provinciale subsidie per leerling per jaar dat wordt bepaald op basis van het aantal leerlingen in de gemeente en de eigen bijdrage van de gemeente per leerling.

Artikel 7.8.2 Doel van de subsidieregeling

Met deze subsidieregeling wil de provincie gemeenten stimuleren om cultuureducatie in hun gemeente aan te bieden aan de scholen voor primair onderwijs.

 

Artikel 7.8.3 Activiteiten die voor de subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    De subsidie wordt verleend voor:

    • a.

      een aanbod van cultuureducatieve activiteiten voor het primair onderwijs;

    • b.

      activiteiten gericht op de verdieping en implementatie van doorgaande leerlijnen cultuureducatie;

    • c.

      activiteiten die bijdragen aan de vakinhoudelijke deskundigheid van leerkrachten inclusief vakdocenten en educatief medewerkers op het gebied van cultuureducatie;

    • d.

      activiteiten gericht op het versterken van de meerjarige samenwerking van de school met de lokale culturele omgeving ten behoeve van de kunstzinnige en culturele ontwikkeling van leerlingen.

  • 2.

    De subsidie wordt verleend als een aanvullende subsidie die de gemeente al heeft ontvangen voor de jaren 2021-2024 op basis van subsidieregeling 7.8 Uitvoeringsbesluit Subsidies Overijssel 2017. De aanvullende subsidie leidt tot een hoger staffelniveau dan is bepaald in die subsidieverlening voor 2021-2024.

  • 2.

    De activiteiten voldoen aan de volgende voorwaarden:

    • b.

      de aanvraag heeft betrekking op de jaren 2023 en 2024;

    • c.

      de gemeentelijke eigen bijdrage voor cultuureducatie is op de gemeentelijke cultuurbegroting voor de jaren 2023 en 2024 opgenomen. Dit blijkt aantoonbaar uit de aanvraag;

    • d.

      er is een combinatiefunctionaris in de gemeente aangesteld voor tenminste 16 uur per week vanaf 31 december 2024. Dit blijkt aantoonbaar uit de aanvraag.

Artikel 7.8.4 Aanvrager

De aanvrager is een Overijsselse gemeente.

 

Artikel 7.8.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen

De subsidie is een vast bedrag per leerling. De artikelen 1.2.5 tot en met 1.2.8 zijn niet van toepassing.

 

Artikel 7.8.6 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie is een vast bedrag per leerling per jaar dat wordt bepaald op basis van het aantal leerlingen in de gemeente en de eigen bijdrage van de gemeente per leerling. Op basis van het aantal leerlingen en de eigen bijdrage van de gemeente wordt bepaald of gebruik gemaakt kan worden van de staffel ‘plus’ of ‘premium’, zoals opgenomen in tabel 1 bij deze subsidieregeling.

  • 2.

    Voor staffel ‘plus’ geldt dat ten minste 75% van de betrokken scholen ten minste € 7,50 per leerling beschikbaar stellen, de gemeente stelt tenminste een bedrag tussen € 2,50 en € 7,50 beschikbaar. Voor staffel ‘premium’ geldt dat ten minste 75% van de betrokken scholen ten minste € 15,- per leerling beschikbaar stellen en de gemeente tenminste een bedrag vanaf € 7,50.

Artikel 7.8.7 Subsidieaanvraag

  • 1.

    De aanvraag moet uiterlijk 15 december 2022 vóór 17.00 uur ontvangen zijn.

  • 2.

    De aanvrager maakt gebruik van het aanvraagformulier ‘Cultuureducatie, Cultuur aan de Basis 3.0’.

  • 3.

    De aanvrager levert aanvullend de volgende stukken in:

    • a.

      een overzicht van het aantal, de aard en de frequentie van de activiteiten die worden uitgevoerd op gebied van cultuureducatie in de jaren 2023 en 2024, de samenwerkingsafspraken met het onderwijs en culturele instellingen of een actueel activiteitenplan voor 2021 tot en met 2024;

    • b.

      een intentieverklaring van het schoolbestuur of schoolleiding voor de financiële en inhoudelijke bijdrage, indien deze afwijkt van de intentieverklaring die is meegestuurd met een aanvraag die eerder is ingediend op grond van deze subsidieparagraaf;

    • c.

      een overzicht van scholen die zich financieel en inhoudelijk binden aan het gemeentelijk cultuureducatieplan indien dit afwijkt van de intentieverklaring die is meegestuurd met een aanvraag die eerder is ingediend op grond van deze subsidieregeling;

    • d.

      een voorstel of besluit waaruit blijkt dat de gemeentelijke eigen bijdrage voor cultuureducatie op de gemeentelijke cultuurbegrotingen voor de jaren 2023 en 2024 is opgenomen.

  • 4.

    Het is niet nodig om een begroting en dekkingsplan in te leveren. Artikel 1.2.13 lid 2 is niet van toepassing.

Artikel 7.8.8 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling

Het subsidieplafond geldt voor de indieningstermijn zoals opgenomen in artikel 7.8.7. lid 1.

 

Artikel 7.8.9 Bevoorschotting

Het voorschot is maximaal 25% van de verleende subsidie. Dit is een afwijking van artikel 1.2.18.

 

Artikel 7.8.10 Geen staatssteun

De subsidie van de provincie aan de gemeente levert geen staatssteun op.

 

Artikel 7.8.11 Looptijd

Deze subsidieregeling vervalt op 1 mei 2023 om 17.00 uur.

 

Tabel 1 bij 7.8 Cultuureducatie ‘Cultuur aan de basis 3.0’

 

gemeente

aantal leerlingen DUO gegevens 2019

plus

€ 6,-

premium

€ 7,50

Almelo

6743

€ 20.229,-

Borne

2072

€ 6.216,00-

Deventer

8903

€ 26.709,-

Dinkelland

1965

€ 5.895,-

Enschede

13743

€ 41.229,-

Haaksbergen

1837

€ 5.511,-

Hardenberg

5748

€ 17.244,-

Hengelo

7366

€ 22.098,-

Losser

1705

€ 5.115,-

Olst-Wijhe

1232

€ 4.928,00

€ 8.624,-

Ommen

1889

€ 5.652,-

Raalte

2621

€ 7.863,-

Rijssen-Holten

4051

€ 6.204,-

€ 28.357,-

Staphorst

1993

€ 5.979,-

Steenwijkerland

3641

€ 10.923,-

Twenterand

3252

€ 9.756,-

Wierden

2232

€ 6.696,-

Zwartewaterland

2427

€ 9.708,-

€ 16.989,-

Zwolle

13899

€ 41.697,-

 

7.11 Sociale Hypotheek Overijssel

 

7.11 Sociale Hypotheek Overijssel

De titel komt te luiden: 7.11 Sociale Hypotheek Overijssel 2.0

 

Artikel 7.11.5 komt als volgt te luiden:

Artikel 7.11.5 Kosten die voor de subsidie in aanmerking komen

De personeelskosten en kosten van derden zijn subsidiabel. De artikelen 1.2.5 tot en met 1.2.9 zijn van toepassing. Er gelden geen uitzonderingen op de subsidiabele en niet subsidiabele kosten.

 

Artikel 7.11.6 Hoogte van de subsidie

Lid 1 komt als volgt te luiden:

  • 1.

    De subsidie is gelijk aan de waarde van de maatschappelijke tegenprestatie en maximaal € 5.000,- per aanvrager. Voor het berekenen van de waarde van de maatschappelijke tegensprestatie geldt artikel 7.11.9 onderdeel a.

Lid 3: vervallen

 

Artikel 7.11.7 Subsidieaanvraag

Lid 1 komt als volgt te luiden:

  • 1.

    De aanvraag moet uiterlijk 23 december 2022 vóór 17.00 uur ontvangen zijn.

Artikel 7.11.8 komt als volgt te luiden:

Artikel 7.11.8 Beschikbaar budget voor de subsidieregeling

  • 1.

    Het subsidieplafond geldt voor de jaren 2022 en 2023.

  • 2.

    De verdeling van het subsidieplafond vindt plaats op volgorde van ontvangst van de complete aanvragen. Het gaat daarbij om de aanvragers die nog geen subsidie hebben ontvangen op basis van de voormalige subsidieregeling 7.11 Sociale Hypotheek Overijssel. Dat was de subsidieregeling die geldend was tot de aanpassing naar deze regeling 7.11 Sociale Hypotheek Overijssel 2.0. De compleetheid wordt bepaald op datum en tijdstip van de ontvangst ervan. Als na besluitvorming over die aanvragen het subsidieplafond nog niet is bereikt, dan wordt het nog beschikbare subsidieplafond verdeeld onder aanvragers die wel subsidie hebben ontvangen op basis van de voormalige subsidieregeling 7.11 Sociale Hypotheek Overijssel. Deze aanvragen worden ook behandeld op de volgorde van ontvangst van de complete aanvraag. Dit is in afwijking van artikel 1.2.16. lid 2.

Artikel 7.11.9 Aanvullende verplichtingen

Sub a komt als volgt te luiden:

  • a.

    een maatschappelijke tegenprestatie te realiseren ter waarde van minimaal het vastgestelde subsidiebedrag. De maatschappelijke tegenprestatie bestaat uit extra vrijwilligerswerk. Dit vrijwilligerswerk draagt bij aan een vitaler, gezonder, inclusiever Overijssel en is gericht op tenminste één van de doelen: sport, vrijwilligers, maatschappelijk vastgoed, gezondheid, inclusie en toegankelijkheid. In de begroting en het dekkingsplan mag die inzet opgenomen worden voor maximaal € 15,- per uur. De maatschappelijke tegenprestatie mag niet bestaan uit reguliere activiteiten van de Mfa.

Lid c: in de laatste zijn wordt achter ‘ activiteiten’ toegevoegd: op de website www.samenvoorelkaar.nl.

Artikel II Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking 1 dag na publicatie in het provinciaal blad.

Gedeputeerde Staten van Overijssel

Naar boven