Provinciaal blad van Groningen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Groningen | Provinciaal blad 2022, 13078 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Groningen | Provinciaal blad 2022, 13078 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Provincie Groningen 2016 - wijziging
Gedeputeerde Staten van Groningen maken bekend dat zij op 25 oktober 2022, nr. A.15, team BELNAT, dossiernummer K42040 het volgende besluit hebben genomen:
Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen:
Overwegende dat met ingang van 14 april 2015 de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Provincie Groningen 2016 van kracht is geworden;
Overwegende dat de Europese verordeningen waarop het agrarisch natuur- en landschapsbeheer is gebaseerd zijn gewijzigd de voornoemde, een nieuw Programma van Eisen geldt inzake de certificeringverordening op een aantal punten is verouderd en het wenselijk is om de regeling op een aantal punten te wijzigen;
De Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Provincie Groningen 2016 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 1.1 (Begripsbepalingen) wordt gewijzigd als volgt:
De volgende begripsbepalingen worden toegevoegd:
Verordening (EU) nr. 2021/2115: verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen (strategische GLB-plannen) en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) worden gefinancierd, en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1305/2013 en (EU) nr. 1307/2013 (pbEU 2021, L435);
In de definitie van landbouwactiviteit wordt « landbouwactiviteit als bedoeld en omschreven in de Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB » vervangen door « produceren van landbouwproducten als bedoeld in bijlage I bij het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met uitzondering van visserijproducten, alsmede hakhout met korte omlooptijd, alsmede natte teelten bij wijze van paludicultuur en het in een staat houden van landbouwgrond die begrazing of teelt mogelijk maakt zonder dat daarvoor voorbereidende activiteiten nodig zijn die verder gaan dan activiteiten op basis van de gebruikelijke landbouwmethoden en -machines ».
In de definitie van landbouwgrond wordt « landbouwareaal als bedoeld en omschreven in artikel 2, onder f, van Verordening (EU) nr. 1305/2013, plus eventuele landschapselementen of watergangen » vervangen door « grond waarop een landbouwactiviteit wordt uitgeoefend, alsmede landschapselementen op of grenzend aan die grond die ter beschikking van de landbouwer of de andere gebruiker van landbouwgrond staan ».
In de definitie van transactiekosten wordt « kosten als bedoeld in artikel 2, sub e van Verordening (EU) nr. 1305/2013 » vervangen door « extra kosten die verband houden met het in artikel 3.2 bedoelde project, maar niet rechtstreeks kunnen worden toegeschreven aan de uitvoering van dat project, noch vervat zijn in de kosten of gederfde inkomsten die rechtstreeks worden gecompenseerd en die op basis van standaardkosten berekend kunnen worden ».
Artikel 1.2 (Openstelling), tweede lid, wordt gewijzigd als volgt:
Artikel 1.3 (Natuurbeheerplan), tweede lid, wordt gewijzigd als volgt:
Artikel 1.8 (Certificering) wordt gewijzigd als volgt:
Er wordt een artikel 1.8a toegevoegd, luidende:
Artikel 1.8a Overgangsregeling aanvragers met bestaande certificaten
Artikel 2.4 (Subsidievereisten) wordt gewijzigd als volgt:
Het eerste lid onder e komt als volgt te luiden: de subsidieaanvrager als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c en d, beschikt over een certificaat als bedoeld in artikel 1.8, eerste lid, onder b, of de natuurlijke personen of rechtspersonen als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a of b, die het beheer uitvoeren beschikken elk afzonderlijk over een certificaat als bedoeld in artikel 1.8, eerste lid, onder c of d;
Het achtste lid komt als volgt te luiden: Indien een subsidieaanvrager als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c of d, niet beschikt over een certificaat als bedoeld in artikel 1.8, eerste lid, onder b, gaat de aanvraag vergezeld van een certificaat als bedoeld in artikel 1.8, eerste lid, onder c of d, of een afschrift van de aanvraag daartoe, van de natuurlijke personen of rechtspersonen als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a of b, die het beheer uitvoeren.
Artikel 2.5 (Subsidiabele kosten) wordt gewijzigd als volgt:
Het vierde lid komt als volgt te luiden: Bij een subsidieaanvrager als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c en d, die niet beschikt over een certificaat collectief natuurbeheer 2023, zijn de activiteiten van een natuurlijk persoon of rechtspersoon als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a of b, die het beheer uitvoert niet subsidiabel indien deze niet langer over een certificaat als bedoeld in artikel 1.8, eerste lid, onder c of d beschikt.
Het vijfde lid komt als volgt te luiden: Indien een aangevraagd certificaat als bedoeld in artikel 2.4, achtste of negende lid, niet is afgegeven binnen negen maanden na het einde van de periode van openstelling als bedoeld in artikel 1.2, tweede lid, onder d, zijn de activiteiten die de desbetreffende natuurlijke persoon of rechtspersoon heeft verricht niet subsidiabel.
Artikel 2.6 (Subsidiehoogte) wordt gewijzigd als volgt:
Artikel 2.9 (Verplichtingen van de subsidieontvanger) wordt gewijzigd als volgt:
Artikel 2.12 (Bevoorschotting en betaling) wordt gewijzigd als volgt:
Artikel 2.13 (Wijziging subsidieverlening vanwege vergroting areaal) wordt als volgt gewijzigd:
Het vierde lid (nieuw) komt als volgt te luiden: Indien op het moment van de beschikking tot subsidieverlening nog geen tarief was vastgesteld voor het betreffende natuurbeheertype, landschapsbeheertype of bijdrage, wordt in afwijking van het derde lid het tarief en opslag voor de prijsstijging gehanteerd dat geldt in het jaar waarin voor het eerst het tarief is vastgesteld voor het betreffende beheertype of bijdrage.
Artikel 2.16 (Voortijdige vaststelling wegens wijziging natuurbeheertype), tweede lid, wordt gewijzigd als volgt:
Artikel 3.4 (Subsidievereisten) wordt gewijzigd als volgt:
Artikel 3.8 (Verdeelcriteria), eerste lid, komt als volgt te luiden:
Artikel 3.11 (Verplichtingen van de subsidieontvanger) wordt gewijzigd als volgt:
Er wordt een nieuw onderdeel n toegevoegd, luidende: de subsidieontvanger neemt in het in onderdeel b bedoelde systeem het relatienummer op van de deelnemer die ten tijde van het uitvoeren van de beheeractiviteit beschikt over het recht tot gebruik en beheer van de oppervlakte waarop die beheeractiviteit in het betreffende beheerjaar wordt uitgevoerd.
Er wordt een nieuw artikel 3.11a ingevoerd, luidende:
Artikel 3.11a Verplichtingen van de deelnemer
De deelnemer houdt de gegevens die ingevolge het eerste lid zijn ingediend gedurende het aanvraagjaar actueel, met dien verstande dat uiterlijk vier weken nadat zich een wijziging heeft voorgedaan, doch niet later dan 1 september, de gegevens door middel van een door de minister vastgesteld formulier kunnen worden gewijzigd.
Artikel 3.12 (Bevoorschotting en betaling), eerste lid, wordt gewijzigd als volgt:
Er wordt een nieuw artikel 3.12a ingevoerd, luidende:
Artikel 3.12a Voorziening onmiddellijke liquiditeitsbehoefte subsidieontvanger
Indien het in het eerste lid, onderdeel c, bedoelde voorschot ontoereikend is om de betaling geheel in mindering te brengen, verrekenen Gedeputeerde Staten het openstaande bedrag met de te verstrekken voorschotten voor de daaropvolgende kalenderjaren of, indien dit niet mogelijk is, bij de subsidievaststelling, bedoeld in artikel 3.14.
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van het laatste jaar van het subsidietijdvak, met dien verstande dat Gedeputeerde Staten, in afwijking van het eerste lid, onderdeel c, de betaling bij de subsidievaststelling, bedoeld in artikel 3.14, in mindering brengen op de te verstrekken subsidie.
Artikel 3.14 (Subsidievaststelling) wordt gewijzigd als volgt:
In het eerste lid wordt « op het door de subsidieontvanger in het zesde en laatste kalenderjaar ingediende betaalverzoek, bedoeld in artikel 3.11, onder g, en de verantwoording, bedoeld in artikel 3.11, onder h » vervangen door « op de door de subsidieontvanger in het zesde en laatste kalenderjaar ingediende verantwoording, bedoeld in artikel 3.11, onder g ».
Artikel 3.15 (Verlagen subsidies), komt als volgt te luiden:
Artikel 3.15 Verlagen subsidies
Gedeputeerde Staten geven uitvoering aan de artikelen 59, vijfde lid en 84, eerste lid, van Verordening (EU) nr. 2021/2116.
Bijlage 5 vervalt met ingang van 1 januari 2023 en bijlage 6 wordt toegevoegd zoals bijgevoegd bij dit besluit.
Groningen, 25 oktober 2022
Gedeputeerde Staten voornoemd:
F.J. Paas, voorzitter.
J. Schrikkema, secretaris.
BIJLAGE BIJ WIJZIGINGSBESLUIT SVNL 2016 beheerjaar 2023
Bijlage 6: Index Agrarische natuur (met ingang van 1 januari 2023)
Het Agrarisch Natuur en Landschapsbeheer (ANLb) kent 3 agrarische natuurtypen (A11, A12 en A15) die ook wel de leefgebieden worden genoemd, een categorie water (W01) en een categorie klimaat (K01). Van elk leefgebied is een algemene beschrijving gegeven, waarin ook de doelsoorten zijn opgenomen.
A11.01 Weidevogelgrasland in open landschap
A11.02 Weidevogelland met riet of opgaande begroeiing
A11.03 Open grasland voor overwinterende vogels
A12.01 Open akkerland voor broedende akkervogels
A12.02 Open akkerland voor overwinterende akkervogels
W01.01 Agrarisch waterbeheergebied
K01.01 Agrarisch Klimaatbeheergebied
Het agrarisch natuurtype open grasland bestaat uit open landschappen met overwegend grasland, waarvan een relevant deel uit vochtig en kruidenrijk grasland bestaat. Vaak is dit natuurtype doorsneden met een fijnmazig netwerk van lijnvormige wateren: sloten, weteringen en vaarten. Er kan enige opgaande begroeiing aanwezig zijn. Sommige weidevogelsoorten (zoals grutto) zoeken altijd de meest open delen van het landschap op. Andere soorten zijn tolerant voor (zoals kievit en wulp) of juist gebaat bij (noordse woelmuis) aanwezigheid van riet of opgaande elementen. Naast broedende weidevogels is er ook beheer nodig voor overwinterende ganzen, zwanen en andere soorten. Enkele soorten, zoals houtduif, torenvalk, roek, kramsvogel en spreeuw maken vooral gebruik van het natuurtype open grasland voor voedsel en kunnen voor een groot deel meeliften met de maatregelen voor de overige soorten.
Idealiter bestaat een kerngebied voor soorten van open grasland zowel uit natuurgebied als uit agrarische gronden die in samenhang worden beheerd, gefaseerd in ruimte en tijd. Op de natuurgronden staat de natuurfunctie voorop. Op de agrarische gronden die mede voor weidevogels worden beheerd, weegt de productiefunctie het zwaarst, maar vindt deze productie plaats binnen de voorwaarden die het behoud van biodiversiteit stelt. Beheer en inrichting van agrarisch gronden en natuurgronden worden zo goed mogelijk op elkaar afgestemd. Wanneer een natuurgebied geheel afwezig is, wordt in het agrarisch gebied voor het zelfstandig functioneren als kerngebied ‘op voldoende kuikenland gericht beheer’ ingezet. Op de percelen zonder kuikenlandbeheer, wordt gestreefd naar een maximale overleving van nesten en kuikens door middel van nestbescherming in combinatie met maatregelen voor kuikenoverleving zoals randen- en greppelbeheer, vluchtheuvels en verbindingen met kruidenrijk grasland.
De volgende soorten zijn soorten die voorkomen in het natuurtype open grasland, welke door agrarisch natuurbeheer worden ondersteund en waarvoor Nederland een internationale verantwoordelijkheid heeft.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2022-13078.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.