Op 29 april 2021 hebben wij van Jos Frenken B.V. door tussenkomst van DLV-advies een verzoek ontvangen om toepassing van de hardheidsclausule van de Interim Omgevingsverordening Noord-Brabant (hierna IOV). Er is een verzoek ingediend om af te wijken van de technische eisen als bedoeld in artikel 2.66, eerste lid van de IOV, voor uitstel van het emissiearm maken van stallen 5 en 6 bij de pluimveehouderij aan de Peelven 7 te Sterksel. Wij hebben hierover een besluit genomen, hieronder wordt dit verder toegelicht.
Bevoegdheid
Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant (hierna: GS) kunnen op basis van artikel 5.13, eerste lid van de IOV in individuele gevallen afwijken van de IOV. De hardheidsclausule kan worden ingezet wanneer naar het oordeel van GS de onverkorte toepassing van de IOV leidt tot buitenproportionele gevolgen voor individuele gevallen, mits dit geen negatieve invloed heeft op de doelen waarvoor de regels zijn vastgesteld en deze hierdoor niet worden geschaad.
Overwegingen
Wij hebben het verzoek beoordeeld en we hebben besloten dat toepassing van de hardheidsclausule in dit geval wordt afgewezen. Hieronder leggen wij de afweging van ons besluit uit.
Jos Frenken B.V. is een pluimveebedrijf aan de Peelven 7 te Sterksel, met een omgevingsvergunning voor het houden van 95.063 legkippen verspreid over 6 stallen. Tijdens een controle door de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant (ODZOB) in 2019 is geconstateerd dat het bedrijf op of na 19 juli 2017 niet voldeed aan het Besluit emissiearme huisvesting (Beh). Bedrijven die op deze peildatum niet aan het Beh voldeden moeten met ingang van 1 januari 2020 voldoen aan artikel 2.66 lid 1 van de IOV. Bedrijven die op 19 juli 2017 wel voldeden aan het Beh moeten op 1 januari 2024 voldoen aan artikel 2.66 lid 1 van de IOV. Omdat het bedrijf niet voldoet aan de gestelde eisen is inmiddels een voornemen last onder dwangsom kenbaar gemaakt. Concreet betekent dit dat de stallen 5 en 6 per direct moeten worden aangepast om te gaan voldoen aan de emissie-eisen die de IOV stelt en dat geen dieren in deze stallen gehouden mogen worden, totdat deze stallen voldoen aan de eisen van de IOV, dan wel dat de locatie gemiddeld op bedrijfsniveau voldoet aan artikel 2.66 lid 1 van de IOV.
DLV-advies heeft namens Jos Frenken B.V. een verzoek om toepassing van de hardheidsclausule, artikel 5.13, IOV ingediend. Dit verzoek maakt onderdeel uit van de zienswijzen tegen het voornemen last onder dwangsom. Het bedrijf verzoekt om de termijn voor de aanpassing van stallen 5 en 6 uit te stellen tot 1 januari 2024 in lijn met de bedrijven die op 19 juli 2017 wel voldeden aan het Beh. In het verzoek wijt ondernemer het niet tijdig voldoen aan het Beh aan vertraging met de vergunningverlening voor het emissiearm maken van stal 1 in 2015, 2016 en 2017 en het oplegritme van de stal. Het bedrijf had echter al een ruim aantal jaren eerder, namelijk met ingang van 1 januari 2010 moeten voldoen aan de emissie-eisen uit het Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij en de opvolger daarvan, het Beh. Uw aangevoerde argumenten hebben ons niet doen besluiten om positief voor u af te wijken van onze regelgeving en een uitzondering te maken voor uw specifieke geval.
Beschikking
Gelet op artikel 5.13, eerste lid van de Interim Omgevingsverordening Noord- Brabant besluiten wij de hardheidsclausule niet toe te passen om op uw verzoek af te wijken van de eisen gesteld in artikel 2.66, eerste lid van de Interim Omgevingsverordening Noord-Brabant om stal 5 en 6 van de pluimveehouderij aan de Peelven 7, 6029 PG Sterksel uitgesteld emissiearm te maken.