Wijzigingsbesluit Subsidieverordening Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2022 Provincie Limburg (POP3)

Artikel I Wijziging Subsidieverordening Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2022 Provincie Limburg (POP3); (Provinciaal blad 2021, 2374)

De Subsidieverordening Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2022 Provincie Limburg (POP3) (Provinciaal blad 2021, 2374) wordt als volgt gewijzigd:

 

Paragraaf 6 wordt toegevoegd onder Hoofdstuk 3 Leader Subsidieverordening Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2022 Provincie Limburg (POP3) en komt als volgt te luiden:

 

Ҥ 6 Voorbereiding voor het oprichten van een Lokale actiegroep (LAG) en het opstellen van een Lokale Ontwikkelingsstrategie (LOS) ten behoeve van het Nationaal Strategisch Plan (NSP)

 

Artikel 3.6.1 Subsidiabele activiteit

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor activiteiten die gericht zijn op zowel:

  • a.

    het vormen van een LAG in het kader van LEADER, zoals opgenomen in VO (EU) 2021/1060 voor de periode 2023 tot en met 2027; alsmede

  • b.

    het schrijven van een LOS in het kader van LEADER, zoals opgenomen in VO (EU) 2021/1060 voor de periode 2023 tot en met 2027.

Artikel 3.6.2 Aanvrager

Subsidie wordt verstrekt aan de penvoerder van een nieuw op te richten LAG.

 

Artikel 3.6.3 Subsidiabele kosten

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor:

    • a.

      alle aantoonbare noodzakelijke en realistische kosten voor het oprichten van een LAG;

    • b.

      alle aantoonbare noodzakelijke en realistische kosten voor het opstellen van een LOS.

       

  • 2.

    Niet subsidiabel zijn kosten voor:

    • a.

      leges;

    • b.

      vergunningen;

    • c.

      onvoorziene uitgaven;

    • d.

      consumptieve uitgaven.

       

  • 3.

    In afwijking van artikel 1.12, tweede lid, van de Subsidieverordening Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2022 Provincie Limburg (POP3) zijn de kosten genoemd onder het eerste lid subsidiabel indien gemaakt of geleverd vanaf 1 januari 2022.

Artikel 3.6.4 Hoogte subsidie

De subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 3.6.1 bedraagt maximaal 100% van de totale subsidiabele kosten met een maximum van € 30.000,- per aanvraag.

 

Artikel 3.6.5 Voorwaarden

  • 1.

    Om voor subsidie als bedoeld in artikel 3.6.1 in aanmerking te komen wordt voldaan aan alle onderstaande voorwaarden:

     

    • a.

      de activiteit heeft betrekking op één van de volgende gebieden:

       

      • i.

        Zuid-Limburg (de gemeenten Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Maastricht, Meerssen, Vaals, Valkenburg aan de Geul, Beek, Sittard-Geleen, Stein, Beekdaelen, Brunssum, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Simpelveld en Voerendaal), waarbij aangrenzende gebieden kunnen aansluiten;

      • ii.

        Weerterland (de gemeenten Weert, Nederweert en Leudal), waarbij aangrenzende gebieden kunnen aansluiten;

      • iii.

        Het gebied van de gemeenten Bergen, Gennep, Mook en Middelaar, waarbij aangrenzende gebieden kunnen aansluiten.

    • b.

      kernen met meer dan 30.000 inwoners maken geen onderdeel uit van de op te stellen LOS;

       

    • c.

      de (op te stellen) LOS heeft betrekking op een of meer van de volgende doelen van het NSP:

       

      • i.

        het bijdragen tot matiging van en aanpassing aan klimaatverandering, onder meer door de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen en meer koolstof vast te leggen, en duurzame energie te bevorderen;

      • ii.

        het bevorderen van de duurzame ontwikkeling en het efficiënte beheer van natuurlijke hulpbronnen zoals water, bodem en lucht, onder meer door de afhankelijkheid van chemische middelen te verkleinen;

      • iii.

        het bijdragen tot het tot staan brengen en ombuigen van biodiversiteitsverlies, tot versterking van ecosysteemdiensten en tot de instandhouding van habitats en landschappen;

      • iv.

        het bevorderen van de werkgelegenheid, groei, gendergelijkheid, waaronder deelname van vrouwen in het boerenbedrijf, sociale inclusie en lokale ontwikkeling in plattelandsgebieden, ook in de circulaire bio-economie en de duurzame bosbouw.

  • 2.

    Indien de nog op te stellen LOS betrekking heeft op het in eerste lid, sub c, onder iv, genoemde doel, dan dient deze ook betrekking te hebben op een of meer van de volgende doelen:

    • a.

      het stimuleren van een aantrekkelijk platteland voor wonen en recreëren;

    • b.

      het creëren van een aantrekkelijk ondernemers- en werkklimaat voor een divers palet aan passende agrarische en niet-agrarische bedrijven of activiteiten;

    • c.

      het verbeteren van de positie van de landbouwers in de waardeketen.

Artikel 3.6.6 Rangschikking

Gedeputeerde Staten maken voor het bepalen van de onderlinge rangschikking als bedoeld in artikel 1.15 en 1.15a van de Verordening voor de verdeling van de subsidie een afweging tussen de volledig ingediende aanvragen op basis van selectiecriteria. Aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen worden gerangschikt op basis van de volgende selectiecriteria:

  • a.

    diversiteit van beoogde deelnemende partijen;

  • b.

    kwaliteit van het procesplan;

  • c.

    mate waarin thema’s bijdragen aan de NSP doelen;

  • d.

    mate waarin thema’s bijdragen aan de doelen van provincie, gemeente of waterschap”.

Artikel II Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 25 oktober 2022.

Aldus besloten in de vergadering van Gedeputeerde Staten, gehouden op 4 oktober 2022.

Gedeputeerde Staten voornoemd

de voorzitter,

dhr. drs. E.G.M Roemer

secretaris

dhr. T.H.C. Schulpen

Toelichting Wijzigingsbesluit Subsidieverordening Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2022 Provincie Limburg (POP3)

Momenteel wordt het nieuwe Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB) en de Nederlandse invulling daarvan, het Nationaal Strategisch Plan (NSP) 2023-2027 voorbereid. LEADER is één van de interventies die in het NSP wordt ingezet. Het is een verplicht onderdeel binnen het NSP, tenminste 5% van het totale ELFPO-budget (Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling) dient via LEADER te worden besteed. LEADER wordt gekenmerkt door een bottom-up werkwijze, waarin lokale actiegroepen (LAG's) zich organiseren en vanuit een gebiedsproces een ontwikkelstrategie voor hun gebied opstellen. De lokale actiegroep voert de lokale ontwikkelingsstrategieën (LOS) vervolgens uit door onder meer het toekennen van subsidies aan initiatieven/ projecten uit de regio. Bovenstaande werkwijze is in de horizontale Europese verordening vastgelegd (EU VO 2021/1060). In tegenstelling tot de vorige POP3+ (het derde Plattelandsontwikkelingsprogramma) periode, waarin LEADER zich vooral richtte op doel H (brede plattelandsontwikkeling), wordt LEADER in het NSP ook ingezet op doelen D (Klimaatverandering en duurzame energie), E (Efficiënt beheer van natuurlijke hulpbronnen zoals water, bodem en lucht) en F (Bescherming van de biodiversiteit).

 

Provincies hebben afgesproken (eigen) middelen in te zetten om kandidaat-LEADER gebieden financieel te ondersteunen in de voorbereiding op het NSP. Streven is daarbij om begin 2023 een LAG en ingediende LOS te hebben, zodat (in de loop van) 2023 in het kader van het NSP projecten kunnen worden ingediend onder LEADER die de LAG evalueert aan de hand van de LOS. Subsidie voor het oprichten van de LAG en opstellen van de LOS kan alleen worden verleend met nationale/ provinciale middelen en niet met Europese middelen onder POP3 of het NSP.

 

Er wordt landelijk gewerkt aan een NSP modelverordening. Deze is nog niet definitief. De huidige POP3 verordening voorziet niet in de oprichting van een LAG en het schrijven van een LOS ter voorbereiding op het NSP. Om toch subsidie te kunnen verlenen voor het oprichten van de LAG en opstellen van de LOS ter voorbereiding van LEADER onder het NSP, wordt voorgesteld om paragraaf 6 onder Hoofdstuk 3 LEADER toe te voegen.

 

Naar boven