Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 27 september 2022, tot wijziging van de Subsidieregeling plattelandsontwikkelingsprogramma 3 Noord-Brabant 2014-2020 in verband met het invoegen van een hoofdstuk inzake voorbereiding voor nieuwe Lokale Actie Groepen en Lokale Ontwikkelingsstrategieën (Vijfentwintigste wijziging Subsidieregeling plattelandsontwikkelingsprogramma 3 Noord-Brabant 2014-2020)

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;

 

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

 

Overwegende dat de Subsidieregeling plattelandsontwikkelingsprogramma 3 Noord-Brabant 2014-2020 aangevuld wordt met een hoofdstuk over de subsidiëring van voorbereiding voor nieuwe Lokale Actie Groepen en Lokale Ontwikkelingsstrategieën;

 

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Artikel I Wijziging Subsidieregeling plattelandsontwikkelingsprogramma 3 Noord-Brabant 2014-2020

 

De Subsidieregeling plattelandsontwikkelingsprogramma 3 Noord-Brabant 2014-2020 wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

Onder vernummering van hoofdstuk 4 tot hoofdstuk 5 wordt na hoofdstuk 3 een hoofdstuk ingevoegd, luidende:

 

Hoofdstuk 4 Nieuwe Lokale Actiegroepen en Lokale Ontwikkelingsstrategieën

 

Artikel 4.1 Begripsbepalingen

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

LAG: lokale actiegroep als bedoeld in artikel 33 van Verordening (EU) 2021/1060;

LEADER: vanuit de gemeenschap aangestuurde lokale ontwikkeling als bedoeld in artikel 31 van Verordening (EU) 2021/1060;

LOS: strategie voor vanuit de gemeenschap geleide lokale ontwikkeling als bedoeld in artikel 31, tweede lid, onderdeel c, en artikel 32 van Verordening (EU] 2021/1060;

NSP: Nationaal Strategisch Plan GLB 2023-2027;

woonkern: aaneengesloten woonkern van ten hoogste 30.000 inwoners.

 

Artikel 4.2 Doelgroep

  • 1.

    Subsidie op grond van dit hoofdstuk kan worden aangevraagd door:

    • a.

      privaatrechtelijke rechtspersonen;

    • b.

      publiekrechtelijke rechtspersonen;

    • c.

      ondernemingen zonder rechtspersoonlijkheid;

    • d.

      samenwerkingsverbanden van partijen onder a, b en c.

  • 2.

    In afwijking van artikel 1.3 wordt indien een samenwerkingsverband als bedoeld in het eerste lid geen rechtspersoonlijkheid bezit:

    • a.

      subsidie aangevraagd door een deelnemer van het samenwerkingsverband, waarbij dit, indien aanwezig, een deelnemer met rechtspersoonlijkheid is; en

    • b.

      draagt het project de instemming van alle deelnemers van het samenwerkingsverband, blijkend uit een samenwerkingsverklaring.

Artikel 4.3 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die gericht zijn op:

  • a.

    het vormen van een LAG in het kader van LEADER voor de periode 2023 tot en met 2027; en

  • b.

    het opstellen van een LOS in het kader van LEADER voor de periode 2023 tot en met 2027.

Artikel 4.4 Weigeringsgronden

In afwijking van artikel 1.4, onder c, wordt subsidie als bedoeld in artikel 4.3 niet geweigerd indien met de uitvoering van de activiteit is gestart voordat de aanvraag om subsidie is ingediend.

 

Artikel 4.5 Subsidievereisten

  • 1.

    Om voor subsidie als bedoeld in artikel 4.3 in aanmerking te komen, geldt dat de te vormen LAG en de op te stellen LOS betrekking hebben op tenminste vijf woonkernen in één of meer van de volgende gebieden, waarbij aangrenzende gebieden kunnen aansluiten:

    • a.

      Regio West-Brabant;

    • b.

      Regio Hart van Brabant;

    • c.

      Regio Zuidoost Brabant;

    • d.

      Regio Noordoost Brabant.

  • 2.

    Het voor subsidiëring van de activiteit totaal aantal benodigde punten, als bedoeld in artikel 4.10, tweede lid, bedraagt minimaal zeven.

  • 3.

    De aanvraag voor subsidie, bedoeld in artikel 4.3, gaat vergezeld van een projectplan dat het volgende bevat:

    • a.

      een korte beschrijving van het beoogde gebied inclusief geografische afbakening en een beknopte SWOT-analyse;

    • b.

      de verwachte bijdrage van LEADER aan:

      • 1°.

        de doelen genoemd in artikel 6, eerste lid, onder d, e, f en h, van Verordening [EU] 2021/2115, en

      • 2°.

        de doelen van de provincie, waterschappen en gemeenten in het gebied;

    • c.

      een beschrijving, inclusief cv’s van de personen die de activiteiten als bedoeld in artikel 4.3 gaan uitvoeren, waaruit blijkt dat de aanvrager in staat is:

      • 1°.

        een LAG met een groot maatschappelijk netwerk te vormen, en

      • 2°.

        een LOS op te stellen;

    • d.

      een beschrijving van de aanpak om binnen de projectperiode te komen tot een LAG en tot een LOS met draagvlak in het gebied die kansrijk is voor steun ten behoeve van de uitvoering ervan, inclusief activiteiten en realistische begroting.

Artikel 4.6 Subsidiabele kosten

In afwijking van artikel 1.5 gelden voor de subsidie lumpsum bedragen.

 

Artikel 4.7 Aanvraagtijdvak

Subsidieaanvragen worden ingediend in de periode van 10 oktober 2022 tot en met 7 november 2022.

 

Artikel 4.8 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 4.3, voor de periode genoemd in artikel 4.7, vast op € 150.000,-.

 

Artikel 4.9 Subsidiehoogte

De hoogte van de subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 4.3 bedraagt € 24.999,-

 

Artikel 4.10 Verdelingswijze

  • 1.

    Gedeputeerde Staten maken voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie een afweging tussen de verschillende volledige aanvragen op basis van de volgende criteria voor de beoordeling van het projectplan:

    • a.

      de mate waarin de aanvrager in staat wordt geacht om binnen de projectperiode een LAG te vormen en een LOS op te stellen;

    • b.

      de mate waarin het projectplan aantoont:

      • 1°.

        dat de te vormen LAG een groot maatschappelijk netwerk zal hebben; en

      • 2°.

        dat de inwoners en organisaties van het gebied betrokken zullen worden bij het opstellen van de LOS.

  • 2.

    Voor de beoordeling van de criteria, genoemd in het eerste lid, wordt de volgende puntentoekenning gehanteerd:

    • a.

      1 punt, indien de bijdrage aan het criterium slecht is;

    • b.

      2 punten, indien de bijdrage aan het criterium onvoldoende is;

    • c.

      3 punten, indien de bijdrage aan het criterium voldoende is;

    • d.

      4 punten, indien de bijdrage aan het criterium goed is;

    • e.

      5 punten, indien de bijdrage aan het criterium zeer goed is.

  • 3.

    Indien toepassing van het eerste lid ertoe leidt dat aanvragen op een gelijk puntenaantal eindigen, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door loting, in aanwezigheid van een notaris en ten minste twee onafhankelijke waarnemers.

  • 4.

    De trekking wordt schriftelijk vastgelegd door de notaris, waarbij de aanvragen van hoog naar laag worden gerangschikt in volgorde van trekking.

  • 5.

    De subsidie wordt overeenkomstig de rangschikking verdeeld over opeenvolgende aanvragen die volledig gehonoreerd kunnen worden.

Artikel 4.11 Verplichtingen

In afwijking van artikel 1.9 heeft de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:

  • a.

    de activiteiten worden gerealiseerd uiterlijk 31 maart 2023;

  • b.

    de subsidieontvanger vormt een LAG waarbij ten minste 51% van de leden met een besluitvormende stem niet tot een overheidsorganisatie behoort;

  • c.

    de LOS wordt ingediend bij de openstelling voor nieuwe LEADER-gebieden in het NSP ten behoeve van de selectie van de LEADER-gebieden voor de periode 2023-2027.

Artikel 4.12 Verantwoording

De subsidieontvanger toont desgevraagd aan dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door middel van het indienen van documenten waaruit blijkt dat de LAG is gevormd en dat de opgestelde LOS is ingediend.

 

Artikel 4.13 Vaststelling

In afwijking van artikel 1.10 wordt de subsidie door Gedeputeerde Staten ambtshalve vastgesteld.

Artikel II Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

’s-Hertogenbosch, 27 september 2022

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

de voorzitter,

mr. I.R. Adema

de secretaris,

mr. J.M. Smarius

Toelichting behorende bij de Vijfentwintigste wijziging Subsidieregeling plattelandsontwikkelingsprogramma 3 Noord-Brabant 2014-2020

I. Algemeen

 

Achtergrond

In 2020 zijn de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de gedeputeerden van de provincies en de bestuurders van de waterschappen ermee akkoord gegaan het huidige Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3) in 2021 en 2022 voort te zetten. De verlenging van het programma is nodig omdat het toekomstige Europees landbouwbeleid (GLB) niet op tijd klaar is. LEADER is een gebiedsgericht instrument uit het GLB. LEADER onderscheidt zich van andere gebiedsgerichte instrumenten door de karakteristieke ‘bottom up’ werkwijze. In een gebied gaan lokale publieke en private organisaties met het LEADER-instrument samen aan de slag om bij te dragen aan de plattelandsontwikkeling en de maatschappelijke opgaven t.a.v. klimaat, milieu, water en biodiversiteit. Innovatie, samenwerking en integrale projecten zijn belangrijke ingrediënten van LEADER.

 

Met dit besluit wordt de subsidieregeling uitgebreid met de mogelijkheid om subsidie aan te vragen voor het oprichten van een Lokale Actiegroep (LAG) en het schrijven van een Lokale Ontwikkelingsstrategie (LOS). Op basis van deze LOS kunnen gebieden in aanmerking komen voor subsidie voor de uitvoering van de LOS in het LEADER-programma van het Nationaal Strategisch Plan (NSP) in de periode 2023 – 2027. De openstelling voor deze subsidie volgt in 2023.

 

Juridisch kader

Deze subsidieregeling is vastgesteld op grond van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant (Asv). Dit betekent dat een aantal aspecten van de verstrekking van subsidies niet in de subsidieregeling zijn vastgelegd, maar in de Asv. In de Asv staat onder meer waar de aanvraag moet worden ingediend en wat de beslistermijnen zijn voor Gedeputeerde Staten. Daarnaast geldt er op grond van de Asv een meldingsplicht: als de subsidieontvanger de gesubsidieerde activiteit niet, niet geheel of niet volgens alle daaraan verbonden verplichtingen verricht, dient hij dit ingevolge artikel 17 van de Asv te melden bij Gedeputeerde Staten.

Voor een goed begrip van deze subsidieregeling is dus bestudering van de Asv noodzakelijk. Ook de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bevat algemene bepalingen die onverkort van toepassing zijn op subsidies, verstrekt op grond van deze subsidieregeling.

 

II. Artikelsgewijs

 

Artikel 4.5 Subsidievereisten

Eerste lid

In Noord-Brabant is ervoor gekozen om LEADER in het NSP in te kunnen zetten in de vier regio’s Hart van Brabant, Zuidoost-Brabant, Noordoost-Brabant en West-Brabant. Hierbij is het voor aangrenzende gebieden mogelijk om aan te sluiten.

De doelen voor deze gebieden komen overeen met de doelen op het gebied van plattelandsontwikkeling, klimaat, milieu, water en biodiversiteit, die met LEADER op een integrale wijze bereikt kunnen worden. Daarbij is ook gelet op mogelijke synergiekansen met andere (aankomende) programma’s zoals het Nationaal Plan Landelijk Gebied (NPLG).

 

Tweede lid

De aanvraag dient voldoende punten te halen op de beoordelingscriteria.

 

Derde lid

In onderdeel a wordt gevraagd om een korte beschrijving van het beoogde gebied inclusief geografische afbakening en een beknopte SWOT-analyse (strength, weaknesses, opportunities en threats, ofwel sterkten, zwaktes, kansen en bedreigingen). De aanvrager kan bijvoorbeeld aangeven dat sprake is van verdroging (bedreiging) en welke bedoelingen er zijn om deze tegen te gaan (kansen).

 

In onderdeel b, onder 1°, wordt verwezen naar de doelen genoemd in artikel 6, eerste lid, onder d, e, f en h, van Verordening [EU] 2021/2115. Dit betreft de volgende doelen:

d) bijdragen tot matiging van en aanpassing aan klimaatverandering, onder meer door de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen en meer koolstof vast te leggen, en duurzame energie te bevorderen;

e) bevordering van de duurzame ontwikkeling en het efficiënte beheer van natuurlijke hulpbronnen zoals water, bodem en lucht, onder meer door de afhankelijkheid van chemische middelen te verkleinen;

f) bijdragen tot het tot staan brengen en ombuigen van biodiversiteitsverlies, tot versterking van ecosysteemdiensten en tot de instandhouding van habitats en landschappen;

h) bevordering van de werkgelegenheid, groei, gendergelijkheid, waaronder deelname van vrouwen in het boerenbedrijf, sociale inclusie en lokale ontwikkeling in plattelandsgebieden, ook in de circulaire bio-economie en de duurzame bosbouw.

 

In onderdeel b, onder 2°, wordt verwezen naar de doelen van de provincie, waterschappen en gemeenten in het gebied.

Voor de doelstellingen van de provincie wordt verwezen naar de volgende beleidskaders met hyperlinks:

  • Landbouw en Voedsel

  • Natuur

  • Water en Bodem

  • Klimaatadaptatie

  • Economie

  • Cultuur, Sport & Toerisme

De doelstellingen van de betrokken gemeenten en waterschappen in het beoogde gebied dient de aanvrager zelf in beeld te hebben.

 

Artikel 4.6 Subsidiabele kosten en 4.13 Vaststelling

De subsidie wordt als lumpsum vastgesteld. Dat wil zeggen dat een vast bedrag in een keer wordt uitgekeerd.

 

Artikel 4.10 Verdelingswijze

Eerste lid

Voor de verdelingswijze van artikel 4.10 zijn de volgende beoordelingscriteria van belang.

 

a potentie vormen LAG en opstellen LOS

Dit beoordelingscriterium ziet op de kwaliteit van de aanvrager. De aangeleverde cv’s bieden inzicht in de ervaring van de uitvoerders met gebiedsprocessen en de affiniteit met thema’s van LEADER. Bij de aanvraag moet inzicht worden gegeven in het vermogen van de aanvrager om de LAG op te richten en de LOS op te stellen.

 

b kwaliteit projectplan

Dit beoordelingscriterium ziet op de mate waarin het projectplan aantoont welke activiteiten zullen worden verricht om een netwerk voor de LAG te benaderen en een gedragen LOS op te zullen stellen. Bijvoorbeeld door inzicht te geven in het aantal en de frequentie van de te organiseren bijeenkomsten en de wijze waarop een zo breed mogelijke doelgroep wordt bereikt.

 

Naar boven