Regeling gebruik dienstauto door provinciesecretaris Zuid-Holland

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland;

 

Gelet op artikel 99 en artikel 158, eerste lid, onder c en d, van de Provinciewet;

 

Gezien het besluit van Gedeputeerde Staten van 13 september 2022;

 

Overwegende dat Gedeputeerde Staten het wenselijk vinden duidelijkheid te verschaffen of, en onder welke voorwaarden, het gebruik van een dienstauto door de provinciesecretaris is toegestaan;

 

Overwegende dat Gedeputeerde Staten het daarbij van belang vinden dat de provinciesecretaris bij het gebruik van een dienstauto de nodige zorgvuldigheid betracht en de integriteit en goede naam van de Provincie Zuid-Holland waarborgt;

 

Overwegende dat Gedeputeerde Staten van mening zijn dat het gebruik van de dienstauto terughoudend dient te zijn, efficiënt en logisch en dat de dienstauto met of zonder chauffeur alleen zakelijk en alleen voor dienstreizen mag worden gebruikt, dus dat privégebruik niet is toegestaan en dat de dienstauto slechts beperkt mag worden gebruikt voor woon-werkverkeer, mits de reis gekoppeld is aan een dienstreis;

 

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling en daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

 

provinciesecretaris: secretaris van de provincie Zuid-Holland;

 

dienstauto: door de provincie Zuid-Holland ter beschikking gestelde auto, met of zonder chauffeur;

 

dienstreis: een door de provincie noodzakelijk geachte reis naar een andere locatie dan de eigen werklocatie/plaats van tewerkstelling voor het verrichten van provinciale taken;

 

Gedeputeerde Staten: werkgever van de provincie Zuid-Holland;

 

plaats van tewerkstelling: het provinciehuis van Zuid-Holland, Zuid-Hollandplein 1, 2596 AW Den Haag;

 

q.q.-nevenfunctie: nevenfunctie die wordt vervuld uit hoofde van de functie als secretaris;

 

zakelijk gebruik: gebruik voor de uitoefening van de functie en voor q.q.-nevenfuncties.

Artikel 2 Algemene bepalingen

  • 1.

    De provinciesecretaris kan gebruikmaken van een dienstauto, voor zover een dienstauto beschikbaar is.

  • 2.

    De dienstauto is uitsluitend bestemd voor zakelijk gebruik en mag alleen voor dienstreizen worden gebruikt.

  • 3.

    Uitsluitend kilometers voor de uitoefening van de functie en voor q.q.-nevenfuncties worden als zakelijk aangemerkt.

  • 4.

    Onder dienstauto wordt mede verstaan een door de provincie Zuid-Holland gehuurde auto.

  • 5.

    Het gebruik van de dienstauto wordt in een rittenadministratie verantwoord volgens de vereisten van de Belastingdienst.

  • 6.

    De provinciesecretaris ontvangt bij zijn of haar aantreden een exemplaar van deze regeling.

Artikel 3 Woon-werkverkeer

  • 1.

    Het gebruik van de dienstauto ten behoeve van reizen tussen de eigen woning en de plaats van tewerkstelling is niet toegestaan.

  • 2.

    De provinciesecretaris kan incidenteel en in bijzondere gevallen een uitzondering maken op het bepaalde in het eerste lid, indien de werkzaamheden op de plaats van tewerkstelling worden gecombineerd met een dienstreis die in de eigen woning begint of eindigt.

  • 3.

    In het geval, bedoeld in het tweede lid, moet het gebruik van de dienstauto gelet op de reisbewegingen, zijnde het totaal aantal af te leggen kilometers, efficiënt en logisch zijn.

  • 4.

    De dienstauto wordt niet ingezet voor werkzaamheden op de plaats van tewerkstelling, waaronder alle interne afspraken en bijeenkomsten.

  • 5.

    De provinciesecretaris kan, alleen met toestemming van het college van Gedeputeerde Staten, incidenteel en in bijzondere gevallen een uitzondering maken op het bepaalde in het vierde lid.

Artikel 4 Q.q.-nevenfuncties

  • 1.

    Het gebruik van de dienstauto ten behoeve van q.q.-nevenfuncties is uitsluitend toegestaan indien:

     

    • a.

      de functie wordt uitgeoefend uit hoofde van het ambt;

    • b.

      de provinciesecretaris zich er niet aan kan onttrekken.

  • 2.

    Een q.q.- functie moet worden beëindigd als het ambt niet meer wordt uitgeoefend.

  • 3.

    Indien de provinciesecretaris voor reizen ten behoeve van q.q.-nevenfuncties gebruik maakt van een dienstauto en daarvoor van een derde een reiskostenvergoeding ontvangt, is deze vergoeding aan werkgever verschuldigd.

Artikel 5 Bovenmatig gebruik

Indien naar het oordeel van Gedeputeerde Staten het gebruik van de dienstauto zich niet verhoudt met de in deze regeling genoemde uitgangspunten of naar het oordeel van Gedeputeerde Staten sprake is van bovenmatig gebruik van de dienstauto, kunnen Gedeputeerde Staten nadere beperkingen opleggen aan het gebruik van de dienstauto door de provinciesecretaris.

Artikel 6 Sanctie

Bij overtreding van deze regeling kunnen Gedeputeerde Staten:

 

  • a.

    de terbeschikkingstelling van de dienstauto onverwijld beëindigen;

  • b.

    de bijtelling en de door de Belastingdienst opgelegde boete op de provinciesecretaris verhalen, indien bij controle achteraf door de Belastingdienst toch bepaalde ritten als privé kwalificeren;

  • c.

    een disciplinaire en/of rechtspositionele maatregel treffen.

Artikel 7 Onvoorziene gevallen

In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet of onduidelijkheid over de toepassing ervan bestaat, beslissen Gedeputeerde Staten.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie van deze regeling in het Provinciaal Blad en werkt terug tot 16 september 2022.

Artikel 9 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling gebruik dienstauto door provinciesecretaris Zuid-Holland.

Ondertekening

Den Haag, 13 september 2022

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter, drs. J. Smit

de (waarnemend) secretaris, ir. J.C. van Ginkel MCM

Naar boven