Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland houdende wijziging van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013

Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland van 4 oktober 2022 , nr. 180941 en 206089, houdende wijziging van Hoofdstuk 8 en 17 van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013.

 

Gedeputeerde staten van Zeeland,

  • overwegende dat voor verstrekking van subsidies in het kader van de Provinciale Impuls Wonen bijzondere bepalingen in het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013 zijn opgenomen;

  • overwegende dat voor verstrekking van subsidies in het kader van Zeeland in Stroomversnelling bijzondere bepalingen in het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013 zijn opgenomen;

  • overwegende dat in deze bijzondere bepalingen naar aanleiding van evaluatie wijzigingen worden aangebracht om knelpunten in de uitvoering op te lossen en gewenste beleidswijzigingen te implementeren;

  • gelet op artikel 8 van de Algemene subsidieverordening Zeeland 2013;

besluiten vast te stellen de navolgende wijziging van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013:

 

Artikel I  

Hoofdstuk 8 van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013 komt te luiden:

 

Hoofdstuk 8 Bijzondere bepalingen voor verstrekking van subsidie in het kader van de Provinciale Impuls Wonen

 

Artikel 8.1  

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a.

    woning: een pand met een individueel adres, een eigen nutsaansluiting, al dan niet grondgebonden, bedoeld en geschikt om in te wonen, waarop de planologische bestemming Wonen rust, niet zijnde een bedrijfs- of dienstwoning of een 1- of 2- kamerappartement;

  • b.

    particuliere woning: een woning in eigendom van een particulier die niet wordt verhuurd;

  • c.

    ongewenste particuliere woning: een verouderde, voor 1980 gebouwde, particuliere woning met een meest recente WOZ-waarde of een maximaal twee jaar voorafgaand aan de datum van indiening van de subsidieaanvraag door een beëdigd taxateur bepaalde taxatiewaarde (inclusief bijbehorende grond) gelijk aan of lager dan € 250.000;

  • d.

    slopen van een woning: het geheel verwijderen van een woning, met inbegrip van de fundering;

  • e.

    terugbouwen van een woning: het nieuw bouwen van een woning waarbij de regels van toepassing zijn inzake nieuwbouw conform het Bouwbesluit 2012;

  • f.

    toekomstbestendig maken van een woning: het aanpassen van een woning zodanig dat deze voldoet aan de huidige en toekomstige eisen van gebruikers en verandert in minimaal een levensloopbestendige en/of energieneutrale woning;

  • g.

    levensloopbestendige woning: een woning die geschikt is of eenvoudig geschikt is te maken voor bewoning tot op hoge leeftijd, ook in geval van fysieke handicaps of chronische ziekten van bewoners. Vereiste daarbij is dat de woning zonder trappen van buiten af bereikbaar en rolstoeltoegankelijk is, waarbij de zogenaamde 'primaire ruimtes' (keuken, sanitair, woonkamer en minimaal één slaapkamer) zich op dezelfde woonlaag bevinden;

  • h.

    energieneutrale woning: een woning die op jaarbasis zelf voldoende energie opwekt om te voorzien in het huishoudelijk verbruik (elektra, warm water, koken, verwarming) bij een normaal leefpatroon en een hoog comfortniveau;

  • i.

    onttrokken woning: een woning die is gesloopt en niet meer wordt teruggebouwd waarbij de bestemming 'Wonen' niet meer van toepassing is, waarbij het adres/huisnummer is komen te vervallen, zichtbaar via Basisregistratie adressen en gebouwen (BAG);

  • j.

    regionale woningmarktafspraken: afspraken die gemeenten binnen een regio met elkaar maken over de omvang en kwaliteit van te bouwen en te herstructureren woningen in de komende tien jaar, zoals omschreven in het Omgevingsplan Zeeland 2018;

  • k.

    bestaand stedelijk gebied: bestaand stedenbouwkundig samenstel van bebouwing ten behoeve van wonen, dienstverlening, bedrijvigheid, detailhandel of horeca, alsmede de daarbij behorende openbare of sociaal culturele voorzieningen, stedelijk groen en infrastructuur;

  • l.

    landelijke bebouwingsconcentratie: een concentratie van bebouwing in het landelijk gebied, ook wel buurtschap genoemd, met overwegend een woonfunctie. De grens van de landelijke bebouwingsconcentratie eindigt daar waar de bebouwing zijn aaneengesloten karakter verliest.

Artikel 8.2  

Subsidie kan worden verstrekt voor een activiteit die tot doel heeft:

  • a.

    het slopen van ongewenste particuliere woningen en het niet of minder in aantal terugbouwen van woningen;

  • b.

    het samenvoegen van twee of meer woningen waaronder ten minste één ongewenste particuliere woning;

  • c.

    het slopen van ongewenste particuliere woningen en het terugbouwen van evenveel woningen;

  • d.

    het toekomstbestendig maken van minimaal drie aaneengesloten ongewenste particuliere woningen waarbij de minimale investering € 40.000 per woning bedraagt.

Artikel 8.3  

  • 1.

    Subsidie wordt slechts verstrekt aan de eigenaar van de woning(en) waarop de activiteit, bedoeld in artikel 8.2, betrekking heeft.

  • 2.

    In afwijking van artikel 1.2.1, eerste lid, kan aan een natuurlijk persoon subsidie worden verstrekt voor een activiteit als bedoeld in artikel 8.2.

  • 3.

    In afwijking van artikel 1.2.1, tweede lid, aanhef en onder a, wordt subsidie niet verstrekt indien de activiteit op het moment van ontvangst van de aanvraag voor de subsidie reeds is gestart.

  • 4.

    Subsidie wordt voorts niet verstrekt indien:

    • a.

      de aanvrager niet kan aantonen dat de activiteit kan starten binnen één jaar na indiening van de aanvraag voor subsidie;

    • b.

      de aanvrager niet kan aantonen dat de activiteit kan worden gerealiseerd binnen drie jaar na indiening van de aanvraag voor subsidie;

    • c.

      de activiteit een bezwaar vormt voor het gemeentelijk beleid of geldende regelgeving van de gemeente waarbinnen de activiteit wordt uitgevoerd;

    • d.

      de activiteit plaatsvindt in een regio waarvoor geen geldende en door de provincie onderschreven regionale woningmarktafspraken beschikbaar zijn;

    • e.

      de activiteit plaatsvindt buiten het bestaand stedelijk gebied en de landelijke bebouwingsconcentratie.

  • 5.

    In afwijking van artikel 1.2.1, tweede lid, aanhef en onderdeel c, wordt een subsidie niet verstrekt indien de te verstrekken subsidie minder bedraagt dan € 10.000.

Artikel 8.4  

De artikelen 1.3.1 en 1.3.2 zijn niet van toepassing op een subsidie in het kader van dit hoofdstuk.

 

Artikel 8.5  

  • 1.

    Een aanvraag voor subsidie kan uitsluitend worden ingediend als gedeputeerde staten de mogelijkheid tot het doen van een aanvraag voor subsidie hebben opengesteld.

  • 2.

    Gedeputeerde staten stellen per openstellingsperiode een subsidieplafond vast.

  • 3.

    Subsidieaanvragen die op de uiterste indieningsdatum niet volledig zijn ontvangen, worden afgewezen.

  • 4.

    Het subsidieplafond wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 5.

    Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van ontvangst.

  • 6.

    Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen die op dezelfde dag zijn ontvangen, het subsidieplafond wordt overschreden, vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats op basis van de hoogte van het aangevraagde subsidiebedrag, waarbij een lager aangevraagd subsidiebedrag voorgaat op een hoger aangevraagd subsidiebedrag.

  • 7.

    Indien toepassing van het zesde lid ertoe leidt dat subsidieaanvragen op een gelijke plaats eindigen, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen bepaald door middel van loting.

Artikel 8.6  

In aanvulling op artikel 1.4.2, eerste lid, bevat een aanvraag voor een subsidie in het kader van dit hoofdstuk:

  • a.

    een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier Provinciale Impuls Wonen, zoals beschikbaar gesteld op de website van de provincie Zeeland;

  • b.

    een beschrijving van de tijdplanning van het project.

 

Artikel 8.7  

De hoogte van de subsidie bedraagt:

  • a.

    bij het slopen van ongewenste particuliere woningen en het niet of minder in aantal terugbouwen van woningen: maximaal € 35.000 per onttrokken woning;

  • b.

    bij het samenvoegen van twee of meer woningen waaronder ten minste één ongewenste particuliere woning: maximaal € 35.000 per samenvoeging;

  • c.

    bij het slopen van ongewenste particuliere woningen en het terugbouwen van evenveel woningen:

    • 1˚.

      maximaal € 15.000 per gesloopte woning; en

    • 2˚.

      maximaal € 10.000 ten behoeve van de kosten van het saneren van ernstige vormen van verontreiniging per gesloopte woning;

  • d.

    bij het toekomstbestendig maken van minimaal drie aaneengesloten ongewenste particuliere woningen waarbij de minimale investering € 40.000 per woning bedraagt: maximaal € 20.000 per toekomstbestendig gemaakte woning.

Artikel 8.8  

Voor de beoordeling van de subsidieaanvraag kan een beroep worden gedaan op een extern deskundige.

 

Artikel 8.9  

  • 1.

    In afwijking van artikel 1.5.2, eerste lid, beslissen gedeputeerde staten op de aanvraag binnen twaalf weken na ontvangst van de volledige aanvraag.

  • 2.

    Gedeputeerde staten kunnen de beslissing eenmaal voor ten hoogste vier weken verdagen.

Artikel 8.10  

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in § 1.6 heeft de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:

    • a.

      de activiteit start binnen één jaar na indiening van de aanvraag voor subsidie;

    • b.

      de activiteit wordt binnen drie jaar na indiening van de aanvraag voor subsidie gerealiseerd.

  • 2.

    Op schriftelijk gemotiveerd verzoek van de aanvrager, kunnen gedeputeerde staten afwijken van het bepaalde in het eerste lid, aanhef en onder b.

Artikel II

Hoofdstuk 17 van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013 wordt als volgt gewijzigd:

 

Artikel 17.1.1, onderdeel l, onder 6˚, komt te luiden:

6° zorg:

  • Visie op Zorg in Zeeland in 2025, Commissie Toekomstige Zorg in Zeeland 2025, juli 2015;

  • Deltaplan arbeidsmarkt zorg & welzijn Zeeland 2020-2024, Viazorg, oktober 2019;

  • Digital Health Zeeland-meerjarenagenda, E-Health, mei 2022.

Artikel III  

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt geplaatst.

 

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van 4 oktober 2022.

Drs. J.M.M. Polman, voorzitter

A.W. Smit, secretaris

Naar boven