Mandaatbesluit Stichting Het Zuid-Hollands Landschap inzake het Openstellingsbesluit subsidie Zelfdoen Zuid-Holland 2022

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland;

 

Gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

Overwegende dat Gedeputeerde Staten om redenen van doelmatigheid de bevoegdheid tot het nemen van besluiten betreffende de verstrekking van subsidie op grond van het Openstellingsbesluit subsidie Zelfdoen Zuid-Holland wensen te mandateren aan de directeur-bestuurder van Stichting Het Zuid-Hollands Landschap;

 

Gezien de schriftelijke instemming in de brief d.d. 16 augustus 2022 van de directeur-bestuurder ir. M.G. Houtzagers van Stichting Het Zuid-Hollands Landschap, bedoeld in artikel 10:4 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

Besluiten vast te stellen het volgende besluit:

 

Mandaatbesluit Stichting Het Zuid-Hollands Landschap inzake het Openstellingsbesluit subsidie Zelfdoen Zuid-Holland 2022

Artikel 1 Begripsbepaling

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    directeur-bestuurder: directeur-bestuurder van Stichting Zuid-Hollands Landschap.

  • b.

    programmamedewerker: programmamedewerker De Groene Motor van Stichting Zuid-Hollands Landschap.

Artikel 2 Mandaat en ondermandaat

  • 1.

    Gedeputeerde Staten verlenen aan de directeur-bestuurder mandaat tot het namens hen nemen van besluiten betreffende de verstrekking van subsidie op grond van het Openstellingsbesluit subsidie Zelfdoen Zuid-Holland 2022.

  • 2.

    De directeur-bestuurder kan het hem verleende mandaat ondermandateren aan de programmamedewerker.

  • 3.

    Het mandaat, bedoeld in het eerste lid, en het ondermandaat, bedoeld in het tweede lid, in acht genomen het bepaalde in hoofdstuk 4 van de Algemene wet bestuursrecht, ziet tevens op de bevoegdheid tot:

    • a.

      het weigeren, intrekken of wijzigen van subsidieverleningen;

    • b.

      het betalen van subsidiebedragen;

    • c.

      het opschorten van de verplichting tot betaling van subsidiebedragen;

    • d.

      het terugvorderen van onverschuldigd betaalde subsidiebedragen;

    • e.

      het vaststellen van subsidies;

    • f.

      de overige ter zake van subsidiëring te nemen uitvoeringsbeslissingen;

    • g.

      het ondertekenen van namens Gedeputeerde Staten genomen besluiten.

  • 4.

    Het mandaat zoals bedoeld in voorgaande lid ziet in ieder geval niet op:

    • a.

      het behandelen van, en beslissen op, bezwaar-, en beroepschriften;

    • b.

      het wijzigen of intrekken van reeds vastgestelde subsidies;

    • c.

      het toepassing geven aan artikel 4:51 Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 3 Ondertekening

  • 1.

    Indien een besluit wordt genomen op grond van artikel 2, eerste en derde lid, wordt voor de ondertekening het volgende model gebruikt:

 

  • Gedeputeerde staten van Zuid-Holland,

 

  • namens deze,

 

  • [naam directeur-bestuurder], directeur-bestuurder van Stichting Zuid-Hollands Landschap

 

  • gevolgd door de handtekening van de directeur-bestuurder.

 

  • 2.

    Indien een besluit wordt genomen op grond van artikel 2, tweede en derde lid, wordt voor de ondertekening het volgende model gebruikt:

 

  • Gedeputeerde staten van Zuid-Holland,

 

  • namens deze,

 

  • [naam programmamedewerker], programmamedewerker De Groene Motor van Stichting Het Zuid-Hollands Landschap

 

  • gevolgd door de handtekening van de programmamedewerker.

Artikel 4 Rechtsmiddelenverwijzing

Onder de besluiten, bedoeld in artikel 2, eerste en tweede lid, wordt de volgende rechtsmiddelenverwijzing opgenomen:

 

Bezwaarprocedure

 

U kunt binnen zes weken na de dag van verzending of uitreiking van dit besluit bezwaar maken, volgens artikel 7:1 van de Awb. Dit kan door een gemotiveerd bezwaarschrift in te dienen bij Gedeputeerde Staten t.a.v. het Awb-secretariaat, Postbus 90602 2509 LP Den Haag, onder vermelding van 'Awb-bezwaar' in de linkerbovenhoek van de envelop en het bezwaarschrift.

Artikel 5 Instructies

De directeur-bestuurder en de programmamedewerker nemen bij de uitoefening van de aan hem gemandateerde en ondergemandateerde bevoegdheden algemene instructies en instructies per geval van Gedeputeerde Staten als bedoeld in artikel 10:6 van de Algemene wet bestuursrecht in acht.

Artikel 6 Toepasselijke wet- en regelgeving

De directeur-bestuurder en de programmamedewerker nemen bij de uitoefening van de aan hem gemandateerde en ondergemandateerde bevoegdheden de Algemene wet bestuursrecht, de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland, de Subsidieregeling groen Zuid-Holland 2016 en het Openstellingsbesluit subsidie Zelfdoen Zuid-Holland 2022 in acht.

Artikel 7 Informatieplicht

  • 1.

    De directeur-bestuurder stelt gedeputeerde staten tijdig in kennis van krachtens mandaat te nemen of reeds genomen besluiten, waarvan hij redelijkerwijs moet aannemen dat kennisneming door hen gewenst is.

  • 2.

    Kennisgeving als bedoeld in het eerste lid, vindt in ieder geval plaats indien:

    • a.

      de maatschappelijke, beleidsmatige, politieke, juridische of financiële omstandigheden daartoe aanleiding geven;

    • b.

      het besluit ertoe kan leiden dat de provincie aansprakelijk wordt gesteld.

  • 3.

    Gedeputeerde Staten kunnen op grond van de kennisgeving, bedoeld in het eerste lid, ten aanzien van een voorgenomen besluit bepalen dat van het bij of krachtens dit mandaatbesluit verleende mandaat geen gebruik mag worden gemaakt.

  • 4.

    Gedeputeerde Staten voorzien de directeur-bestuurder van alle benodigde informatie ten behoeve van de invulling van zijn mandaat.

Artikel 8 Verantwoording

  • 1.

    De directeur-bestuurder brengt jaarlijks aan gedeputeerde staten verslag uit over de krachtens dit mandaatbesluit genomen besluiten.

  • 2.

    Het verslag, bedoeld in het eerste lid, bevat in ieder geval:

    • a.

      een overzicht van de besteding van het budget voor te verlenen subsidies;

    • b.

      een uiteenzetting van de bij de besteding opgedane ervaringen en de daaruit te trekken conclusies;

    • c.

      een opgave van alle in de voorafgaande periode in mandaat genomen besluiten.

  • 3.

    Onverminderd het eerste en tweede lid, verschaft de directeur-bestuurder desgevraagd alle informatie aan Gedeputeerde Staten ter zake van de uitoefening van de ingevolge dit besluit aan hem gemandateerde bevoegdheden.

Artikel 9 Inwerkingtreding

  • 1.

    Dit besluit wordt aan de directeur-bestuurder gezonden.

  • 2.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Artikel 10 Citeertitel

Mandaatbesluit Stichting Zuid-Hollands Landschap inzake het Openstellingsbesluit subsidie Zelfdoen Zuid-Holland 2022.

Den Haag, 6 september 2022

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,

ir. J.C. van Ginkel MCM, waarnemend secretaris

drs. J. Smit, voorzitter

Naar boven