Subsidieregeling Bos en Hout provincie Groningen

Gedeputeerde Staten van Groningen maken bekend dat zij op 30 augustus 2022, nr. A.17, team BELAKL, dossiernummer K10591 het volgende besluit hebben genomen:

 

 

Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen:

 

 

Overwegende dat:

 

  • het Landelijk de ambitie is om gemiddeld 10 % meer bos en landschapselementen aan te leggen voor het jaar 2030 en ons provinciale Programma Bos en Hout en Uitvoeringsprogramma Bos en Hout daarop aansluit;

  • het Uitvoeringsprogramma (UVP) Bos en Hout 2021-2030 tot doel heeft te gaan zorgen dat Groningen in 2030 mooier, groener, biodiverser en klimaatbestendiger is geworden en dat de landschappelijke kernkwaliteiten versterkt worden;

  • we die doelen willen bereiken door een groei van bos en houtige opstanden (o.a. bossen, lanen en erfbeplantingen) met gemiddeld 1 procent per jaar;

  • een subsidieregeling het behalen van deze doelstelling kan bevorderen.

Gelet op:

  • Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • Artikel 3, derde lid van de Kaderverordening subsidies provincie Groningen 2017;

  • De Procedureregeling subsidies provincie Groningen 2018;

Besluiten:

 

Vast te stellen:

 

Subsidieregeling Bos en Hout provincie Groningen

 

Hoofdstuk 1: Algemeen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    beplantingsplan: gedetailleerd overzicht van situering, functie, inrichting, aantallen, soorten en maten van te planten bomen en struiken

  • c.

    bosgroep: een coöperatieve vereniging van en voor eigenaren van bos- en natuurterreinen.

  • d.

    grondbewerking: hieronder wordt verstaan de handelingen die worden gericht om de bodem geschikt te maken om bomen en struiken te planten zoals spitten, gaten boren, en ploegen;

  • e.

    herplantplicht: het vanuit de Wet natuurbescherming verplichte herplanten van bos- en houtopstanden vanaf 10 are bos of 20 bomen in rijbeplanting die gekapt zijn;

  • f.

    houtsingel hoofdstructuur: samenhangende landschapsstructuur, voornamelijk bestaande uit een lijnvormig stelsel van rijen of stroken van bomen (veelal els, maar ook eik) meest ook in combinatie met struiken, die geplant zijn/worden langs kavelgrenzen en/of langs slootkanten;

  • g.

    inboeten 10%; het maximale te subsidiëren percentage van te vervangen van bomen en struiken die in het jaar na aanplant dood zijn gegaan;

  • h.

    kaderverordening: Kaderverordening subsidies provincie Groningen 2017;

  • i.

    uitvoeringsprogramma (UVP) Bos en Hout 2021-2030; op 11-11-2021 door GS vastgesteld programma voor het uitvoeren van 750 ha. bos en hout tot aan 2030. Dit UVP dient tevens als toetsingskader voor deze subsidieregeling (Bijlage UVP bij deze regeling)

  • j.

    kansenkaart Bos en Hout: indicatief kaartbeeld uit het Uitvoeringsprogramma Bos en Hout (Bijlage 1) waarop staat aangegeven waar de provincie uitbreiding van Bos en Hout wil stimuleren zoals aangegeven op Bijlage I bij deze regeling;

  • k.

    klimaatbestendiger; hiermee wordt o.a. beoogd meer CO2 op te kunnen slaan en hittestress tegen te gaan door middel van uitbreiding van bos en hout;

  • l.

    lijnvormige landschapsstructuren: landschapselementen als bomenrijen, houtsingels en- wallen, lanen en wegbeplantingen die in een rechte of gebogen lijn in het landschap voorkomen;

  • m.

    natuurorganisatie: stichting of vereniging die de belangen voor en educatie over natuur behartigt en hier tevens over adviseert;-

  • n.

    ontwerp: kaartbeeld waarop de bestaande en nieuwe inrichting van het betreffende terrein op schaal is ingetekend. Het ontwerp dient te zijn opgesteld door een deskundig persoon of -bureau op gebied van landschap en bos en bevat het volgende; een legenda, de ruimtelijke situering, de indeling en de functie van de beplanting, de voorkomende gebouwen en/of objecten, eventuele open ruimten, paden en waterpartijen. Het ontwerp is voorzien van uitleg. Een en ander is zodanig uitgewerkt dat de provincie kan beoordelen of de ontwikkeling passend is bij de doelen onder artikel 1.2 genoemd;

  • o.

    particulier: natuurlijke persoon of samenwerkingsverband van natuurlijke personen niet zijnde een kleine- middelgrote of micro-onderneming actief in de primaire landbouwproductie;

  • p.

    plantmateriaal: bomen of struiken die worden gebruikt bij nieuwe aanplant;

  • q.

    procedureregeling: Procedureregeling subsidies provincie Groningen 2018;

  • r.

    provincie: provincie Groningen

  • s.

    projectvoorstel: beschrijving van de inhoud van het voorgenomen plan, het resultaat, de werkwijze, de planning van de uitvoering en de financiering

  • t.

    streekeigen plantmateriaal: inheemse bomen en/of struiken zoals genoemd in Bijlage II bij deze Regeling die van nature in betreffende streek en type grondsoort voorkomen en worden gebruikt bij nieuwe aanplant;

  • u.

    terreinbeherende organisaties: organisaties die ten doel hebben om zorg te dragen voor bos- en natuurgebieden en deze te beheren, onderhouden en in stand te houden;

Artikel 1.2 Doel

Doel van de regeling is om in de provincie Groningen gemiddeld 1% per jaar meer bos en houtopstanden in allerlei varianten te realiseren teneinde bij te dragen aan één of meerdere van de volgende doelstellingen:

  • a.

    klimaatadaptatie en -mitigatie;

  • b.

    versterking van de ruimtelijke kwaliteit en het landschap

  • c.

    vergroten van de biodiversiteit en leefbaarheid.

Artikel 1.3 Subsidievorm

Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze regeling subsidies in de vorm van een geldbedrag.

Artikel 1.4 Openstelling

  • 1.

    Gedeputeerde Staten kunnen een of meerdere keren per jaar een openstellingsbesluit vaststellen voor het verstrekken van subsidies op grond van deze regeling.

  • 2.

    In het openstellingsbesluit, bedoeld in het eerste lid, geven Gedeputeerde Staten nadere invulling aan:

    • a.

      de doelgroep;

    • b.

      de onderdelen van deze regeling waarvoor subsidie kan worden aangevraagd;

    • c.

      het subsidieplafond;

    • d.

      de periode van openstelling;

    • e.

      het maximumbedrag waarvoor subsidie kan worden aangevraagd.

Artikel 1.5 Subsidieaanvraag

  • 1.

    De aanvrager overlegt bij de aanvraag om subsidieverlening de volgende gegevens:

    • a.

      Een beschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd, inclusief beplantingsplan, ontwerp- en beheerplan alsmede planning;

    • b.

      Een beschrijving van de doelstellingen en resultaten die met de activiteiten worden nagestreefd en hoe de activiteiten bijdragen aan het in artikel 1.2 gestelde doel. Daarbij wordt aangegeven hoe het project past binnen de Kansenkaart voor de betreffende programmalijn, het Uitvoeringsprogramma Bos en Hout en zo niet, op welke andere wijze aanleg passend in het landschap wordt geacht, zoals binnen de Houtsingel Hoofdstructuur;

    • c.

      Een begroting van de kosten voorzien van een toelichting en waarbij een opgave wordt gedaan van bij andere bestuursorganen of private organisaties of personen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan.

Artikel 1.6 Weigeringsgronden

  • 1.

    Onverminderd de artikelen 4:25 en 4:35 Awb en de artikelen 2.5 en 2.6 van de Procedureregeling wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien:

    • a.

      de aangevraagde activiteiten niet bijdragen aan het doel zoals omschreven in artikel 1.2;

    • b.

      de aangevraagde activiteiten in strijd zijn met provinciaal beleid;

    • c.

      aanleg als activiteit welke voortkomt uit herplantplicht;

    • d.

      aanleg welke voortkomt uit de maatwerkmethode bij agrarische schaalvergroting;

    • e.

      subsidie wordt aangevraagd voor bos dan wel struweel uitsluitend ten behoeve van de oogst van houtteelt of biomassa;

    • f.

      subsidie wordt aangevraagd voor beplanting met niet- inheemse, niet- streekeigen bomen en struiken zoals fruitbomen, sierheesters en - bomen.

  • 2.

    De weigeringsgrond van artikel 2.5, eerste lid onder e, van de Procedureregeling is niet van toepassing.

Artikel 1.7 Verdeelcriteria

  • 1.

    Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2.

    Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 3.

    Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting.

Artikel 1.8 Prestatieverantwoording

Gedeputeerde Staten leggen in de beschikking tot subsidieverlening vast op welke wijze de subsidieontvanger bij de aanvraag tot vaststelling aantoont dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan.

Hoofdstuk 2 Programmalijnen

Paragraaf 1 Projecten Bosaanleg

Artikel 2.1.1 Doelgroep

Subsidie kan worden aangevraagd door:

  • a.

    stichtingen of verenigingen zonder winstoogmerk;

  • b.

    waterschappen;

  • c.

    gemeenten;

  • d.

    particulieren;

  • e.

    terreinbeherende organisaties;

Artikel 2.1.2 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor de aanleg en beheer van nieuw bos en/of uitbreiding van bestaand bos in landelijk gebied en eventueel doorlopend tot in dorp of stad, als bedoeld op de Kansenkaart Bos en Hout, Programmalijn Bos en in het Uitvoeringsprogramma Bos en Hout.

Artikel 2.1.3 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 2.1.2 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    Het project bevat minimaal 1 hectare aaneengesloten bos bij de aanleg van nieuw bos of 0,5 ha bij de uitbreiding van bestaand bos;

  • b.

    Het plantmateriaal is klimaatbestendig, streekeigen en passend bij het bodemtype;

  • c.

    Met de aanplant dient te kunnen worden gestart binnen een jaar na ontvangst van de subsidiebeschikking en dient te zijn afgerond binnen twee jaar na ontvangst van de subsidiebeschikking.

  • d.

    Het meerjarig vervolgbeheer en duurzame instandhouding is aantoonbaar geregeld;

Artikel 2.1.4 Subsidiabele kosten

Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    grondbewerking;

  • b.

    plantmateriaal;

  • c.

    inplanten van het plantmateriaal;

  • d.

    inboeten 10%;

  • e.

    onderhoudskosten van de aanplant gedurende de eerste vijf jaren na aanplant;

  • f.

    ontwerp en beplantingsplan;

  • g.

    bodemonderzoek voor zover dat nodig is voor een goed beplantingsplan.

Artikel 2.1.5 Niet subsidiabele kosten

Onverminderd artikel 1.5 van de Procedureregeling komen de volgende kosten in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    grondaankoop ten behoeve van aanleg;

  • b.

    het opstellen van een begroting;

  • c.

    het opstellen van een projectvoorstel;

  • d.

    opstellen van beheerplan.

Artikel 2.1.6 Subsidiehoogte

  • 1.

    De subsidie bedraagt maximaal 100% voor de subsidiabele kosten genoemd in artikel 2.1.4 sub a tot en met f.

  • 2.

    De kosten genoemd onder artikel 2.1.4. sub f bedragen maximaal 10% van de totale subsidiabele kosten met een maximum van € 2500,-

  • 3.

    De subsidie voor de subsidiabele kosten bedoeld in artikel 2.1.4 onder g bedraagt maximaal 40%.

 

Paragraaf 2 Projecten Lijnen in landschap

Artikel 2.2.1 Doelgroep

Subsidie kan worden aangevraagd door:

  • a.

    stichtingen of verenigingen zonder winstoogmerk;

  • b.

    waterschappen

  • c.

    gemeenten

  • d.

    particulieren

  • e.

    terreinbeherende organisaties

Artikel 2.2.2 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor het uitbreiden of nieuw aanplanten van samenhangende, lijnvormige landschapsstructuren in het landelijk gebied en eventueel doorlopend tot in dorp of stad, als bedoeld op de Kansenkaart Bos en Hout, Programmalijn Lijnen in het landschap en in het Uitvoeringsprogramma Bos en Hout.

Artikel 2.2.3 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 2.2.2 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    De aan te planten en te beheren lijnvormige begroeiing is totaal minimaal 0,1 ha. groot, is maximaal 20 meter breed en ten minste 50 meter lang in geval van aanplant met bosplantsoen en/of bevat ten minste 22 bomen van minimaal de maat 10/12 cm. met een minimale plantafstand van 7.50 meter;

  • b.

    Het plantmateriaal streekeigen is en passend bij het bodemtype;

  • c.

    Het meerjarig vervolgbeheer en duurzame instandhouding is aantoonbaar geregeld;

Artikel 2.2.4 Subsidiabele kosten

Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    grondbewerking;

  • b.

    plantmateriaal;

  • c.

    inplanten van het plantmateriaal;

  • d.

    inboeten 10%;

  • e.

    onderhoudskosten van de aanplant gedurende de eerste vijf jaren na aanplant;

  • f.

    ontwerp en beplantingsplan;

  • g.

    bodemonderzoek dat nodig is voor een goed beplantingsplan.

Artikel 2.2.5 Niet subsidiabele kosten

Onverminderd artikel 1.5 van de Procedureregeling komen de volgende kosten in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:

  • e.

    grondaankoop ten behoeve van aanleg;

  • f.

    het opstellen van een begroting;

  • g.

    het opstellen van een projectvoorstel;

  • h.

    opstellen van beheerplan.

Artikel 2.2.6 Subsidiehoogte

  • 1.

    De subsidie bedraagt maximaal 100% voor de subsidiabele kosten genoemd in artikel 2.2.4 sub a tot en met f.

  • 2.

    De kosten genoemd onder artikel 2.2.4. sub f bedragen maximaal 10% van de totale subsidiabele kosten met een maximum van € 2500,-

  • 3.

    De subsidie voor de subsidiabele kosten bedoeld in artikel 2.2.4 onder g bedraagt maximaal 40%;

 

Paragraaf 3 Projecten Vergroening erven

Artikel 2.3.1 Doelgroep

Subsidie kan worden aangevraagd door:

  • a.

    stichtingen of verenigingen zonder winstoogmerk;

  • b.

    gemeenten;

Artikel 2.3.2 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor het uitbreiden of nieuw aanplanten met bomen, lanen, bossingels en struiken (of een mix daarvan) van erven in het landelijk gebied, als bedoeld op de Kansenkaart Bos en Hout, programmalijn Vergroenen Erven en in het Uitvoeringsprogramma Bos en Hout;

Artikel 2.3.3 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 2.3.2 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    Het project bevat minimaal 5erven welke gelegen zijn buiten de bebouwde kom;

  • b.

    Er per erf minimaal 5 bomen van minimaal de maat 10/12 cm. of een vergelijkbare oppervlakte bossingels en/of struiken worden geplant;

  • c.

    Het plantmateriaal streekeigen is en passend bij het bodemtype;

  • d.

    Het meerjarig vervolgbeheer en duurzame instandhouding aantoonbaar geregeld is.

Artikel 2.3.4 Subsidiabele kosten

Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    grondbewerking;

  • b.

    plantmateriaal;

  • c.

    inplanten van het plantmateriaal;

  • d.

    inboeten 10%;

  • e.

    ontwerp en beplantingsplan.

Artikel 2.3.5 Niet subsidiabele kosten

Onverminderd artikel 1.5 van de Procedureregeling komen de volgende kosten in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    grondaankoop ten behoeve van aanleg;

  • b.

    het opstellen van een begroting;

  • c.

    het opstellen van een projectvoorstel;

  • d.

    opstellen van beheerplan;

  • e.

    het beheer van de erfbeplanting

Artikel 2.3.6 Subsidiehoogte

  • 1.

    De hoogte van de subsidie zoals bedoeld in artikel 2.3.4 bedraagt maximaal 70% van de subsidiabele kosten.

  • 2.

    De kosten genoemd onder artikel 2.3.4. sub e bedragen maximaal 10% van de totale subsidiabele kosten.

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 3.1 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking in het Provinciaal Blad.

Artikel 3.2 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Bos & Hout provincie Groningen.

 

Groningen, 30 augustus 2022

Gedeputeerde Staten voornoemd:

F.J. Paas, voorzitter.

J. Schrikkema, secretaris.

Toelichting behorende bij de Subsidieregeling Bos en Hout Groningen

Algemeen

Deze subsidieregeling is vastgesteld op grond van de Kaderverordening subsidies provincie Groningen 2017 (Kaderverordening) en de Procedureregeling subsidies Groningen (Procedureregeling). Dit betekent dat een aantal aspecten van de verstrekking van subsidies niet in de subsidieregeling zijn vastgelegd, maar in de Kaderverordening en Procedureregeling. In de Procedureregeling staat onder meer waar de aanvraag moet worden ingediend, wat de beslistermijnen zijn voor Gedeputeerde Staten en algemene verplichtingen voor de subsidieontvanger, zoals de meldingsplicht.

Voor een goed begrip van deze subsidieregeling is dus bestudering van de Kaderverordening en Procedureregeling noodzakelijk. Ook de Algemene wet bestuursrecht bevat algemene bepalingen die onverkort van toepassing zijn op subsidies, verstrekt op grond van deze subsidieregeling.

 

Voor een meer gedetailleerde inhoudelijke toelichting op de programmalijnen van Bos en Hout wordt verwezen naar het Uitvoeringsprogramma Bos en Hout dat samen met de regeling is gepubliceerd.

Bijlage 1  

 

Naar boven