Besluit van provinciale staten van Zeeland houdende wijziging van de Verordening rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers Provincie Zeeland 2019

Besluit van provinciale staten van 22 juli 2022, kenmerk 142271, houdende wijziging van de Verordening rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers Provincie Zeeland 2019.

 

Provinciale staten van Zeeland,

  • gelezen het voorstel van gedeputeerde staten van 17 mei 2022 met kenmerk 142271;

  • overwegende dat de behoefte bestaat een hogere vergoeding te kunnen vaststellen voor commissieleden die op grond van hun bijzondere beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van de commissie dan wel voor commissieleden voor wie de vergoeding ex artikel 2.4.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers niet geacht kan worden in redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van de taak en de omvang van de te verrichten werkzaamheden;

  • dat provinciale staten bij verordening kunnen bepalen dat de vergoeding voor het bijwonen van een vergadering van een commissie naar boven afwijkt van het bedrag als bedoeld in artikel 2.4.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;

  • dat de vigerende Verordening rechtspositie politieke ambtsdragers thans niet in deze mogelijkheid voorziet;

  • dat de vigerende Verordening rechtspositie politieke ambtsdragers Provincie Zeeland 2019 moet worden aangepast zodat in voorkomende gevallen het bepalen van een hogere vergoeding rechtmatig kan geschieden;

  • gelet op artikel 143 Provinciewet, de artikelen 2.4.1 en 2.4.2 van het Besluit rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers;

  • gezien het advies van de Commissie Bestuur van 1 juli 2022.

Besluiten de Verordening rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers Provincie Zeeland 2019 te wijzigen als volgt:

 

Artikel I  

A

Na Hoofdstuk 2 Voorzieningen voor statenleden wordt een nieuw Hoofdstuk 3 ingevoegd met als opschrift: Hoofdstuk 3 Voorzieningen voor commissieleden.

 

B

De bestaande hoofdstukken Hoofdstuk 3 Voorzieningen voor de commissaris van de Koning, Hoofdstuk 4 Voorzieningen voor gedeputeerde, Hoofdstuk 5 Gemeenschappelijke voorzieningen, Hoofdstuk 6 De procedure van declaratie en betaling, en Hoofdstuk 7 Slotbepalingen, worden vernummerd tot de nieuwe hoofdstukken: Hoofdstuk 4 Voorzieningen voor de commissaris van de Koning, Hoofdstuk 5 Voorzieningen voor gedeputeerde, Hoofdstuk 6 Gemeenschappelijke voorzieningen, Hoofdstuk 7 De procedure van declaratie en betaling, en Hoofdstuk 8 Slotbepalingen.

 

C

Na artikel 4 wordt in het nieuwe Hoofdstuk 3 Voorzieningen voor commissieleden een nieuw artikel 5 ingevoegd dat komt te luiden als volgt:

 

Artikel 5 Hogere vergoeding commissielid

  • 1.

    De vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie bedraagt maximaal 300% van het in artikel 2.4.1, eerste lid, van het Besluit vermelde bedrag indien:

    a. een commissielid op grond van zijn bijzondere beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van de commissie voor deelneming aan haar werkzaamheden is aangetrokken;

     

    en/of

     

    b. indien de vergoeding niet geacht kan worden in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van de taak en de omvang van de door het commissielid te verrichten arbeid.

     

  • 2.

    Het percentage wordt met inachtneming van het bepaalde in het eerste lid in het afzonderlijk instellingsbesluit of (commissie)reglement door provinciale staten respectievelijk door gedeputeerde staten bepaald.

     

  • 3.

    Indien en voor zover het percentage als bedoeld in het eerste lid niet toereikend blijkt te zijn, kunnen provinciale staten van dat percentage afwijken als de concrete omstandigheden van het geval dat rechtvaardigen.

D

De bestaande artikelen 5 tot en met 16 worden vernummerd tot de artikelen 6 tot en met 17.

 

Artikel II Inwerkingtreding

 

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 28 maart 2019.

 

Artikel II  

 

Deze verordening wordt aangehaald als de Wijzigingsverordening Verordening rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers Provincie Zeeland 2019.

 

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van provinciale staten van 22 juli 2022.

Drs. J.M.M. Polman, voorzitter

Drs. F.J. van Houwelingen MPA, griffier

Naar boven