Provinciaal blad van Utrecht
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Utrecht | Provinciaal blad 2022, 10444 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Utrecht | Provinciaal blad 2022, 10444 | ander besluit van algemene strekking |
Openstellingsbesluit POP3 Fysieke investeringen voor de bredere uitrol van innovaties en modernisering in de agrarische sector provincie Utrecht 2022
Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht;
Gelet op artikel 1.3, 1.4 en paragraaf 2 van hoofdstuk 2 van de Verordening subsidies POP3 2014-2020 Provincie Utrecht (hierna: de Verordening);
Gedeputeerde Staten met dit openstellingsbesluit beogen bij te dragen aan de bredere uitrol van innovaties en modernisering in de agrarische sector ten behoeve van gestelde doelen in het Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3), het provinciaal meerjarenprogramma voor het landelijk gebied, Agenda Vitaal Platteland (AVP), de Landbouwvisie (2018) en de Samenwerkingsagenda Landbouw (2019);
In aanvulling op de definities in artikel 1.1 van de Verordening wordt in dit openstellingsbesluit verstaan onder:
Artikel 2 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor fysieke investeringen die geplaatst en gebruikt worden in de provincie Utrecht. Als uitwerking van artikel 2.2.1. van de Verordening wordt alleen subsidie verstrekt voor de fysieke investeringen genoemd in de investeringslijst in Bijlage 1 bij dit openstellingbesluit en voor de daarin genoemde subsidiabele activiteit.
In aanvulling op artikel 2.2.4. van de Verordening, bedraagt de te verstrekken subsidie voor een activiteit als omschreven in artikel 2 van dit openstellingsbesluit minimaal €10.000 per aanvraag, maximaal €100.000 per deelnemer en maximaal €500.000 per aanvraag.
Onverminderd het bepaalde in artikel 1.23 van de Verordening wordt maximaal 1 keer per jaar een voorschot verleend op basis van realisatie.
In afwijking van artikel 1.27 van de Verordening is de subsidieontvanger verplicht de aanvraag tot subsidievaststelling binnen twee jaar na datum subsidiebeschikking of, indien dat eerder is, uiterlijk op 1 april 2025 in te dienen.
Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van Utrecht van 23 augustus 2022.
Gedeputeerde Staten van Utrecht
Voorzitter,
mr. J.H. Oosters
Secretaris,
mr. drs. A.G. Knol-van Leeuwen
Toelichting bij het Openstellingsbesluit
1. Inleiding: transitie van de landbouw
In het kader van het Europese Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3) heeft de provincie Utrecht de mogelijkheid om maatregelen open te stellen voor het indienen van projectvoorstellen die voor een EU-subsidie in het kader van het POP3 in aanmerking kunnen komen.
Om de internationale concurrentiepositie van de Nederlandse landbouw te handhaven en te versterken en tegelijkertijd te voldoen aan de (inter)nationale milieuwetgeving is een blijvende investering in innovatie en modernisering van de landbouw noodzakelijk. Dit ook om de beoogde transitie van de landbouw verder door te zetten. Door deze investeringen kan bij de transitie naar een duurzame landbouw de concurrentiekracht van de sector in stand worden gehouden en waar mogelijk verhoogd.
Met de regeling fysieke investeringen voor transitie van agrarische ondernemingen wil de provincie Utrecht agrariërs uitdagen om met investeringsprojecten te komen die een meerwaarde bieden voor de ontwikkeling van hun bedrijf en een bijdrage leveren aan: circulaire landbouw1, natuurinclusieve landbouw2 en klimaatneutrale landbouw3, een en ander conform de transitiedoelen van de Landbouwvisie 2018. Bovendien kunnen ze bijdragen aan de uitdagingen van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). Het NPLG brengt de opgaven op het gebied van water, natuur, stikstof en klimaat samen en zorgt voor een gecombineerde aanpak voor een vitaal landelijk gebied.
Een belangrijke boodschap uit de Kamerbrief over perspectief voor agrarische ondernemers van minister Staghouwer is dat de landbouw toekomst heeft in ons land, maar dat die landbouw er fundamenteel anders uit zal zien dan nu. Toekomst is er niet als geen rekening wordt gehouden met de impact van klimaatverandering en als de productie leidt tot uitputting van de bodem en het grond- en oppervlaktewater, of degradatie van ecosystemen. Omgekeerd is het zo dat een krachtige landbouwsector, die economisch sterk genoeg is om de omslag naar de kringlooplandbouw te maken, een voorwaarde en een deel van de oplossing is voor het realiseren van de natuur- en milieudoelen. De landbouw is niet alleen onmisbaar door voedselproductie, maar voorziet de samenleving ook van manieren om biodiversiteit te versterken, koolstof vast te leggen, het water vast te houden, de landschappelijke kwaliteit, de culturele identiteit en ons erfgoed recht te doen, en een gezonde leefomgeving voor mens en dier te bieden. Het is daarom ook van belang dat agrariërs de gelegenheid wordt geboden om de benodigde transities zelf mede vorm te geven.
Transitie kan grofweg worden verdeeld in landschappelijke innovatie (extensiveren), technische innovatie of omschakelen naar nieuwe producten of diensten. We zetten met deze openstelling in op maatregelen die in deze drie transitieroutes passen. We denken dat de subsidiabele investeringen bestaan uit zogenaamde no-regret maatregelen of maatregelen die niet lijden tot een lock-in effect. Daarmee bedoelen we dat ongeacht de invulling van de gebiedsplannen en het NPLG, deze positieve investeringen zijn.
Het innovatieve karakter van investeringen kan in sommige gevallen aanleiding zijn voor extra stimulering. Deze regeling zet in op de bredere uitrol van innovaties en modernisering bij een grotere groep landbouwondernemers. Wat de bredere uitrol van innovaties betreft is gekozen voor een investeringslijst waarmee bewezen innovaties gerangschikt zijn en waarop een brede groep aanvragers een subsidieverzoek kan indienen.
Als basis van de investeringslijst is gekeken naar het Economisch Herstelfonds (EHF) – Subsidie voor groen-economisch herstel landbouw. In deze openstelling gaat het om de categorieën ‘Duurzame bedrijfsvoering’ en ‘Natuurinclusieve landbouw en Kringlooplandbouw’.
De lijst van investeringen draagt bij aan de volgende POP3-thema’s uit artikel 2.2.1 lid 2 van Verordening Subsidies POP3:
Verschuiving van de bestaande kostenreductiestrategie naar een meerwaarde strategie, met nieuwe marktconcepten, nieuwe verdienmodellen of meerwaardecreatie;
Het doel is om ondernemers te stimuleren nieuwe verdienmodellen te ontwikkelen en de omschakeling naar nieuwe vormen van gecertificeerde teelten met specifieke kwaliteitskenmerken zoals streekproducten of biologisch te realiseren. Het moeten investeringen zijn die de transitie van de landbouw, zoals hierboven beschreven, bevorderen.
Maatregelen die leiden tot een geringer grondstoffengebruik en een gesloten kringloop, met als resultaat een emissievermindering van milieubelastende stoffen naar bodem, lucht en grond- en oppervlaktewater (zoals broeikasgassen, ammoniak, nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen) en minder uitputting van hulpbronnen en grondstoffen (zoals water, fosfaat en bodemvruchtbaarheid);
Het doel is om bovenwettelijke investeringen te stimuleren die emissies beperken en om het gebruik van grondstoffen op het bedrijf te beperken door toepassing van kringlooplandbouw zodat uiteindelijk EU-waterkwaliteitsdoelen kunnen worden gehaald. Emissievermindering speelt in alle sectoren, zoals de veehouderij en de fruitteelt. Het thema past goed in de provinciale ambitie op het gebied van duurzaamheid, waaronder circulaire economie. Er kan gedacht worden aan het opnieuw gebruiken van organische reststromen voor biobased toepassingen.
Klimaatadaptatie (door het tegengaan van dan wel het verminderen van de effecten van grotere watertekorten en -overschotten en toenemende verzilting);
Het doel is het watersysteem en het waterbeheer meer robuust te maken. Door water op te vangen of vast te houden kan bij droogte langer gebruik worden gemaakt van het opgevangen water en kan bij piekneerslag wateroverlast worden voorkomen. Het vasthouden van water in de bodem door een hoger organische stofgehalte draagt bij aan deze doelen en is gunstig voor de gewasgroei in droge tijden.
Met dit openstellingsbesluit wordt aan de realisatie van bovenstaande doelstellingen invulling gegeven.
Artikelsgewijze toelichting van het openstellingsbesluit
Artikel 2 Subsidiabele activiteiten
Deze investeringsregeling is gericht op investeringen in bewezen innovaties. Deze zijn opgenomen in een investeringslijst in bijlage 1.
Per investering zijn de volgende kosten subsidiabel:
kosten van koop of huurkoop van nieuwe machines en installaties tot maximaal de marktwaarde van de activa;
Onder c kunnen kosten voor bijvoorbeeld bedrijfsmiddelen worden opgevoerd, zoals nieuwe landbouwmachines en installaties. De aanschaf van de bedrijfsmiddelen moet gericht zijn op het blijvend gebruik ervan door de eindbegunstigde van subsidie. De volledige aan- of huurkoopwaarde is subsidiabel tot ten hoogste de marktwaarde van het bedrijfsmiddel die aantoonbaar de marktwaarde niet overstijgt.
kosten van adviseurs en ingenieurs voor het bedrijfsklaar maken of installeren van de investering;
Onder d worden kosten bedoeld voor bijvoorbeeld het configureren van machines of het inregelen van software. De kosten zijn subsidiabel voor zover die aantoonbaar met het gebruiksklaar maken van de investering te maken hebben. Kosten voor bijvoorbeeld vergunningen zijn niet subsidiabel.
kosten van koop van tweedehands machines en installaties tot maximaal de marktwaarde van de activa.
Kosten van de koop van tweedehands machines en installaties zijn subsidiabel tot ten hoogste de marktwaarde van het bedrijfsmiddel. In het format projectplan behorend bij de regeling is een rekenmethode opgenomen voor de onderbouwing van het begrote bedrag. Deze onderbouwing kan gebaseerd worden op bouwjaar, economische levensduur, nieuwprijs, aanschafjaar en begroot bedrag.
Subsidiabele kosten als bedoeld in artikel 1.12, eerste lid van de Verordening, bestaan slechts uit het kostentype ‘kosten derden’. Hiermee wordt bedoeld kosten waarvoor een factuur of document met gelijkwaardige bewijskracht kan worden overgelegd. Personeelskosten, bijdragen in natura, onbetaalde eigen arbeid en afschrijvingskosten zijn niet subsidiabel.
Voorbereidingskosten die voorafgaan aan het moment van indienen zijn gemaakt zijn niet subsidiabel.
De kosten zoals begroot voor de investeringen en die als subsidiabel beoordeeld worden, kunnen voor maximaal 40% gesubsidieerd worden. De ondergrens van een aanvraag bedraagt €10.000 aan subsidie. Deze ondergrens moet worden gehaald op het moment van de subsidieverlening op basis van de subsidiabele kosten. Het kan zijn dat er €15.000 wordt aangevraagd, maar dat hiervan slechts €9.000 aan subsidie overblijft na beoordeling van de aanvraag. In dat geval wordt de subsidie niet verleend. De maximum subsidie is €100.000 per deelnemer en €500.000 voor een groep van landbouwers. Door in een groep van landbouwers een aanvraag in te dienen voor de wat kleinere investeringscategorieën biedt deze openstelling de mogelijkheid om de drempel van €10.000 subsidie per aanvraag te bereiken.
Bij de maatregelen D1 en D2 (mestopslag en mestaanwending) is alleen de meerprijs ten opzichte van de verplichte opslag van zeven maanden subsidiabel. Aan te leveren onderbouwing bij aanvraag:
Aan te leveren onderbouwing bij vaststelling:
Wanneer u na realisatie van uw investering het verzoek tot definitieve vaststelling van het subsidiebedrag indient, zal het definitieve subsidiebedrag worden berekend op basis van het werkelijke aantal dieren in uw volledige bedrijf, zoals blijkt uit uw mestboekhouding op het moment van indiening van uw verzoek tot vaststelling. Deze documenten dient u mee te leveren met uw verzoek tot subsidievaststelling na realisatie van uw investering.
Subsidie wordt verstrekt aan investeringen zoals deze zijn opgenomen in de investeringslijst in bijlage 1.
Op de investeringslijst zijn investeringen opgenomen die voldoen aan de minimale bijdrage aan de doelen voor innovatie en modernisering, zodat het niet nodig is een minimumscore op te nemen. De score per investeringscategorie is bepaald op basis van de mate waarin de investering bijdraagt aan innovatie en modernisering en de beleidsmatige voorkeur van de provincie Utrecht. Daarbij ligt de nadruk op transitie van de landbouw zoals die in de inleiding beschreven is.
Indien een aanvraag namens een groep landbouwers wordt gedaan, dan wordt een extra punt toegekend.
Alle ingediende, ontvankelijke aanvragen worden gerangschikt op de score van de investeringen. Indien een aanvraag uit meerdere investeringen bestaat wordt de score bepaald op basis van de gemiddelde score. Dit wil zeggen dat de score van de individuele investeringen bij elkaar worden opgeteld en gedeeld door het aantal investeringen.
Indien aanvragen voor subsidie op gelijke plaats zijn gerangschikt en honorering van de aanvragen zou leiden tot een overschrijding van het subsidieplafond, kunnen Gedeputeerde Staten besluiten het subsidieplafond op te hogen. Indien twee of meer aanvragen eenzelfde plaats in de rangschikking hebben en de som van de te verlenen subsidiebedragen overstijgt het subsidieplafond, dan wordt door middel van loting bepaald welke aanvraag of aanvragen gehonoreerd worden.
Uitsluitend landbouwers en groepen van landbouwers kunnen een aanvraag voor subsidie indienen. Groepen van landbouwers zijn samenwerkingsverbanden van landbouwers zonder rechtspersoonlijkheid. Dit betekent dat er een penvoerder aangewezen moet worden. Dit kan een gemachtigde zijn namens het samenwerkingsverband. Door samen te werken kunnen kleinere individuele investeringen van landbouwers gebundeld worden waardoor sneller aan de voorwaarde van het minimumbedrag van €10.000 subsidie (40% van €25.000 totale kosten) voldaan kan worden. Bij een aanvraag door groepen van landbouwers gelden de volgende voorwaarden, conform artikel 1.6 uit de Verordening subsidies POP3.
Een aanvraag wordt ingediend voor investeringen uit de investeringslijst (bijlage 1). Een aanvrager mag meerdere investeringen (tot een maximum van 3) opgeven uit de betreffende lijst. In het geval een landbouwer een aanvraag indient voor een bepaalde investering als individuele ondernemer en tevens dezelfde investering indient als onderdeel van een samenwerkingsverband (groep van landbouwers), dan wordt de subsidie geweigerd voor dat gedeelte van de aanvraag die de ondernemer heeft ingediend als individuele ondernemer. Het gevolg kan zijn dat de aanvraag volledig wordt geweigerd als daarmee de ondergrens van €10.000 niet wordt gehaald.
De aanvrager mag maximaal 1 keer per jaar een betalingsverzoek indienen (aanvraag voorschot op basis van realisatie). Omdat de aanvrager al verplicht is, op basis van artikel 1.17 van Verordening subsidies POP3, 1 keer per jaar een voortgangsverslag in te dienen is het aan te bevelen om dit te combineren. Een aanvraag om een voorschot voorafgaand aan de realisatie is niet mogelijk. Met realisatie wordt bedoeld dat de kosten ook daadwerkelijk gemaakt en betaald zijn en dit aangetoond kan worden met facturen en betaalbewijzen.
De POP3 periode is met twee jaar verlengd (POP3+) en loopt tot eind 2023. De periode voor de vaststelling van de subsidie was in eerdere openstellingen drie jaar, maar dat is nu twee jaar. Uiterlijk op 1 april 2025 moet alles zijn ingediend en is er geen uitstel meer mogelijk.
Onverminderd het gestelde onder artikel 1.7 van de Verordening subsidies POP3 geldt dat aanvragen kunnen worden ingediend via een digitaal loket, het POP3 webportal (https://www.pop3-webportal.nl/). Aanvragen worden ingediend met gebruikmaking van een volledig ingevuld format projectplan, vergezeld van de van toepassing zijnde bijlagen. Hiervoor dienen door de provincie Utrecht verstrekte vaste formats te worden gebruikt. Alle formats behorend bij deze openstelling zijn terug te vinden op de website van de provincie Utrecht.
U kunt tot en met vrijdag 14 oktober 2022 vragen stellen over de openstelling via het e-mailadres subsidies@provincie-utrecht.nl. De antwoorden op de geanonimiseerde vragen zijn uiterlijk 18 oktober 2022 beschikbaar via de website van de provincie Utrecht.
Aanvragen worden eerst beoordeeld op ontvankelijkheid en vervolgens aan de hand van de scores gerangschikt. Op basis van de rangschikking neemt het college van Gedeputeerde Staten een besluit. Alle aanvragers ontvangen binnen 22 weken na sluiting van de openstellingsperiode een beschikkingsbrief.
Bijlage 1. Investeringslijst Openstellingsbesluit POP3 Fysieke investeringen voor de bredere uitrol van innovaties en modernisering in de agrarische sector provincie Utrecht 2022
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2022-10444.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.