Verkeersbesluit, instellen (brom)fietsverbod N855 tussen hm 1.15 en hm 4.5

Kenmerk 202201989-01010119

Bevoegdheid

Op grond van artikel 18, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994 is Gedeputeerde Staten bevoegd dit verkeersbesluit te nemen. Het betreft namelijk verkeer op wegen onder beheer van de provincie Drenthe.

 

Overwegingen ten aanzien van het besluit

Krachtens artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 dient er een verkeersbesluit te worden genomen voor de plaatsing van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer opgenomen verkeerstekens, evenals voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.

De in dit verkeersbesluit genoemde verkeersmaatregelen strekken tot de in artikel 2, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 genoemde volgende belangen:

- het verzekeren van de veiligheid op de weg;

- het beschermen van weggebruikers en passagiers;

- het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

- het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer.

 

Belangenafweging

De provinciale weg N855 is een gebiedsontsluitingsweg en ontsluit meerdere dorpen op de A28. Op het weggedeelte van de N855 tussen hm 1.15 en hm 4.5 ligt geen vrij liggend fiets/bromfietspad direct naast de weg. Van dit deel van de N855 maken ongeveer 5.000 motorvoertuigen per etmaal gebruik. Momenteel maken (brom)fietsers gebruik van de hoofdrijbaan van de N855. Uit tellingen (uitgevoerd in november 2019) is gebleken dat op een weekdag gemiddeld 20 fietsers gebruik maken van de hoofdrijbaan van de N855 tussen hm 1.15 en hm 4.5. Op de N855 tussen hm 1.3 en hm 4.3 geldt een maximum snelheid van 80 km/uur.

Ter bevordering van de verkeersveiligheid wil de provincie Drenthe een fietsverbod instellen op het gedeelte van de N855 tussen hm 1.15 en hm 4.5. Allereerst vanwege de grote snelheidsverschillen tussen het (brom)fietsverkeer en het gemotoriseerd verkeer is het onwenselijk dat (brom)fietsverkeer gebruik maakt van de hoofdrijbaan. Maar ook is de inrichting van dit wegdeel niet van dien aard dat bestuurders van motorvoertuigen op dit wegdeel (brom)fietsersverkeer verwachten. Vanuit meerdere partijen is tevens aangegeven dat het onwenselijk en verkeersonveilig is dat (brom)fietsverkeer gebruik maakt van de hoofdrijbaan van de N855 tussen hm 1.15 en hm 4.5 en is de provincie verzocht om de huidige situatie niet langer in stand te houden.

De provincie wil op grond van voornoemde deze verkeersonveilige situatie opheffen, door een (brom)fietsverbod in te stellen op de N855 tussen hm 1.15 en hm 4.5. Met het instellen van een (brom)fietsverbod op dit wegdeel voldoet de provincie tevens aan de richtlijnen van het CROW, wat betreft inrichting van gebiedsontsluitingswegen.

Het (brom)fietsverkeer zal na het instellen van het (brom)fietsverbod gebruik maken van het bestaande fiets/bromfietspad (Commissaris Cramerpad – Lheebroekerzandweg). De route via het bestaande fiets/bromfietspad is weliswaar 500 meter langer, maar doordat het (brom)fietsverkeer geen gebruik meer maakt van de hoofdrijbaan van de N855, zal het instellen van een (brom)fietsverbod bijdragen aan de verkeersveiligheid voor het (brom)fietsverkeer en het gemotoriseerd verkeer.

 

 

 

 

Overleg

Zoals is bepaald in artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer is er overleg geweest met de (gemachtigde van de) korpschef van de nationale politie.

Zoals is bepaald in artikel 25 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer is er overleg geweest met de gemeente Westerveld.

Besluit

Op grond van voorgaande overwegingen is Gedeputeerde Staten van de provincie Drenthe tot het besluit gekomen om:

  • 1.

    Voor al het overige de vigerende verkeersbesluiten in stand te laten.

  • 2.

    Door plaatsing van borden C15 van bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990), een geslotenverklaring in te stellen voor fietsen, bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen op de N855 tussen hm 1.15 en hm 4.5.

Gedeputeerde Staten van Drenthe,

namens dezen,  

 

mevrouw drs. M.S.B. Joustra,

teammanager Verkeer en Vervoer a.i.

 

Bezwaar

Bent u het niet eens met dit besluit, dan kunt u binnen zes weken na de dag van bekendmaking ervan hiertegen een bezwaarschrift indienen bij het college van Gedeputeerde Staten van Drenthe. De dag van bekendmaking is de dagtekening van het besluit. Voor meer informatie over het indienen van een bezwaarschrift verwijzen wij u naar: www.provincie.drenthe.nl/bezwaarprocedure

Naar boven