Provinciaal blad van Groningen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Groningen | Provinciaal blad 2021, 9791 | delegatie- of mandaatbesluit |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Groningen | Provinciaal blad 2021, 9791 | delegatie- of mandaatbesluit |
Mandaatbesluit provincie Groningen 2022
Gedeputeerde Staten van Groningen maken bekend dat zij op 12 oktober 2021, afdeling BJC, dossiernummer K11882 het volgende besluit hebben genomen:
Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen:
Gelet op de Provinciewet, de Algemene wet bestuursrecht, het Burgerlijk Wetboek en de Regeling ambtelijke organisatie provincie Groningen 2022;
Vast te stellen het Mandaatbesluit provincie Groningen 2022 luidende als volgt:
In afwijking van het eerste lid, aanhef en onder j, k en l, is artikel 2 van toepassing op:
besluiten op subsidieaanvragen of besluiten tot verstrekking van een lening of garantie in het kader van de publieke taak, waarbij de ontvanger en het maximaal te verstrekken bedrag reeds zijn opgenomen in de begroting, een door Provinciale Staten dan wel Gedeputeerde Staten vastgesteld programma of andersoortig besluit van Provinciale Staten dan wel Gedeputeerde Staten en het besluit op de subsidieaanvraag of het besluit tot verstrekking van de subsidie, lening of garantie binnen die kaders blijft;
Groningen, 12 oktober 2021
Gedeputeerde Staten voornoemd:
F.J. Paas, voorzitter.
J. Schrikkema, secretaris.
TOELICHTING bij het Mandaatbesluit provincie Groningen 2022
Met het mandaatbesluit provincie Groningen 2022 wordt het mandaatbesluit provincie Groningen 2018 aangepast aan de nieuwe organisatiestructuur, die is vastgelegd in het Besluit ambtelijke organisatie provincie Groningen 2022. Het besluit voorziet in mandaat aan directeuren, domeinleiders en teamleiders. Voor wat betreft de omvang van het mandaat wijkt het mandaatbesluit op een enkel punt na niet af van het Mandaatbesluit provincie Groningen 2018.
Uitgangspunt: mandaat en machtiging, tenzij (artikel 2)
Het Mandaatbesluit provincie Groningen 2022 gebaseerd op de volgende uitgangspunten: enerzijds een maximale mandaatverlening aan de ambtelijke organisatie, anderzijds de beperkingen daarop wanneer het gaat om de vaststelling van beleid of beleidsstukken; wanneer er een risico bestaat voor de integriteit en belangenverstrengeling dan wel de schijn daarvan, of wanneer de financiële, juridische of bestuurlijke en maatschappelijke verhoudingen risico’s opleveren. En daarnaast het behoud van de mogelijkheid voor bestuurders om te sturen in gevoelige vraagstukken.
Voor het gebruik van verleende mandaten wordt een aantal gebruiksregels vastgesteld; ook al om te zorgen dat de sturende taak van het bestuur op de besluitvorming gewaarborgd blijft.
Niet voor alle besluiten kan mandaat worden verleend; in artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht is vastgelegd dat geen mandaat kan worden gegeven voor de uitoefening van de bevoegdheid tot het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften, van besluiten waarvoor een versterkte meerderheid bij besluitvorming door Gedeputeerde Staten zelf geldt en van besluiten tot vernietiging van of onthouding van goedkeuring aan besluiten van andere bestuursorganen. Ook is mandaat uitgesloten voor het nemen van besluiten op bezwaar dan wel tot het doorzenden van een bezwaarschrift aan de rechtbank, indien de mandaathouder tevens mandaathouder is voor het nemen van het besluit waartegen het bezwaar is gericht (het primaire besluit); en voor besluiten tot het opleggen van een bestuurlijke boete nadat van de beboete overtreding proces-verbaal is opgemaakt.
Naast de hierboven vermelde wettelijke uitsluitingen van mandaatverlening zijn in het voorliggende mandaatbesluit ook de besluiten of andere handelingen die in artikel 3 zijn vermeld uitgezonderd. Dat zijn:
het verstrekken van informatie aan de leden van Provinciale Staten anders dan op uitdrukkelijk verzoek of met uitdrukkelijke instemming van het door Gedeputeerde Staten aangewezen lid van Gedeputeerde Staten; hieronder valt onder meer de beantwoording van schriftelijke vragen van leden van Provinciale Staten en de toezending van schriftelijke informatie aan die leden. De beantwoording van technische vragen valt niet onder deze uitzondering.
besluiten tot vaststelling van besluiten van algemene strekking. Deze uitzondering is ruimer dan de eerder vermelde uitzondering voor de vaststelling van algemeen verbindende voorschriften. Besluiten van algemene strekking bevatten niet steeds algemeen verbindende voorschriften, maar kunnen ook beperkt zijn tot de invulling van algemeen verbindende voorschriften op bepaalde onderdelen, bijvoorbeeld de bepaling van het gebied waarin het algemeen verbindende voorschrift van toepassing is; of de vaststelling van het percentage van bepaalde kostensoorten dat bij de berekening van subsidiabele kosten mag worden meegerekend. Besluiten van algemene strekking geven invulling aan een elders geformuleerde norm en bevatten dus zelf geen zelfstandige normstellingen. Besluiten van algemene strekking zijn evenwel zozeer beleidsmatig van aard dat die besluiten in het algemeen niet in mandaat kunnen worden vastgesteld.
besluiten tot het aangaan van bestuursovereenkomsten. Bestuursovereenkomsten zijn overeenkomsten tussen Gedeputeerde Staten en andere bestuursorganen (van gemeenten, waterschappen of rijk) inzake de coördinatie van de uitoefening van wettelijke bevoegdheden. Dergelijke overeenkomsten zijn instrumenten voor de betrokken bestuursorganen om hun onderlinge verhouding en samenwerking vast te leggen, waarmee deze overeenkomsten per definitie van groot belang zijn voor de kwaliteit van de onderlinge betrekkingen tussen de bestuursorganen. Daarom zou het onjuist zijn om voor de bevoegdheid tot het aangaan van dergelijke overeenkomsten een mandaat aan de domeinleider en teamleiders te geven.
besluiten tot het voeren van rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratief beroepsprocedures. In verreweg de meeste gevallen zijn Gedeputeerde Staten of de provincie niet degenen die het initiatief nemen tot een rechtsgeding, maar bevoegd gezag, verweerder of gedaagde. Wanneer Gedeputeerde Staten besluiten om een rechtszaak te beginnen, wordt daarmee tevens duidelijk dat zij geen kans zien om een geschil met de tegenpartij op te lossen. Het beginnen van een rechtszaak kan dan ook worden uitgelegd als een blijk van bestuurlijk onvermogen. Die mogelijke beeldvorming is van hoog bestuurlijke relevantie, vandaar dat de besluiten tot het beginnen van rechtszaken van het mandaat worden uitgezonderd. Deze uitzondering geldt niet voor arbeidsrechtelijke procedures.
besluiten die aan de goedkeuring of instemming van een ander bestuursorgaan zijn onderworpen. Indien besluiten van Gedeputeerde Staten onderworpen zijn aan de goedkeuring of instemming van een ander bestuursorgaan, dat meestal een bestuursorgaan van het rijk of van de Europese Unie zal zijn, is bij de vaststelling van zo’n besluit per definitie de bestuurlijke verhouding met dat andere bestuursorgaan aan de orde. De bewaking van de kwaliteit van deze verhoudingen leent zich niet voor een mandaatverlening.
besluiten op subsidieaanvragen van meer dan € 10.000. In het Mandaatbesluit provincie Groningen 2016 werd gesproken over "het verstrekken van subsidie". In de praktijk deed zich regelmatig de vraag voor wat onder "verstrekken" moet worden verstaan. Daarom is in deze regeling voor een aangepaste formulering en het opnemen van een definitie in artikel 1 gekozen. Uitgangspunt is dat het eerste besluit in een subsidietraject, bij subsidies van meer dan € 10.000 wordt genomen door Gedeputeerde Staten. Afhankelijk van de situatie kan dat een besluit tot subsidieverlening, subsidievaststelling of voorschotverlening zijn. De eventueel daaropvolgende besluiten mogen ingevolge artikel 3 lid 3 aanhef en onder b en c. in mandaat worden genomen.
Besluiten tot buiten behandeling stellen van subsidieaanvragen, besluiten tot het intrekken op verzoek van de aanvrager en besluiten tot het wijzigen van een besluit tot subsidieverlening of subsidievaststelling zijn niet uitgezonderd van het algemene mandaat en mogen dus in mandaat worden genomen, waarbij wordt gewezen op de beperkingen die artikel 6 stelt.
In het Mandaatbesluit provincie Groningen 2015 waren verleningen van subsidies tot€ 125.000 gemandateerd. De belangrijkste conclusie van de evaluatie van het Mandaatbesluit provincie Groningen 2015 was dat deze grens het college in concrete situaties, ondanks vastgestelde beleidskaders, onvoldoende sturingsmogelijkheden gaf ("zetten wij onze middelen wel effectief en efficiënt in?"). Om hierop goed zicht te krijgen en dus goede afgewogen besluiten te kunnen nemen werden daarom in de praktijk subsidieverzoeken in een FO of bilateraal met portefeuillehouders besproken, mede ook om voorafgaand aan de wekelijkse persconferentie de collegeleden inhoudelijk op de hoogte te stellen van genomen of te nemen besluiten. De beoogde efficiencywinst was daardoor fors minder dan oorspronkelijk beoogd en om die reden is de grens voor mandaat bij subsidieverstrekking fors verlaagd naar € 10.000.
In een aantal gevallen is in de begroting vermeld aan welke partij subsidie wordt verstrekt en voor welk bedrag. Daarnaast komt het voor dat in een door Gedeputeerde Staten vastgesteld programma of andersoortig besluit al is bepaald wie een subsidie dan wel lening of garantie ontvangt en wat het maximale bedrag hiervan is. Gedeputeerde Staten hebben in dat geval al gebruik gemaakt van hun sturingsmogelijkheid. Als binnen de kaders van het uitvoeringsprogramma wordt gehandeld, is het afdelingshoofd bevoegd het besluit te nemen Daarnaast bestaat de mogelijkheid om bij vaststelling van een uitvoerings-/bestedingsprogramma tegelijk mandaat te verlenen aan het afdelingshoofd.
Voor subsidies in het kader van Mobiliteit en Infrastructuur (Bestedingsplan decentralisatie uitkering Verkeer en Vervoer, duVV 1 ) gaat het veelal om aanzienlijk hogere bedragen dan € 10.000. In artikel 3.3 onder a is een en ander geregeld. Overigens geldt ook hier dat als sprake is van bestuurlijke gevoeligheid, bijvoorbeeld omdat problemen worden voorzien, er geen gebruik mag worden gemaakt van het mandaat.
Voor leningen en garanties die verstrekt worden in het kader van de publieke taak geldt hetzelfde als voor subsidies. Omdat het hier veelal om grote(re) bedragen gaat met daarbij ook in meer of mindere mate risico's, verloopt de besluitvorming over leningen of garanties uit eigen fondsen via het college. Een geldlening of garantie tot € 10.000 is vanwege de daaraan verbonden administratie lasten niet wenselijk. Om die reden geldt, in afwijking van mandatering met betrekking tot subsidies, ook hiervoor geen mandaat.
Daar waar voor het fondsbeheer een extern rechtspersoon is of wordt opgericht is bovenstaande uiteraard niet aan de orde. In dat geval worden door de betrokken rechtspersoon besluiten genomen over het al dan niet verstrekken van een lening of garantie en hebben Gedeputeerde Staten geen rol bij concrete financieringen.
andere besluiten die inhouden dat er financiële verplichtingen boven € 70.000 ontstaan. Dit is een algemeen geldende bovengrens voor het gebruik van het mandaat. Voor subsidieverlening en het verstrekken van leningen geldt een lagere grens. Bij aanbestedingen geldt geen financiële bovengrens, maar de algemene eis dat moet zijn voorzien in voldoende dekking.
Bij ondermandaat blijft de mandaathouder verantwoordelijk voor de besluiten die op grond van het ondermandaat worden genomen. De houder van een ondermandaat is verplicht om de mandaathouder te informeren over door hem/haar genomen besluiten en daarover verantwoording af te leggen. Er kan geen ondermandaat worden gegeven voor het nemen van besluiten waarvoor niet ook mandaat is gegeven: dan zou de mandaathouder buiten zijn bevoegdheid treden.
Mandaathouders moeten bij gebruik van hun bevoegdheid om ondermandaat te verlenen voorzien in een afdoende controle op het gebruik van het ondermandaat door de houders daarvan. In het algemeen moet worden gesteld dat voorkomen moet worden dat afzonderlijke medewerkers van een aan hen gegeven ondermandaat gebruik maken zonder dat hun voornemen tot het nemen van een besluit is voorgelegd aan een andere medewerker.
Nadat een ondermandaat is verleend, gewijzigd of ingetrokken dient het team Kwaliteit en Control (Bestuurszaken), dat een registratie bijhoudt van verleende ondermandaten, hierover te worden geïnformeerd.
De mandaatgever is bevoegd tot het verstrekken van instructies aan de mandaathouder, die verplicht is naar die instructies te handelen. Dergelijke instructies kunnen algemeen en specifiek of bijzondere zijn. Algemene instructies zijn opgenomen in artikel 5 van het Mandaatbesluit; specifieke instructies of voorschriften hebben betrekking op een bijzonder geval of een groep van bijzondere gevallen waarop het mandaat van toepassing is.
De in het Mandaatbesluit provincie Groningen 2022 neergelegde algemene voorschriften voor het gebruik van een mandaat zijn gebaseerd op de onderscheiding van uitvoering en beleid. Daarbij is van belang dat door uitvoering ook beleid kan worden gevormd en dat een dergelijke ontwikkeling de aandacht van de mandaatgever verdient. Om daarin te voorzien zijn voorschriften opgenomen over de politiek-bestuurlijke en de financiële effecten van de in mandaat te nemen besluiten: voorzien is dat deze effecten bij ieder gebruik van het mandaat moeten worden geïnventariseerd en dat indien die inventarisatie daartoe aanleiding geeft, het gebruik van het mandaat wordt opgeschort. Die opschorting kan alleen worden doorbroken indien de betrokken portefeuillehouder daarmee instemt.
Besluiten waartegen naar redelijke verwachting beroep zal worden ingesteld bij de rechter, vertegenwoordigen een juridisch risico dat bestuurlijk moet worden beoordeeld. In geval een besluit in beroep wordt vernietigd, kan dat aanzienlijke bestuurlijke gevolgen hebben zodat het risico daarop tevoren door het bestuur onder ogen moet worden gezien. Het verbod om gebruik te maken van het mandaat kan in deze gevallen worden genegeerd, wanneer de portefeuillehouder daarvoor toestemming geeft. Uitdrukkelijk geldt hetzelfde niet voor besluiten waartegen bezwaar wordt gemaakt; de behandeling van een bezwaarschrift vindt plaats binnen het provinciebestuur en Gedeputeerde Staten kunnen het besluit waartegen bezwaar is gemaakt, na bezwaar nog herroepen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2021-9791.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.