Besluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland van 5 oktober 2021, PZH-2021-785370853 (DOS-2020-0007039), houdende wijziging van het Mandaatbesluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland voor de DCMR Milieudienst Zuid-Holland 2021

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland;

 

Gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

Overwegende dat als gevolg van afstemming met de directeuren van de omgevingsdiensten ten aanzien van een uniforme werkwijze communicatie het wenselijk is een toevoeging in het mandaatbesluit op te nemen;

 

Overwegende dat als gevolg van de inwerkingtreding van een nieuw artikel in de Algemene wet bestuursrecht het noodzakelijk is het Mandaatbesluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland voor de DCMR Milieudienst Zuid-Holland 2021 te wijzigen;

 

Besluiten:

Artikel I

Het Mandaatbesluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland voor de DCMR Milieudienst Zuid-Holland 2021 wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

Aan artikel 5, eerste lid wordt toegevoegd “Hierbij kan gevraagd worden om opmerkingen of aandachtspunten en/of het maken van een keuze tussen verschillende opties als er ruimte is voor een bestuurlijke afweging.”

 

B.

Bijlage 1: Mandaatlijst DCMR Milieudienst Zuid-Holland 2021 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het mandaat met nummer RH04 komt te luiden:

     

    Mandaatnummer

    RH04

     

    BESLUITEN/BEVOEGDHEDEN

    Besluiten op grond van artikel 5:20, derde lid Awb, Titel 5.3 en Titel 5.4, Awb (herstelsancties en bestuurlijke boete).

     

    TOELICHTING/VOORWAARDEN

    Betreft mede het besluit tot het opleggen van een spoedeisende last onder bestuursdwang,

    dan wel het toepassen van spoedeisende bestuursdwang, dan wel het toepassen van spoedeisende bestuursdwang, conform art. 5.31, Awb juncto 5.17, Wabo, dan wel de schriftelijke bekrachtiging van de mondelinge aanzegging daartoe.

    De verplichting tot het plegen van vooroverleg, als bedoeld in artikel 5, eerste en derde lid, is niet van toepassing bij een direct gevaar voor de menselijke gezondheid dan wel dreiging daarvan, dan wel bij aanmerkelijke gevolgen voor het milieu of de natuur.

    In dat geval worden de portefeuillehouder en het bureauhoofd van de provincie zo spoedig mogelijk door de directeur Omgevingsdienst geïnformeerd over de toepassing van het mandaat.

    Besluiten tot het opleggen van een last onder dwangsom en tot het opleggen van een last

    onder bestuursdwang kunnen niet in ondermandaat worden gegeven.

     

  • 2.

    In de toelichting wordt voorafgaand aan de alinea “Leeswijzer mandaatlijsten” een alinea ingevoegd, luidende:

     

    COMMUNICATIE

    • 1)

      De mogelijkheid bestaat om informeel contact met een van de medewerkers van de vakafdeling te hebben om te overleggen over een bepaalde aanpak, voordat de portefeuillehouder wordt geïnformeerd;

    • 2)

      Indien de informatie over politiek gevoelige zaken mondeling tijdens het Portefeuilleoverleg wordt gedeeld, wordt dit rechtstreeks met de portefeuillehouder(s) gedaan, deze informatie wordt in een verslag vastgelegd;

    • 3)

      Indien de informatie over politiek gevoelige zaken schriftelijk wordt gedeeld, wordt de mail aan de portefeuillehouder(s) verzonden met in cc het betreffende bureauhoofd;

    • 4)

      Bij politiek gevoelige zaken gaat het om meer dan vooraf informeren. Hierbij kan gevraagd worden om opmerkingen of aandachtspunten en/of het maken van een keuze tussen verschillende opties als er ruimte is voor een bestuurlijke afweging;

    • 5)

      Jaarlijks zal een evaluatie plaatsvinden aan de hand waarvan besproken wordt hoe het proces rondom politiek gevoelige zaken is verlopen.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt geplaatst.

 

Den Haag, 5 oktober 2021

 

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,

 

Drs. J. Smit,

voorzitter

 

Drs. H.M.M. Koek,

secretaris

Naar boven