Provinciaal blad van Noord-Brabant
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2021, 9340 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2021, 9340 | ander besluit van algemene strekking |
Reglement Adviescommissie Stimulus Programmamanagement Noord-Brabant
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant en Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant in hun hoedanigheid als Managementautoriteit voor het Operationeel Programma EFRO Zuid Nederland 2014-2020, ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft,
Gelet op artikel 82 van de Provinciewet;
Overwegende dat artikel 3:5 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 82 van de Provinciewet van overeenkomstige toepassing worden verklaard met betrekking tot Gedeputeerde Staten in hun hoedanigheid als Managementautoriteit voor het Operationeel Programma EFRO Zuid Nederland 2014-2020;
Overwegende dat het wenselijk is dat Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant zich in het kader van de Subsidieregeling MKB innovatiestimulering topsectoren Zuid-Nederland 2021-2025 laten adviseren over het nemen van subsidiebesluiten en het wenselijk is hiertoe een commissie in te stellen en de taken, bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van die commissie vast te leggen;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant de Subsidieregeling MKB innovatiestimulering topsectoren Zuid-Nederland 2021-2025 tevens in mandaat uitvoert voor de provincie Zeeland en de provincie Limburg;
Overwegende dat het wenselijk is dat Gedeputeerde Staten in hun hoedanigheid als Managementautoriteit voor het Operationeel Programma EFRO Zuid Nederland 2014-2020, in het Bestuurlijk Overleg Cohesiebeleid van 6 september 2018, in aanwezigheid van de staatssecretaris van Economische Zaken, tevens aangewezen als kwartiermaker voor de Managementautoriteit voor het Operationeel Programma EFRO Zuid Nederland 2021-2027, zich in het kader van subsidieregelingen ter uitvoering van het Operationeel Programma Zuid-Nederland 2021-2027 laten adviseren over het nemen van subsidiebesluiten en het wenselijk is hiertoe een commissie in te stellen en de taken, bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van die commissie vast te leggen;
In dit besluit wordt verstaan onder:
commissie: Adviescommissie Stimulus Programmamanagement;
Gedeputeerde Staten: Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;
Managementautoriteit: Gedeputeerde Staten in hun hoedanigheid als Managementautoriteit voor het Operationeel Programma EFRO Zuid Nederland 2021-2027;
subsidieregeling: Subsidieregeling MKB innovatiestimulering topsectoren Zuid-Nederland 2021-2025, voor zover het de bevoegdheid van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant betreft en de Subsidieregeling Operationeel Programma Zuid-Nederland 2021-2027, voor zover het de bevoegdheid van Gedeputeerde Staten in hun hoedanigheid als Managementautoriteit voor het Operationeel Programma EFRO Zuid Nederland 2021-2027;
Artikel 3 Taken en bevoegdheden
De commissie heeft tot taak, voor zover de subsidieregeling bepaalt dat aanvragen voor advies worden voorgelegd aan een door Gedeputeerde Staten en de Managementautoriteit in te stellen adviescommissie als bedoeld in artikel 82 van de Provinciewet, te adviseren over:
Artikel 4 Samenstelling en benoeming
De flexibele schil, bedoeld in het eerste lid, bestaat uit een evenredige vertegenwoordiging van ten minste 20 leden met expertise en een netwerk ten aanzien van de subsidievereisten en selectiecriteria neergelegd in de Subsidieregeling OPZuid-2021-2027 en de Subsidieregeling MKB innovatiestimulering topsectoren Zuid-Nederland 2021-2025.
De secretaris draagt na beëindiging van de werkzaamheden van de commissie alle archiefbescheiden over aan Gedeputeerde Staten en de Managementautoriteit.
In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de commissie over de te volgen werkwijze, op voorstel van de voorzitter.
’s-Hertogenbosch, 28 september 2021
Gedeputeerde Staten en Gedeputeerde Staten in hun hoedanigheid als Managementautoriteit voor het Operationeel Programma EFRO Zuid Nederland 2014-2020 voornoemd,
de voorzitter,
mr. I.R. Adema
de secretaris,
drs. M.J.A. van Bijnen MBA
Toelichting behorende bij het Reglement Adviescommissie Stimulus Programmamanagement
Gedeputeerde Staten en Gedeputeerde Staten in hun hoedanigheid als Managementautoriteit Operationeel Programma EFRO Zuid Nederland 2021-2027 (hierna te noemen: de Managementautoriteit) voeren diverse nationale en Europese subsidieregelingen uit, waarbij gebruik wordt gemaakt van een adviescommissie. Deze adviescommissie adviseert in relatie tot subsidieaanvragen over het al dan niet voldoen aan bepaalde in de betreffende subsidieregeling neergelegde subsidievereisten en maakt een ranking op basis van de in de betreffende subsidieregeling opgenomen selectiecriteria.
In de afgelopen programmaperiode zijn voor de diverse uit te voeren subsidieregelingen op grond van artikel 82 Provinciewet, steeds afzonderlijke adviescommissies per subsidieregeling ingesteld. Het betreft de Deskundigencommissie OPZuid 2014-2020, de Adviescommissie MIT Zuid 2015 en de Adviescommissie POP3.
Voor de nieuwe programmaperiode kiezen Gedeputeerde Staten en de Managementautoriteit er voor om één adviescommissie in te stellen, de Adviescommissie Stimulus Programmamanagement, die adviseert ten aanzien van alle subsidieregelingen die door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant of de Managementautoriteit worden uitgevoerd. Ook deze nieuwe Adviescommissie Stimulus Programmamanagement vindt haar grondslag in artikel 82 Provinciewet.
In eerste instantie wordt met onderhavig instellingsbesluit, de advisering over subsidieaanvragen op grond van twee subsidieregelingen bij de Adviescommissie Stimulus Programmamanagement ondergebracht. Als eerste betreft het subsidieaanvragen te beoordelen door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, op grond van de Subsidieregeling MKB innovatiestimulering topsectoren Zuid-Nederland 2021-2025. Gedeputeerde Staten voeren deze regeling tevens in mandaat uit voor de provincies Zeeland en Limburg. De tweede subsidieregeling betreft de Subsidieregeling Operationeel Programma Zuid-Nederland 2021-2027.
Afhankelijk van de inrichting van de governance van een aantal nieuwe toekomstige Europese programma’s, zal de advisering over op die programma’s gebaseerde subsidieaanvragen ook bij de Adviescommissie Stimulus Programmamanagement belegd worden. Deze nieuwe programma’s vinden op Europees niveau hun basis in het toekomstig Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) en het Nationaal Strategisch Plan (NSP), zijnde de opvolger van het Plattelandsontwikkelingsprogramma 3 2014-2020. Alsmede in het Just Transition Fund (JTF) dat onderdeel uitmaakt van de Europese Green Deal, gericht op steun aan regio’s die economisch relatief sterk afhankelijk zijn van inkomsten en werkgelegenheid van fossiele grondstoffen. En tenslotte in The Recovery and Resilience Facility (RRF) als onderdeel van NextGenerationEU (NextGEN), die als doel heeft de economische en sociale impact van de coronapandemie te mitigeren en de Europese economie en samenleving duurzamer en veerkrachtiger voor te bereiden op de uitdagingen en mogelijkheden van de groene en digitale transities.
Zo zal de Adviescommissie Stimulus programmamanagement uitgroeien tot een adviescommissie die steeds meer subsidieregelingen binnen haar takenpakket krijgt om over te adviseren.
Artikel 3 Taken en bevoegdheden
Dit artikel is zo geformuleerd dat de Adviescommissie Stimulus Programmamanagement in relatie tot ingediende subsidieaanvragen adviseert over het al dan niet voldoen aan subsidievereisten uit de subsidieregeling en over de ranking van subsidieaanvragen op basis van verdeelcriteria uit de subsidieregeling, uitsluitend voor zover dat door Gedeputeerde Staten of de Managementautoriteit specifiek in de desbetreffende subsidieregeling wordt bepaald.
Artikel 4 Samenstelling en benoeming
Vijfde lid Deskundigheid flexibele schil
Met evenredige vertegenwoordiging wordt bedoeld dat de betreffende 20 leden in de flexibele schil in een gelijke verhouding voorzien in de benodigde expertise zoals hierboven beschreven ten aanzien van de Subsidieregeling OPZuid 2021-2027 en de Subsidieregeling MKB innovatiestimulering topsectoren Zuid-Nederland 2021-2025. Een afzonderlijk lid hoeft bijvoorbeeld minimaal kennis en een netwerk te hebben op het terrein van één van de vijf transities uit de RIS3, maar binnen de flexibele schil als geheel moet de kennis over de vijf transities wel gelijkelijk zijn verdeeld over de individuele leden. Dit geldt ook voor de verhouding tussen de vereiste expertise voor de Subsidieregeling OPZuid 2021-2027 enerzijds en de Subsidieregeling MKB innovatiestimulering topsectoren Zuid-Nederland 2021-2025 anderzijds.
Het vijfde lid voorziet in expertise en een netwerk in de flexibele schil waarvan nu al bekend is dat deze in de Adviescommissie Stimulus Programmamanagement aanwezig dient te zijn om de subsidievereisten en selectiecriteria uit de Subsidieregeling OPZuid 2021-2027 en de Subsidieregeling MKB innovatiestimulering topsectoren Zuid-Nederland 2021-2025 te kunnen beoordelen.
Voor de Subsidieregeling OPZuid 2021-2027 is voorzien in expertise en een netwerk gerelateerd aan de Regionale Innovatiestrategie voor Slimme Specialisaties, vastgesteld op 7 april 2020 door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, op 14 april 2020 door Gedeputeerde staten van Limburg en op 21 april 2020 door Gedeputeerde Staten van Zeeland (hierna te noemen: RIS3). Het gaat dan om:
De vijf transities als bedoeld onder a, zijn de Energietransitie, de Grondstoffentransitie, de Klimaattransitie, de Landbouw- en voedingstransitie en de Gezondheidstransitie. De zeven clusters als bedoeld onder b zijn de clusters HTSM, Agrofood, Chemie, Logistiek, Biobased, Life science en Maintenance. De drie enablers zoals genoemd onder c, zijn Sleuteltechnologieën, Digitalisering en Arbeidsmarkt/Skills/Sociale Innovatie.
Onderdeel d volgt uit de in de RIS3 gelegen focus. Deze is gericht op projecten die innovatieve technologieën en samenwerkingsvormen in hun relevante omgeving demonstreren, in hun operationele omgeving integreren, naar behoren laten werken in hun reële omgeving en de laatste stappen nemen richting marktintroductie. Ruimte wordt voorzien voor het inrichten van living labs, pilots, proefproductie en een eerste uitrol waar technologische innovaties in de praktijk worden gedemonstreerd en getest.
Met maatschappelijke impact waar onderdeel e naar verwijst wordt in de RIS3 tenslotte bedoeld, dat op korte of afzienbare langere termijn sprake is van een aantoonbare bijdrage aan de transities die in Zuid Nederland en (inter)nationaal urgent zijn. De RIS3 geeft een niet limitatieve opsomming met voorbeelden van gewenste maatschappelijke impact, bijvoorbeeld CO2-reductie of een (bovengemiddelde) toename van de levensverwachting.
Voor de Subsidieregeling MKB innovatiestimulering topsectoren Zuid-Nederland 2021-2025 is voorzien in expertise en een netwerk gerelateerd aan een van de zes kennis- en innovatieagenda’s als bedoeld in bijlage 1 van de Subsidieregeling MKB innovatiestimulering topsectoren Zuid-Nederland 2021-2025 (hierna te noemen: KIA’s).
Met onderdeel zeven wordt bedoeld de positieve maatschappelijke impact die de projecten hebben op de onderwerpen genoemd in een of meerdere KIA’s.
De zinsnede “ten minste twintig” biedt Gedeputeerde Staten en de Managementautoriteit de mogelijkheid om de Adviescommissie Stimulus Programmamanagement, indien nieuwe subsidieregelingen dit vereisen, uit te breiden met nieuwe expertise en een netwerk waar nog niet in is voorzien. Hiervoor worden acht plaatsen binnen de commissie vrij gehouden die op een later moment kunnen worden ingevuld.
Eerste lid Aantal vergaderingen
Uit dit lid volgt dat ten behoeve van één openstellingsperiode meerdere vergaderingen kunnen worden uitgeschreven die nodig zijn om de ingediende subsidieaanvragen qua aantal en complexiteit zorgvuldig te kunnen beoordelen. Het betreft vergaderingen zowel voor de Adviescommissie Stimulus Programmamanagement zelf, als voor vergaderingen die worden gehouden uit de deelcommissies daaruit (zie het vierde lid).
Tweede en derde lid Samenstelling adviescommissie
De samenstelling van de Adviescommissie Stimulus Programmamanagement wordt per vergadering door de voorzitter en het vaste lid bepaald. Zij selecteren per vergadering de leden uit de flexibele schil die beschikken over de vereiste deskundigheid in relatie tot de te behandelen subsidieaanvragen. Aan de vergaderingen nemen de voorzitter en het vaste lid zelf deel en daarnaast minimaal drie en ten hoogste zeven leden uit de flexibele schil op basis van hun deskundigheid.
In situaties dat een groot aantal aanvragen wordt ingediend in een openstellingsperiode, kunnen de voorzitter en het vaste lid deelcommissies instellen die de vergaderingen van de Adviescommissie Stimulus Programmamanagement voorbereiden. De voorzitter en het vaste lid nemen geen zitting in de deelcommissies. De deelcommissies bereiden elk adviezen over projecten voor. Veelal worden deze deelcommissies ingesteld op specifieke deskundigheid in relatie tot clusters, transities of KIA’s gerelateerd aan de subsidieaanvragen. Een deelcommissie bekijkt bijvoorbeeld de High Tech projecten, een andere deelcommissie bekijkt de Life Science and Healt projecten, een derde deelcommissie bekijkt alle Logistiek and Maintenance projecten etc. Vervolgens neemt er naast de twee vaste leden, altijd één vertegenwoordiger van elke deelcommissie zitting in de vergadering van de Adviescommissie Stimulus Programmamanagement die alle subsidieaanvragen met behulp van het gedane voorwerk uit de diverse deelcommissies beoordeelt en waarin de ranking van de projecten plaats vindt. De Adviescommissie Stimulus Programmamanagement stelt het uiteindelijke advies en de ranking vast.
Zevende en tiende lid Schriftelijke vergadering
Er kunnen zich uitzonderlijke onvoorziene omstandigheden voordoen waarin het onmogelijk blijkt fysiek te vergaderen. In dergelijke gevallen, die ter beoordeling zijn aan de voorzitter en het vaste lid in afstemming met de secretaris, is een schriftelijke vergadering mogelijk. De Voorzitter en secretaris bepalen gezamenlijk hoe in een dergelijke situatie de schriftelijke vergadering wordt vorm gegeven. In deze situatie, waarin het gaat om advisering ten aanzien van subsidievereisten en het maken van een ranking, blijven de eisen ten aanzien van de samenstelling van de Adviescommissie Stimulus Programmamanagement onverkort gelden. De advisering over bezwaar- en beroepschriften maakt hier een uitzondering op.
Achtste en elfde lid Advies over bezwaren en beroepen
Als de Adviescommissie Stimulus Programmamanagement wordt gevraagd om een advies te geven ten aanzien van een bezwaar- of beroepschrift dat zich richt tegen een eerder door de Adviescommissie Stimulus Programmamanagement uitgebracht advies, dan vindt dienaangaande standaard een schriftelijke vergadering plaats. De voorzitter selecteert daarvoor een aantal leden uit de flexibele schil. In de regel zullen dit de leden uit de betreffende deelcommissie zijn die in hun deelcommissie het advies hebben voorbereid ten behoeve van de vergadering van de Adviescommissie Stimulus Programmamanagement. De voorzitter kan daar vanwege moverende redenen van afwijken.
Het rechtspositiebesluit kent een vergoeding toe van €122,53 per vergadering. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd. In een openstellingsperiode wordt dit bedrag uitgekeerd, zo vaak er een vergadering (fysiek dan wel schriftelijk) wordt uitgeschreven als nodig is ter beoordeling van alle subsidieaanvragen binnen die openstelling op kwantiteit en kwaliteit. De vergaderingen van de deelcommissies en eventuele schriftelijke vergaderingen naar aanleiding van bezwaar- en beroepschriften tellen daarin afzonderlijk mee.
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant en Gedeputeerde Staten in hun hoedanigheid als Managementautoriteit voor het Operationeel Programma EFRO Zuid Nederland 2014-2020,
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2021-9340.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.