Besluit van de inspecteur en de ontvanger der provinciale belastingen van Noord-Holland tot vaststelling van het Besluit mandaat en machtiging inspecteur en ontvanger der provinciale belastingen van de provincie Noord-Holland inzake legesheffing aan de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord, en leges- of grondwaterheffing en -invordering aan de directies Beheer en uitvoering en Concernzaken van de provincie Noord-Holland

De inspecteur en de ontvanger der provinciale belastingen Noord-Holland, ieder voor wat zijn bevoegdheid betreft;

 

Gelet op artikel 227a, tweede lid, onderdeel b, van de Provinciewet waarin de bevoegdheid om leges te heffen, is toegekend aan een door de provincie aan te wijzen provincieambtenaar die belast is met het heffen van de provinciale belastingen;

 

Overwegende dat de inspecteur der provinciale belastingen Noord-Holland mandaat en machtiging heeft verleend aan functionarissen van de provincie Noord-Holland en aan de directeuren van de omgevingsdiensten Noordzeekanaalgebied en Noord-Holland Noord om namens hem leges te heffen en de directeuren van de omgevingsdiensten met het verleende mandaat hebben ingestemd;

 

Gelet op artikel 227a, tweede lid, onderdeel c, van de Provinciewet waarin de bevoegdheid om provinciale belastingen in te vorderen, is toegekend aan een door de provincie aan te wijzen provincieambtenaar die belast is met het invorderen van de provinciale belastingen;

 

Overwegende dat de inspecteur en ontvanger der provinciale belastingen bevoegdheden willen overdragen aan functionarissen van de provincie Noord-Holland en dat om die reden dit besluit wordt vastgesteld:

 

 

Gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

 

Besluiten vast te stellen:

 

 

Besluit mandaat en machtiging inspecteur en ontvanger der provinciale belastingen van de provincie Noord-Holland inzake legesheffing aan de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord, en leges- of grondwaterheffing en -invordering aan de directies Beheer en uitvoering en Concernzaken van de provincie Noord-Holland

 

Heffing

Artikel 1  

De inspecteur der provinciale belastingen van de provincie Noord-Holland verleent mandaat aan en machtigt de directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied tot:

  • a.

    het heffen van leges in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Waterwet en de Ontgrondingenwet en de Luchtvaartwet op grond van de vigerende Legesverordening Noord-Holland;

  • b.

    het verrichten van administratieve handelingen met betrekking tot de onder a genoemde bevoegdheid.

Artikel 2  

De inspecteur der provinciale belastingen van de provincie Noord-Holland verleent mandaat aan en machtigt de directeur van de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord tot:

  • a.

    het heffen van leges in het kader van de Wet Hygiëne en veiligheid badinrichtingen en de wet Natuurbescherming op grond van de vigerende legesverordening van de provincie Noord-Holland;

  • b.

    het verrichten van administratieve handelingen met betrekking tot de onder a genoemde bevoegdheid.

Artikel 3  

De inspecteur der provinciale belastingen van de provincie Noord-Holland verleent mandaat aan en machtigt een sectormanager van de directie Beheer en Uitvoering van de provincie Noord-Holland tot:

  • a.

    het heffen van leges betreffende wegen en waterwegen en de Regeling voertuigen en het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 op grond van de vigerende legesverordening van de provincie Noord-Holland;

  • b.

    het verrichten van administratieve handelingen met betrekking tot de onder a genoemde bevoegdheid.

Artikel 4  

De inspecteur der provinciale belastingen van de provincie Noord-Holland verleent mandaat aan en machtigt de sectormanager Concern Service Centrum van de directie Concernzaken van de provincie Noord-Holland tot:

  • a.

    het vaststellen van de (voorlopige) heffing voor het onttrekken van grondwater op grond van de vigerende Grondwaterheffingsverordening van de provincie Noord-Holland

  • b.

    het verrichten van administratieve handelingen met betrekking tot de onder a genoemde bevoegdheid.

Artikel 5  

Uitgesloten van mandaat en machtiging als bedoeld in de artikelen 1, 2 en 3 en 4 is de bevoegdheid tot het nemen van een besluit op een bezwaarschrift inzake het heffen van leges.

Artikel 6  

  • 1.

    Ten aanzien van de in artikel 1, onder a en de in artikel 2, onder a genoemde bevoegdheden kunnen de gemandateerden ondermandaat verlenen aan een leidinggevende binnen hun organisatie.

  • 2.

    Ten aanzien van de in artikel 1, onder b, en de in artikel 2, onder b en de in artikel 3 onder b en artikel 4 onder b genoemde bevoegdheden kunnen de gemandateerden ondermachtiging verlenen aan medewerkers binnen hun organisatie.

Artikel 7  

Indien op grond van de in artikelen 1 tot en met 4 verleende (onder)mandaat besluiten worden genomen, luidt de ondertekening:

De inspecteur der provinciale belastingen van de provincie Noord Holland

namens deze,

 

Gevolgd door de handtekening en de naam van de functionaris.

 

Invordering

Artikel 8  

  • 1.

    De ontvanger der provinciale belastingen van de provincie Noord-Holland verleent mandaat aan en machtigt :

    • a.

      de medewerker debiteurenadministratie van de unit Financiële – en Inkoopadministratie van de directie Concernzaken van de provincie Noord-Holland voor het uitbrengen van de eerste aanmaning tot betaling van de verschuldigde leges ingevolge de vigerende Legesverordening, de Grondwaterheffings¬verordening en de Verordening nazorgheffing stortplaatsen provincie Noord-Holland 1999;

    • b.

      de unitmanager van de unit Financiële – en Inkoopadministratie van de directie Concernzaken van de provincie Noord-Holland voor het uitbrengen van de tweede aanmaning tot betaling van de verschuldigde leges ingevolge de vigerende Legesverordening, de Grondwaterheffings¬verordening en de Verordening nazorgheffing stortplaatsen provincie Noord-Holland 1999.

  • 2.

    Ten aanzien van de onder het eerste lid, onderdelen a en b genoemde bevoegdheid is de genoemde functie het laagste niveau waarop de bevoegdheid wordt uitgeoefend.

Artikel 9  

Indien op grond van het in artikel 8 verleende mandaat een besluit worden genomen, luidt de ondertekening:

De ontvanger der provinciale belastingen van de provincie Noord Holland

namens deze,

 

Gevolgd door de handtekening en de naam van de functionaris.

Artikel 10  

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na uitgifte van het provinciaal blad waarin het wordt geplaatst.

Artikel 11  

Het Besluit mandaat en machtiging inspecteur der provinciale belastingen van de provincie Noord-Holland inzake legesheffing aan de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord, en de directies Beheer en uitvoering en Concernzaken van de provincie Noord-Holland, provinciaal blad 2020, 2608, wordt ingetrokken.

Artikel 12  

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit mandaat en machtiging inspecteur en ontvanger der provinciale belastingen van de provincie Noord-Holland inzake legesheffing aan de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord, en leges- of grondwaterheffing en -invordering aan de directies Beheer en uitvoering en Concernzaken van de provincie Noord-Holland..

Haarlem, 11 augustus 2021

De inspecteur der provinciale belastingen,

M.E. Luimstra-Hoolt

8 augustus 2021

De ontvanger der provinciale belastingen,

H.W.M. Janssen

Uitgegeven * oktober 2021

Namens Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,

R.M. Bergkamp, provinciesecretaris

Naar boven