Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland houdende wijziging van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013

Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland van 28 september 2021, kenmerk 74087, houdende wijziging van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013.

 

Gedeputeerde staten van Zeeland,

  • overwegende dat toekomstbestendige bedrijventerreinen bijdragen aan het verbeteren van het vestigingsklimaat in Zeeland;

  • overwegende dat bedrijventerreinen een grote bijdrage kunnen leveren aan de opgaven op het gebied van energietransitie, circulaire economie, klimaatadaptatie, zero-emissie mobiliteit en biodiversiteit;

  • overwegende dat het stimuleren van de planvorming een impuls kan geven aan de kwaliteit van herstructurerings- en duurzaamheidsplannen op bedrijventerreinen;

  • overwegende dat voor verstrekking van subsidies voor de planvorming van collectieve fysieke maatregelen ten behoeve van het toekomstbestendiger maken van bestaande bedrijventerreinen bijzondere bepalingen in het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013 benodigd zijn;

  • gelet op artikel 8 van de Algemene subsidieverordening Zeeland 2013;

besluiten vast te stellen de navolgende wijziging van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013:

 

Artikel I  

 

Na hoofdstuk 23 wordt ingevoegd een hoofdstuk luidende:

 

Hoofdstuk 24 Bijzondere bepalingen voor verstrekking van subsidie bij planvorming ten behoeve van toekomstbestendige bedrijventerreinen (Toekomstbestendige bedrijventerreinen – planvorming)

Artikel 24.1  

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a.

    bedrijventerrein: een terrein van ten minste één hectare bruto dat planologisch bestemd en geschikt is voor gebruik door handel, nijverheid, commerciële en niet-commerciële dienstverlening of industrie;

  • b.

    biodiversiteit: de verscheidenheid in het voorkomen van verschillende dieren en planten in een bepaald gebied;

  • c.

    circulaire economie: een economisch systeem dat bedoeld is om herbruikbaarheid van producten en grondstoffen te maximaliseren en waardevernietiging te minimaliseren;

  • d.

    collectieve fysieke maatregelen: fysieke maatregelen die bedrijven en overheden kunnen nemen die impact hebben op een (groot) deel van het bedrijventerrein en meerdere van de daarop gevestigde bedrijven;

  • e.

    energietransitie: besparing van energie én de omschakeling van fossiele energiebronnen naar volledig hernieuwbare energiebronnen zoals zon, wind en water, gericht op het verminderen van CO2-uitstoot;

  • f.

    gebiedsproces: een proces gericht op het koppelen van belangen en het verbinden van partijen in een gebied voor een goede afweging van te realiseren doelen;

  • g.

    herstructurering: alle eenmalige ruimtelijke ingrepen op een bedrijventerrein die tot doel hebben de kwaliteit van het terrein te verbeteren en veroudering tegen te gaan en die niet tot het reguliere onderhoud worden gerekend. Er zijn vijf vormen van herstructurering te onderscheiden:

    • facelift;

    • revitalisering;

    • zware revitalisering;

    • herprofilering;

    • transformatie;

  • h.

    klimaatadaptatie: aanpassing aan klimaatverandering om effecten als droogte, extreme neerslag en hogere temperaturen op te kunnen vangen;

  • i.

    toekomstbestendig bedrijventerrein: een bedrijventerrein dat inspeelt op toekomstige kansen en opgaven op het gebied van economie, energietransitie, circulaire economie, klimaatadaptatie, biodiversiteit en zero-emissie mobiliteit, waardoor het terrein aantrekkelijk blijft als vestigingslocatie;

  • j.

    verduurzaming: maatregelen die tot doel hebben om de energietransitie, circulaire economie, klimaatadaptatie, biodiversiteit en zero-emissie mobiliteit op bedrijventerreinen en bij bedrijven te stimuleren;

  • k.

    zero-emissie mobiliteit: mobiliteitsoplossingen die geen (CO2-)uitstoot veroorzaken.

Artikel 24.2  

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt voor de planvorming van collectieve fysieke maatregelen ten behoeve van het toekomstbestendiger maken van bestaande bedrijventerreinen die zich richt op het opzetten en uitvoeren van een gebiedsproces, het inventariseren van kansen en knelpunten (w.o. duurzaamheidsscan), het onderzoeken van de haalbaarheid of het uitwerken van ruimtelijke plannen.

  • 2.

    Deze planvorming van collectieve fysieke maatregelen dient betrekking te hebben op minimaal drie van de volgende thema’s:

    • a.

      herstructurering in de vorm van zware revitalisering, herprofilering of transformatie, voor zover deze bijdraagt aan de verduurzaming van het bedrijventerrein of de verduurzaming van de daarop gevestigde bedrijven mogelijk maakt;

    • b.

      energietransitie;

    • c.

      circulaire economie;

    • d.

      klimaatadaptatie;

    • e.

      biodiversiteit;

    • f.

      zero-emissie mobiliteit.

Artikel 24.3  

  • 1.

    Subsidie wordt slechts verstrekt aan een gemeente binnen de provincie Zeeland.

  • 2.

    In afwijking van artikel 1.2.1, tweede lid, aanhef en onder a, wordt subsidie niet verstrekt indien de activiteit op het moment van ontvangst van de aanvraag voor de subsidie reeds is gestart.

  • 3.

    In aanvulling op artikel 1.2.1, tweede lid, aanhef en onder b en c, wordt subsidie niet verstrekt indien:

    • a.

      de activiteit niet aanvangt binnen zes maanden na de datum waarop de subsidieaanvraag is ingediend;

    • b.

      de activiteit niet wordt gerealiseerd binnen vijftien maanden na de datum waarop de subsidieaanvraag is ingediend;

    • c.

      de activiteit plaatsvindt op een bedrijventerrein bestemd voor grondstoffenwinning, olie- en gaswinning, waterwinning, afvalstort, nutsvoorzieningen, horeca- en recreatiebedrijven, agrarische bedrijven, de vestiging van nieuwe economische dragers, de mogelijkheden voor niet-agrarische activiteiten in het landelijk gebied en energieopwekking als bedoeld in bijlage A van de Omgevingsverordening Zeeland 2018 alsmede overige krachtens de Omgevingsverordening Zeeland 2018 toegelaten bedrijvigheid, overige functioneel aan het buitengebied gebonden bedrijvigheid en solitaire bedrijvigheid binnen bestaand stedelijk gebied.

  • 4.

    Gedeputeerde staten kunnen op schriftelijk gemotiveerd verzoek van de aanvrager gedurende de looptijd van een verleende subsidie in een individueel geval afwijken van het in het derde lid, aanhef en onderdeel b bepaalde.

Artikel 24.4  

De subsidie bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 50.000,- per aanvraag.

 

Artikel 24.5  

Onverminderd artikel 1.3.1 en in afwijking van artikel 1.3.2 zijn uitsluitend subsidiabel de kosten van derden gemoeid met de inhuur van of uitbesteding aan een externe organisatie.

 

Artikel 24.6  

  • 1.

    Een subsidie kan uitsluitend worden verstrekt als gedeputeerde staten de mogelijkheid tot het doen van een aanvraag voor subsidie hebben opengesteld door vaststelling van een subsidieplafond en van een openstellingsperiode voor de indiening van de aanvraag voor subsidie.

  • 2.

    Het subsidieplafond wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de aanvragen.

  • 3.

    Indien een aanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de aanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 4.

    Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige aanvragen plaats door middel van loting.

Artikel 24.7  

In aanvulling op artikel 1.4.2, eerste lid, bevat een aanvraag voor een subsidie:

  • a.

    een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier ‘Toekomstbestendige bedrijventerreinen – planvorming’;

  • b.

    een plan van aanpak voor de uitvoering van de activiteit, inclusief tijdsplanning;

  • c.

    een offerte voor de inhuur van of uitbesteding aan een externe organisatie.

Artikel 24.8  

Voor de beoordeling van de subsidieaanvraag kan een beroep worden gedaan op een extern deskundige.

 

Artikel 24.9  

  • 1.

    Gedeputeerde staten beslissen op de aanvraag voor de subsidie binnen acht weken na ontvangst van de volledige aanvraag.

  • 2.

    Gedeputeerde staten kunnen de beslissing eenmaal voor ten hoogste vier weken verdagen.

Artikel II  

 

Onder vernummering van de paragrafen 24.1 en 24.2 tot respectievelijk de paragrafen 25.1 en 25.2 en de artikelen 24.1.1 en 24.2.1 tot respectievelijk de artikelen 25.1.1 en 25.2.1, wordt Hoofdstuk 24: Slotbepalingen gewijzigd in Hoofdstuk 25: Slotbepalingen.

Artikel III  

 

De toelichting op Hoofdstuk 24 van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013 komt te luiden:

 

Toelichting op hoofdstuk 24 Bijzondere bepalingen voor verstrekking van subsidie voor planvorming ten behoeve van toekomstbestendige bedrijventerreinen (Toekomstbestendige bedrijventerreinen – planvorming)

 

Algemene toelichting

Bedrijventerreinen zijn belangrijk voor het vestigingsklimaat en kunnen een grote bijdrage leveren aan de Zeeuwse doelstellingen voor energietransitie, circulariteit, klimaatadaptatie, zero emissie-mobiliteit en biodiversiteit. Met deze regeling wil Provincie Zeeland de Zeeuwse gemeenten ondersteunen bij de aanpak voor toekomstbestendige bedrijventerreinen.

 

In Zeeland bestaat een aanzienlijk areaal aan bedrijventerrein. Een deel van deze terreinen is verouderd en op veel terreinen wordt slechts incidenteel of op individuele basis aandacht aan duurzaamheid gegeven. Er is een integrale aanpak nodig die de bestaande bedrijventerreinen in Zeeland aantrekkelijk en duurzaam houdt. Dit voorkomt dat nieuwe bedrijventerreinen gebouwd worden, terwijl andere bestaande terreinen in onbruik raken. Zo blijft de huidige voorraad bedrijventerreinen in gebruik én in de toekomst aantrekkelijk als vestigingsplaats.

 

Deze subsidie is er op gericht om de integrale planvorming voor toekomstbestendige bedrijventerreinen te stimuleren. Het is bedoeld om de gemeentelijke en regionale planvorming m.b.t. de ontwikkelopgaven op bedrijventerreinen een impuls te geven.

 

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 24.1

In dit artikel zijn de definities opgenomen die worden gebruikt in dit hoofdstuk.

  • g.

    Herstructurering

    Herstructurering is een koepelbegrip voor alle eenmalige ruimtelijke ingrepen op een bedrijventerrein die tot doel hebben de kwaliteit van het terrein te verbeteren en veroudering tegen te gaan en die niet tot het reguliere onderhoud worden gerekend. In onderstaande tabel wordt kort aangegeven wat onder de verschillende vormen van herstructurering wordt verstaan:

     

Ingreep

Facelift

Revitalisering

Zware revitalisering

Herprofilering

Transformatie

in openbare ruimte en/of gebouwen

X

X

X

X

X

in infrastructuur

 

X

X

X

X

in private ruimte

 

X

X

X

X

bodemsanering, sloop van opstallen

 

 

X

X

X

functieverandering binnen werkfunctie

 

 

 

X

 

functieverandering buiten werkfunctie

 

 

 

 

X

(deel) bedrijven onttrokken aan voorraad

 

 

 

 

X

 

Artikel 24.2

In het tweede lid van dit artikel wordt aangegeven op welke thema’s (minimaal drie) de planvorming van collectieve fysieke maatregelen betrekking dient te hebben om voor subsidie in aanmerking te komen.

  • a.

    bepaalde vormen van herstructurering: In aanmerking komt planvorming die betrekking heeft op de categorieën zware revitalisering, herprofilering en transformatie. De categorieën regulier onderhoud, facelift en revitalisering komen niet voor subsidie in aanmerking.

  • b.

    energietransitie: gedacht kan worden aan de planvorming m.b.t. de uitwisseling en gebruik van restwarmte en/of reststromen, duurzame energieopwekking, opslag van energie en het wegnemen van knelpunten in de energie-infrastructuur.

  • c.

    circulaire economie: gedacht kan worden aan circulair bouwen, circulaire herstructurering en hergebruik reststromen.

  • d.

    klimaatadaptatie: gedacht kan worden aan het oplossen van de wateroverlast, hitte aanpakken door groen realiseren en aanbrengen van hitte reducerende materialen wanneer verharding wordt toegepast.

  • e.

    biodiversiteit: gedacht kan worden aan het aanbrengen van groenstroken.

  • f.

    zero-emissie mobiliteit: gedacht kan worden aan (gedeelde) laadinfrastructuur in combinatie met eigen opwek duurzame energie en/of gedeelde voertuigen.

 

Artikel 24.3

In het derde lid zijn een aantal aanvullende weigeringsgronden geformuleerd. De overweging bij de weigeringsgrond ten aanzien van de categorieën van bedrijvigheid (onderdeel c) is als volgt:

Deze uitsluiting is overgenomen van de uitsluitingen genoemd in artikel 2.3 van de Omgevingsverordening Zeeland 2018. Het provinciaal bedrijventerreinbeleid richt zich niet op deze categorieën bedrijvigheid.

Het vierde lid bepaalt dat gedeputeerde staten op het verzoek van de aanvrager de termijn van vijftien maanden voor uitvoering van het project kunnen verlengen. Dit kan nodig zijn als een project door onvoorziene omstandigheden vertraging heeft opgelopen. De aanvrager moet dan wel schriftelijk motiveren aan gedeputeerde staten waarom uitstel van deze termijn noodzakelijk is.

 

Artikel 24.4

Verduurzaming is een gezamenlijke opgave van overheden en marktpartijen. Daarom geldt dat tenminste 50% van het totaal van de subsidiabele kosten van de activiteit moet worden gefinancierd door andere partijen dan de provincie Zeeland. Dit kan een gemeente zijn, maar bijvoorbeeld ook een bedrijf of bedrijven die voordeel hebben bij de herstructurering of verduurzaming.

 

Artikel IV  

 

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt geplaatst.

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van 28 september 2021.

Drs. J.M.M. Polman, voorzitter

A.W. Smit, secretaris

Naar boven