Besluit van gedeputeerde staten van 20 september 2021, PZH-2021-779417868 (DOS-2016-0005086) tot wijziging van Srg par. 2.11 Openstellingsbesluit subsidie waterrecreatie Zuid-Holland 2021 (Wijzigingsbesluit Srg par. 2.11 Openstellingsbesluit waterrecreatie Zuid-Holland 2021)

Gedeputeerde staten van Zuid-Holland;

 

Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;

 

Overwegende dat het wenselijk is om gastvrij en beleefbaar water te stimuleren, te werken aan een slim, aantrekkelijk en veilig waternetwerk van hoge kwaliteit en te werken aan een goede balans tussen waterrecreatie en natuur en milieu;

 

Besluiten:

Artikel I  

Het Openstellingsbesluit subsidie waterrecreatie Zuid-Holland 2021 wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

 

In artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

 

  • c.

    waterrecreatie: alle vormen van recreatie op, aan en in het water.

B.

 

Artikel 2 komt te luiden:

 

Artikel 2 Subsidiabele activiteit en prestatie

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten gericht op waterrecreatie en watersport:

    • a.

      in de provincie Zuid-Holland;

    • b.

      in de regio Hollandse Plassen;

    • c.

      in de regio Hof van Delfland.

  • 2.

    Subsidie als bedoeld in het eerste lid, wordt verstrekt in de vorm van een projectsubsidie.

  • 3.

    De activiteit, bedoeld in het eerste lid, onder a, draagt bij aan een betere benutting en vergroting van de potentie van waterrecreatie en watersport.

  • 4.

    De activiteit, bedoeld in het eerste lid, onder b en c, draagt bij aan het geven van meer bekendheid aan en het beter benutten van de mogelijkheden van waterrecreatie en watersport door middel van informatie, communicatie en promotie, waarbij de inwoners van Zuid-Holland worden gestimuleerd om in hun regio waterrecreatie of watersport te gaan beoefenen.

C.

 

In artikel 3, eerste lid, vervalt “als bedoeld in artikel 2.1”.

 

D.

 

Artikel 4 komt te luiden:

 

Artikel 4 Deelplafonds

  • 1.

    Het deelplafond voor activiteiten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, bedraagt € 420.000,00.

  • 2.

    Het deelplafond voor activiteiten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder b, bedraagt € 40.000,00.

  • 3.

    Het deelplafond voor activiteiten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder c, bedraagt € 40.000,00.

E.

 

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Voor de tekst wordt de aanduiding “1” geplaatst.

  • 2.

    In het eerste lid (nieuw), aanhef, wordt na “subsidie” ingevoegd “voor activiteiten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a,”.

  • 3.

    In het eerste lid (nieuw), onder a, wordt na “artikel 8” toegevoegd “, eerste lid, onder a”.

  • 4.

    Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2.

    Naast de gegevens, bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Asv, gaat een aanvraag voor subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder b en c, vergezeld van:

    • a.

      een omschrijving in hoeverre de beoogde activiteiten voldoen aan de vereisten, bedoeld in artikel 8, tweede lid;

    • b.

      een omschrijving van de wijze waarop het effect van de informatie, communicatie en promotie gemeten gaat worden;

    • c.

      een omschrijving van de samenwerkende partijen;

    • d.

      een financieel dekkingsplan;

    • e.

      een ondertekende de-minimisverklaring als bedoeld in Verordening (EU) Nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU, L 352), indien de aanvrager een onderneming is.

F.

 

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Voor de tekst wordt de aanduiding “1” geplaatst.

  • 2.

    Het eerste lid (nieuw), aanhef, komt te luiden:

  • 1.

    Voor activiteiten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, wordt in aanvulling op artikel 2.11.6 van de Srg om voor subsidie in aanmerking te komen, voldaan aan de volgende vereisten:.

  • 3.

    Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2.

    Voor activiteiten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder b en c, wordt in aanvulling op artikel 2.11.6 van de Srg om voor subsidie in aanmerking te komen, voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

      de activiteit draagt bij aan het geven van meer bekendheid aan en het beter benutten van de mogelijkheden van waterrecreatie en watersport in Zuid-Holland door informatie, communicatie en promotie, waarbij:

      • i.

        de inwoner van Zuid-Holland wordt gestimuleerd waterrecreatie of watersport te gaan beoefenen;

      • ii.

        bijgedragen wordt aan de vitaliteit en gezondheid van de inwoner van Zuid-Holland;

      • iii.

        rekening wordt gehouden met het spreiden van bezoekers om natuurlijke en maatschappelijke overlast te voorkomen; en

      • iv.

        de inzet op een regionaal schaalniveau wordt uitgevoerd;

    • b.

      er wordt aangesloten bij voor de inwoner van Zuid-Holland herkenbare promotionele activiteiten;

    • c.

      bij de aanvraag zijn minimaal 3 partijen betrokken.

G.

 

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het eerste lid, aanhef, komt te luiden:

  • 1.

    Voor activiteiten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, komen in afwijking van artikel 2.11.7 van de Srg voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie in ieder geval de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:.

  • 2.

    In het eerste lid, onder b, wordt “roerende goederen” vervangen door “roerende zaken”.

  • 3.

    Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3.

    Voor activiteiten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder b en c, komen in afwijking van artikel 2.11.7 van de Srg, de volgende kosten in aanmerking:

    • a.

      uitvoeringskosten van de activiteit;

    • b.

      personeelskosten tot maximaal € 75,- per uur exclusief BTW.

H.

 

De artikelen 10 en 11 komen te luiden:

 

Artikel 10 Niet-subsidiabele kosten

  • 1.

    Voor activiteiten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, komen, in aanvulling op de in artikel 2.11.8 van de Srg genoemde kosten, de kosten voor aanschaf of aanpassing van vaartuigen niet voor subsidie in aanmerking.

  • 2.

    Voor activiteiten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder b en c, komen, in aanvulling op de in artikel 2.11.8 van de SRG genoemde kosten, de volgende kosten niet voor subsidie in aanmerking:

    • a.

      kosten voor aanschaf digitale of andere middelen zoals computers, accounts, digitale programma’s en ander ondersteunend materiaal;

    • b.

      kosten voor de dekking van reguliere activiteiten van de subsidieaanvrager en zijn partners;

    • c.

      kosten voor het organiseren en uitvoeren van watersport en waterrecreatie evenementen.

Artikel 11 Subsidiehoogte

  • 1.

    De hoogte van de subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 50.000,00.

  • 2.

    De hoogte van de subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder b en c, bedraagt maximaal 80% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 40.000,00.

  • 3.

    Indien toepassing van het eerste en tweede lid er toe leidt dat de subsidie minder dan € 2.500,00 bedraagt, wordt de subsidie niet verstrekt.

I.

 

Onder vernummering van de artikelen 12 tot en met 16 tot 13 tot en met 17 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

 

Artikel 12 Rangschikking

  • 1.

    In afwijking van artikel 1.3 van de Srg worden aanvragen voor activiteiten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder b en c, die voor subsidie in aanmerking komen gerangschikt.

  • 2.

    Aanvragen worden gehonoreerd op volgorde van rangschikking, beginnend met de aanvraag die het hoogst aantal punten heeft behaald.

  • 3.

    Per regio komt uitsluitend de hoogst gerangschikte aanvraag voor subsidie in aanmerking.

  • 4.

    De rangschikking wordt gemaakt op basis van de volgende beoordelingscriteria:

    • a.

      de mate waarin de activiteit bijdraagt aan het stimuleren van de inwoners van Zuid-Holland om op regionaal niveau waterrecreatie of watersport te gaan beoefenen;

    • b.

      de mate waarin de activiteit gericht is op de gezondheid en vitaliteit van de inwoners van Zuid-Holland;

    • c.

      de mate waarin de activiteit rekening houdt met het spreiden van bezoekers om natuurlijke en maatschappelijke overlast te voorkomen;

    • d.

      de diversiteit, hoeveelheid en spreiding van deelnemende partijen.

  • 5.

    Bij de beoordelingscriteria kunnen de volgende punten worden behaald:

    • a.

      het criterium, bedoeld in het vierde lid, onder a: 1 tot en met 5 punten;

    • b.

      het criterium, bedoeld in het vierde lid, onder b: 1 tot en met 5 punten;

    • c.

      het criterium, bedoeld in het vierde lid, onder c: 1 tot en met 5 punten;

    • d.

      het criterium, bedoeld in het vierde lid, onder d: 1 tot en met 5 punten.

  • 6.

    Indien toepassing van het vierde en vijfde lid ertoe leidt dat aanvragen op een gelijk puntenaantal eindigen, wordt de rangorde van die aanvragen bepaald door het hoogste aantal punten behaald voor de criteria, genoemd in het vierde lid, onder a en b.

  • 7.

    Indien toepassing van het zesde lid ertoe leidt dat aanvragen op een gelijk puntenaantal eindigen, wordt de rangorde van die aanvragen bepaald door loting.

Artikel II  

De tekst van paragraaf 2.11 Openstellingsbesluit subsidie waterrecreatie Zuid-Holland 2021, zoals die luidde op de dag voorafgaande aan de dag van inwerkingtreden van dit besluit blijft van toepassing op subsidies die voor de datum van inwerkingtreden van dit besluit zijn aangevraagd.

Artikel III  

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin dit besluit wordt geplaatst.

 

Den Haag, 20 september 2021

Gedeputeerde staten van Zuid-Holland

drs. H.M.M. Koek,

secretaris

drs. J. Smit,

voorzitter

TOELICHTING

 

Het ontstaan van Zuid-Holland is onlosmakelijk verbonden met het water. Als natuurlijke verbinder van stad en land levert het vaarwegennetwerk met zijn waterfronten een belangrijke bijdrage aan ons woon- en vestigingsklimaat. De beleving van water draagt bij aan gezonde en gelukkige bewoners en bezoekers van Zuid-Holland. De potentie van waterrecreatie in Zuid-Holland kan nog beter worden benut en uitgebreid. Dit doen wij door in te zetten op volgende drie strategische speerpunten: gastvrij en beleefbaar water, smart waternetwerk, groene waterrecreatie.

 

Zuid-Holland wil een aantrekkelijke, gezonde, veilige en concurrerende provincie zijn waar mensen, zowel bewoners, forensen als toeristen, met plezier wonen, werken en recreëren. De provinciale “Starnotitie Sport en Recreatie” vormt de basis voor het provinciaal sport- en recreatiebeleid waarin de focus wordt gelegd op het faciliteren en stimuleren van bewoners om in hun vrije tijd meer naar buiten te gaan om in een beweegvriendelijke(r) omgeving te recreëren en te sporten. Dit is goed voor de gezondheid en vitaliteit van de Zuid-Hollandse inwoners - gericht op het behouden en/of bereiken van een goede sociale/mentale en fysieke gezondheid.

 

Ook de waterrecreatie en watersport draagt hieraan bij. Om deze ambitie te bewerkstelligen subsidieert de provincie Zuid-Holland activiteiten die bijdragen aan geven van meer bekendheid aan en het beter benutten van de mogelijkheden van waterrecreatie en watersport in Zuid-Holland door middel van informatie, communicatie en promotie, zodat de inwoners van Zuid-Holland worden gestimuleerd om in hun regio waterrecreatie of watersport te gaan beoefenen. Idee is dat de inwoners van Zuid-Holland een beter beeld krijgen van de vele waterrecreatie en watersport mogelijkheden voor binnenwateren. Dit subsidiedeel is voor twee regio’s beschikbaar: de Hollandse Plassen (inclusief Gouda en Bodegraven-Reeuwijk) en de regio Hof van Delfland.

 

De provincie vindt het belangrijk dat de inzet en activiteiten gericht zijn op het in beeld brengen van de ‘regio’s als geheel’ ten behoeve van de inwoners van Zuid-Holland waarbij zo veel mogelijk betrokken organisaties (zoals lokale en regionale overheden, marketing organisaties, ondernemers, etc) deelnemen en samenwerken. Daarnaast moeten de voorgenomen inzet en activiteiten bijdragen aan de spreiding van de doelgroep waarbij rekening wordt gehouden met de leefbaarheid en natuurwaarden. Activiteiten stimuleren bijvoorbeeld het duurzaam recreëren zoals elektrisch varen.

 

ARTIKEL I

 

B.

 

Omdat de subsidie voor informatie, communicatie en promotie beschikbaar is voor de regio’s Hollandse Plassen en Hof van Delfland wordt het eerste lid van artikel 2 gewijzigd en worden die regio’s opgenomen in het eerste lid, onder b en c.

 

De regio Hof van Delfland bestaat uit de volgende gemeenten:

  • Delft

  • Den Haag / 's-Gravenhage

  • Lansingerland

  • Maassluis

  • Midden-Delfland

  • Pijnacker-Nootdorp

  • Rijswijk

  • Rotterdam

  • Schiedam

  • Vlaardingen

  • Westland

  • Zoetermeer

  • Zuidplas

De regio Hollandse Plassen bestaat uit de volgende gemeenten:

  • Alphen aan den Rijn

  • Bodegraven-Reeuwijk

  • Gouda

  • Kaag en Braassem

  • Katwijk

  • Leiden

  • Leiderdorp

  • Leidschendam-Voorburg

  • Lisse

  • Nieuwkoop

  • Oegstgeest

  • Teylingen

  • Voorschoten

  • Zoeterwoude

E.

 

Om voor subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 2, eerste lid onder b en c, in aanmerking te komen moet voldaan worden aan de aanvraagvereisten die in artikel 6, tweede lid, genoemd staan. Eén van de vereisten is dat er een omschrijving komt van de samenwerkende partijen. Hiermee wordt bedoeld dat in het projectvoorstel omschreven staat:

  • -

    wie de samenwerkende partijen zijn;

  • -

    een beschrijving van de soorten partijen zoals lokale en regionale overheden, ondernemers, maatschappelijke organisaties, etc;

  • -

    de spreiding van de samenwerkende partijen over de regio;

  • -

    beschrijving hoe de samenwerking eruit ziet met de gemaakte (financiële) afspraken.

F.

 

In artikel 8, tweede lid, zijn de vereisten opgenomen waaraan de activiteiten, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder b en c, moeten voldoen. De activiteiten moeten bijdragen aan het geven van meer bekendheid aan het beter benutten van waterrecreatie en watersport in Zuid-Holland. Dit moet worden bereikt door middel van informatie, communicatie en promotie. Het gaat hier niet om het organiseren van evenementen. De informatie, communicatie en promotie is gericht op eigen inwoners van Zuid-Holland en niet op toeristen buiten Zuid-Holland of uit het buitenland. Het is de bedoeling dat de inwoners van Zuid-Holland worden gestimuleerd om waterrecreatie of watersport te gaan beoefenen, waarbij het niet de bedoeling is dat er hierdoor drukte en overlast op en langs het water ontstaat. De informatie, communicatie en promotie moet dus leiden tot het stimuleren van de inwoners van Zuid-Holland om waterrecreatie of watersport te gaan beoefenen, maar moet er tegelijkertijd wel voor zorgen dat er sprake is van spreiding van recreanten. Daarnaast wordt de informatie, communicatie en promotie ingezet op regionaal schaalniveau en bestrijkt de regio Hof van Delfland of de regio Hollandse Plassen. De informatie, communicatie en promotie is dus niet beperkt tot lokaal niveau of private situaties.

 

I.

 

In het nieuwe ingevoegde artikel 12 is de rangschikking geregeld van de aanvragen die worden ingediend op grond van artikel 2, eerste lid, onder b of c. Deze aanvragen worden dus niet op volgorde van binnenkomst behandeld, maar deze worden gerangschikt waarbij per regio de hoogst gerangschikte aanvraag voor subsidie in aanmerking komt. Dit betekent dat per regio één aanvraag voor subsidie in aanmerking komt.

De rangschikking wordt gemaakt op basis van de volgende beoordelingscriteria:

  • 1.

    de mate waarin de activiteit bijdraagt aan het stimuleren van de inwoners van Zuid-Holland om op regionaal niveau waterrecreatie of watersport te gaan beoefenen

    Het betreft hier een beschrijving van de activiteit of activiteiten die worden uitgevoerd en het schaalniveau van communiceren.

  • 2.

    de mate waarin de activiteit is gericht op de gezondheid en vitaliteit van de inwoners van Zuid-Holland Het betreft hier een beschrijving van op welke manier de activiteit gericht is op of rekening houdt met de gezondheid en vitaliteit van de inwoner van Zuid-Holland.

  • 3.

    de mate waarin de activiteit rekening houdt met het spreiden van bezoekers om natuurlijke en maatschappelijke overlast te voorkomen

    Het betreft hier een beschrijving van hoe de aanvrager denkt om te gaan met het voorkomen van overlast en drukte en de zorg voor natuurlijke waarden door aandacht te geven aan de spreiding van bezoekers.

  • 4.

    de diversiteit, hoeveelheid en spreiding van deelnemende partijen

    Het betreft hier een beschrijving van de samenwerking van de deelnemende partijen:

    • a.

      hoeveel partijen werken samen in het projectvoorstel;

    • b.

      mix van verschillende typen partijen zoals lokale overheden, ondernemers, etc;

    • c.

      mate van spreiding over de regio.

 

Naar boven