Uitvoeringsregeling Kansen verzilveren voor vakmanschap 2021

 

Gedeputeerde Staten van Drenthe;

 

gelet op:

 

  • -

    de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

  • -

    artikel 145 van de Provinciewet;

  • -

    artikel 1.3 van de Algemene subsidieverordening Drenthe 2017 (ASV 2017);

  • -

    de verordening (EU) Nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun;

 

 

BESLUITEN:

 

 

de Uitvoeringsregeling Kansen verzilveren voor vakmanschap 2021 vast te stellen.

 

 

Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2021.

 

 

Gedeputeerde Staten voornoemd,

 

mevrouw drs. J. Klijnsma, voorzitter

W.F. Brenkman MSc, secretaris

 

 

Assen, 14 september 2021

Kenmerk 5.8/2021001633

 

 

 

Uitgegeven: 16 september 2021

 

 

 

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

 

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Aanvrager: een onderneming, werknemer of werkzoekende die een scholingsactiviteit aanvraagt of een organisatie die dit namens meerdere werkzoekenden aanvraagt voor meerdere werkzoekenden die eenzelfde opleiding gaan volgen;

  • b.

    Arbeidsmarktregio Groningen: de provincie Groningen en de gemeenten Noordenveld, Assen, Aa en Hunze en Tynaarlo;

  • c.

    Asv: de Algemene subsidieverordening provincie Drenthe 2017

  • d.

    AVV-besluit: Algemeen Verbindend Voorschrift;

  • e.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • f.

    Branches/sectoren: de in het Uitvoeringsbesluit benoemde branches/sectoren;

  • g.

    De-minimisverklaring: verklaring over alle andere steun die een onderneming gedurende de twee voorgaande belastingjaren en het lopende belastingjaar onder de De-minimisverordening nr. 1407/2013 heeft ontvangen;

  • h.

    De-minimisverordening: Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun (PbEU L 352);

  • i.

    Externe deskundige: iemand die op grond van opleiding of ervaring gekwalificeerd is om de begeleiding te verzorgen in het kader van deze regeling. De opleider is onafhankelijk en ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel;

  • j.

    Opleider: iemand die op grond van opleiding of ervaring gekwalificeerd is om een scholingsactiviteit te verzorgen in het kader van deze regeling. De opleider kan ook een organisatie zijn waar gekwalificeerde opleiders/personen werken. De opleider is onafhankelijk en ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel;

  • k.

    KVvTV: Kansen Verzilveren voor Technisch Vakmanschap is een samenwerking tussen partijen bestaande uit de brancheorganisaties Koninklijke Metaalunie, Techniek Nederland en Koninklijke Bouwend Nederland en de vakverenigingen FNV Metaal en FNV Bouwen & Wonen, CNV Vakmensen en De Unie en de O&O fondsen OOM, WIJ-Techniek en A+O Metalektro. De partijen werken samen aan het actieplan;

  • l.

    Offerte: een aan de aanvrager geadresseerd aanbod, inclusief prijsopgave, van een opleider voor deelname aan een scholingsactiviteit;

  • m.

    Onderneming: elke eenheid die een economische activiteit uitvoert, ongeacht haar rechtsvorm en wijze van financiering;

  • n.

    O&O-fondsen: Opleidings- en Ontwikkelingsfondsen zijn Stichtingen die tot doel hebben de werking van de sectorale arbeidsmarkten te optimaliseren;

  • o.

    Professional: iemand van een vakvereniging, brancheorganisatie, Servicepunt Techniek of een O&O fonds die de branches/sectoren goed kent, kan adviseren over loopbaan en scholing én kan helpen om een subsidieaanvraag te doen;

  • p.

    Scholingsactiviteit: activiteit die wordt aangeboden door een opleider in de vorm van een opleiding, training, seminar of cursus;

  • q.

    SNN: Samenwerkingsverband Noord-Nederland;

  • r.

    SPT-Noord: Servicepunt Techniek Noord is een uitvoeringsorganisatie van het samenwerkingsverband van werkgeversorganisaties in de techniek(branches/sectoren), de bouw en infra, O&O-fondsen, vakbonden, UWV en gemeentelijke en provinciale overheden;

  • s.

    STAP-budget: Budget Stimulering Arbeidsmarkt Positie dat door de overheid beschikbaar wordt gesteld, waarmee werkzoekenden en werknemers zichzelf kunnen blijven ontwikkelen om een meerwaarde te blijven vormen op de arbeidsmarkt.

  • t.

    Verletkosten: loonkosten van degene die een scholingsactiviteit volgt;

  • u.

    Werkingsgebied: de provincie Groningen, provincie Fryslân en provincie Drenthe;

  • v.

    Werkgever: een bedrijf of organisatie die mensen in dienst neemt om tegen betaling werk te verrichten;

  • w.

    Werknemer/zittend personeel: persoon die op basis van een vaste of tijdelijke arbeidsovereenkomst arbeid verricht bij een onderneming en daarvoor loon ontvangt;

  • x.

    Werkzoekende: iemand zonder baan die werk zoekt of een werknemer die een (andere) baan zoekt;

  • y.

    Zij-instromer: Een zij-instromer is een werkende of werkloze werkzoekende die opgeleid is voor een andere branche. Ook arbeidsmigranten en voortijdig schoolverlaters kunnen hieronder vallen.

 

Paragraaf 2  

 

Deelregeling scholing zittend personeel op gezamenlijk initiatief werkgever en werknemer

 

Artikel 2.1 Doel

 

Deze deelregeling heeft tot doel het zittend personeel binnen de branches/sectoren toekomstbestendig te scholen om zodoende de ontwikkelingen in de branches/sectoren bij te kunnen houden.

 

Artikel 2.2 Doelgroep

 

Werknemers die hun werkzaamheden uitvoeren bij een werkgever die, volgens het Handelsregister, gevestigd is in het werkingsgebied en daar ondernemingsactiviteiten uitvoert. Branches/sectoren waarop deze deelregeling van toepassing is worden in een Uitvoeringsbesluit benoemd. De te benoemen branches/sectoren kunnen per uitvoeringsbesluit verschillen.

 

Artikel 2.3 Subsidievorm

 

Op grond van deze regeling wordt 50% subsidie verstrekt aan de werkgever tot een maximum van € 500,-- per werknemer die de opleiding gaat volgen. De werkgever draagt zorg voor betaling van de factuur aan de opleider.

 

Artikel 2.4 Subsidiabele activiteiten

 

Subsidie wordt verstrekt voor een scholingsactiviteit van een werknemer die werkt bij een onderneming die binnen de doelgroep valt. De scholingsactiviteit is gericht op het versterken of vergroten van de duurzame inzetbaarheid. De werknemer leert nieuwe vaardigheden en taken die van toegevoegde waarde zijn voor de werknemer zelf en voor de aanvragende onderneming én de branche waartoe de onderneming behoort.

 

Artikel 2.5 Weigeringsgronden

 

De subsidie wordt in ieder geval geweigerd indien:

  • a.

    de scholingsactiviteit niet door een gekwalificeerde opleider wordt gegeven;

  • b.

    het een heftruckopleiding, VCA, BHV, EHBO of ISO- of andere verplichte kwaliteits- en herhalingstrainingen betreft;

  • c.

    aan een werkgever op grond van deze deelregeling voor vijftien werknemers subsidie is verstrekt, gedurende de looptijd van de regeling;

  • d.

    de startdatum van de scholingsactiviteit ligt voor 16 augustus 2021;

  • e.

    de aanvrager niet binnen doelgroep valt van het Uitvoeringsbesluit.

 

Artikel 2.6 Subsidiabele kosten

 

Voor zover noodzakelijk in relatie tot het doel van de subsidie komen kosten die worden gemaakt voor de activiteiten als bedoeld in artikel 2.4 voor subsidie in aanmerking. Kosten die in aanmerking komen zijn de kosten van de scholingsactiviteit en dat wat direct aan de scholingsactiviteit gerelateerd is.

 

Artikel 2.7 Niet-subsidiabele kosten

 

Niet-subsidiabele kosten zijn in ieder geval de volgende:

  • -

    kosten waarvoor de verplichting is aangegaan voor 16 augustus 2021;

  • -

    verletkosten;

  • -

    kosten voor overnachtingen, ontbijt, lunch, diner, drankjes en versnaperingen;

  • -

    reis- en verblijfkosten;

  • -

    kosten voor studiereizen en/of excursies;

  • -

    kosten van een laptop, tablet of printer en kosten van ‘randapparatuur’, zoals software, een muis, scanner en toetsenbord;

  • -

    compensabele of verrekenbare btw.

 

Artikel 2.8 Subsidieaanvraag

 

  • 1.

    De werkgever vraagt de subsidie aan bij het in het Uitvoeringsbesluit genoemde loket.

  • 2.

    De aanvraag bevat de volgende documenten:

    • a.

      aanvraagformulier conform het voorgeschreven format;

    • b.

      een ingevulde en ondertekende de-minimisverklaring, waaruit blijkt dat het aangevraagde bedrag kan worden verstrekt zonder dat er sprake zal zijn van overtreding van de geldende voorschriften van de Europese Unie ter zake van de verstrekking van overheidssteun;

    • c.

      een kopie van de door de aanvrager en opleider getekende offerte of, indien er geen offerte wordt ondertekend, een inschrijvingsbewijs van de opleiding;

    • d.

      een gespecificeerde en gedateerde offerte alsmede de factuur van de scholingsactiviteit waarop het volgende wordt vermeld:

      • I.

        naam opleider;

      • II.

        scholingsactiviteit;

      • III.

        startdatum en duur van het traject;

      • IV.

        kosten van het traject;

      • V.

        naam, geboortedatum en postcode woonplaats van de deelnemer(s);

      • VI.

        btw.

  • 3.

    Indien de aanvraag wordt ingediend door een ondernemer voor meerdere werknemers, die een zelfde opleiding gaan volgen bij eenzelfde opleidingsinstantie, kan hiervoor een gezamenlijke aanvraag worden ingediend. De aanvraag dient de volgende documenten te bevatten:

    • a.

      een aanvraagformulier met een overzicht van de werknemers conform het voorgeschreven format;

    • b.

      een ingevulde en ondertekende de-minimisverklaring, waaruit blijkt dat het aangevraagde bedrag kan worden verstrekt zonder dat er sprake zal zijn van overtreding van de geldende voorschriften van de Europese Unie ter zake van de verstrekking van overheidssteun;

    • c.

      een kopie van de offerte ondertekend door de werkgever die de aanvraag indient en de opleider;

    • d.

      een gespecificeerde offerte alsmede de factuur van de scholingsactiviteit waarin duidelijk vermeld staat:

      • I.

        naam opleider;

      • II.

        naam scholingsactiviteit;

      • III.

        startdatum en duur van het traject;

      • IV.

        kosten van het traject;

      • V.

        namen en geboortedata van werknemers;

      • VI.

        btw.

 

Artikel 2.9 Subsidieplafond

 

Gedeputeerde Staten stellen in een Uitvoeringsbesluit de doelgroepen en de budgetten per deelregeling en per provincie vast.

 

Artikel 2.10 Subsidiehoogte per aanvraag

 

De hoogte van de subsidie bedraagt 50% van de subsidiabele kosten met een maximumsubsidie van € 500,-- per werknemer.

 

Artikel 2.11 Beslistermijn

 

In afwijking van de Asv wordt binnen een termijn van 8 weken op een volledig ontvangen aanvraag beslist.

 

Artikel 2.12 Verdeelcriteria

 

  • 1.

    Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2.

    Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is.

  • 3.

    Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking plaats op basis van registratie van binnenkomst in het webportal van het SNN. De registratie vindt plaats op dag, uur en minuut.

 

Artikel 2.13 Subsidievaststelling

 

De subsidie wordt direct vastgesteld en uitbetaald aan de werkgever.

 

Artikel 2.14 Inwerkingtreding

 

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag, na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad, waarin zij wordt geplaatst, om 9.00 uur.

  • 2.

    Deze deelregeling vervalt op 31 december 2022 om 23.59 uur, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op aanvragen die voor dit tijdstip zijn ontvangen.

 

Paragraaf 3  

 

Deelregeling persoonlijke scholing op initiatief van zittend personeel of uitzendkracht

 

Artikel 3.1 Doel

 

Deze deelregeling heeft tot doel het zittend personeel of uitzendkrachten binnen de branches/sectoren toekomstbestendig te scholen om zodoende de ontwikkelingen in de branches/sectoren bij te kunnen houden.

 

Artikel 3.2 Doelgroep

 

Zittend personeel en uitzendkrachten die zelf het initiatief nemen om zich te laten scholen. Zij zijn werkzaam bij een onderneming die volgens het Handelsregister is gevestigd in het werkingsgebied en daar ondernemingsactiviteiten uitvoert. Branches/sectoren waarop deze deelregeling van toepassing is worden in een Uitvoeringsbesluit benoemd. De te benoemen branches/sectoren kunnen per uitvoeringsbesluit verschillen.

 

Artikel 3.3 Subsidievorm

 

Op grond van deze regeling wordt tot maximaal € 1.000,-- subsidie verleend aan zittend personeel of uitzendkracht voor de subsidiabele kosten van een scholingsactiviteit.

 

Artikel 3.4 Subsidiabele activiteiten

 

Subsidie wordt verstrekt voor een scholingsactiviteit van zittend personeel of uitzendkracht die werkt bij een onderneming die binnen de doelgroep valt. De scholing is gericht op het versterken of vergroten van de inzetbaarheid. Het zittend personeel of uitzendkracht leert nieuwe vaardigheden en taken die van toegevoegde waarde zijn voor de eigen loopbaan en positie op de arbeidsmarkt of de onderneming en de branche waarin de persoon in kwestie werkzaam is.

 

Artikel 3.5 Weigeringsgronden

 

De subsidie wordt in ieder geval geweigerd indien:

  • a.

    de scholingsactiviteit niet door een gekwalificeerde opleider wordt gegeven;

  • b.

    de scholingsactiviteit niet gerelateerd is aan een werk gerelateerde ontwikkelings-, dan wel loopbaanstap;

  • c.

    het een heftruckopleiding, VCA, BHV, EHBO of ISO- of andere verplichte kwaliteits- en herhalingstrainingen betreft;

  • d.

    er verplichtingen zijn aangegaan voor 16 augustus 2021;

  • e.

    de aanvrager niet binnen doelgroep valt;

  • f.

    de subsidiabele kosten van de opleider lager zijn dan € 500,--;

  • g.

    er door meerdere werknemers van eenzelfde werkgever op individuele basis wordt aangevraagd voor dezelfde opleiding.

 

Artikel 3.6 Subsidievereisten

 

  • 1.

    Zittend personeel en uitzendkrachten zijn verplicht om vooraf een loopbaangesprek te voeren met een professional.

  • 2.

    De professional moet het scholingstraject goedkeuren door middel van een handtekening op de offerte.

  • 3.

    De offerte moet ondertekend zijn door de opleider, de professional en het zittend personeel of de uitzendkracht.

 

Artikel 3.7 Subsidiabele kosten

 

Voor zover noodzakelijk, in relatie tot het doel van de subsidie, komen kosten die worden gemaakt voor de activiteiten als bedoeld in artikel 3.4 voor subsidie in aanmerking. Kosten die in aanmerking komen zijn de kosten van de scholingsactiviteit en datgene wat direct aan de scholingsactiviteit gerelateerd is.

 

Artikel 3.8 Niet-subsidiabele kosten

 

Niet-subsidiabele kosten zijn in ieder geval de volgende:

  • -

    kosten waarvoor de verplichting is aangegaan voor 16 augustus 2021;

  • -

    verletkosten;

  • -

    kosten voor overnachtingen, ontbijt, lunch, diner, drankjes en versnaperingen;

  • -

    reis- en verblijfkosten;

  • -

    kosten voor studiereizen en/of excursies;

  • -

    kosten van een laptop, tablet of printer en kosten van ‘randapparatuur’, zoals software, een muis, scanner en toetsenbord.

 

Artikel 3.9 Subsidieaanvraag

 

  • 1.

    De werknemer of uitzendkracht vraagt de subsidie aan in samenspraak met een professional bij het in het Uitvoeringsbesluit genoemde loket.

  • 2.

    De aanvraag bevat de volgende documenten:

    • a.

      een aanvraagformulier conform het voorgeschreven format;

    • b.

      een offerte die door de werknemer of uitzendkracht, de opleider en de professional is ondertekend;

    • c.

      een gespecificeerde offerte van de scholingsactiviteit waarin duidelijk vermeld staat:

      • I.

        naam opleider;

      • II.

        scholingsactiviteit;

      • III.

        startdatum en duur van het traject;

      • IV.

        kosten van het traject;

      • V.

        naam, geboortedatum en postcode woonplaats van de deelnemer en of deze behoort tot zittend personeel of uitzendkracht;

      • VI.

        naam, adres, woonplaatsgegevens van de werkgever;

      • VII.

        naam, adres, woonplaatsgegevens van de onderneming waar de uitzendkracht te werk gesteld is of zal worden;

      • VIII.

        btw;

    • d.

      een inschrijvingsbewijs van de deelnemer aan de opleiding.

 

Artikel 3.10 Subsidieplafond

 

Gedeputeerde Staten stellen in een Uitvoeringsbesluit de doelgroepen en de budgetten per deelregeling en per provincie vast.

 

Artikel 3.11 Subsidiehoogte per aanvraag

 

De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal € 1.000,-- per aanvraag als tegemoetkoming in de kosten van de scholingsactiviteit.

 

Artikel 3.12 Beslistermijn

 

In afwijking van de Asv wordt binnen een termijn van 8 weken op een volledig ontvangen aanvraag beslist.

 

Artikel 3.13 Verdeelcriteria

 

  • 1.

    Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2.

    Indien een subsidieaanvraag niet volledig is ingediend, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is bevonden.

  • 3.

    Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking plaats op basis van registratie van binnenkomst in het webportal. De registratie vindt plaats op dag, uur en minuut.

 

Artikel 3.14 Subsidievaststelling

 

  • 1.

    De subsidie wordt direct vastgesteld.

  • 2.

    Op basis van de offerte en het inschrijvingsbewijs voor de opleiding van de werknemer of uitzendkracht verzorgt het SNN de uitbetaling aan de opleider tot het maximum genoemd in artikel 3.11.

 

Artikel 3.15 Inwerkingtreding

 

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op 1 oktober 2021 om 9.00 uur.

  • 2.

    Deze deelregeling vervalt op 31 december 2022 om 23.59 uur, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op aanvragen die voor dit tijdstip zijn ontvangen.

 

Paragraaf 4  

 

Deelregeling zij-instroom

 

Artikel 4.1 Doel

 

Deze deelregeling heeft tot doel de branche/sector vitaal te houden en een bijdrage te leveren aan het terugdringen van de personeelstekorten in verschillende branches/sectoren.

 

Artikel 4.2 Doelgroep

 

Werkzoekenden die zich door middel van een zij-instroomtraject willen laten (om)scholen naar een baan in een branche waarin de werkzoekende op het moment van de aanvraag niet werkzaam is. De werkzoekende moet gaan werken bij een werkgever die volgens het Handelsregister is gevestigd in het werkingsgebied en daar ondernemingsactiviteiten uitvoert. Indien de werkzoekende nog geen toekomstige werkgever heeft gevonden, moet de werkzoekende woonachtig zijn in het werkingsgebied. Branches/sectoren waarop deze deelregeling van toepassing is worden in een Uitvoeringsbesluit benoemd. De te benoemen branches/sectoren kunnen per Uitvoeringsbesluit verschillen.

 

Artikel 4.3 Subsidievorm

 

Op grond van deze regeling wordt 50% subsidie verleend tot een maximum van € 2.500,-- per werkzoekende, op grond van een door de zij-instromer, de professional en de opleider ondertekende offerte.

 

Artikel 4.4 Subsidiabele activiteiten

 

Subsidie kan worden verstrekt aan een werkzoekende die een zij-instroomscholingstraject gaat volgen. Doel van het zij-instroomscholingstraject is de overstap te maken naar een werkgever die valt onder één van de, in het Uitvoeringsbesluit, genoemde branches/sectoren.

 

Artikel 4.5 Weigeringsgronden

 

De subsidie wordt in ieder geval geweigerd indien:

  • a.

    de scholingsactiviteit niet door een gekwalificeerde opleider wordt gegeven;

  • b.

    er verplichtingen zijn aangegaan voor 16 augustus 2021;

  • c.

    de aanvrager niet binnen doelgroep valt;

  • d.

    de subsidiabele kosten per opleider lager zijn dan € 750,--.

 

Artikel 4.6 Subsidievereisten

 

  • 1.

    De werkzoekende of organisatie die namens meerdere werkzoekenden een aanvraag indient heeft hierover altijd overleg gehad met een professional.

  • 2.

    De professional ondertekent mede de offerte behorende bij de aanvraag.

 

Artikel 4.7 Subsidiabele kosten

 

Voor zover noodzakelijk, in relatie tot het doel van de subsidie, komen kosten die worden gemaakt voor de activiteiten als bedoeld in artikel 4.4 voor subsidie in aanmerking. Kosten die in aanmerking komen zijn de kosten van de scholingsactiviteit en alles dat direct aan de scholingsactiviteit gerelateerd is.

 

Artikel 4.8 Niet-subsidiabele kosten

 

Niet-subsidiabele kosten zijn in ieder geval de volgende:

  • -

    kosten waarvoor de verplichting is aangegaan voor 16 augustus 2021;

  • -

    verletkosten;

  • -

    kosten voor overnachtingen, ontbijt, lunch, diner, drankjes en versnaperingen;

  • -

    reis- en verblijfkosten;

  • -

    kosten voor studiereizen en/of excursies;

  • -

    kosten van een laptop, tablet of printer en kosten van ‘randapparatuur’, zoals software, een muis, scanner en toetsenbord;

  • -

    compensabele of verrekenbare btw.

 

Artikel 4.9 Subsidieaanvraag

 

  • 1.

    De subsidie wordt aangevraagd bij het in het Uitvoeringsbesluit genoemde loket.

  • 2.

    Indien de aanvraag wordt ingediend door een individuele zij-instromer dient de aanvraag de volgende documenten te bevatten:

    • a.

      een aanvraagformulier conform het voorgeschreven format;

    • b.

      een offerte die door de zij-instromer, de opleider en de professional is ondertekend;

    • c.

      een gespecificeerde offerte van de scholingsactiviteit waarin duidelijk vermeld staat:

      • I.

        naam opleider;

      • II.

        scholingsactiviteit;

      • III.

        startdatum en duur van het traject;

      • IV.

        kosten van het traject;

      • V.

        naam, geboortedatum en postcode woonplaats van de zij-instromer;

      • VI.

        btw;

    • d.

      een inschrijvingsbewijs van de zij-instromer aan de opleiding.

  • 3.

    Indien de aanvraag wordt ingediend door een organisatie voor meerdere zij-instromers, die een zelfde opleiding gaan volgen bij eenzelfde opleidingsinstantie, kan hiervoor een gezamenlijke aanvraag worden ingediend. De aanvraag dient de volgende documenten te bevatten:

    • a.

      een aanvraagformulier met een overzicht van de zij-instromers conform het voorgeschreven format;

    • b.

      een kopie van de offerte ondertekend door de organisatie die de aanvraag indient, opleider en de professional;

    • c.

      een gespecificeerde offerte per scholingsactiviteit waarin duidelijk vermeld staat:

      • I.

        naam opleider;

      • II.

        naam scholingsactiviteit;

      • III.

        startdatum en duur van het traject;

      • IV.

        kosten van het traject;

      • V.

        namen, geboortedata en postcodes woonplaats van zij-instromers;

      • VI.

        btw;

    • d.

      een inschrijvingsbewijs per zij-instromer voor de opleiding.

 

Artikel 4.10 Subsidieplafond

 

Gedeputeerde Staten stellen in een Uitvoeringsbesluit de doelgroepen en de budgetten per deelregeling en per provincie vast.

 

Artikel 4.11 Subsidiehoogte

 

De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal € 2.500,-- per werkzoekende als tegemoetkoming in de kosten van de zij-instroomscholingsactiviteit.

 

Artikel 4.12 Beslistermijn

 

In afwijking van de Asv wordt binnen een termijn van 8 weken op een volledig ontvangen aanvraag beslist.

 

Artikel 4.13 Verdeelcriteria

 

  • 1.

    Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2.

    Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 3.

    Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking plaats op basis van registratie van binnenkomst in het webportal. De registratie vindt plaats op dag, uur en minuut.

 

Artikel 4.14 Subsidievaststelling

 

  • 1.

    De subsidie wordt direct vastgesteld.

  • 2.

    Op basis van de offerte en het inschrijvingsbewijs voor de opleiding van de werknemer verzorgt het SNN de uitbetaling aan de opleider tot het maximum genoemd in artikel 4.11 per zij-instromer.

 

Artikel 4.15 Inwerkingtreding

 

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag, na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad, waarin zij wordt geplaatst, om 9.00 uur.

  • 2.

    Deze deelregeling vervalt op 31 december 2022 om 23.59 uur, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op aanvragen die voor dit tijdstip zijn ontvangen.

 

Paragraaf 5  

 

Deelregeling begeleiding van een zij-instromer

 

Artikel 5.1 Doel

 

Deze deelregeling heeft tot doel de branche/sector vitaal te houden en een bijdrage te leveren aan het terugdringen van de personeelstekorten in bepaalde branches/sectoren door zij-instroom te bevorderen.

 

Artikel 5.2 Doelgroep

 

Zij-instromers die via de deelregeling zij-instroom een opleidingstraject volgen of hebben gevolgd en extra begeleiding nodig hebben om goed te kunnen functioneren in een nieuwe baan. De nieuwe of toekomstige werkgever is gevestigd in het werkingsgebied, is ingeschreven in het Handelsregister en voert daar ondernemingsactiviteiten uit. Branches/sectoren waarop deze deelregeling van toepassing is worden in een Uitvoeringsbesluit benoemd. De te benoemen branches/sectoren kunnen per Uitvoeringsbesluit verschillen.

 

Artikel 5.3 Subsidievorm

 

Er wordt een subsidiebedrag verstrekt met een maximum van € 1.200,-- als tegemoetkoming in de extra begeleidingskosten van de zij-instromer.

 

Artikel 5.4 Subsidiabele activiteiten

 

Aanvullende begeleiding van de zij-instromer door de werkgever of een externe deskundige tijdens het zij-instroomtraject.

 

Artikel 5.5 Weigeringsgronden

 

De subsidie wordt in ieder geval geweigerd indien:

  • 1.

    bij aanvullende begeleiding door een externe deskundige: er verplichtingen zijn aangegaan voor 16 augustus 2021;

  • 2.

    de aanvrager niet binnen de doelgroep valt;

  • 3.

    de begeleiding reguliere inwerkwerkzaamheden betreft.

 

Artikel 5.6 Subsidievereisten

 

  • 1.

    De professional neemt de beslissing of een werkgever in aanmerking komt voor een vergoeding voor begeleiding van de nieuwe werknemer. Indien de werkgever in aanmerking komt voor de vergoeding, wordt de aanvraag voorzien van een handtekening van de werkgever, de zij-instromer en een professional.

  • 2.

    Ingeval er geen werkgever in beeld is, neemt de professional de beslissing of de toekomstige werknemer extra begeleiding nodig heeft van een externe deskundige. In dat geval wordt de aanvraag voorzien van een handtekening van de aanvragende organisatie, de zij-instromer en de professional.

  • 3.

    Indien andere voorzieningen van overheidsinstanties beschikbaar zijn voor begeleiding van zij-instromers, moeten deze eerst worden aangevraagd. Kosten hiervoor worden niet subsidiabel gesteld in de onderhavige deelregeling.

 

Artikel 5.7 Subsidiabele kosten

 

Voor zover noodzakelijk, in relatie tot het doel van de subsidie, komen kosten die worden gemaakt voor de activiteiten als bedoeld in artikel 5.4 voor subsidie in aanmerking.

 

Artikel 5.8 Subsidieaanvraag

 

  • 1.

    De subsidie wordt aangevraagd bij het in het Uitvoeringsbesluit genoemde loket.

  • 2.

    Indien de aanvraag wordt ingediend door een werkgever voor een zij-instromer, die via deelregeling ‘begeleiding van een zij-instromer’ in dienst is genomen of zal worden genomen, dient de aanvraag de volgende documenten te bevatten:

    • a.

      een aanvraagformulier conform het voorgeschreven format (inclusief de-minimisverklaring);

      • b.

        de ondertekende offerte van de begeleidingsactiviteit (ingeval een derde wordt ingehuurd), waarop de volgde informatie is vermeld:

        • I.

          naam externe deskundige en onderneming die de begeleiding gaat verzorgen;

        • II.

          omschrijving van de begeleidingsactiviteit;

        • III.

          startdatum en duur van het traject;

        • IV.

          kosten van het traject;

        • V.

          naam, geboortedatum en postcode woonplaats van de zij-instromer op wie het traject betrekking heeft;

        • VI.

          btw.

  • 3.

    Indien de aanvraag wordt ingediend door een organisatie voor een zij-instromer, waarvoor nog geen toekomstig werkgever in beeld is op het moment van indienen van de aanvraag, moet de aanvraag de volgende documenten bevatten:

    • a.

      een aanvraagformulier per zij-instromer conform het voorgeschreven format;

    • b.

      een kopie van de offerte van de begeleidende organisatie met handtekeningen van een professional en de begeleider van de externe organisatie;

      • I.

        naam begeleider;

        • II.

          vermelding van de begeleidingsactiviteit;

        • III.

          startdatum en duur van het traject;

        • IV.

          kosten van het traject;

        • V.

          naam en de geboortedatum van de zij-instromer op wie het traject betrekking heeft;

        • VI.

          btw.

 

Artikel 5.9 Subsidieplafond

 

Gedeputeerde Staten stellen in een Uitvoeringsbesluit de doelgroepen en de budgetten per deelregeling en per provincie vast.

 

Artikel 5.10 Subsidiehoogte per aanvraag

 

De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal € 1.200,-- per aanvraag als tegemoetkoming in de kosten van de extra begeleiding van de zij-instromer.

 

Artikel 5.11 Beslistermijn

 

In afwijking van de Asv wordt binnen een termijn van 8 weken op een volledig ontvangen aanvraag beslist.

 

Artikel 5.12 Verdeelcriteria

 

  • 1.

    Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2.

    Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 3.

    Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking plaats op basis van registratie van binnenkomst in het webportal. De registratie vindt plaats op dag, uur, minuut.

 

Artikel 5.13 Subsidievaststelling

 

  • 1.

    De subsidie wordt direct vastgesteld.

  • 2.

    Uitbetaling geschiedt aan óf de werkgever óf de externe deskundige tot het maximum genoemd in artikel 5.10.

 

Artikel 5.14 Inwerkingtreding

 

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag, na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad, waarin zij wordt geplaatst, om 9.00 uur.

  • 2.

    Deze deelregeling vervalt op 31 december 2022 om 23.59 uur, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op aanvragen die voor dit tijdstip zijn ontvangen.

 

Artikelsgewijze toelichting behorende bij de Uitvoeringsregeling Kansen verzilveren voor vakmanschap 2021

 

Toelichting Paragraaf 1 Algemene bepalingen

 

Artikel 1h en 1g

Indien er sprake is van het inschakelen van een adviesorganisatie, dient deze onafhankelijk te zijn van de aanvragende onderneming. In dat kader wordt onder andere in de volgende situaties geoordeeld dat er geen sprake is van onafhankelijkheid:

  • -

    als de adviesorganisatie een (financieel) belang in de aanvragende onderneming heeft;

  • -

    als de aanvragende onderneming een (financieel) belang heeft in de onderneming van de adviesorganisatie;

  • -

    als de directeur van de aanvragende onderneming ook de directeur van de adviesorganisatie is;

  • -

    in het geval er sprake is van familierelaties in de eerste en tweede graad (ouder/kind/broer/zuster);

  • -

    als de organisatie een duidelijk belang heeft in de uitkomsten van het project, verder dan gebruikelijk is.

 

Toelichting paragraaf 2 Scholing op gezamenlijk initiatief van de werkgever en de werknemer

 

Artikel 2.2

Voorwaarde is dat een werknemer werkzaam is bij een onderneming in de provincies Groningen, Fryslân of Drenthe en de werknemer daar ook de werkzaamheden verricht. Zo zal een verkoper die feitelijk werkzaam is buiten het werkingsgebied niet onder de doelgroep vallen.

Het is niet noodzakelijk dat de medewerker woonachtig is in het werkingsgebied.

 

Artikel 2.5 onder c

Een onderneming die in elke provincie een aparte rechtspersoon (bijvoorbeeld een BV) heeft, kan per rechtspersoon voor maximaal vijftien werknemers subsidie aanvragen. Dit geldt niet voor nevenvestigingen van een rechtspersoon die niet als zelfstandige rechtspersonen in het Handelsregister zijn ingeschreven.

 

Artikel 2.6

Subsidiabele kosten kunnen ook in een arrangementsprijs lumpsum worden aangeboden als meerdere werknemers dezelfde opleiding volgen. Er kan hier bijvoorbeeld gedacht worden aan kosten voor verplicht aan te schaffen boeken, lesmateriaal, lesmateriaal in de vorm van software en examenkosten.

 

Artikel 2.7

Bij het derde punt is vermeld dat arrangementskosten voor overnachting, ontbijt, lunch, diner, drankjes en versnaperingen niet onder de subsidiabele kosten vallen. Dit is niet van toepassing op de gangbare voorzieningen als koffie, thee, frisdrankjes, lunch die door de opleider worden verstrekt tijdens de opleiding. Ingeval deze kosten expliciet in een offerte zijn opgenomen en als sober en doelmatig zijn aan te merken, worden deze meegenomen als subsidiabele kosten.

 

Artikel 2.8

Omdat de subsidie direct wordt vastgesteld, moeten zowel de offerte als de factuur bij de aanvraag worden aangeboden.

 

Artikel 2.13

De werkgever is verantwoordelijk voor het betalen van de factuur aan de opleider.

 

Toelichting paragraaf 3 Scholing op initiatief van de werknemer of uitzendkracht

 

Artikel 3.2

Een scholingsactiviteit kan op eigen initiatief van de werknemer worden aangevraagd. Op de offerte komt de handtekening van zowel de opleider, de werknemer respectievelijk uitzendkracht en de professional. Een handtekening van de werkgever op de offerte is hier niet noodzakelijk. Het is niet noodzakelijk dat de medewerker woonachtig is in het werkingsgebied.

 

Artikel 3.4

De scholingsactiviteit moet gericht zijn op het aanleren van nieuwe vaardigheden en taken. Deze vaardigheden en taken kunnen eveneens betrekking hebben op de onderneming en de branche waar de aanvrager nu werkt.

 

Artikel 3.5 onder g

Als er door meerdere werknemers van eenzelfde werkgever op individuele basis wordt aangevraagd voor dezelfde opleiding, moet de aanvraag door de werkgever worden ingediend onder de deelregeling scholing zittend personeel op gezamenlijk initiatief van werkgever en werknemer.

 

Artikel 3.6

Er kan hier bijvoorbeeld gedacht worden aan kosten voor verplicht aan te schaffen boeken, lesmateriaal, lesmateriaal in de vorm van software en examenkosten.

 

Artikel 3.8

Bij het derde punt is vermeld dat arrangementskosten voor overnachting, ontbijt, lunch, diner, drankjes en versnaperingen niet onder de subsidiabele kosten vallen. Dit is niet echter van toepassing op de koffie, thee, frisdrankjes, lunch enz. die door de opleider worden verstrekt tijdens de opleiding. Ingeval deze kosten expliciet in een offerte zijn opgenomen en als sober en doelmatig zijn aan te merken, worden deze meegenomen als subsidiabele kosten.

 

Artikel 3.14 lid 2

De werknemer of uitzendkracht dient als privépersoon de aanvraag in en kan als particulier de btw niet verrekenen. De uitbetaling door het SNN aan de opleider wordt dan inclusief btw meegenomen tot het toegestane maximumbedrag van € 1.000,--.

 

Toelichting paragraaf 4 Zij-instroom

 

Artikel 4.6

De mogelijkheid bestaat dat een organisatie, bijvoorbeeld een vakvereniging of Servicepunt Techniek, namens meerdere werkzoekenden een aanvraag indient in het webportal. De zij-instromers gaan dan eenzelfde opleiding volgen bij eenzelfde opleider. De offerte van de opleider en de inschrijvingsbewijzen komen dan binnen via de aanvragende organisatie. Het SNN betaalt de opleidingskosten voor meerdere zij-instromers uit aan de opleider. Ook hier geldt voor zij-instroom dat er altijd met een goedkeuring van een professional wordt gewerkt. De professional is mede ondertekenaar van de offerte behorende bij de aanvraag.

 

Artikel 4.9

Als er sprake is van meerdere opleiders gelden de genoemde voorwaarden per opleider.

De organisatie die voor meerdere zij-instromers de aanvraag indient kan bijvoorbeeld één van de partners van Kansen Verzilveren voor Technisch Vakmanschap zijn. Dit zijn: Koninklijke Metaalunie, Techniek Nederland, Koninklijke Bouwend Nederland, OOM, WIJ-Techniek, A+O Metalektro, vakverenigingen FNV Metaal en FNV Bouwen en Wonen, CNV Vakmensen en de Unie.

 

Artikel 4. 14

In het geval een individuele zij-instromer de aanvraag indient kan deze als particulier de btw niet verrekenen. In dat geval wordt de uitbetaling aan de opleider inclusief btw meegenomen tot het toegestane maximum van € 2.500,-- per zij-instromer.

 

In het geval dat een organisatie de aanvraag indient voor meerdere zij-instromers wordt de uitbetaling aan de opleider inclusief btw meegenomen tot het toegestane maximum van € 2.500,-- per zij-instromer.

 

Toelichting paragraaf 5 Begeleiding van een zij-instromer

 

Tijdens of na afloop van de scholingsactiviteit van de zij-instromer wordt door een professional in overleg met de zij-instromer bepaald? of deze aanvullende begeleiding nodig heeft. Extra begeleiding op de toekomstige werkvloer kan nodig zijn om de werkgever te ontzorgen. Dit kan zich voordoen als er bij een zij-instromer sprake is van een bepaalde problematiek.

 

Artikel 5.2

Hierna volgt een toelichting op mogelijke situaties, waarin dit van toepassing kan zijn. Deze situaties zijn niet uitputtend opgesomd. Er wordt een afweging gemaakt in samenspraak met de werkgever, zij-instromer en professional, waarbij de werksituatie en persoonlijke omstandigheden worden meegewogen.

Mogelijke situaties

  • -

    Mensen met een Wajong-, Wia- of BAB- uitkering, waarvoor geen andere begeleidingsinstrumenten aanwezig zijn;

  • -

    Wajong = Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten;

  • -

    BAB = BaanAfspraakBanen (BAB) Indicatie banen afspraken;

  • -

    WIA = Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen;

    • -

      Zij-instroom vanuit een andere sector en waarvan de (onderbouwde) inschatting is dat er extra ondersteuning nodig is in de eerste fase van het werken in de ‘ontvangende’ branche;

    • -

      Mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. Bijvoorbeeld mensen die lang niet hebben gewerkt (> 1,5 jaar), nu een bijstands- of WW-uitkering krijgen of mensen zonder werk die lange tijd geen uitkering hebben gehad. Deze mensen behoeven extra aandacht voor het aanleren van werknemersvaardigheden die doorslaggevend zijn voor de werkuitvoering;

    • -

      Mensen met een afgeronde inburgeringscursus, die de Nederlandse (vak)taal nog maar in beperkte mate spreken;

    • -

      Laaggeletterden en mensen die over onvoldoende digitale basisvaardigheden beschikken;

    • -

      Schoolverlaters zonder diploma en/of startkwalificatie, de zgn. vroegtijdige schoolverlaters;

    • -

      Jongeren tot 27 jaar die i.v.m. persoonlijke en sociale omstandigheden hun opleiding niet hebben afgemaakt en waarvan de inschatting is dat er extra aandacht nodig is tijdens de eerste periode van werk;

    • -

      Zij-instromers met (tijdelijke) problematiek die het functioneren op de werkvloer zouden kunnen belemmeren. De begeleiding uitgevoerd door professionele derden, is erop gericht om dusdanige ‘randcondities’ te scheppen dat men het werk regulier kan uitvoeren;

Zij-instromers met een mantelzorgvraagstuk die ondersteuning behoeven om de juiste condities te scheppen om het werk te kunnen uitvoeren in relatie tot de privésituatie

 

Om in aanmerking te komen voor begeleiding maakt een professional, bijvoorbeeld de arbeidsmarktcoach, een inschatting van de noodzaak. Afhankelijk van de situatie wordt dat gedaan met de werkgever en werknemer (als er een werkgever in beeld is). In gevallen waarin geen werkgever in beeld is, bepalen de professional en de werknemer dit samen. De inschatting is gerelateerd aan het functioneren in een (toekomstige) baan. De bijdrage kan niet worden aangevraagd voor een regulier inwerktraject van een nieuwe werknemer.

 

Begeleiding en ondersteuning kan door de werkgever zelf worden gegeven of door een derde die is gespecialiseerd in de desbetreffende problematiek van de zij-instromer. De werkgever mag ook zelf een dergelijke professional extern inhuren. De privacyregels naar werkgever en werknemer worden in acht genomen.

 

Artikel 5.6, leden 1 en 2

In arbitraire gevallen neemt een vertegenwoordiger van de werkgeversorganisatie (branches/sectoren) en de vakverenigingen een bindende beslissing.

 

Artikel 5.6, lid 3

Denk aan andere voorzieningen bij overheidsinstanties, aan jobcoach-regelingen bij gemeenten en UWV.

 

Artikel 5.8

De organisatie die voor meerdere zij-instromers de aanvraag indient kan bijvoorbeeld één van de partners van Kansen Verzilveren voor Technisch Vakmanschap zijn. Dit zijn: Koninklijke Metaalunie, Techniek Nederland, Koninklijke Bouwend Nederland, OOM, WIJ-Techniek, A+O Metalektro, vakverenigingen FNV Metaal en FNV Bouwen en Wonen, CNV Vakmensen en de Unie.

Naar boven