Openstellingsbesluit niet-productieve investeringen voor herstel agrarisch cultuurlandschap 2021

Gedeputeerde Staten van Fryslân,

 

gelet op artikel 1.3, vierde lid, van de Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2013;

 

gelet op artikel 1.3 van de Regeling POP 3 subsidies provincie Fryslân; hierna te noemen: de subsidieregeling;

 

BESLUITEN

 

De maatregel ‘Niet-productieve investeringen voor biodiversiteit, natuur, landschap en hydrologische maatregelen stikstof’ als nadere invulling op de algemene bepalingen zoals vastgesteld in hoofdstuk 2, paragraaf 5 van de subsidieregeling open te stellen voor aanvragen;

 

en

 

Het navolgende ‘Openstellingsbesluit niet-productieve investeringen voor herstel agrarisch cultuurlandschap 2021’, vast te stellen:

Artikel 1 Definities

In aanvulling op de definities in artikel 1.1 van de subsidieregeling wordt in dit besluit verstaan onder:

  • a.

    Agrarische collectieven onderdeel van het KBF: de 7 professionele agrarische collectieven van boeren en particulieren leden voor ANLb. Het Kollektivenberied Fryslân (KBF) is het samenwerkingsverband waar de collectieven deel van uit maken;

  • b.

    ANLb: Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer;

  • c.

    Cultuurhistorische Kaart: digitale kaart met topografische informatie, cultuurhistorische elementen en structuren van de provincie Fryslân;

  • d.

    KRW-opgavenkaart POP3 2021: kaart met daarop aangegeven de locaties, wateren en gemalen waarvoor KRW-opgaven gelden;

  • e.

    Landbouwer: een natuurlijk persoon of rechtspersoon dan wel een groep natuurlijke personen of rechtspersonen, ongeacht de rechtspositie van de groep en haar leden volgens het nationale recht, van wie het bedrijf zich bevindt binnen het territoriale toepassingsgebied van de verdragen als omschreven in artikel 52 VEU in samenhang met de artikelen 349 en 355 VWEU, en die een landbouwactiviteit uitoefent;

  • f.

    Landbouwactiviteiten: primaire productie van de landbouwproducten alsmede handel in landbouwproducten, als bedoeld in bijlage 1 VWEU;

  • g.

    Landbouwbedrijf: alle eenheden op het grondgebied van Nederland die voor landbouwactiviteiten worden gebruikt en door een landbouwer worden beheerd;

  • h.

    Landschapstypen: landschapstypen zoals aangegeven in de structuurvisie Grutsk op ‘e Romte en op de digitale Landschapstypenkaart van de provincie Fryslân;

  • i.

    Landschapstypenkaart: digitale kaart met landschapstypen en andere landschappelijke informatie van de provincie Fryslân;

  • j.

    Leefgebieden: betreffen leefgebieden zoals aangegeven in het Provinciaal Natuurbeheerplan – 2022 provincie Fryslân. Vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Fryslân op 29 juni 2021;

  • k.

    Niet-productieve investering: investering die niet leidt tot een aanzienlijke stijging van de waarde of de rentabiliteit van het landbouwbedrijf of een andere onderneming;

  • l.

    Projectgebieden Regiodeal Natuur Inclusieve Landbouw Veenweide en Kleiweide: de gebieden waar maatregelen en projecten worden uitgevoerd binnen het Veenweidegebied en Kleiweidegebied voor onder andere de bevordering van Natuur Inclusieve Landbouw;

  • m.

    SBI-code: Standaard Bedrijfsindeling code laat zien wat de activiteit van een bedrijf is;

  • n.

    SNN: Samenwerkingsverband Noord-Nederland;

  • o.

    Subsidieregeling: de Regeling POP 3 subsidies provincie Fryslân zoals gewijzigd vastgesteld op 6 april 2021.

Artikel 2 Openstellingsperiode

  • 1.

    een aanvraag voor de maatregel ‘niet-productieve investeringen voor biodiversiteit, natuur, landschap en hydrologische maatregelen Stikstof’. Zijnde paragraaf 2.5 van de subsidieregeling, kan worden ingediend van 4 oktober 2021 9.00 uur tot en met 8 november 2021, 17.00;

  • 2.

    Een aanvraag wordt geacht tijdig te zijn ingediend, indien deze is ontvangen door SNN binnen de in het vorige lid genoemde indieningstermijn.

Artikel 3 Subsidieplafond

De subsidieplafonds voor aanvragen die op grond van dit openstellingsbesluit worden ontvangen binnen het in artikel 2 genoemde tijdvak bedragen:

  • a.

    voor alle investeringsmaatregelen genoemd in bijlage 1 van dit openstellingsbesluit, behoudens de investeringsmaatregel die genoemd is onder 5b van bijlage 1 van dit openstellingsbesluit: in totaal € 2.520.000,--, bestaande uit € 1.260.000,-- provinciale middelen en € 1.260.000,-- Europese middelen (ELFPO);

  • b.

    voor inrichtingsmaatregelen genoemd onder 5b van bijlage 1 van dit openstellingsbesluit: € 600.000,-- bestaande uit € 300.000,-- Europese middelen (ELFPO) en € 300.000,--. provinciale middelen. Hierbij is de subsidieaanvrager zelf verantwoordelijk voor het verkrijgen van deze provinciale cofinanciering. De toegezegde provinciale cofinanciering dient bij de aanvraag te worden onderbouwd middels een cofinancieringsverklaring.

Artikel 4 Doelgroep

Op grond van artikel 1.3 en artikel 2.5.2 van de subsidieregeling kan subsidie alleen worden aangevraagd door:

  • a.

    agrarische collectieven;

  • b.

    samenwerkingsverbanden van één of meer agrarische collectieven en één of meer natuur- en landschapsorganisaties conform artikel 1.6 van de subsidieregeling.

Artikel 5 Aanvraag

  • 1.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 1.7 van de subsidieregeling omvat een aanvraag:

    • a.

      een omschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd conform format SNN;

    • b.

      een begroting voor de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd conform format SNN;

    • c.

      een toelichting op de begroting;

    • d.

      een sluitend financieringsplan van de kosten van de activiteit, met inbegrip van een opgave van subsidies of vergoedingen die voor dezelfde activiteiten bij andere bestuursorganen, private organisaties of personen zijn aangevraagd, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;

    • e.

      een kaart met daarop aangegeven de locatie of locaties waar de activiteit wordt uitgevoerd of, indien deze locatie of locaties nog niet exact bekend is, een zoekgebiedenkaart voor de activiteit;

    • f.

      een omschrijving hoe de ecologische en landschappelijke kwaliteit van de in bijlage 1 van dit openstellingsbesluit omschreven inrichtingsmaatregelen in de uitvoering is geborgd door de inzet van een adviesgroep met deskundigen uit de disciplines landbouw, natuur en landschap;

    • g.

      indien de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd naar waarschijnlijkheid leidt tot negatieve omgevingseffecten, bevat de subsidieaanvraag een omschrijving van de benodigde vergunningen, waarin deze omgevingseffecten worden getoetst, die voor de uitvoering dienen te worden verkregen;

    • h.

      Cofinancieringsverklaring ter onderbouwing van de toegezegde nationale cofinanciering voor de aanvraag van subsidie als bedoelt in artikel 3 lid b.

  • 2.

    Een subsidieaanvraag wordt ingediend bij Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân via het SNN door middel van een daarvoor ontwikkelde webportal dat bereikbaar is via www.snn.nl/pop3.

Artikel 6 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor de kosten van niet-productieve investeringen voor herstel- of inrichtingsmaatregelen voor landschap en in samenhang daarmee met natuur en biodiversiteit zoals deze vermeld staan in de maatregelenlijst van bijlage 1. Bijlage 1 is een integraal deel van dit openstellingsbesluit.

Artikel 7 Toetsingscriteria

Om voor subsidie voor activiteiten, als bedoeld in artikel 6 in aanmerking te komen wordt in elk geval voldaan aan de volgende criteria:

  • a.

    er is voor de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd geen andere EU-subsidie ontvangen of aangevraagd;

  • b.

    de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd hebben een aantoonbare directe link met de landbouw;

  • c.

    de activiteiten waarvoor subsidie is aangevraagd staan vermeld in de maatregelenlijst of dragen bij aan de geformuleerde doelstellingen in de maatregelenlijst van bijlage 1 van dit openstellingsbesluit en vinden plaats in het gebied dat bij de betreffende investeringsmaatregel is aangegeven.

Artikel 8 Subsidiabele kosten

  • 1.

    Subsidie wordt verstrekt voor de volgende kosten, voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van het project en voor zover direct samenhangend met de subsidiabele activiteit als omschreven in artikel 6 van dit openstellingsbesluit:

    • a.

      de kosten van de bouw of verbetering van onroerende zaken;

    • b.

      algemene kosten als bedoeld in artikel 1.12a van de subsidieregeling;

    • c.

      legeskosten;

    • d.

      de kosten van projectmanagement en projectadministratie;

    • e.

      voorbereidingskosten als bedoeld in artikel 1.12 lid 3 en 4 van de subsidieregeling.

  • 2.

    De subsidiabele kosten genoemd in het eerste lid kunnen bestaan uit de volgende kostentypen:

    • a.

      personeelskosten voor zover zij zijn berekend overeenkomstig artikel 1.9 van de subsidieregeling;

    • b.

      kosten derden: kosten waarvoor een factuur of document met gelijkwaardige bewijskracht kan worden overgelegd.

Artikel 9 Hoogte subsidie

  • 1.

    Kosten als bedoeld in artikel 8, eerste lid, onder a, b en c, van dit openstellingsbesluit, zijn 100% subsidiabel;

  • 2.

    Kosten als bedoeld in artikel 8, eerste lid onder d en e van dit openstellingsbesluit, zijn subsidiabel tot met een maximum van 40% van de totale subsidiabele kosten van activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd, inclusief bijbehorende niet verrekenbare of niet compensabele BTW;

  • 3.

    De maximale hoogte van de te verlenen subsidie bedraagt € 3.120.000,--.

Artikel 10 Rangschikking op basis van geografische selectiecriterium

Aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen worden op grond van artikel 1.15, eerste lid, onder d en 2.5.5. eerste lid van de subsidieregeling door Gedeputeerde Staten gerangschikt op basis van het geografische selectiecriterium waarbij de subsidiabele activiteiten dienen plaats te vinden binnen de gebieden die per activiteit zijn aangegeven op de maatregelenlijst in bijlage 1 van dit openstellingsbesluit.

Artikel 11 Weigeringsgronden

Onverminderd artikel 2.3.5 van de subsidieregeling wordt subsidie geweigerd indien:

  • a.

    de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd niet voldoen aan één of meer van de toetsingscriteria als bepaald in artikel 7 van dit openstellingsbesluit;

  • b.

    de totale subsidiabele kosten in de aanvraag na beoordeling minder bedragen dan € 300.000,--.

Artikel 12 Bevoorschotting

In aanvulling op artikel 1.23 van de subsidieregeling kan maximaal één keer per kwartaal een aanvraag om een voorschot worden ingediend op basis van realisatie.

Artikel 13 Vaststellingsverzoek

Het verzoek tot vaststelling van de subsidie dient uiterlijk op 31 december 2024 te zijn ontvangen.

Artikel 14 Slotbepalingen

  • 1.

    Dit openstellingsbesluit treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking in het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst;

  • 2.

    Bijlage 1 maakt integraal onderdeel uit van dit openstellingsbesluit.

Artikel 15 Citeertitel

Dit openstellingsbesluit wordt aangehaald als: Openstellingsbesluit niet-productieve investeringen voor herstel agrarisch cultuurlandschap 2021.

Aldus vastgesteld in de vergadering van Gedeputeerde Staten van Fryslân van 7 september 2021.

Voorzitter drs. A.A.M. Brok

Secretaris R.E. Bouius-Riemersma, MBA MCM

Bijlage 1 Maatregelenlijst met geografisch selectiecriterium

 

Inrichtingsmaatregel

Geografisch criterium

Voor de locatie en begrenzing van de aangegeven gebieden kunnen de digitale linken in de toelichting op de definities geraadpleegd worden.

Subsidiabele activiteit

1. Aanleg en herstel akkerranden, struweelranden, vogelakkers en wintervoedselakkers

Leefgebied open akkers, of;

De landschapstypen kwelderwal, kweldervlakte, oude zeepolder en jonge zeepolder in de gemeenten Harlingen, Waadhoeke en Noardeast Fryslân, of;

De landschapstypen Fries essenlandschap, hoogveenontginning en heideontginning in de gemeente Oost- en Weststellingwerf en de voormalige gemeenten Gaasterlân-Sleat en Nijefurd;

Alle bovengenoemde gebieden inclusief een randzone van 500 meter.

Aanleg en herstel van akkerranden, struweelranden, vogelakkers en wintervoedselakkers betreft de fysieke inrichting t.b.v. de geformuleerde doelstelling. De geformuleerde doelstelling is een combinatie van in ieder geval een landschappelijk aantrekkelijke rand langs een perceel in combinatie met een voor flora en/of fauna aantrekkelijk ecologische aanleg.

Hieronder valt onder andere het ploegen, herprofileren of spitten, frezen, inzaaien en rollen van de akkerrand of vogelakker. Daarbij hoort het inzaaien van een meerjarig akkermengsel, inclusief het in stand houden van de akkerrand, vogelakker of wintervoedselakker. Het meerjarig akkermengsel bestaat alleen uit streekeigen soorten.

Onder de subsidiabele activiteit voor akkerranden, vogelakkers of wintervoedselakkers valt ook een doorzaai of een verplaatsing binnen de projectperiode.

Akkerranden, vogelakkers en wintervoedselakkers worden bij voorkeur uitgevoerd in combinatie met struweelranden.

2. Aanleg natuurvriendelijke oevers

Leefgebieden open akkers, open grasland en natte dooradering. Hoofdwatergangen zijn uitgesloten voor zover deze aangewezen zijn op de KRW-Opgavekaart POP3 2021.

Landschapstypen Kwelderwallen en oeverwallen, zijn uitgesloten, tenzij aan de hand van een hoogtekaart aangegeven wordt dat de betreffende gronden een voormalige slenk of priel betreft.

De aanleg van natuurvriendelijke oevers betreft de fysieke inrichting waaronder onder andere valt: het herprofileren van de oevers van de oevers en uitvoeren van overige noodzakelijke inrichtingsmaatregelen t.b.v. de geformuleerde doelstelling.

De geformuleerde doelstelling is een combinatie van in ieder geval landschappelijke en/of cultuurhistorische doelen, eventueel in combinatie met het creëren van foerageergebied, optimaliseren van voortplantingsmogelijkheden of het creëren van nat biotoop of een combinatie daarvan.

Tevens vallen hieronder maatregelen ter bescherming tegen schade als gevolg van beweiding of bewerking op aangrenzende gronden.

3. Herstel en aanleg van bestaande en verdwenen (elzen) singels, houtwallen, heggen, hagen, bosjes, dobben, pingoruïnes, drinkpoelen en solitaire bomen.

Leefgebied droge dooradering en aanvullend de landschapstypen stuwwallandschap en Fries Essenlandschap, gelegen in de voormalige gemeenten Gaasterlân-Sleat en Nijefurd;

Daarnaast in de gemeenten Waadhoeke en Noardeast Fryslân: alleen het herstel en aanleg van elzensingels in het landschapstype kwelderwal.

Herstel en aanleg van elzensingels op landschapstype kwelderwal uitsluitend op locatie overeenkomstig topografische kaart van voor 1950.

Herstel en aanleg van bestaande en verdwenen (elzen)singels, houtwallen, heggen, hagen, bosjes, dobben, pingoruïnes, drinkpoelen en solitaire bomen betreft de fysieke inrichting waaronder onder andere valt: de aanplant van inheemse bomen en struiken, het ploegen, her profileren of spitten, frezen, inzaaien en rollen t.b.v. de geformuleerde doelstelling.

De geformuleerde doelstelling is een verwezenlijking van de landschappelijke en cultuurhistorische doelstellingen zo veel mogelijk in combinatie met doelstellingen ten aanzien van flora en/of fauna.

Herstel en aanleg van pingoruïnes en dobben uitsluitend indien vooraf uit een archeologisch advies blijkt dat dit geen archeologische bezwaren oplevert.

Wijze van herstel en aanleg zo veel mogelijk overeenkomstig topografische kaart van voor 1950.

Tevens vallen hieronder maatregelen ter bescherming tegen schade als gevolg van beweiding of bewerking op aangrenzende gronden.

4. Herstel en aanleg van drenkpoelen

Landschapstypen kweldervlakte, kwelderwal, oude zeepolders, jonge zeekleipolders;

Alle bovengenoemde gebieden inclusief een randzone van 500 meter.

Locatie overeenkomstig topografische of kadastrale kaart van voor 1950 of op een ruimtelijk vergelijkbare plaats.

Herstel en aanleg van drenkpoelen betreft de fysieke inrichting, waaronder onder andere valt: het her profileren of spitten, frezen, inzaaien en rollen t.b.v. de geformuleerde doelstelling.

De geformuleerde doelstelling is het ecologisch inrichten/beheren van landschapselementen voor een groot deel bestaand uit water zodanig dat in ieder geval de doelstellingen ten aanzien van landschap en cultuurhistorie worden verwezenlijkt en deze zo veel mogelijk worden gecombineerd met doelstellingen ten aanzien van flora, fauna en water.

Het profiel dient tussen de 10 en 20 meter te bedragen en de dimensionering dient aan te sluiten op nog bestaande drenkpoelen.

In de aanvraag wordt aangegeven wat er met de vrijkomende grond gebeurt waarbij dit in ieder geval niet mag leiden tot demping van sloten of greppels elders.

Bovendien is eventuele afvoer en stortkosten van vrijkomende grond, puin of bagger niet subsidiabel.

5a. Herstel agrarische historische erven in agrarisch gebruik

Alle landschapstypen.

Herstel overeenkomstig landschapstypen Grutsk op ‘e Romte.

Locatie zo veel mogelijk overeenkomstig historische topografische of kadastrale kaarten van voor 1950.

Herstel agrarische historische erven in agrarisch gebruik betreft de fysieke inrichting, waaronder onder andere valt: herstel, aanleg en eenmalig groot onderhoud van erfbeplanting en voorzieningen zoals het aanbrengen van erfbeplanting, bomenrijen/windsingels rond stallen, boomgaard, inrichting bijenweide, kruidenstrook, en andere maatregelen t.b.v. de geformuleerde doelstelling.

De geformuleerde doelstelling is het landschappelijke inpassen van erven, in combinatie met doelstellingen voor biodiversiteit, flora en fauna.

Het erf is in agrarisch gebruik, conform SBI-codes Landbouw, bosbouw en visserij.

Gebruik historisch passende en streekeigen beplanting.

Herstel moet zoveel mogelijk passend zijn aan de streekeigen identiteit en zo veel mogelijk overeenkomstig met historische topografische of kadastrale kaarten van voor 1950.

Subsidiabele kosten zijn maximaal € 5.000,-- per erf.

In de aanvraag wordt aangegeven wat er met de vrijkomende grond gebeurt waarbij dit in ieder geval niet mag leiden tot demping van sloten of greppels elders. Bovendien is eventuele afvoer en stortkosten van vrijkomende grond, puin of bagger niet subsidiabel.

5b. Herstel erven die niet onder 5a vallen

Projectgebieden Regiodeal Natuur Inclusieve Landbouw Veenweide en Kleiweide.

Herstel overeenkomstig landschapstypen uit Grutsk op ‘e Romte.

Locatie zo veel mogelijk overeenkomstig historische topografische of kadastrale kaarten van voor 1950.

Herstel van erven die niet onder 5a vallen betreft de fysieke inrichting van een boerenerf, voormalig boerenerf of erf buiten de bebouwde kom. Onder de fysieke inrichting valt onder andere: herstel, aanleg en eenmalig groot onderhoud van erfbeplanting en voorzieningen zoals het aanbrengen van erfbeplanting, bomenrijen/windsingels rond stallen, boomgaard, inrichting bijenweide, kruidenstrook, en andere maatregelen t.b.v. de geformuleerde doelstelling.

De geformuleerde doelstelling is het landschappelijke inpassen van erven, in combinatie met doelstellingen voor biodiversiteit, flora en fauna.

Gebruik historisch passende en streekeigen beplanting.

Herstel overeenkomstig landschapstypen uit Grutsk op ‘e Romte en zo veel mogelijk overeenkomstig met historische topografische of kadastrale kaarten van voor 1950.

Subsidiabele kosten maximaal € 5.000,-- per erf.

In de aanvraag wordt aangegeven wat er met de vrijkomende grond gebeurt waarbij dit in ieder geval niet mag leiden tot demping van sloten of greppels elders. Bovendien is eventuele afvoer en stortkosten van vrijkomende grond, puin of bagger niet subsidiabel.

6. Herstel historische waterlopen

Alle landschapstypen.

Hoofdwatergangen zijn uitgesloten voor zover deze aangewezen zijn op de KRW-Opgavekaart POP3 2021.

Ligging overeenkomstig historische topografische of kadastrale kaarten van voor 1950 en/of de kaartlaag vaarwegen uit de Cultuurhistorische Kaart.

Herstel van historische waterlopen betreft de fysieke inrichting van historische vaarwegen, opvaarten, hoogveenontginningswijken, sloten rond kruinige percelen en terpen en cultuurlandschappelijk waardevolle slotenpatronen. Onder de fysieke inrichting valt onder andere:

  • a.

    herstel oorspronkelijk historisch profiel;

  • b.

    herstel oorspronkelijk historische waterpeil (vaak Friese boezem);

  • c.

    structureel of variabel (seizoensmatig), verhogen van waterpeilen in leefgebied open grasland;

  • d.

    aanleg kunstwerken zoals duikers, dammen, wanneer deze noodzakelijk zijn voor de investeringen zoals genoemd onder a. t/m c.

Maatregelen dragen bij aan de doelstelling van het ecologisch inrichten/beheren van landschapselementen voor een groot deel bestaand uit water zodanig dat in ieder geval de doelstellingen ten aanzien van landschap en cultuurhistorie worden verwezenlijkt, bij voorkeur gecombineerd met één of meerdere doelstellingen ten aanzien van flora, fauna of water.

Herstelwijze overeenkomstig historische topografische of kadastrale kaarten van voor 1950 en/of de kaartlaag vaarwegen uit de Cultuurhistorische Kaart.

Herstel sloten rond terpen uitsluitend indien vooraf uit een archeologisch advies blijkt dat dit geen archeologische bezwaren oplevert.

In de aanvraag wordt aangegeven wat er met de vrijkomende grond gebeurt waarbij dit in ieder geval niet mag leiden tot demping van sloten of greppels elders. Bovendien is eventuele afvoer en stortkosten van vrijkomende grond, puin of bagger niet subsidiabel.

7. Herstel en aanleg ‘túnwallen’

Landschapstypen stuwwallandschap en Friese essenlandschap voor zover gelegen in de voormalige gemeente Gaasterlân-Sleat.

Ligging overeenkomstig historische topografische of kadastrale kaarten van voor 1950.

Herstel en aanleg van ‘túnwallen’ betreft de fysieke inrichting t.b.v. de geformuleerde doelstelling.

De geformuleerde doelstelling is een combinatie van in ieder geval landschappelijke en cultuurhistorische doelstellingen bij voorkeur in combinatie met doelstellingen voor flora en/of fauna. Hieronder valt onder andere: her profileren of spitten, opwerpen en ophogen, frezen, inzaaien en rollen volgens oorspronkelijk historisch profiel.

8. Herstel en aanleg beplanting of omgrachting van (voormalige) state- of kloosterterreinen of uithoven

(Voormalige) State- of kloosterterreinen of uithoven die aangegeven staan op de Cultuurhistorische Kaart.

Begrenzingen aantoonbaar overeenkomstig aan de Cultuurhistorische Kaart of andere historische kaarten.

Herstel en aanleg van beplanting of omgrachting van (voormalige) state- of kloosterterreinen of uithoven betreft de fysieke inrichting t.b.v. de geformuleerde doelstelling, waaronder onder andere valt: herstel, aanleg en eenmalig groot onderhoud van beplanting en voorzieningen zoals het aanbrengen van beplanting, bomenrijen/windsingels, herstel historisch profiel omgrachting en andere maatregelen t.b.v. de geformuleerde doelstelling.

De geformuleerde doelstelling is een combinatie van in ieder geval landschappelijke en cultuurhistorische doelstellingen bij voorkeur in combinatie met doelstellingen voor flora en/of fauna.

Gebruik historisch passende en streekeigen beplanting.

Uitvoering uitsluitend indien vooraf uit een archeologisch advies blijkt dat dit geen archeologische bezwaren oplevert.

In de aanvraag wordt aangegeven wat er met de vrijkomende grond gebeurt waarbij dit in ieder geval niet mag leiden tot demping van sloten of greppels elders. Bovendien is eventuele afvoer en stortkosten van vrijkomende grond, puin of bagger niet subsidiabel.

9. Herstel historische dijkbiotoop: dijklichaam, grenssloot, struweel, kolken, dijkcoupures, schotbalkhuisjes, dijkdoorgangen, beplanting

Historische dijken zoals aangegeven op de Cultuurhistorische Kaart of als dijklichaam aantoonbaar op historische kaarten, met een randstrook van 25 meter.

Begrenzing overeenkomstig Cultuurhistorische Kaart.

Herstel historische dijkbiotoop: dijklichaam, grenssloot, struweel, kolken, dijkcoupures, schotbalkhuisjes, dijkdoorgangen, beplanting betreft de fysieke inrichting t.b.v. de geformuleerde doelstelling.

De geformuleerde doelstelling is een combinatie van in ieder geval landschappelijke en cultuurhistorische doelstellingen bij voorkeur in combinatie met doelstellingen voor flora en/of fauna. Hieronder valt onder andere: her profileren of spitten, opwerpen en ophogen, frezen, inzaaien en rollen volgens oorspronkelijk historisch profiel en overeenkomstig nog bestaande dijkrestanten.

Voor het inzaaien wordt historisch passende en streekeigen beplanting gebruikt.

10. Herstel cultuurlandschappelijke begreppeling, bolle graslandakkers of kruinige percelen

Begreppeling en bolle graslandakkers binnen leefgebieden open grasland en natte dooradering.

Kruinige percelen binnen de landschapstypen kwelderwal, kweldervlakte, oude zeepolder en jonge zeepolder in de gemeenten Harlingen, Waadhoeke en Noard-East Fryslân.

Herstel cultuurlandschappelijke begreppeling, bolle graslandakkers of kruinige percelen betreft de fysieke inrichting t.b.v. de geformuleerde doelstelling. De geformuleerde doelstelling is een combinatie van in ieder geval landschappelijke en cultuurhistorische doelstellingen bij voorkeur in combinatie met doelstellingen voor flora en/of fauna zoals bijvoorbeeld het creëren van foerageergebied, optimaliseren van voortplantingsmogelijkheden of het creëren van nat biotoop of een combinatie daarvan.

Onder de fysieke inrichting valt onder andere het ploegen, herprofileren of spitten, frezen, inzaaien van een meerjarig streekeigen mengsel en rollen.

Gekozen kan worden voor:

a. herstel overeenkomstig de oorspronkelijke situering en profilering blijkens oude luchtfoto’s bodemkaarten of oude topografische of kadastrale kaarten van voor 1950.

b. een nieuwe situering en profilering bij greppels waarbij het volgende in acht wordt genomen:

- afstand tussen de greppels is maximaal 20 meter;

- breedte van de kopeinden is maximaal 20 meter;

- afstand en breedte mag met maximaal 5 meter worden vergroot indien dit voor de uitvoerbaarheid noodzakelijk is;

c. herstel van onderdelen van een bestaand aanwezig waardevol greppelsysteem, bolle graslandakker of kruinig perceel om het beter te laten functioneren.

Voor onderdelen a en b is bestaand cultuurlandschappelijk waardevol greppelland uitgesloten. Alleen in aanmerking komen vlakke greppelloze of nagenoeg greppelloze percelen;

Richting van de greppels sluit zoveel mogelijk aan op de oorspronkelijke historische greppelrichting.

Greppels en slootkanten worden ingericht met flauw talud.

Bolling van de graslandakkers of kruinige percelen sluit aan op de bolling die in het landschapstype passend is. Zo is de bolling in de kleilandschappen boller dan in de veen- of klei-op-veenlandschappen.

In de aanvraag wordt aangegeven wat er met de vrijkomende grond gebeurt waarbij dit in ieder geval niet mag leiden tot demping van sloten of greppels elders. Daarnaast is eventuele afvoer en stortkosten van vrijkomende grond, puin of bagger niet subsidiabel.

11. Herstel kruidenrijk grasland

Leefgebieden open grasland en natte dooradering.

Herstel van kruidenrijk grasland betreft de fysieke inrichting waaronder onder andere valt: het ploegen, herprofileren of spitten, frezen, inzaaien en rollen, inzaaien van een meerjarig streekeigen mengsel t.b.v. de geformuleerde doelstelling.

De geformuleerde doelstelling is een combinatie van in ieder geval een landschappelijk aantrekkelijk perceel in combinatie met een voor flora en/of fauna aantrekkelijk ecologische aanleg zoals bijvoorbeeld het creëren van foerageergebied, optimaliseren van voortplantingsmogelijkheden of het creëren van nat biotoop of een combinatie daarvan. Tevens vallen hieronder maatregelen ter bescherming tegen schade als gevolg van beweiding of bewerking op aangrenzende gronden.

Herstel kruidenrijk grasland alleen in combinatie met:

- herstel cultuurlandschappelijke begreppeling, bolle graslandakkers of kruinige percelen én;

- in combinatie met een beheersvergoeding voor kruidenrijk grasland in het kader van Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb), zuivelvergoeding of andere regelingen.

Toepassing van cultivars in het zaaimengsel mogen niet worden gebruikt.

Bestaand kruidenrijk grasland is uitgesloten.

Onderbouwd dient te worden dat de bemesting daarvan passend is, om desinvestering te voorkomen.

12. Herstel en aanleg historische paden

Verdwenen paden aangegeven op en overeenkomstig de kaartlaag ‘Oude paden Nieuwe wegen’ van de Cultuurhistorische Kaart.

Herstel en aanleg historische paden betreft de fysieke inrichting t.b.v. de geformuleerde doelstelling.

De geformuleerde doelstelling is een combinatie van in ieder geval landschappelijke en cultuurhistorische doelstellingen, gecombineerd met de eis dat de herstelde paden een waardevolle toevoeging dienen te zijn voor, en onderdeel worden van, het Wandelnetwerk Fryslân (het wandelknooppuntnetwerk). Dit betekent ook dat het Recreatieschap bij deze investering toestemming heeft om langs het pad markeringen te plaatsen en deze te onderhouden.

Er mag afgeweken worden van de kaartlaag ‘Oude paden Nieuwe wegen’ indien aangetoond is dat de aanleg noodzakelijk is om een waardevolle toevoeging op het wandelknooppuntennetwerk te realiseren.

Aanleg en herstel ten behoeve van toegankelijk maken door middel van voorzieningen als hekjes, veeroosters, bruggetjes en beperkte en incidentele (semi-)verhardingen. Voor de duur van minimaal de termijn van de instandhoudingsplicht is het herstelde pad opengesteld voor wandelaars.

 

Artikelsgewijze toelichting bij het openstellingsbesluit niet-productieve investeringen voor herstel agrarisch cultuurlandschap 2021

Algemeen

In het kader van het Europese plattelandsontwikkelingsprogramma POP3 is er geld voor landschap en natuur beschikbaar. Dit openstellingsbesluit richt zich op de zogenaamde niet-productieve investeringen voor herstel- of inrichtingsmaatregelen voor landschap en in samenhang daarmee op natuur en biodiversiteit in het agrarische gebied. Daarmee wordt gezamenlijk gewerkt aan beleid zoals vastgelegd voor landschap in de Omgevingsvisie De RomteDiele, de thematische structuurvisie Grutsk op ‘e Romte en het Provinciale Natuurbeheerplan 2022.

 

Primair doel van de openstelling is om de landschappelijke structuur te versterken. Deze landschappelijke structuur is in Grutsk op ‘e Romte beschreven en op de Cultuurhistorische Kaart en Landschapstypenkaart nader gedetailleerd. In samenhang hiermee is het secundaire doel de versterking van:

  • -

    de biodiversiteit;

  • -

    het ANLb;

  • -

    klimaatmaatregelen en vastlegging CO2;

  • -

    de leefbaarheid, belevingswaarde en recreatieve waarde van het agrarisch gebied versterken en/of vergroten.

Er wordt zoveel mogelijk aangesloten op het ANLb zoals omschreven in het Provinciale Natuurbeheerplan 2022. In dit stelsel wordt gewerkt met de zogenaamde leefgebieden. Er wordt zoveel mogelijk aangesloten op de natuurdoelen van deze leefgebieden. Mogelijk dat inrichtingsmaatregelen, afhankelijk van de (beperkte) financiële ruimte tijdens de jaarlijkse openstellingen voor het ANLb, opgevolgd kunnen worden door een beheercontractpakket op grond van het ANLb.

 

Er wordt zoveel mogelijk aangesloten op de actiepunten uit het Herstelprogramma biodiversiteit. Dit betekent dat gezocht wordt naar mogelijkheden in het landschap voor het versterken van verbindingen in het brede ecologische Friese netwerk. Daarnaast wordt ook ingespeeld op het versterken van de leefgebieden van soorten van Fries belang - voor zover relevant in het leefgebied.

 

De doelgroep wordt hiermee in de gelegenheid gesteld om landschappelijke en ecologische kwaliteit te verbeteren, al dan niet in een samenwerkingsverband.

 

Dit openstellingsbesluit richt zich puur op herstel en inrichting en heeft geen invloed op de beschikbare budgetten voor het agrarisch natuur- en landschapsbeheer. Voor de subsidies die door de Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân onder het POP3-regime worden verleend is de ‘Regeling POP 3 subsidies provincie Fryslân’ van toepassing. Per categorie subsidie is telkens een afzonderlijk openstellingsbesluit nodig. Nadere toelichting over de POP3-regeling kan worden verkregen via de provinciale website.

 

Artikel 1 Definities

De documenten waar naar verwezen wordt in artikel 1 van dit openstellingsbesluit kunnen worden teug gevonden via de volgende links:

  • Agrarische collectieven onderdeel van het KBF: de 7 professionele agrarische collectieven van boeren en particulieren leden voor ANLb. Het Kollektivenberied Fryslân (KBF) is het samenwerkingsverband waar de collectieven deel van uit maken. Meer informatie over KBF en de collectieven is te vinden op: Kollektivenberied Fryslân (kbf.frl).

  • Cultuurhistorische Kaart: digitale kaart met topografische informatie, cultuurhistorische elementen en structuren van de provincie Fryslân. De kaart is te raadplegen op: Cultuurhistorische kaart Fryslân | Fryslan;

  • KRW-opgavenkaart POP3 2021: kaart met daarop aangegeven de locaties, wateren en gemalen waarvoor KRW-opgaven gelden. De functies van de watergangen op deze kaart zijn ingetekend via hartlijnen door het waterlichaam: deze lijnen zelf zeggen dus niets over daadwerkelijke breedte ter plaatse, vorm, nevengeulen, meanders e.d. De kaart is te raadplegen op: https://www.fryslan.frl/pop3;

  • Landschapstypen: landschapstypen zoals aangegeven in de structuurvisie Grutsk op ‘e Romte en op de digitale Landschapstypenkaart van de provincie Fryslân. De structuurvisie is te raadplegen op: Ruimtelijke kwaliteit, Erfgoed en Landschap | Fryslan.

  • Landschapstypenkaart: digitale kaart met landschapstypen en andere landschappelijke informatie van de provincie Fryslân. De kaart is te raadplegen op: Landschapstypenkaart | Fryslan;

  • Leefgebieden: betreffen leefgebieden zoals aangegeven in het Provinciaal Natuurbeheerplan – 2022 provincie Fryslân. Vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Fryslân op 29 juni 2021. Het plan en de kaart is te raadplegen op: Natuurbeheerplan 2022 | Fryslan

  • Projectgebieden Regiodeal Natuur Inclusieve Landbouw Veenweide en Kleiweide: tweekaarten met de contouren van de gebieden Veenweide en Kleiweide zijn te raadplegen op respectievelijk: figuur-2.3-de-contouren-van-het-veenweidegebied.png (3507×2480) (veenweidefryslan.frl) en Agendapunt_7_Streefbeeld_en_actieplan_Friese_kleiweide_2021.pdf (regiodealnatuurinclusievelandbouw.nl);

  • Topografische of kadastrale kaart van voor 1950: Gedetailleerde kaarten op schaal met topografische of kadastrale informatie en te raadplegen op onder andere: Topotijdreis: 200 jaar topografische kaarten of Fryslân | HisGIS

  • SBI-code: Standaard Bedrijfsindeling code. Deze code laat zien wat de activiteit van een bedrijf is. De lijst is te raadplegen op: SBI-code krijgen, opzoeken en wijzigen | Ondernemersplein - KVK;

  • Subsidieregeling: de Regeling POP 3 subsidies provincie Fryslân vastgesteld op 6 april 2021. De regeling is te raadplegen op: https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR609482;

Artikel 4 Doelgroep

Vanwege de koppeling tussen landbouw, landschap en natuur en de relatie met het ANLb is er voor gekozen om de doelgroep te beperken tot de agrarische collectieven en samenwerkingsverbanden met natuur- en landschapsorganisaties. De collectieven zijn bij uitstek toegerust om deze combinatie van belangen tot uitvoering te brengen. Natuur- en landschapsorganisaties kunnen, door de inbreng van specifieke kennis en kunde, van meerwaarde zijn binnen dit type projecten. Deelnemers kunnen zowel leden als niet-leden van de collectieven zijn, binnen en buiten de leefgebieden. Dit kan zowel agrariërs als particulieren betreffen, mits er wordt voldaan aan de link met landbouw zoals beschreven in artikel 6. De projectaanvrager, een collectief of samenwerkingsverband van collectieven met natuur-, landschaps- en erfgoedorganisaties, is verantwoordelijk voor het werven van deelnemers, verlenen van opdrachten en betalingen voor de uitvoeringsmaatregelen op de gronden van de deelnemende grondeigenaren/-gebruikers. Grondeigenaren/-gebruikers geven daarvoor toestemming en dragen zorg voor instandhouding. Verder wordt aangegeven welke stukken bij de aanvraag dienen te worden ingediend. Voor de kwaliteitsborging wordt een omschrijving gevraagd hoe de ecologische en landschappelijke kwaliteit van de in bijlage 1 omschreven inrichtingsmaatregelen in de uitvoering is geborgd door de inzet van een adviesgroep met deskundigen uit de disciplines landbouw, natuur en landschap. Een dergelijke adviesgroep functioneert ook voor het project droge dooradering. Deze adviesgroep moet niet verward worden met een adviescommissie die adviseert over de rangschikking van aanvragen. Deze laatste adviescommissie functioneert overigens niet voor deze openstelling omdat er voor het geografisch criterium is gekozen (zie toelichting artikel 10).

 

Artikel 5 Aanvraag

De afwijking van het bepaalde in artikel 1.7 van de subsidieregeling vindt plaats op grond van artikel 1.3, vierde lid, aanhef, onderdeel h en i van de subsidieregeling.

 

Artikel 6 Subsidiabele activiteit

In dit artikel worden de niet-productieve investeringen als bedoeld in artikel 2.5.1 van de subsidieregeling beperkt tot herstel- en inrichtingsmaatregelen die vermeld staan in bijlage 1.

Er is voor deze inrichtingsmaatregelen gekozen omdat die het meest effectief en haalbaar zijn uit oogpunt van zowel het herstel van landschap en natuur als de kosten. In bijlage 1 worden per maatregel nadere definities gegeven voor de activiteiten wanneer dit beleidsmatig of voor de benodigde kwaliteit nodig is.

 

Artikel 7 Toetsingscriteria

Dit betreffen algemene subsidiecriteria. De maatregelen die worden uitgevoerd dienen een link met de landbouw te hebben. Landbouw is afhankelijk van goede milieuomstandigheden. Een robuust ecosysteem heeft een positieve invloed op de landbouw in de omringende gebieden. Wij sluiten aan op de uitgangspunten van het Europese landbouwbeleid voor de verduurzaming en vergroening van de sector, waarmee ook versteviging van biodiversiteit wordt beoogd. In het projectplan moet worden beschreven hoe de link met de landbouw wordt gelegd.

 

Artikel 8 Subsidiabele kosten

In dit artikel worden de soorten subsidiabele kosten benoemd. De proceskosten voor voorbereiding van een project en voor de begeleiding van de uitvoering van een project zijn onder voorwaarden subsidiabel. Gelet op het karakter van de maatregelen en de kosteneffectiviteit is de aankoop van grond niet subsidiabel gesteld. Op grond van de subsidieregeling is grondafwaardering niet subsidiabel.

 

Artikel 9 Hoogte subsidie

Bij deze openstelling richt de provincie Fryslân zich op robuuste projecten, waarmee een grote kosteneffectiviteit bereikt wordt in de uitvoering. Dit wordt bereikt doordat er vanwege omvang van het subsidiebedrag in combinatie met de overige voorwaarden, een samenhangend pakket aan maatregelen kan worden ontwikkeld.

 

De provincie streeft ernaar dat een groot deel van de subsidie besteed wordt aan fysieke maatregelen. Om die reden is er een grens gesteld aan het totaal aan proceskosten van maximaal 40% van de subsidiabele kosten. Deze 40% wordt berekend als gemiddelde van de totale aanvraag. Het percentage mag voor individuele maatregelen hoger zijn indien het gemiddelde van de totale aanvraag niet meer dan 40% is. In het geval BTW aantoonbaar niet verrekenbaar of niet compensabel is, mag dit meegenomen worden bij de berekening van de hoogte van de subsidiabele kosten.

 

Artikel 10 Rangschikking op basis van geografische selectiecriterium

Er is voor de inrichtingsmaatregelen uit bijlage 1 gekozen die het meest effectief zijn uit oogpunt van zowel het herstel van landschap en natuur als de kosten. Deze maatregelen zijn goed geografisch te duiden gelet op de samenhang met ANLb-leefgebieden en de gedetailleerde geografische ligging van belangrijke landschappelijke elementen in het agrarisch gebied op grond van de provinciale Cultuurhistorische Kaart en Landschapstypenkaart. Daarom is voor de rangschikking gekozen voor een geografisch criterium. Op grond van artikel 1.15, vijfde lid van de subsidieregeling wordt, indien een of meerdere aanvragen eenzelfde plaats in de rangschikking hebben en de som van de toe te kennen subsidiebedragen overstijgt het subsidieplafond, door middel van loting bepaald welke aanvraag of aanvragen gehonoreerd worden.

 

Artikel 12 Bevoorschotting

In aanvulling op artikel 1.23 van de subsidieregeling kan één keer per kwartaal een aanvraag om een voorschot worden ingediend op basis van realisatie en gemaakte kosten. Het voorschot wordt verleend op basis van gerealiseerde kosten en betalingen.

  • 1.

    Een aanvraag om een voorschot bevat een verslag omtrent de voortgang als bedoeld in artikel 1.17, aanhef en sub h van de subsidieregeling en bevat voor zover van toepassing:

    • a.

      bonnen en betaalbewijzen;

    • b.

      bewijsstukken inzake de gemaakte personeelskosten;

    • c.

      bewijsstukken inzake geleverde inbreng in natura;

    • d.

      bewijsstukken inzake afschrijvingskosten;

    • e.

      bewijsstukken inzake inbreng onbetaalde eigen arbeid;

    • f.

      bewijsstukken ten aanzien van de realisatie van de activiteit.

  • 2.

    Tenzij in de beschikking tot subsidieverlening anders is bepaald heeft de aanvraag om een voorschot betrekking op minimaal 25% van de verleende subsidie of minimaal € 50.000,-- aan subsidie.

  • 3.

    Gedeputeerde Staten beslissen binnen 13 weken op een aanvraag om voorschot.

Artikel 13 Vaststellingsverzoek

Het verzoek tot vaststelling van de subsidie dient uiterlijk op 31 december 2024 te zijn ontvangen. Het is niet mogelijk hiervoor uitstel te krijgen. Alle verzoeken tot vaststellingen van de subsidie ontvangen na deze datum worden niet in behandeling genomen.

Naar boven