Provinciaal blad van Overijssel
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Overijssel | Provinciaal blad 2021, 657 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Overijssel | Provinciaal blad 2021, 657 | Verordeningen |
Wijzigingen Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2017 Januari 2021
Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2017
Paragraaf 2.8 Vitaliteit van binnensteden (stadsarrangementen)
De titel wordt vervangen door ‘Paragraaf 2.8 Vitaliteit van steden (stadsarrangementen)’
Het artikel komt als volgt te luiden:
Stadsarrangement A: een, in samenspraak met de provincie, door de gemeente of andere organisatie opgesteld overzicht van activiteiten die bijdragen aan de vitaliteit, leefbaarheid en kwaliteit van de binnenstad van de betreffende gemeente. In het stadsarrangement is opgenomen wat de kostenverdeling per activiteit is, wat de maximale provinciale bijdrage is, wie de subsidieaanvrager is en waar het project uitgevoerd wordt.
Stadsarrangement B: een, in samenspraak met de provincie, door de gemeente opgesteld overzicht van activiteiten ten behoeve van een bepaald gedefinieerd gebied die bijdragen aan het compacter maken van de binnenstad van de betreffende gemeente en die weerslag hebben op regionaal niveau. In het stadsarrangement B is opgenomen wat de voorwaarden zijn, wat de kostenverdeling per activiteit is, wat de maximale provinciale bijdrage is, wie de subsidieaanvrager is en waar het project wordt uitgevoerd.
Stadsarrangement C: een, in samenspraak met de provincie, door de gemeente opgesteld overzicht van fysieke investeringen ten behoeve van een bepaald gedefinieerd gebied die bijdragen aan de realisatie van minimaal 200 woningen en die weerslag hebben op regionaal niveau. In het stadsarrangement C is opgenomen wat de voorwaarden zijn, wat de kostenverdeling per activiteit is, wat de maximale provinciale bijdrage is, wie de subsidieaanvrager is en waar het project wordt uitgevoerd.
Lid a komt als volgt te luiden:
de aanvrager is in het geval van Stadsarrangement A een Overijsselse gemeente of een andere organisatie die genoemd is in het stadsarrangement als de subsidieaanvrager en in het geval van Stadsarrangement B en stadsarrangement C een Overijsselse gemeente die genoemd is in het Stadsarrangement als subsidieaanvrager;
Artikel 2.8.4 Hoogte van de subsidie
Het woord ‘tarief’ wordt vervangen door ‘bedrag’.
Artikel 2.8.6 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
Lid 1: ‘Vitaliteit van binnensteden (stadsarrangementen)’ wordt vervangen door ‘Vitaliteit van steden (stadsarrangementen)’
Artikel 2.8.7 Verplichtingen subsidieontvanger
Lid a komt als volgt te luiden:
bij aanvraag van Stadsarrangement A de activiteiten binnen drie jaar na subsidieverlening te hebben uitgevoerd en bij aanvraag van stadsarrangement B of stadsarrangement C de activiteiten binnen vijf jaar na subsidieverlening te hebben uitgevoerd.
Na lid b wordt lid c toegevoegd, deze luidt als volgt:
Paragraaf 2.14 Leefbaar Platteland
Achter de titel wordt geplaatst: 2.0
De Algemene toelichting komt als volgt te luiden:
Algemene toelichting: De provincie Overijssel is trots op het platteland en wil de kwaliteit van het buitengebied graag in stand houden en versterken. Het platteland krijgt de komende jaren te maken met grote opgaven, zoals de energietransitie, de bouw van voldoende woningen, veranderingen in de landbouw, kwetsbare natuur en behoud van sociale voorzieningen. Bewoners en ondernemers kennen als geen ander de uitdagingen en kansen op het platteland. Zij voelen zich uitgedaagd na te denken over hun plek, hun thuis en hoe ze daar prettig kunnen blijven wonen en werken in de toekomst. Het platteland kiest dus positie. De provincie geeft inwoners en ondernemers die de leefbaarheid van het platteland willen versterken een steuntje in de rug. De provincie biedt financiële ondersteuning in de vorm van een regeling voor de uitvoering van integrale toekomstplannen die de leefbaarheid op het platteland versterken.
Artikel 2.14.1 Begripsbepalingen
Na de begripsbepaling van ‘platteland’ wordt de begripsbepaling van ‘projectplan’ ingevoegd:
De begripsbepaling van ‘toekomstplan’ komt als volgt te luiden:
Artikel 2.14.2 Subsidiabele activiteiten
De tekst van dit artikel wordt vervangen door:
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor fysieke maatregelen ter uitvoering van een toekomstplan.
Het artikel komt als volgt te luiden:
Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 2.14.2 voldoet aan de volgende criteria:
De Scoretabel 1 komt als volgt te luiden:
Artikel 2.14.4 Hoogte van de subsidie
Dit artikel komt als volgt te luiden:
De subsidie als bedoeld in artikel 2.14.2 bedraagt maximaal 100% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 100.000,- per aanvraag.
Artikel 2.14.6 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
Het artikel komt als volgt te luiden:
Artikel 2.14.8 Weigeringsgronden
Artikel 2.14.9 Verplichtingen subsidieontvanger
Dit artikel komt als volgt te luiden:
In aanvulling op de artikelen 1.4.1 tot en met 1.4.4 is de subsidieontvanger verplicht:
Dit artikel wordt vernummerd tot: 2.14.11 Looptijd
Na artikel 2.14.9 wordt een nieuw artikel 2.14.10 ingevoegd, luidende:
Artikel 2.14.10 Indieningstermijn aanvraag
In afwijking van artikel 1.2.2 geldt dat een aanvraag om subsidie kan worden ingediend vanaf 1 maart 2021 9.00 uur en moet zijn ontvangen uiterlijk op 1 juni vóór 17.00 uur.
Paragraaf 3.6 Lokale energie-initiatieven 2.0
Artikel 3.6.4 Subsidiabele kosten
Artikel 3.6.7 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidievaststelling
Lid b, sub i: ‘energiecoach’ wordt vervangen door ‘LEI-coach’.
Paragraaf 3.10 Uitvoering Programma Nieuwe Energie Overijssel 2017-2023
Artikel 3.10.1 Begripsbepaling
Na het begrip energiestrategie, wordt een nieuw begrip toegevoegd namelijk:
Artikel 3.10.2 Subsidiabele activiteiten
Het artikel komt als volgt te luiden:
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor activiteiten die bijdragen aan de doelstellingen van het Energieprogramma.
Lid 1 sub a komt als volgt te luiden:
de aanvrager is een maatschappelijke partner van het Energieprogramma, zijnde Natuur en Milieu Overijssel, VNO-NCW of het Bio-energiecluster Oost-Nederland;
Lid 1 sub c komt als volgt te luiden:
de activiteit draagt bij aan de realisatie van de projectportfolio’s binnen het energieprogramma.
Artikel 3.10.4 Hoogte van de subsidie
Lid 1 komt als volgt te luiden:
De subsidie als bedoeld in artikel 3.10.2 bedraagt maximaal 100% van de subsidiabele kosten.
Artikel 3.10.5 Subsidiabele kosten
Lid 1: ‘1 november 2016’ wordt gewijzigd in ‘1 januari 2021’
Artikel 3.10.8 Verplichtingen subsidieontvanger
Het artikel komt als volgt te luiden:
In aanvulling op de artikelen 1.4.1 en 1.4.6 is de subsidieontvanger verplicht:
Paragraaf 4.5 Verbeteren condities voor aandachtsoorten 3.0
Artikel 4.5.2 Subsidiabele activiteiten
In sub b, onderdeel ii worden de diersoorten ‘Geelgors’ en ‘Zomertortel’ geschrapt.
Aan het derde lid, onderdeel a wordt een toelichting toegevoegd, luidende:
Toelichting: De maatregelen die in aanmerking komen voor subsidie hebben een directe koppeling met de aandachtsoorten (erfvogels). Andere maatregelen zoals onderhoudsmaatregelen (dunnen, opschonen van dichtgegroeide poelen), bijenhotels en vleermuizenkasten kunnen een positieve bijdrage leveren aan het leefgebied en de biodiversiteit in zijn algemeenheid, maar daarvoor wordt geen subsidie verleend. Voor maatregelen waar weinig kosten aan zijn verbonden, zoals takkenrillen, wordt ook geen subsidie verleend.
De maatregelen worden jaarlijks gemonitord. Het formulier daarvoor is te downloaden op www.overijssel.nl/subsidie .
In het derde lid komt sub d met toelichting als volgt te luiden:
de maatregelen op ieder erf sluiten aan bij nabijgelegen bestaande natuur of agrarisch natuurbeheer, of waar deze verbonden gaan worden bij de betreffende erven, bij natuurvriendelijk ingerichte oevers langs water en natuurvriendelijk beheerde bermen, bij het landschapselement, houtwal, singel, bosje of, indien het wordt aangelegd in het leefgebied van de kamsalamander, boomkikker of knoflookpad, een poel.
Toelichting: Biotoopverbetering kan via bijvoorbeeld de aanleg van (knot)boomsingels, hoogstamfruitbomen, erfbomen, hakhoutbosjes, houtwallen, struweel- en scheerheggen, ruige bermen en ruige overhoeken, kruiden- en bloemrijke randen of -slootkanten (de richtlijn is 3 tot 10 meter breed), natuurvriendelijke ingerichte oevers, erfwaters en takkenrillen. Bij een verbinding met natuur en agrarisch natuurbeheer gaat het om landschapselementen (onder andere houtwal, singel, bosje, poel), akkerranden, bloemrijke beheerde bermen of -randen. Voor de aanlegeisen van een poel zie artikel 4.5.2 sub b, voor meer informatie www.poelen.nu .
In het derde lid, sub e, worden de diersoorten ‘Geelgors’ en ‘Zomertortel’ geschrapt.
Het derde lid, sub f. komt als volgt te luiden:
Aan het derde lid wordt een sub g. toegevoegd, luidende:
Artikel 4.5.4 Hoogte van de subsidie
Aan het derde lid wordt na de zinsnede ‘per aanvraag’ toegevoegd:
, waarbij geldt dat de subsidie:
Artikel 4.5.6 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
Een derde lid wordt toegevoegd, dat als volgt luidt:
In aanvulling op artikel 1.2.1 tweede lid en in afwijking van artikel 4.5.6. tweede lid, sub a, overlegt de aanvrager bij de aanvraag om subsidie als bedoeld in artikel 4.5.2, sub b, onderdelen i en ii, de volgende stukken:
een begroting volgens het begrotingsformat Projectplan Verbeteren condities voor aandachtssoorten 3.0 – Erven.
Toelichting: de formats zijn te vinden op www.overijssel.nl/subsidie
Na paragraaf 4.16 wordt een nieuw paragraaf ingevoegd, die als volgt luidt:
Paragraaf 4.17 Aanpak van invasieve exoten
Algemene toelichting: Invasieve planten- en diersoorten kunnen een bedreiging vormen voor de biodiversiteit van inheemse soorten en leiden tot risico’s op het gebied van humane en veterinaire gezondheid, hoogwaterveiligheid, hydrologie en economie. Met deze subsidieregeling wil de provincie Overijssel de bestrijding of beheersing van aangewezen invasieve exoten stimuleren.
Artikel 4.17.1 Begripsbepalingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
beheersing: hiervan is sprake indien de invasieve exoot reeds breder verspreid is en uitroeiing niet meer mogelijk is. Het alternatief is beheersing: de populatie in de hand houden (beheersen). In bijlage 1 van deze regeling is opgenomen voor welke invasieve exoten beheersing de voorgeschreven methode is.
Artikel 4.17.2 Subsidiabele activiteiten
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor de bestrijding of beheersing van invasieve exoten.
Toelichting: een aanvraag kan de bestrijding of beheersing van meerdere invasieve exoten bevatten.
Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 4.17.2 voldoet aan de volgende criteria:
de bestrijding of beheersing heeft betrekking op invasieve exoten genoemd in bijlage 1 van deze regeling;
Toelichting: enkel de bestrijding of beheersing van invasieve exoten genoemd in bijlage 1 komen in aanmerking voor subsidie zoals bedoeld in artikel 4.17.2. In bijlage 1 is per invasieve exoot opgenomen wat de voorgeschreven aanpak (bestrijding of beheersing) is.
Artikel 4.17.4 Hoogte van de subsidie
De subsidie bedraagt maximaal 75% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 40.000,- per aanvraag.
Artikel 4.17.5 Subsidiabele kosten
In afwijking van artikel 1.1.5 en 1.1.6 zijn slechts de volgende kosten subsidiabel:
Planvorming voor de aanpak van de bestrijding of beheersing van de invasieve exoot mits daarin een uitvoeringsparagraaf is opgenomen, met een maximum van € 2.500,- per aanvraag. De kosten voor planvorming zijn ook subsidiabel wanneer zij zijn gemaakt vóór de subsidieaanvraag maar niet vroeger dan 1 januari 2021.
Kosten van derden voor het feitelijk bestrijden of beheersen van de invasieve exoot, met inbegrip van de daarvoor gebruikte middelen en technieken, inzet van derden, vervoer en vernietiging (verbranding of vergisting) als ook de schoonmaak van apparatuur indien dat noodzakelijk is om verdere verspreiding van de invasieve exoot te voorkomen.
Artikel 4.17.6 Indieningstermijn aanvraag tot subsidieverlening
In afwijking van artikel 1.2.2 geldt dat een aanvraag om subsidie kan worden ingediend vanaf 1 februari 2021 en ontvangen moet zijn uiterlijk op 1 juni 2021 vóór 17.00 uur.
Artikel 4.17.7 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
In aanvulling op artikel 1.2.1 tweede lid wordt bij de aanvraag een plan van aanpak aangeleverd waarin in ieder geval is opgenomen: een planning, evenals een topografische overzichtskaart (schaal 1:25.000) en een detailkaart (schaal 1:1.000) waarop te zien is waar de bestrijding of beheersing van welke invasieve exoot plaats zal vinden en op welke wijze wordt ingezet op een duurzaam resultaat.
Artikel 4.17.8 Subsidieplafond
Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks een subsidieplafond vast.
Artikel 4.17.9 Weigeringsgronden
In aanvulling op artikel 1.1.7 weigeren Gedeputeerde Staten de subsidie indien:
De bestrijding of beheersing van exoten plaatsvindt met chemische bestrijdingsmiddelen, tenzij de aanvrager aantoont dat er geen andere bestrijdings- of beheersmethoden kunnen worden toegepast waarmee hetzelfde resultaat kan worden bereikt en de inzet van deze middelen valt binnen de daarvoor geldende wettelijke kaders.
Toelichting: Uitgangspunt is dat er gekeken dient te worden of er eerst gebruik kan worden gemaakt van bestrijding of beheersing zonder chemische bestrijdingsmiddelen. Wanneer er wel gebruik wordt gemaakt van deze middelen dan dient dit binnen de daarvoor wettelijke kaders te gebeuren zoals de Regeling gewasbeschermingsmiddelen en biociden.
Artikel 4.17.10 Verplichtingen subsidieontvanger
In aanvulling op de artikelen 1.4.1 t/m 1.4.4 en 1.4.6 is de subsidieontvanger verplicht binnen zes maanden na subsidieverlening te starten met de realisatie van de activiteit.
Deze paragraaf is geldig tot 1 december 2021, tenzij Gedeputeerde Staten anders besluiten.
Bijlage 1. Soortenlijst subsidieregeling aanpak invasieve exoten Overijssel
Paragraaf 6.1 Kennisondersteuning agro&food in Overijssel 2020
Paragraaf 6.23 Innovatievouchers
Na paragraaf 6.40 wordt een nieuwe paragraaf ingevoegd, luidende:
Toelichting: Het doel van deze paragraaf is ondernemingen in Overijssel te ondersteunen bij onderzoek naar en de ontwikkeling van nieuwe of verbeterde producten, diensten en processen en het ontwikkelen en toepassen van nieuwe verdienmodellen en digitale vaardigheden en dienstverlening. Ondernemers uit alle sectoren kunnen gebruik maken van deze regeling.
Artikel 6.41.1 Begripsbepalingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
agro&food sector: de Agro&food sector betreft de voedselketen. De kern van Agro&Food bestaat uit de primaire agrarische productie van levensmiddelen en de verwerking hiervan in de voedingsmiddelenindustrie. Daarnaast worden groot- en detailhandel en een categorie ‘overig’, met daarin onderzoek en vervaardiging van hulpmiddelen zoals machines en meststoffen, tot de keten van Agro&food gerekend. De afbakening van de topsector Agro&food is gebaseerd op SBI 2008 en is uitgewerkt in de monitor topsectoren van het CBS.
cluster en netwerkorganisaties: een organisatie die hoofdzakelijk bedoeld is om contacten en/of gezamenlijke activiteiten van en tussen aangesloten organisaties en/of personen mogelijk te maken, te bevorderen of te faciliteren. Een cluster of netwerkorganisatie kenmerkt zich door ondernemerschap, tijdelijke samenwerking en een gemeenschappelijke identiteit;
nieuwe verdienmodellen: manier van duurzame waardecreatie die anders is dan conventionele verdienmodellen, vaak door toepassing van digitale technologie, circulariteit of het inspelen op trends en ontwikkelingen uit de sector. Voorbeelden hiervan zijn: een meer gepersonaliseerd product of dienst, op gebruik gebaseerde verdienmodellen (as a service), samenwerkende bedrijven die coöperatief een product of dienst aanbieden en deelplatforms;
Artikel 6.41.2 Subsidiabele activiteiten
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor:
aanschaf van producten of diensten ter ondersteuning van nieuwe verdienmodellen of digitale dienstverlening en verkoop, met uitzondering van activiteiten gericht op het verbeteren van online vindbaarheid (SEO), websiteoptimalisatie, social media campagnes, reclame en advertentiekosten, realiseren inschrijfmodules voor (online) lessen en activiteiten;
Toelichting: Hieronder vallen bijvoorbeeld; advies over (digitale) strategie en (digitale) verdienmodellen, advies over modulair productontwerp, advies over digitaliseren van voorraadmanagement, online bedienen van klanten, online inchecken, online leveren van diensten, webshops, digitale koppeling van bedrijfsprocessen, datamanagement, scan en/of advies op het gebied van cyberveiligheid, een boekingssysteem en ontwikkeling van apps.
scholing met betrekking tot het leren en ontwikkelen van vaardigheden met betrekking tot nieuwe technologieën en verdienmodellen.
Toelichting: Onder nieuwe technologie verstaan we zaken als Artificial Intelligence, Virtual en Augmented Reality, big data, internet of things, robotica. De volgende onderwerpen zijn relevant bij (online) verdienmodellen: Social media marketing, Video (o.a. streamingsdiensten), affiliatiemarketing, contentmarketing, data analyse, webshops en e-commerce, inspelen op veranderende consumentenbehoefte en bestedingen, koppeling van lokale producten of diensten in de vrijetijdseconomie.
Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 6.41.2 voldoet aan de volgende criteria:
de aanvrager of Mkb-onderneming in het samenwerkingsverband is tenminste zes maanden ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel;
Toelichting: wat een Mkb-onderneming is staat in artikel 1.1.1. Daaronder vallen ook zzp-ers, eenmanszaken en maatschappen, evenals niet op winst gerichte (maatschappelijke of culturele) organisaties, zolang zij maar voldoen aan de definitie van Mkb-onderneming.
Artikel 6.41.4 Afwijkend criterium agro&food sector
Artikel 6.41.5 Hoogte van de subsidie
In afwijking van het eerste lid sub c bedraagt de subsidie voor retail-, gastvrijheids-, culturele en maatschappelijke Mkb-ondernemingen maximaal € 2.400,- per geschoold persoon zoals bedoeld in artikel 6.41.2. sub c, tot een maximum van 80% van de totale subsidiabele kosten tot een maximum van € 15.000,-.
Artikel 6.41.6 Subsidiabele kosten
Uitsluitend kosten derden zoals bedoeld in artikel 1.1.5 derde lid zijn subsidiabel.
Artikel 6.41.7 Indieningstermijn aanvraag tot subsidieverlening
In afwijking van artikel 1.2.2 geldt dat een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 6.41.2 kan worden ingediend vanaf 10 februari 2021 9.00 uur.
Artikel 6.41.8 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
De aanvrager maakt bij de aanvraag gebruik van het aanvraagformulier Mkb-voucher en het begrotingsformat Mkb-voucher.
Toelichting: Het aanvraagformulier en het begrotingsformat zijn te vinden op www.overijssel.nl/subsidie .
Artikel 6.41.9 Subsidieplafond
Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks een subsidieplafond vast.
Artikel 6.41.10 Weigeringsgronden
Artikel 6.41.11 Verplichtingen subsidieontvanger
In aanvulling op de artikelen 1.4.1, 1.4.5 en 1.4.6 is de subsidieontvanger verplicht de activiteiten als bedoeld in artikel 6.43.2 uiterlijk 1 juli 2022 te hebben uitgevoerd.
Artikel 6.41.12 Vaststelling van de subsidie
In afwijking van artikel 1.5.2. worden te verstrekken subsidies vanaf € 25.000,- direct vastgesteld overeenkomstig artikel 1.5.1.
Deze paragraaf loopt tot 1 december 2023, tenzij Gedeputeerde Staten anders besluiten.
Paragraaf 7.14 Cofinanciering Noodsteun Culturele en Creatieve Sector Overijssel
Deze paragraaf is vervallen per 01/01/2021
Paragraaf 7.15 Tegemoetkoming Culturele Instellingen en Festivals Overijssel
Deze paragraaf is vervallen per 01/01/2021
Paragraaf 10.2 Zelfstandig leven en gezond bewegen
Deze paragraaf wordt als volgt geheel herzien:
Paragraaf 10.2 Zelfstandig leven en gezond bewegen 2021
De provincie Overijssel wil met deze subsidieregeling uitvoering geven aan de ambities zoals benoemd in de beleidsnota en Uitvoeringsnota Sociale Kwaliteit 2020-2022. Deze ambities zijn:
Artikel 10.2.1 Begripsbepalingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
Artikel 10.2.2 Subsidiabele activiteiten
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor:
De uitvoering van een verkenning;
Toelichting: Voorbeelden zijn het ontwikkelen van een visie die bijdraagt aan een toekomstbestendig voorzieningenniveau, een haalbaarheidsonderzoek voor een multifunctioneel dorpshuis realiseren van vastgoed en zorgvastgoed, het maken van een businesscase voor een sociale onderneming, coöperatie of zorgcoöperatie of het ontwikkelen van een duurzaam organisatiemodel voor een (beweeg)activiteit.
In aanvulling op het eerste lid geldt voor een aanvraag voor subsidies als bedoeld in artikel 10.2.2 sub a dat:
indien de subsidiabele activiteiten betrekking hebben op lokaal maatschappelijk vastgoed, zorgvastgoed of het maken van een dorpsvisie of -plan, betrokkenheid van de betreffende gemeente vereist is;
Toelichting: het proces van lokale visievorming of een haalbaarheidsonderzoek naar het optimaliseren van het gebruik van maatschappelijk vastgoed, vastgoed of zorgvastgoed in een gemeenschap kan onderdeel zijn van de opstartfase. In dat geval is het een voorwaarde dat de gemeente betrokken is.
na afronding van de verkenning, in geval van onderzoek naar de haalbaarheid of doorontwikkeling, het project startklaar is of, in geval van een pilot, beproefd is. Het resultaat van de verkenning maakt inzichtelijk of en hoe het initiatief de sociale kwaliteit versterkt. Helder is hoe een gemeenschap of doelgroep betrokken is, welke activiteiten of organisatievorm tot goede resultaten leiden en hoe een duurzaam exploitatiemodel voor het project is vormgegeven. Ook is verkend of en hoe de gemeente betrokken kan zijn bij het initiatief.
Artikel 10.2.4 Hoogte van de subsidie
Toelichting: Als de subsidieontvanger al steun heeft ontvangen op basis van de algemene de-minimisverordening dan kan dit gevolgen hebben op de hoogte van de subsidie.
Artikel 10.2.5 Subsidiabele kosten
Artikel 10.2.6 Subsidieplafond
Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks een subsidieplafond vast.
Artikel 10.2.7 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
Artikel 10.2.8 Weigeringsgrond
In aanvulling op artikel 1.1.7 weigeren Gedeputeerde Staten de subsidie indien:
Artikel 10.2.9 Verplichtingen subsidieontvanger
In aanvulling op artikel 1.4.1, 1.4.5 en artikel 1.4.6 is de subsidieontvanger verplicht de opgedane kennis en ervaring te delen op het door Gedeputeerde Staten beschikbaar gestelde digitale platform samenvoorelkaar.nl.
Deze paragraaf loopt tot 1 december 2023, tenzij Gedeputeerde Staten anders besluiten.
Paragraaf 10.5 Vitale en gezonde samenleving 2020
Op de plaats van de vervallen paragraaf 10.6 Sociale Hypotheek Overijssel wordt een nieuwe paragraaf 10.6 ingevoegd, luidende:
Paragraaf 10.6 Sociale hypoheek Overijssel 2.0
Vanwege het Corona virus waren multifunctionele accommodaties (Mfa’s) zoals dorpshuizen en kulturhusen landelijk verplicht hun deuren te sluiten. Hierdoor kwamen de inkomsten in de meeste gevallen volledig stil te liggen terwijl de vaste lasten (te denken aan huur, gas, water en licht) doorliepen. Hierdoor zijn veel Mfa’s in de financiële problemen geraakt.
Met deze subsidieregeling wil de provincie Mfa’s ondersteunen om uit deze financiële crisis te komen, aangevuld met subsidie voor investeringen die bijvoorbeeld een Mfa toekomstbestendig maken, de programmering verbeteren of ter uitbreiding van de activiteiten.
Mfa’s kunnen een subsidie van maximaal € 15.000,- ontvangen voor het in stand houden van de accommodatie. Als verplichting moeten Mfa’s maatschappelijke output realiseren ter waarde van het aangevraagde bedrag. Om tot een passende ‘sociale inspanning’ te komen, moeten ze afspraken met de lokale gemeente of de provincie maken. Het kan gaan om bijvoorbeeld inzet van vrijwilligers bij een lokaal evenement, groen onderhoud of een zorgvoorziening. Dit is per gemeente een maatwerk kwestie en zal begeleid kunnen worden vanuit de provincie.
Artikel 10.6.1 Begripsbepalingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
multifunctionele accommodatie (Mfa): een samenwerkingsverband waarbij verschillende maatschappelijke organisaties die vanuit een centrale locatie hun voorzieningen, producten en diensten aanbieden.Toelichting: In veel gevallen zijn de organisaties gehuisvest in één gebouw. Soms betreft het een locatie met verschillende gebouwen. In dit geval wordt ook wel gesproken van een multifunctionele zone of multifunctioneel centrum;
Artikel 10.6.2 Subsidiabele activiteiten
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor de instandhouding van een Mfa.
Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 10.6.2 voldoet aan de volgende criteria:
de Mfa is getroffen door de maatregelen in het kader van de COVID-19 crisis en heeft omzetverlies;
Toelichting: Om het omzetverlies te kunnen berekenen maakt de Mfa gebruik van de beschikbaar gestelde rekentool op www.overijssel.nl/subsidie .
Artikel 10.6.4 Hoogte van de subsidie
Toelichting: De te verstrekken subsidie moet op basis van artikel 1.1.7 tenminste € 1.000,- bedragen.
Artikel 10.6.5 Subsidiabele kosten
Uitsluitend kosten van derden als bedoeld in artikel 1.1.5 derde lid en de vrijwilligerskosten als bedoeld in artikel 1.1.5 het vierde lid zijn subsidiabel.
Toelichting: Hierbij kan gedacht worden aan vaste lasten, out of pocket kosten van de aangepaste programmering of een investering om een Mfa toekomstbestendig te maken. Een investering kan een fysieke investering zijn, zoals het anders inrichten van de locatie, maar ook een investering in digitalisering. Kosten die gemaakt worden om vrijwilligers te faciliteren zijn subsidiabel overeenkomstig artikel 1.1.5 lid 4. Uren voor vrijwilligerswerk zijn niet subsidiabel.
Als sprake is van vaste lasten, die tot het moment van de aanvraag nog niet zijn betaald, dan zijn deze kosten, in afwijking van artikel 1.1.7 wel subsidiabel, mits deze kosten betrekking hebben op de periode na 1 juli 2020.
Toelichting: Hierbij kan gedacht worden aan huurachterstand of facturen van andere vaste lasten die nog betaald moeten worden.
Artikel 10.6.6 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
In afwijking van artikel 1.2.1 tweede lid overlegt de aanvrager bij de aanvraag om subsidie als bedoeld in artikel 10.6.10 de volgende stukken:
een overzicht van de activiteiten die uitgevoerd gaan worden om de maatschappelijke output, als bedoeld in artikel 10.6.10 sub a, te realiseren, conform beschikbaar gestelde format;
Toelichting: voor aanvragers die op grond van paragraaf 10.6 in 2020 al subsidie hebben ontvangen, geldt gelet op artikel 1.1.7, derde lid, dat het in de aanvraag moet gaan om aanvullende maatschappelijke output.
een ingevulde rekentool Sociale Hypotheek Overijssel 2.0: berekening omzetverlies conform beschikbaar gestelde format op www.overijssel.nl/subsidie.
Artikel 10.6.7 Indieningstermijn aanvraag tot subsidieverlening
In afwijking van artikel 1.2.2 geldt dat een aanvraag om subsidie kan worden ingediend vanaf 1 maart 2021 9.00 uur.
Artikel 10.6.8 Subsidieplafond
Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks een subsidieplafond vast.
Artikel 10.6.9 Weigeringsgronden
In aanvulling op artikel 1.1.7 weigeren Gedeputeerde Staten de subsidie als de opgegeven maatschappelijke output, reguliere activiteiten van de Mfa zijn.
Artikel 10.6.10 Verplichtingen subsidieontvanger
In aanvulling op de artikelen 1.4.1 tot en met 1.4.6 is de subsidieontvanger verplicht:
de maatschappelijke output, als bedoeld onder sub a, te delen met de betrokken samenleving, via eigen kanalen en daarbij de Provincie Overijssel te taggen door middel van de hashtags #socialehypotheek en #socialekwaliteit.
Toelichting: Het delen van de maatschappelijke output kan, naast de verplichte tags, bijvoorbeeld ook plaatsvinden door middel van het delen van een filmpje over de activiteiten.
Deze paragraaf is geldig tot 1 december 2023, tenzij Gedeputeerde Staten anders besluiten.
Na de nieuwe paragraaf 10.6 Sociale Hypotheek Overijssel 2.0 wordt een nieuwe paragraaf 10.7 ingevoegd, luidende:
Paragraaf 10.7 Vitale en gezonde samenleving 2.0
De provincie Overijssel hecht veel waarde aan maatschappelijke-, culturele- of sportinitiatieven (hierna te noemen: initiatieven) in Overijssel, omdat deze de sociale verbanden versterken, maatschappelijke deelname vergroten en de eigen burgerkracht bevorderen. De provincie Overijssel ondersteunt initiatieven die een collectief belang dienen, die niet gericht zijn op persoonlijke belangen en die geen winstoogmerk hebben. De provincie Overijssel wil meer aandacht voor initiatieven die betrekking hebben op de gevolgen van coronacrisis en bijdragen aan een vitale en gezonde samenleving. Voorbeelden van initiatieven zijn het ontwikkelen van ontmoetingsplekken die aansluiten op in de 1,5 meter samenleving, het gezamenlijk inrichten van openbare ruimte of het organiseren van lokale maatschappelijke, culturele of sport activiteiten. Denk bijvoorbeeld aan locatietheater, bereiken van nieuwe doelgroepen voor lokale sportverenigingen of projecten die eenzaamheid voorkomen.
Ook kan een initiatief een haalbaarheidsonderzoek zijn of het inkopen van een advies over een nieuwe dienst, product of over het ontwikkelen van een nieuw of ander verdienmodel.
Als het gaat om onderzoek naar en de ontwikkeling van nieuwe of verbeterde producten, diensten en processen en het ontwikkelen en toepassen van nieuwe verdienmodellen en digitale vaardigheden en dienstverlening, kunnen maatschappelijk organisaties zoals scholen, coöperaties, zorg- en cultuurorganisaties, voor zover ze ondernemer zijn, ook gebruik maken van paragraaf 6.41 MKB-voucher. Stapeling van subsidie voor dezelfde activiteiten is op basis van artikel 1.1.7 derde lid niet mogelijk.
Artikel 10.7.1 Begripsbepalingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
Artikel 10.7.2 Subsidiabele activiteiten
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor:
Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 10.7.2 voldoet aan de volgende criteria:
de aanvrager is een stichting, vereniging, corporatie of kerkgenootschap, welke volgens het register van de Kamer van Koophandel gevestigd is in Overijssel;
Toelichting: Organisaties of instellingen die maatschappelijk, cultureel of sport initiatieven ontplooien kunnen voor de subsidie in aanmerking komen. Het gaat hierbij vaak om stichtingen en verenigingen. Dat betekent dat bijvoorbeeld particulieren, zzp-ers, eigen ondernemingen, maatschappen, besloten en naamloze vennootschappen en medeoverheden niet voor subsidie op basis van deze paragraaf in aanmerking komen.
Artikel 10.7.4 Hoogte van de subsidie
Artikel 10.7.5 Subsidiabele kosten
Uitsluitend kosten derden zoals bedoeld in artikel 1.1.5 derde lid en kosten vrijwilligers zoals bedoeld in artikel 1.1.5 vierde lid zijn subsidiabel.
Toelichting: Dit betekent dat bijvoorbeeld de eigen uren van de aanvrager niet subsidiabel zijn.
Artikel 10.7.6 Subsidieplafond
Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks een subsidieplafond vast.
Artikel 10.7.7 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
De aanvrager maakt bij de aanvraag gebruik van het digitale aanvraagformulier Vitale en gezonde samenleving 2.0.
Artikel 10.7.8 Weigeringsgronden
In aanvulling op artikel 1.1.7 weigeren Gedeputeerde Staten de subsidie indien;
het een compensatie van geleden omzetverlies of vergelijkbare financiële exploitatietekorten betreft.
Toelichting: Voor omzetverlies vanwege coronamaatregelen of andere daarmee vergelijkbare financiële nadelen kan in sommige gevallen paragraaf 10.6 Sociale hypotheek 2.0 een mogelijkheid zijn om voor een subsidie in aanmerking te komen.
Artikel 10.7.9 Verplichtingen subsidieontvanger
In aanvulling op de artikelen 1.4.1, 1.4.5 en 1.4.6 is de subsidieontvanger verplicht:
leerervaringen binnen twaalf maanden na de datum van subsidieverlening te delen met de betrokken samenleving, via het eigen account op www.samenvoorelkaar.nl of via eigen social media kanalen en daarbij de Provincie Overijssel te taggen door middel van de hashtags #vitaalgezondoverijssel en #samenvoorelkaar.
Toelichting: Om bij te dragen aan kennisdeling deelt de aanvrager de eigen leerervaringen van het proces rondom het maatschappelijke initiatief.
Deze paragraaf loopt tot 1 december 2023, tenzij Gedeputeerde Staten anders besluiten.
Paragraaf 4.16 Iedereen een boom
Bijlage 1 bij paragraaf 4.16 iedereen een boom
Na Okkernoot (Walnoot) (tot 30 m hoog) worden de volgende soorten bijgevoegd:
Hoogstam: bij zowel de appel-, peren- en pruimboom als de Zoete Kers (Prunus aevium) is het woord ‘hoogstam’ opgenomen. Dit betekent dat het hier gaat om een fruitboom met een kroonopbouw vanaf 1,5 meter stamhoogte.
Paragraaf 6.40 Jongeren in het MKB
Lid 3 sub a en b worden gewijzigd en komen als volgt te luiden:
een leerwerkovereenkomst of BBL-arbeidsovereenkomst overeenkomt met de BBL’er voor de duur van minimaal één jaar en die overeenkomst mag niet eerder dan twee maanden voordat de subsidieaanvraag is gedaan zijn overeengekomen en mag niet later dan uiterlijk 1 maand na aanvraag van de subsidie ingaan. De overeenkomst is in ieder geval overeengekomen op of na 19 december 2020;
in het geval van een reguliere stage, een stageovereenkomst overeenkomt met de stagiair voor de duur van minimaal 3 maanden en die overeenkomst mag niet eerder dan twee maanden voordat de subsidieaanvraag is gedaan zijn overeengekomen en mag niet later dan uiterlijk 1 maand na aanvraag van de subsidie ingaan. De overeenkomst is in ieder geval overeengekomen op of na 19 december 2020.’
Artikel 6.40.7 Aanvullende stuken bij de aanvraag tot subsidieverlening
Paragraaf 4.15 Interbestuurlijk Programma Vitaal Platteland
Lid 1: ‘1 december 2025’ wordt veranderd naar ‘ 31 december 2023’.
Het besluit treedt in werking 1 dag na publicatie in het Provinciaal Blad, met uitzondering van artikel II dat met terugwerkende kracht vanaf 4 januari 2021 in werking treedt en met uitzondering van artikel III dat met terugwerkende kracht vanaf 28 november 2020 in werking treedt.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2021-657.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.