Subsidieregeling Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland

 

Gedeputeerde Staten van Drenthe;

 

overwegende dat:

 

  • de provincies Drenthe, Fryslân, Groningen en het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap akkoord zijn gegaan met de uitvoering van de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw voor de periode 2019-2023;

  • de Gedeputeerde Staten van Drenthe, Fryslân en Groningen een gelijkluidende regeling hebben vastgesteld;

 

gelet op:

 

  • Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • de Kaderverordening subsidies provincie Groningen 2017;

  • de Procedureregeling subsidies provincie Groningen 2018;

  • de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland;

  • de Bestuursovereenkomst Drenthe – Fryslân - Groningen Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland;

  • het Besluit mandaat, machtiging en volmacht Regio Deal Natuurinclusieve landbouw Noord-Nederland;

 

 

BESLUITEN:

 

 

de Subsidieregeling Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland vast te stellen.

 

 

Dit besluit treedt in werking op 1 februari 2021 en werkt terug tot en met 1 februari 2021 voor zover de bekendmaking plaatsvindt na 1 februari 2021.

 

 

Gedeputeerde Staten voornoemd,

 

mevrouw drs. J. Klijnsma, voorzitter

W.F. Brenkman MSc, secretaris

 

 

Assen, 26 januari 2021

Kenmerk 4.1/2021000086

 

 

 

Uitgegeven: 28 januari 2021

 

 

Artikel 1 Begripsbepaling

 

In deze regeling wordt verstaan onder:

 

  • a.

    Natuurinclusieve landbouw: Een vorm van duurzame landbouw en onderdeel van een veerkrachtig eco- en voedselsysteem dat optimaal gebruik maakt van de natuurlijke omgeving en integreert die in de bedrijfsvoering. Daarnaast draagt natuurinclusieve landbouw actief bij aan de kwaliteit van diezelfde natuurlijke omgeving. Natuurinclusieve landbouw produceert voedsel binnen de grenzen van natuur, milieu en leefomgeving, met een positief effect op de biodiversiteit.

  • b.

    Penvoerder: een deelnemer in een samenwerkingsverband, die zorgdraagt en verantwoordelijk is voor de projectadministratie, aanvragen en verzoeken.

  • c.

    Procedureregeling: Procedureregeling subsidies provincie Groningen 2018.

 

Artikel 2 Toepassing Kaderverordening en Procedureregels

 

Met uitzondering van de artikelen 1.3, leden 1, 2, en 5, en de artikelen 1.4 en 1.5 is de Algemene subsidieverordening provincie Drenthe niet van toepassing op de subsidieverstrekking op basis van deze regeling. De Kaderverordening provincie Groningen 2017 en Procedureregeling zijn van toepassing op de subsidieverstrekking op basis van deze regeling, met uitzondering van artikel 2.5, lid 1, sub b, van de Procedureregeling.

 

Artikel 3 Doel

 

Doel van de regeling is het stimuleren van projecten die bijdragen aan het versnellen van natuurinclusieve landbouw in Drenthe, Fryslân en Groningen. Hierbij wordt sterke landbouw gerealiseerd welke topvoedsel produceert en die bijdraagt aan een rijke leefomgeving. Het gaat om het ontwikkelen, toetsen of toepasbaar maken van een structurele benadering voor natuurinclusieve landbouw op basis van ecologische en landbouwkundige kennis, kennis over gebiedsparticipatie en verdienmodellen. Dit voorgaande vindt plaats in de gebieden Veenkoloniën, Westerwolde, Oldambt, noordelijke Kleischil, Veenweide en het Kleiweidegebied. De projecten dienen een leereffect te hebben en alle projecten samen hebben een voorbeeldfunctie.

 

Artikel 4 Openstelling en subsidieplafond

 

  • 1.

    Gedeputeerde Staten stellen per gebied nadere regels vast.

  • 2.

    De nadere regels moeten in ieder geval betrekking hebben op:

    • a.

      activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen;

    • b.

      kostensoorten;

    • c.

      het minimaal vereiste bedrag aan subsidiabele kosten en het maximale bedrag aan subsidie;

    • d.

      het subsidiepercentage.

  • 3.

    In het geval sprake is van rangschikking naar geschiktheid moet in de nadere regels in ieder geval ten aanzien van de in bijlage 1 opgenomen criteria opgenomen worden:

    • a.

      eenpuntentelling;

    • b.

      een nadere uitwerking van de bedoelde criteria; en

    • c.

      een minimaal aantal punten dat behaald moet worden om voor subsidie in aanmerking te komen.

  • 4.

    Gedeputeerde Staten stellen per gebied een subsidieplafond vast, alsmede de periode waarvoor dit subsidieplafond geldt.

  • 5.

    Het subsidieplafond wordt verdeeld:

    • a.

      voor projecten met een subsidie tot € 50.000,-- op volgorde van ontvangst van de aanvragen overeenkomstig artikel 5;

    • b.

      voor projecten met een gevraagde subsidie vanaf € 50.000,-- op basis van rangschikking naar geschiktheid overeenkomstig artikel 6.

 

Artikel 5 Verdeelsystematiek: op volgorde van binnenkomst

 

  • 1.

    Volgens de volgorde van ontvangst, bedoeld in artikel 4, lid 5, onderdeel a, komt de eerst ontvangen aanvraag het eerst voor subsidie in aanmerking.

  • 2.

    Indien een aanvrager met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt met betrekking tot de verdeling de dag waarop de aanvraag voldoet aan de wettelijke voorschriften of de verstrekte gegevens en bescheiden voldoende zijn voor de beoordeling van de aanvraag of voor de voorbereiding van de beschikking is als datum van ontvangst.

  • 3.

    Indien Gedeputeerde Staten op de dag dat het subsidieplafond wordt bereikt meer dan één aanvraag ontvangen, stellen zij de onderlinge rangschikking van die aanvragen vast door middel van loting.

 

Artikel 6 Verdeelsystematiek: rangschikking

 

  • 1.

    Volgens de rangschikking naar geschiktheid, bedoeld in artikel 4, lid 5, onderdeel b, wordt de subsidie verdeeld op volgorde van rangschikking van de aanvragen, waarbij de hoogst gerangschikte aanvraag als eerste voor subsidie in aanmerking komt.

  • 2.

    Indien het subsidieplafond wordt overschreden, stelt Gedeputeerde Staten de onderlinge rangschikking van die aanvragen die bij de beoordeling gelijk zijn gerangschikt vast door middel van loting.

  • 3.

    De projecten worden gerangschikt op basis van de in bijlage 1 genoemde criteria en de nadere regels.

 

Artikel 7 Doelgroep

 

Subsidie kan worden verstrekt aan deelnemers in een samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband bestaat uit tenminste twee deelnemers waarvan minimaal één agrarische ondernemer, tenzij in nadere regels anders wordt bepaald.

 

Artikel 8 Penvoerder

 

  • 1.

    Het samenwerkingsverband dient een penvoerder aan te wijzen.

  • 2.

    Alle aanvragen en verzoeken in een project dienen door de penvoerder gedaan te worden.

  • 3.

    Gedeputeerde Staten verrichten betalingen enkel aan de penvoerder, tenzij de penvoerder failliet is verklaard, in surséance van betaling verkeert dan wel indien op hem de wet schuldsanering natuurlijke personen van toepassing is verklaard

 

Artikel 9 Subsidiabele kosten

 

  • 1.

    In afwijking van artikel 1.5, lid ,1 sub a, van de Procedureregeling zijn kosten exclusief btw voor projectvoorbereiding, planvorming, onderzoek of voorlichting, die gemaakt zijn voorafgaand aan de datum van ontvangst van de subsidieaanvraag, wel subsidiabel.

  • 2.

    Alleen kosten die nodig zijn voor de uitvoering van het project en voldoen aan de wettelijke voorschriften zijn subsidiabel.

 

Artikel 10 Niet subsidiabele kosten

 

In aanvulling op artikel 1.5 van de procedureregeling wordt in ieder geval geen subsidie verstrekt voor:

 

  • a.

    inbreng van arbeid door vrijwilligers

  • b.

    aankoop of inbreng van onroerend goed

  • c.

    reguliere bedrijfskosten

 

Artikel 11 Weigeringsgronden

 

Onverminderd de artikelen 4:25 en 4:35 Awb en de artikelen 2.5, met uitzondering van artikelen 2.5, lid 1, sub b, en 2.6 van de Procedureregeling wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien:

 

  • a.

    de activiteiten in een project niet zien op het realiseren van natuurinclusieve landbouw;

  • b.

    het project niet bijdraagt aan één van de volgende vier pijlers van biodiversiteit:

    • i.

      functionele agrobiodiversiteit

    • ii.

      landschappelijke diversiteit

    • iii.

      regionale diversiteit

    • iv.

      diversiteit van soorten

  • c.

    in het geval meer dan € 50.000,-- subsidie wordt gevraagd, op de uiterste datum van indiening van een aanvraag:

    • i.

      de verstrekte gegevens en bescheiden bij een aanvraag onvoldoende zijn voor de boordeling van de aanvraag;

    • ii.

      de verstrekte gegevens en bescheiden bij een aanvraag onvoldoende zijn voor de voorbereiding van de beschikking; of

    • iii.

      de aanvrager niet heeft voldaan aan enig wettelijk voorschrift voor het in behandeling nemen van de aanvraag.

 

Artikel 12 Indieningsvereisten

 

Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend door middel van een daartoe verstrekt aanvraagformulier.

 

Artikel 13 Verplichtingen van de subsidieontvanger

 

Onverminderd artikelen 2.10 en 2.11 van de Procedureregeling zijn aan de subsidie de volgende verplichtingen verbonden:

  • a.

    de subsidieontvanger werkt mee aan het delen van de kennis en informatie die zijn opgedaan tijdens het project;

  • b.

    de subsidieontvanger draagt er zorg voor dat op alle vormen van voorlichting- en communicatie-uitingen de term Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland aanwezig is;

  • c.

    de subsidieontvanger werkt mee aan alle nulmetingen, eindmetingen, monitoringen, evaluaties en overige informatieverzoeken die voortvloeien uit de Regio Deal NIL.

 

Artikel 14 Inwerkingtreding

 

  • 1.

    Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van 1 februari 2021.

  • 2.

    Deze subsidieregeling werkt terug tot en met 1 februari 2021 voor zover de bekendmaking plaatsvindt na 1 februari 2021.

 

Artikel 15 Citeertitel

 

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland.

 

Bijlage 1 Rankingscriteria

 

Toetsingscriterium

1

Actieplan

De mate waarin het project bijdraagt aan de plannen voor een of meerdere van de gebieden, zoals opgenomen in het openstellingsbesluit.

2

Pijlers biodiversiteit

De mate waarin het project bijdraagt aan de vier pijlers van biodiversiteit:

  • 1.

    Functionele agrobiodiversiteit

  • 2.

    Landschappelijke diversiteit

  • 3.

    Regionale diversiteit

  • 4.

    Diversiteit van soorten

3

Samenwerking

De mate waarin er in het project een daadwerkelijke samenwerking van boeren, terreinbeherende organisaties, ketenpartijen, overheden/waterschappen en burgers is.

De mate waarin sprake is van een gebiedsgerichte aanpak en de mate waarin partijen die werken en wonen in het gebied een prominente rol hebben.

4

Continuïteit

Het project is zo opgezet dat de resultaten van het project een structureel effect hebben en na afloop van de subsidieperiode voortduren.

5

Verbreding

Het project heeft een bredere uitstraling, voorbeeldwerking naar de regio.

Naar boven