Besluit tijdelijk mandaat namens Gedeputeerde Staten voor het zomerreces 2021

Gedeputeerde Staten van Zeeland,

  • overwegende dat het voor een efficiëntere uitvoering van taken gewenst is enkele bevoegdheden te mandateren gedurende de periode van het zomerreces;

  • gelet op hoofdstuk 10 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

Artikel 1  

  • 1.

    Aan de afdelingsmanager POJZ dan wel zijn/haar plaatsvervanger wordt mandaat verleend tot het nemen van besluiten inzake:

    • het geven van een reactieve aanwijzing op grond van artikel 3.8, zesde lid Wro juncto artikel 4.2, eerste lid Wro en de daaruit voortvloeiende uitgaande correspondentie;

    • het indienen van een zienswijze op grond van artikel 3.8, eerste lid onder d Wro en de daaruit voortvloeiende uitgaande correspondentie.

  • 2.

    Tot het uitbrengen van een zienswijze dan wel reactieve aanwijzing zoals genoemd in het eerste lid, wordt niet eerder besloten dan nadat de portefeuillehouder of diens plaatsvervanger is geraadpleegd.

Artikel 2  

Mandaat wordt niet verleend voor de in artikel 10:3, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bedoelde gevallen.

 

Artikel 3  

Dit besluit treedt in werking op 2 augustus 2021 en vervalt met ingang van 28 augustus 2021.

 

 

 

 

 

Aldus besloten door gedeputeerde staten op 27 juli 2021.

Drs. J.M.M. Polman, voorzitter

A.W. Smit, secretaris

Naar boven