Subsidieregeling Veilig en Bereikbaar Drenthe 2022-2025

 

Gedeputeerde Staten van Drenthe;

 

gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening Drenthe 2017;

 

 

BESLUITEN:

 

 

  • 1.

    de Subsidieregeling Veilig en Bereikbaar Drenthe 2021-2024 vast te stellen;

  • 2.

    de Uitvoeringsregeling BDU Verkeer en Vervoer, zoals vastgesteld bij hun besluit van 10 november 2015, kenmerk 4.2/2015004790, Provinciaal Blad 7700 van 2015, in te trekken, met dien verstande dat de regeling van toepassing blijft op subsidies verstrekt op grond van deze regeling.

 

 

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2022 en vervalt van rechtswege op 31 december 2025.

 

 

Gedeputeerde Staten voornoemd,

 

mevrouw drs. J. Klijnsma, voorzitter

W.F. Brenkman MSc, secretaris

 

 

Assen, 1 juni 2021

Kenmerk 5.6/2021000963

 

 

 

 

Uitgegeven: 14 december 2021

 

 

 

Subsidieregeling Veilig en Bereikbaar Drenthe 2022-2025

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

 

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

 

  • a.

    Asv 2017: Algemene subsidieverordening Drenthe 2017;

  • b.

    infrastructurele projecten: kwaliteitsverhogende investeringen in weggedeeltes en kruispunten;

  • c.

    VO: voorlopig ontwerp.

 

 

Artikel 2 Doel

 

De subsidie heeft tot doel om de toegankelijke en veilige bereikbaarheid in Drenthe op lokaal niveau te verbeteren.

 

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

 

Subsidie kan worden verleend voor infrastructurele projecten die bijdragen aan een duurzaam veilige inrichting van en doorstroming op wegen en fietspaden die door Drentse gemeenten worden beheerd en onderhouden.

 

Artikel 4 Doelgroep

 

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan Drentse gemeenten.

 

Artikel 5 Aanvraag

 

Een aanvraag voor subsidie wordt schriftelijk en ondertekend ingediend met behulp van een door Gedeputeerde Staten vastgesteld aanvraagformulier. Daarnaast worden in ieder geval de volgende documenten aangeleverd:

 

  • a.

    een reële en onderbouwde kostenraming

  • b.

    een VO van het project

  • c.

    een realistische tijdsplanning

 

Artikel 6 Toetsingscriteria

 

Om voor subsidie in aanmerking te komen dient het project een bijdrage te leveren aan:

 

  • a.

    de verbetering van de bereikbaarheid van een gebied of;

  • b.

    de verbetering van de doorstroming op een weggedeelte of traject of;

  • c.

    de verbetering van de verkeersveiligheid door minder ongevallen en slachtoffers op een bepaald weggedeelte of kruispunt of;

  • d.

    de toename van het gebruik van fiets en openbaar vervoer.

 

Artikel 7 Subsidiabele kosten

 

Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:

 

  • a.

    de kosten verbonden aan de noodzakelijke verwerving van een onroerende zaak;

  • b.

    vergunningen en leges;

  • c.

    materiaalkosten;

  • d.

    de kosten van de aanleg, bouw, wijziging of de inrichting van infrastructuur;

  • e.

    de kosten van bijkomende voorzieningen die nodig zijn om de betrokken infrastructuur

  • na voltooiing haar functie te kunnen laten vervullen.

 

Artikel 8 Niet-subsidiabele kosten

 

In aanvulling op artikel 1.13 van de Asv 2017 komen in ieder geval de volgende kosten niet voor subsidie in aanmerking:

 

  • a.

    voorbereidings- en administratiekosten;

  • b.

    kosten van toezicht;

  • c.

    kosten van onderhoud.

 

Artikel 9 Subsidiehoogte

 

De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal 100% van de subsidiabele kosten.

 

Artikel 10 Subsidieplafond

 

De hoogte van het subsidieplafond voor de looptijd van de regeling bedraagt in totaal € 13.600.000,--, waarbij per gemeente de volgende deelplafonds gelden:

 

  • -

    Aa en Hunze : € 1.081.600,--

  • -

    Assen : € 1.094.400,--

  • -

    Borger-Odoorn : € 1.098.000,--

  • -

    Coevorden : € 1.284.600,--

  • -

    De Wolden : € 994.800,--

  • -

    Emmen : € 1.973.100,--

  • -

    Hoogeveen : € 1.060.900,--

  • -

    Meppel : € 722.600,--

  • -

    Midden Drenthe : € 1.305.600,--

  • -

    Noordenveld : € 997.100,--

  • -

    Tynaarlo : € 935.100,--

  • -

    Westerveld : € 1.052.200,--

 

Artikel 11 Verplichtingen van de subsidieontvanger

 

Aan de subsidieontvanger worden de volgende verplichtingen opgelegd:

 

  • a.

    het project kan uiterlijk in hetzelfde jaar van de subsidieaanvraag of het jaar daarop volgend, worden aanbesteed;

  • b.

    het project waarvoor subsidie is verleend wordt uiterlijk drie jaar na bekendmaking van de beschikking tot subsidieverlening gerealiseerd.

 

Artikel 12 Prestatieverantwoording

 

  • 1.

    Voor de verantwoording van de subsidies gelden de volgende eisen:

    • a.

      de subsidieontvanger verantwoordt jaarlijks de financiële stand van zaken van projecten waarvoor subsidie is verleend in de SISa-methode;

    • b.

      de subsidieontvanger meldt uiterlijk drie maanden na oplevering dat het project gereed is;

    • c.

      na de melding dat het project gereed is, dient het project in de eerstvolgende SISa-procedure als ‘gereed’ te worden aangemeld en verantwoord;

    • d.

      de subsidie voor een project wordt definitief vastgesteld bij de gereedmelding en eindafrekening via SISa.

  • 2.

    Voor subsidies vanaf € 800.000,-- kunnen afwijkende en aanvullende verplichtingen worden opgelegd met betrekking tot de tussentijdse verantwoording.

 

Artikel 13 Staatssteun

 

Indien de subsidiëring een steunelement bevat, zal dit uitsluitend plaatsvinden binnen de kaders van en met inachtneming van de geldende Europese staatssteunregels.

 

Artikel 14 Inwerkingtreding en horizonbepaling

 

  • 1.

    De Uitvoeringsregeling BDU Verkeer en Vervoer, zoals vastgesteld bij besluit van Gedeputeerde Staten van 10 november 2015, kenmerk 4.2/2015004790, Provinciaal Blad 7700 van 2015, wordt ingetrokken, met dien verstande dat de regeling van toepassing blijft op subsidies die zijn verleend op grond van genoemde Uitvoeringsregeling, maar nog niet zijn vastgesteld.

  • 2.

    Deze subsidieregeling treedt met ingang van 1 januari 2022 in werking en vervalt van rechtswege op 31 december 2025.

 

Artikel 15 Overgangsrecht

 

Deze subsidieregeling blijft van toepassing op subsidies verstrekt op grond van deze regeling en op volledige aanvragen die zijn ingediend voor 1 januari 2026.

 

 

Toelichting

 

Algemeen

 

In het Mobiliteitsprogramma 2021-2030 (https://www.provincie.drenthe.nl/onderwerpen/verkeer-vervoer/) is geregeld dat gelden vanuit de voormalige BDU (Brede doeluitkering) Verkeer en vervoer voor hetzelfde doel worden ingezet: veilige doorstroming en bereikbaarheid op lokaal gemeentelijk niveau. Investeringen in uitsluitend wegen en fietspaden in eigendom van de provincie Drenthe zijn onvoldoende om de doelstellingen van het Mobiliteitsprogramma 2021-2030 te realiseren.

Daarom zal de provincie financieel bijdragen aan investeringen van gemeenten die de provinciebrede doelen van het Mobiliteitsprogramma 2021-2030 dichterbij halen: veilige, schone en inclusieve bereikbaarheid in Drenthe. Dat doet de provincie onder meer via deze subsidieregeling.

 

Artikelsgewijs

 

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

 

Subsidiabele activiteiten zijn investeringen door gemeenten in de aanleg van nieuwe weggedeeltes (wegvak of kruispunt) of reconstructie van bestaande weggedeeltes die lokaal leiden tot een significante kwaliteitsverhoging. Hieronder vallen geen investeringen die uitsluitend ten doel hebben de levensduur van het weggedeelte te verlengen, zonder een significante bijdrage te leveren aan de gewenste kwaliteitsverhoging.

 

Artikel 8 Niet-subsidiabele kosten

 

Sub a en b

Onder deze kosten vallen ook de uren van (eigen) medewerkers.

 

Artikel 10 Subsidieplafond

 

Voor deze subsidieregeling is voor de periode 2022 – 2025 een bedrag van € 13,6 miljoen beschikbaar. Dit bedrag wordt verdeeld over de twaalf gemeenten in Drenthe. Hiervoor is een verdeelsleutel opgesteld die uitgaat van drie indicatoren: inwoners en kilometers weglengte (op basis van CBS-data, met peildatum 1 januari 2020) en grootte grondgebied van de gemeente (CBS-data, met peildatum 2015). Alle drie de indicatoren tellen voor een derde deel mee waarbij de plafondbedragen zijn afgerond op honderdtallen. Een gemeente kan voor projecten die voldoen aan het doel van de regeling subsidie aanvragen zolang het voor haar geldende subsidieplafond nog niet is bereikt.

 

Artikel 12 Prestatieverantwoording

 

De methodiek SISa (single information, single audit) houdt in eenmalige informatieverstrekking en eenmalige accountantscontrole. Deze verantwoording hoort als bijlage bij de jaarstukken die gemeenten en provincies maken.

 

 

Naar boven