Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 5 juli 2021 tot wijziging van de Subsidieregeling transitie veehouderijen Noord-Brabant in verband met de wijziging van paragraaf 3 om veehouderijbedrijven in de omgeving van het Natuurnetwerk Brabant de mogelijkheid te bieden gebruik te maken van de omschakeling naar natuurinclusieve landbouw (Elfde wijziging Subsidieregeling transitie veehouderijen Noord-Brabant)

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;

 

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

 

Overwegende dat het wenselijk is de Subsidieregeling transitie veehouderijen Noord-Brabant te wijzigen teneinde het mogelijk te maken dat veehouderijbedrijven in de nabije omgeving van het Natuurnetwerk Brabant, waaronder de Groenblauwe mantel, gebruik kunnen maken van paragraaf 3 Omschakeling naar natuurinclusieve landbouw;

 

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Artikel I Wijziging Subsidieregeling transitie veehouderijen Noord-Brabant

De Subsidieregeling transitie veehouderijen Noord-Brabant wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

 

In de artikelen 1.1, onder e, 1.6, onder e, 2.1, onder i, en 2.6, eerste lid, onder d, wordt “Verordening natuurbescherming Noord-Brabant” vervangen door “Interim omgevingsverordening Noord-Brabant”.

 

B.

 

Artikel 3.1 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Onder verlettering van de onderdelen e tot en met g, tot g tot en met i, worden de volgende onderdelen ingevoegd:

    • e.

      Groenblauwe mantel: gebieden zoals opgenomen op de kaart in bijlage 10 die een belangrijke nevenfunctie voor natuur en water hebben en overwegend grenzen aan het Natuurnetwerk Brabant en ecologische verbindingszones;

    • f.

      grond in agrarisch gebruik: onbebouwde grond met een agrarische gebruiksfunctie, niet zijnde gerealiseerde natuur die binnen het Natuurnetwerk Brabant met een natuurbeheertype-aanduiding is opgenomen in het natuurbeheerplan van de provincie Noord-Brabant;.

  • 2.

    In onderdeel h (nieuw) komt de begripsomschrijving van Natuurnetwerk Brabant te luiden:

    • h.

      Natuurnetwerk Brabant: samenhangend netwerk van natuurgebieden, dat van nationaal en internationaal belang is en het veiligstellen van ecosystemen als doel heeft, en is opgenomen en begrensd in de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant;.

  • 3.

    In onderdeel i (nieuw) wordt “agrarisch bedrijf dat hoofdzakelijk gericht is op het fokken” vervangen door “ondernemer met een agrarisch bedrijf dat gericht is op het fokken”.

C.

 

In artikel 3.5, eerste lid, komen de onderdelen c en d te luiden:

 

  • c.

    de totaal in agrarisch gebruik zijnde oppervlakte van het bedrijf minder dan 10 ha bedraagt;

  • d.

    het in agrarisch gebruik zijnde grondoppervlak van het bedrijf van de veehouder of de bedrijven van het samenwerkingsverband voor meer dan 50% gelegen is binnen het Natuurnetwerk Brabant.

D.

 

Artikel 3.6 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Onder verlettering van de onderdelen b en c tot d en e worden twee onderdelen ingevoegd, luidende:

    • b.

      de in agrarisch gebruik zijnde gronden van de veehouder zijn voor meer dan 50% van de oppervlakte gelegen binnen de Groenblauwe mantel of voor meer dan 50% van de oppervlakte gelegen binnen een straal van 1500 meter vanaf de grens van het Natuurnetwerk Brabant;

    • c.

      de veehouder is nog niet volledig omgeschakeld naar natuurinclusieve landbouw;.

  • 2.

    In onderdeel d (nieuw) wordt “binnen de agrarische sector” vervangen door “aangaande natuurinclusieve landbouw”.

E.

 

In artikel 3.7 wordt “29 oktober 2021” vervangen door “31 december 2022”.

 

F.

 

In artikel 3.8 wordt “€ 700.000” vervangen door “€ 1.000.000”.

 

G.

 

In artikel 4.5, eerste lid, onder b, wordt na “in overeenstemming met” ingevoegd “de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant, de”.

 

H.

 

In de artikelen 5.1, 5.6, onder a, en 5.12, eerste lid, onder a, b en c, wordt “Van Gogh Nationaal Park i.o.” vervangen door “Van Gogh Nationaal Park”.

 

I.

 

Bijlagen 2 en 3, behorende bij de Subsidieregeling transitie veehouderijen Noord-Brabant worden vervangen door de bijlagen 2 en 3 behorende bij deze regeling.

 

J.

 

In het opschrift van bijlage 4 wordt “§ 4” vervangen door “de artikelen 4.2 en 4.6, onder a”.

 

K.

 

In het opschrift van bijlage 5 wordt “§4” vervangen door “artikel 4.6, onder c, d en e”.

 

L.

 

In het opschrift van bijlage 8 wordt “artikel 5.12” vervangen door “artikel 5.1”.

 

M.

 

Na bijlage 9 behorende bij de Subsidieregeling transitie veehouderijen Noord-Brabant wordt bijlage 10 toegevoegd behorende bij deze regeling.

Artikel II Overgangsrecht

Op subsidieaanvragen als bedoeld in paragraaf 3 van de Subsidieregeling transitie veehouderijen Noord-Brabant, die zijn ingediend voor 15 juli 2021 en waarop nog niet onherroepelijk is beslist, blijft paragraaf 3 van de Subsidieregeling transitie veehouderijen Noord-Brabant, zoals die luidde de dag voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling, van toepassing.

Artikel III Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 15 juli 2021.

’s-Hertogenbosch, 5 juli 2021

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter,

mr. I.R. Adema

de secretaris,

drs. M.J.A. van Bijnen MBA

Bijlage 2, behorende bij de artikelen 3.6, onder e, onderdeel 1°, en 6.6, derde lid, onder a, van de Subsidieregeling transitie veehouderijen Noord-Brabant

 

Inhoudelijke vereisten Omschakelplan

 

In het omschakelplan geeft de ondernemer in grote lijnen aan wie hij/zij is, hoe zijn/haar bedrijf er uitziet en wat zijn/haar plannen zijn als het gaat om de omschakeling naar natuurinclusieve landbouw. Omdat het omschakelplan de basis is voor zijn/haar verzoek om subsidie voor het opstellen van een professioneel businessplan, is het ook belangrijk dat de ondernemer in dit omschakelplan duidelijk aangeeft wat hij/zij in dat businessplan wil laten onderzoeken/doorrekenen.

 

Onderstaande eisen zijn indicatief en te beschouwen als aandachtspunten. Voor het businessplan (zie bijlage 3) is het verplicht aandacht te besteden aan alle genoemde vereisten.

 

De ondernemer(s)

  • Een kort CV (persoonlijke gegevens, opleiding, werkervaring)

  • De motivatie voor het indienen van het plan (wat is in het kort het idee, de bedoeling/ambitie?)

  • De mate van kennis van, ervaring met en visie op ondernemerschap en natuurontwikkeling (opleiding / ervaring et cetera)

  • De wijze waarop die kennis/ervaring wordt vergroot bijv. via aansluiting bij een lerend netwerk en samenwerking met andere partijen op het gebied van natuurinclusief ondernemen

Het huidige bedrijf

  • Een korte kenschets van het huidige bedrijf (grondsituatie (kaart met ligging percelen), veebezetting, teelten, huisvesting, bemesting e.d.)

  • De mate van natuurinclusiviteit van de huidige bedrijfsvoering, onderverdeeld in de thema’s Bodem & Water, Landschap en Biodiversiteit

Het toekomstige bedrijf

  • Een korte kenschets van het toekomstige bedrijf (grondsituatie, veebezetting, teelten, huisvesting, bemesting e.d.)

  • De toe te passen natuurinclusieve maatregelen bij de toekomstige bedrijfsvoering, onderverdeeld in de thema’s Bodem & Water, Landschap en Biodiversiteit. Zie hiervoor ook bijlage 9; maatregelentabel natuurinclusieve landbouw

  • De verwachte belemmeringen en behoefte aan ondersteuning (bv. de beschikbaarheid van aanvullend areaal aan landbouwgrond)

Bedrijfseconomische kwaliteit

Het omschakelplan moet op hoofdlijnen duidelijk maken hoe het plan bedrijfseconomisch in elkaar zit. Daarbij komen onder andere de volgende onderdelen aan bod:

  • Globale toelichting op de bedrijfseconomische aspecten van de huidige bedrijfsvoering (aan- en verkoop, afzet producten, overzicht huidige kosten en opbrengsten e.d.)

  • De benodigde investeringen voor de omschakeling richting toekomstige bedrijfsvoering

  • Globale begroting van kosten en opbrengsten toekomstige bedrijfsvoering

  • Globale toelichting van het (nieuwe/verbeterde) verdienmodel (producten / diensten, markten, doelgroepen, promotie, ketenpartners)

  • Juridische haalbaarheid van het initiatief (bv. bestemmingsplan)

  • De verwachte kansen en belemmeringen en behoefte aan ondersteuning.

Maatschappelijke meerwaarde

Aanvullend is er aandacht voor de maatschappelijke meerwaarde van de betreffende onderneming, bijvoorbeeld op het gebied van zorg, educatie et cetera. Dit is geen primair doel van natuurinclusieve landbouw, maar wordt wel als een ‘plus’ beschouwd bij een eventuele latere beoordeling van businessplannen.

 

Bijlage 3, behorende bij de artikelen 3.4 en 3.11, onder b, van de Subsidieregeling transitie veehouderijen Noord-Brabant

Vereisten businessplan

 

Het op te stellen businessplan is een professioneel en praktisch plan waarin de ondernemer de verschillende stappen en maatregelen, die nodig zijn om van zijn huidige bedrijfsvoering om te schakelen naar een meer natuurinclusieve bedrijfsvoering, uitwerkt. In het plan geeft de aanvrager duidelijk aan welke veranderingen in de bedrijfsvoering worden genomen (nieuw te nemen maatregelen/activiteiten, achterwege laten van huidige maatregelen/activiteiten) en wat hiervan de te verwachten effecten zijn voor bodem, water, biodiversiteit en landschap. Deze maatregelen worden zoveel mogelijk op kaart aangeduid en toegelicht. Bijlage 9, maatregelentabel natuurinclusieve landbouw, is hierbij behulpzaam.

Ten behoeve van een goed overzicht wordt voorgesteld een tabel op te nemen waarin de huidige en beoogde bedrijfssituatie (geconcretiseerd met maatregelen en hun effecten) naast elkaar worden gezet.

 

  • 1.

    Algemeen

    • 1.1.

      Motivatie en deskundigheid met betrekking tot natuurinclusieve bedrijfsvoering

    • 1.2.

      Karakteristiek huidig bedrijf

    • 1.3.

      Karakteristiek natuurinclusief bedrijf

  • 2.

    Praktische uitwerking van het natuurinclusief bedrijfsmodel voor de volgende onderdelen:

    • 2.1.

      Verbetering van het bodem- en watersysteem

    • 2.2.

      Kwaliteit gebiedskarakteristieke landschap

    • 2.3.

      Versterking van de biodiversiteit op het bedrijf en in aansluiting op de omgeving

    • 2.4.

      Doorontwikkeling en deskundigheid

  • 3.

    Bedrijfseconomische aspecten

    • 3.1.

      Beschrijving van de aanpassingen in de bedrijfsvoering

    • 3.2.

      Rentabiliteit:

      • Kostenbesparing

      • Gederfde opbrengsten

      • Nieuwe kostenfactoren

      • Nieuwe inkomstenbronnen

      • Verandering in kosten en inkomsten per jaar

    • 3.3.

      Financiering:

      • Huidige kapitaallasten

      • Benodigde investeringen

      • Financiële risico’s of ondernemersrisico

      • Tijdspad

    • 3.4.

      Productenafzet:

      • Aard van de producten

      • Klantengroepen en klantenrelaties

  • 4.

    Maatschappelijke bijdrage

  • 5.

    Uitvoeringsgerichte aspecten

    • Risico- en succesfactoren

    • Te nemen stappen voor de doorontwikkeling

    • Te verwachten belemmeringen en hoe deze aan te pakken

    • Aard van eventuele ondersteuning in de uitvoering

    • Samenwerking met partners (bij inkoop en afzet en met andere agrarische ondernemers)

 

Bijlage 10, behorende bij artikel 3.1, onder e, van de Subsidieregeling transitie veehouderijen Noord-Brabant

 

Kaart Groenblauwe mantel

 

 

Toelichting behorende bij de Elfde wijziging Subsidieregeling transitie veehouderijen Noord-Brabant

I. Algemeen

 

In deze regeling wordt met name paragraaf 3 van de Subsidieregeling transitie veehouderijen Noord-Brabant gewijzigd, omdat er extra budget beschikbaar is voor de omschakeling naar natuurinclusieve landbouw van bedrijven die gelegen zijn binnen de Groenblauwe mantel of voor meer dan 50% van de oppervlakte gelegen binnen een straal van 1500 meter vanaf de grens van het Natuurnetwerk Brabant. Hiermee kan deze regeling ook een bijdrage leveren aan de gebiedsgerichte aanpak groen blauw. Daarnaast wordt een aantal artikelen technisch gewijzigd. Zo is de Verordening natuurbescherming Noord-Brabant opgegaan in de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant. De betreffende artikelen worden daarmee in overeenstemming gebracht.

 

II. Artikelsgewijs

 

Artikel I (Elfde wijziging Subsidieregeling transitie veehouderijen Noord-Brabant)

 

Onder C en D (artikelen 3.5 en 3.6)

 

Voorheen konden alle veehouders met meer dan 50% grond buiten het Natuurnetwerk Brabant ondersteund worden in de omschakeling van gangbare naar natuurinclusieve landbouw. Met deze wijzigingsregeling, waarmee extra budget beschikbaar komt, wordt de subsidie voor het opstellen van een businessplan beperkt tot veehouders van wie het bedrijf voor meer dan 50% in de Groenblauwe mantel ligt of voor meer dan 50% binnen een grens van 1500 meter rondom het Natuurnetwerk Brabant ligt. Voor de begripsomschrijving van Groenblauwe mantel wordt verwezen naar artikel 3.1, onder e. In bijlage 10 is een kaart van de Groenblauwe mantel opgenomen. Daarnaast moet de totaal in agrarisch gebruik zijnde oppervlakte van het bedrijf 10 ha of meer bedragen en moet aantoonbaar worden gemaakt dat er op het bedrijf nog aanvullende positieve resultaten voor bodem, water, biodiversiteit en landschap zijn te behalen. De subsidie wordt geweigerd als het in agrarisch gebruik zijnde grondoppervlak van het bedrijf van de veehouder of de bedrijven van het samenwerkingsverband voor meer dan 50% gelegen is binnen het Natuurnetwerk Brabant.

 

Onder E en F (artikelen 3.7 en 3.8)

 

De aanvraagperiode wordt met meer dan een jaar verlengd en het subsidieplafond wordt verhoogd met € 300.000 zodat dertig nieuwe aanvragers geholpen kunnen worden met het opstellen van een businessplan. Zo wordt de natuurinclusieve landbouw opgeschaald in de strategische randzones van het Natuurnetwerk Brabant.

 

Onder I (bijlagen 2 en 3)

 

In de bijlagen 2 en 3 zijn de inhoudelijke vereisten voor het omschakelplan en het businessplan opgenomen. Deze bijlagen worden gewijzigd om de inhoudelijke vereisten nog beter aan te laten sluiten op het doel van paragraaf 3 namelijk het stimuleren van een natuurinclusieve bedrijfsvoering in de agrarische zone rondom het Natuurnetwerk Brabant.

 

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

 

de voorzitter,

mr. I.R. Adema

 

de secretaris,

drs. M.J.A. van Bijnen MBA

 

Naar boven