Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 6 juli 2021, nr. 8221A2BE, tot wijziging van de Uitvoeringsverordening subsidie Agenda Vitaal Platteland provincie Utrecht 2021

Gedeputeerde staten van Utrecht;

 

Gelet op de artikelen 4, 6 en 28 van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht;

Overwegende:

  • dat het gewenst is om subsidiering van verplaatsing van agrarische bedrijven in het kader van uitbreiding van het Natuurnetwerk Nederland mogelijk te maken.

  • dat er vraag is naar een regeling die voorziet in financiering van kosten die worden gemaakt ten behoeve van de hervestiging van een agrarisch bedrijf en voorziet in financiering van het waardeverschil tussen de hervestigingslocatie inclusief investeringskosten en de te verlaten locatie.

Besluiten:

Artikel I

De Uitvoeringsverordening subsidie Agenda Vitaal Platteland provincie Utrecht 2021 wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

In Artikel 1.1 Begripsbepalingen wordt na onderdeel b een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

  • bb.

    Bedrijfsverplaatsing: verplaatsing van een bedrijf waarbij de bedrijfsactiviteiten op de oorspronkelijke locatie worden beëindigd en elders worden voortgezet.

Onderdeel o wordt gewijzigd, luidende:

  • o.

    NNN: Natuurnetwerk Nederland. Gebieden die in het provinciale Natuurbeheerplan zijn aangeduid als ‘Nog te ontwikkelen natuur’, kaart 1 van het provinciale Natuurbeheerplan, niet zijnde groene contour.

Na onderdeel o wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

  • oo.

    Omgevingsverordening: het door Provinciale Staten vastgestelde plan als bedoeld in artikel 2.6 van de Omgevingswet.

B.

In artikel 1.5 Subsidieplafond wordt na de (tabel) regel

 

Natuur, water en bodem

Beleefbare natuur

€ 220.000

2.2

 

een nieuwe (tabel)regel ingevoegd, luidende

 

Natuur, water en bodem

Bedrijfsverplaatsing

€ 1.000.000

2.3

  • -

    In de laatste tabelregel van artikel 1.5 (Totaal) wordt in de kolom het bedrag € 810.000 vervangen door: € 1.810.000

C.

Na artikel 2.2. wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2.3 Verplaatsing grondgebonden agrarische bedrijven in het kader van de NNN

  • 1.

    Subsidiabele activiteiten

    Subsidie op grond van deze regeling wordt verleend voor verplaatsing van een volwaardig landbouwbedrijf ten behoeve van de realisatie van het Natuurnetwerk Nederland, zulks onder de voorwaarden dat

    • -

      deze activiteiten geen strijd opleveren met het programma Agenda Vitaal Platteland als bedoeld in artikel 28 van de Asv en met de bepalingen in hoofdstuk 6 en 8 (Landbouw en Natuur) van de Omgevingsverordening;

    • -

      wordt voldaan aan de hierna genoemde nadere criteria.

  • 2.

    Nadere criteria

    • a.

      De activiteiten, genoemd in het eerste lid, komen uitsluitend voor subsidie in aanmerking indien aan de volgende criteria wordt voldaan:

      • i.

        indien de aanvraag afkomstig is van de eigenaar van het te verplaatsen bedrijf, wordt de daarbij behorende grond in eigendom:

        • (i).

          vrij van enig gebruiksrecht, aan de provincie verkocht; of

        • (ii).

          ingebracht bij de toedeling van gronden vooruitlopend op het plan van toedeling als bedoeld in artikel 51 van de Wet inrichting landelijk gebied;

        • (iii).

          met instemming van de provincie Utrecht aangewend voor te realiseren provinciale doelen in het landelijk gebied voor natuur, te weten de realisatie van het Natuurnetwerk Nederland (NNN) binnen de provincie Utrecht conform het gestelde in artikel 6 lid b en c.

      • ii.

        indien de aanvraag afkomstig is van een natuurlijk persoon of rechtspersoon die beschikt over een duurzaam gebruiksrecht op het te verplaatsen bedrijf, verklaart de eigenaar van de daarbij behorende grond dat de grond vrij van enig gebruiksrecht kan worden ingezet voor realisatie van NNN.

    • b.

      In aanvulling op lid a van dit artikel vindt subsidieverstrekking ten behoeve van de realisatie van het NNN slechts plaats, als de agrarische bestemming geheel vervalt, ook op de bedrijfskavel indien deze niet wordt verkocht.

  • 3.

    Weigeringsgrond

    Onverminderd artikel 10 van de Asv wordt subsidie geweigerd indien:

    • a.

      op de bedrijfskavel of daarbij behorende grond woningbouw is toegestaan, volgens een geldend bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening, of volgens een geldend projectbesluit als bedoeld in artikel 3.10 van deze wet. Uitzondering hierop is de ruimte-voor-ruimte regeling als bedoeld in artikel 9.11 van de Omgevingsverordening;

    • b.

      indien aan de aanvrager voor de betreffende bedrijfsgebouwen en gronden een schadeloosstelling is betaald op grond van de Onteigeningswet;

    • c.

      indien aan de aanvrager voor de betreffende bedrijfsgebouwen en gronden een schadeloosstelling op basis van een contractuele overeenkomst is betaald zonder wettelijke verplichting.

  • 4.

    Hoogte van de subsidie

    • a.

      De volgende bedrijfsmatige kosten zijn subsidiabel:

      • i.

        De volgende kosten voor voorbereiding: notariskosten, kadastrale kosten, makelaarskosten en kosten voor het opstellen van het financieel plan met een begroting inclusief accountantsverklaringen;

      • ii.

        Kosten van het demonteren, verhuizen en weer opbouwen van bestaande installaties en faciliteiten;

      • iii.

        Kosten voor investeringen. Kosten voor investeringen worden berekend als: het verschil tussen de kosten van de koopsom en eventueel (aanvullende) investeringskosten van bedrijfsgebouwen en installaties op de hervestigingslocatie minus de getaxeerde waarde van gebouwen en installaties op de te verlaten locatie. Uitgangspunt hierbij is een gelijke bedrijfsomvang, uitgedrukt in aantal stuks productief vee of bij akkerbouwbedrijven in inhoud opstallen exclusief bedrijfswoning. Wanneer er sprake is van bedrijfsuitbreiding, worden de kosten verbonden aan de uitbreiding buiten de subsidie gehouden. Investeringskosten dienen te worden onderbouwd met offertes.

    • b.

      Het subsidiepercentage bedraagt:

      • i.

        100% van de subsidiabele kosten, genoemd onder onderdeel a, sub i. De kosten moeten redelijk zijn. Richtsnoer bij de beoordeling van de kosten (dubbele redelijkheidstoets) zijn de tarieven hiervoor bij een aankoop met volledige schadeloosstelling;

      • ii.

        100% van de subsidiabele kosten genoemd onder onderdeel a sub ii, waarbij een maximum geldt van € 10.000,-. De kosten moeten redelijk zijn. Richtsnoer bij de beoordeling van de kosten (redelijkheidstoets) zijn de tarieven hiervoor bij een aankoop met volledige schadeloosstelling;

      • iii.

        40% van de subsidiabele kosten, genoemd onder a, sub iii.

    • c.

      de totale vergoeding van de subsidiabele kosten mag niet meer bedragen dan:

      • i.

        € 100.000,- bij het vrijkomen van 1 tot 5 hectares agrarische gebruikte grond binnen het NNN;

      • ii.

        € 250.000,- bij het vrijkomen van 5 tot 10 hectares agrarische gebruikte grond binnen het NNN;

      • iii.

        € 350.000,- bij het vrijkomen van 10 tot 15 hectares agrarische gebruikte grond binnen het NNN;

      • iv.

        € 400.000,- bij het vrijkomen van 15 tot 20 hectares agrarische gebruikte grond binnen het NNN;

      • v.

        € 450.000,- bij het vrijkomen van 20 tot 25 hectares agrarische gebruikte grond binnen het NNN;

      • vi.

        € 500.000,- bij het vrijkomen van 25 hectares of meer agrarische gebruikte grond binnen het NNN.

    • d.

      in afwijking van het gestelde onder a, sub iii, kan bij (erf)pacht voor de vervangende bedrijfskavel in plaats van de koopsom de taxatie van de agrarische gebruikswaarde in het economisch verkeer van toepassing zijn.

    • e.

      er wordt minder subsidie verstrekt naar de mate dat andere overheden een vergoeding verstrekken bij de verplaatsing van het grondgebonden agrarisch bedrijf of de sloop van de zich op de bedrijfskavel bevindende bedrijfswoning, bedrijfsgebouwen of installaties. De totale steun bedraagt niet meer dan het bedrag dat voortvloeit uit het gestelde onder c.

  • 5.

    Subsidieontvangers

    Subsidie kan worden verstrekt aan de eigenaar van een landbouwbedrijf.

     

  • 6.

    Verplichtingen subsidieontvanger

    • a.

      De subsidieontvanger realiseert de hervestiging van een volwaardig landbouwbedrijf op een andere plaats binnen 24 maanden na de datum van het besluit tot subsidieverlening. De aanvraag tot subsidievaststelling dient uiterlijk 6 maanden na realisatie bij de provincie Utrecht te worden ingediend inclusief benodigde bijlagen.

    • b.

      In aanvulling op het gestelde in artikel 2 lid a sub i sub (iii) sluit een subsidieontvanger die zelf de voormalige bedrijfskavel om wil vormen naar natuur binnen twee weken na verlening van de subsidie met de provincie Utrecht een overeenkomst als bedoeld in artikel 4:36 van de Algemene wet bestuursrecht, waarin wordt opgenomen:

      • i.

        de verplichting tot uitwerking van het definitief inrichtingsplan en de termijn waarbinnen deze uitwerking gereed dient te zijn en de goedkeuring door Gedeputeerde Staten dient te zij verkregen;

      • ii.

        de verplichting tot inrichting van het verworven dan wel pachtvrij gemaakte terrein en de termijn waarbinnen deze inrichting dient plaats te vinden;

      • iii.

        de verplichting van de eigenaar van de grond om de betreffende grond niet te gebruiken of te doen gebruiken als landbouwgrond en overigens datgene na te laten wat de ontwikkeling en de daaropvolgende instandhouding van het te realiseren natuurbeheertype dan wel landschapsbeheertype in gevaar brengt of verstoort;

      • iv.

        dat de verplichtingen, bedoeld onder c, zullen overgaan op degene die het verworven dan wel pachtvrij gemaakte terrein onder algemene of bijzondere titel zullen verkrijgen en eveneens gelden voor degene die van de rechthebbende een recht op het gebruik van de grond verkrijgen;

      • v.

        dat de verplichtingen, bedoeld onder c en d, als kwalitatieve verplichting zullen worden ingeschreven in de notariële registers en de termijn waarbinnen deze inschrijving dient plaats te vinden.

    • c.

      Het definitieve inrichtingsplan als bedoeld in lid b van dit artikel dient te zijn goedgekeurd door Gedeputeerde Staten en omvat:

      • i.

        een beschrijving van de uitgangssituatie;

      • ii.

        een omschrijving van de te treffen inrichtingsmaatregelen;

      • iii.

        de oppervlakte waarop de maatregelen zullen worden uitgevoerd;

      • iv.

        de motivering voor het treffen van de betreffende maatregelen;

      • v.

        de met de maatregelen beoogde eindsituatie van het terrein, waarbij minimaal het beoogde beheertype en de oppervlakte daarvan wordt aangegeven;

      • vi.

        een beschrijving van de in stand te houden, te verbeteren, aan te leggen of te verwijderen wegen en paden;

      • vii.

        een tijdplanning waarbinnen de inrichtingsmaatregelen worden gerealiseerd;

      • viii.

        een gespecificeerde begroting;

      • ix.

        één of meerdere topografische of digitale kaarten met een schaal van ten hoogste 1:10.000, waarop de grenzen van het terrein zijn aangegeven. Digitale gegevens dienen te worden aangeleverd als GIS-bestand in de vorm van een shapefile. Gedeputeerde Staten kunnen nadere technische specificaties vaststellen waaraan deze bestanden moeten voldoen;

      • x.

        een beschrijving van de wijze waarop de aanvrager voornemens is na het treffen van de inrichtingsmaatregelen de (beoogde) beheertypen en habitattypen verder te ontwikkelen en te beheren.

  • 7.

    Staatssteun

    Subsidie voor agrarische bedrijfsverplaatsingen en investeringen in bedrijfsgebouwen wordt slechts verstrekt met toepassing van Verordening (EU) Nr. 702/2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU L193/1).

    • a.

      Subsidie voor investeringskosten wordt slechts verstrekt voor zover deze niet in strijd is met hoofdstuk I en artikel 14 van Verordening (EU) 702/2014.

    • b.

      Subsidie voor verplaatsingskosten wordt slechts verstrekt voor zover deze niet in strijd is met hoofdstuk I en artikel 16 van Verordening (EU) 702/2014.

Artikel II

Dit besluit wordt aangehaald als: Wijzigingsregeling Uitvoeringsverordening subsidie Agenda Vitaal Platteland provincie Utrecht 2021, artikel bedrijfsverplaatsing.

Artikel III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Gedeputeerde Staten van Utrecht,

Voorzitter,

mr. J.H. Oosters

Secretaris,

mr. drs. A.G. Knol-van Leeuwen

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2.3 Verplaatsing grondgebonden agrarische bedrijven in het kader van de NNN

Agrarische bedrijven die willen verplaatsen naar een andere locatie ten behoeve van de uitbreiding van het Natuurnetwerk Nederland worden met deze subsidie financieel ondersteund. De Europese grondslag voor deze ondersteuning staat in artikelen 14 (investeringskosten) en 16 (verplaatsingskosten) van Verordening (EU) 702/2014. Door deze subsidieregeling wordt het aantrekkelijker voor agrariërs om hun bedrijf te verplaatsen, omdat naast de voorbereidingskosten en verhuiskosten ook investeringskosten worden gesubsidieerd.

 

In de subsidievoorwaarden is opgenomen dat de agrarische bestemming op de bedrijfskavel vervalt en de bij het bedrijf behorende landbouwgronden worden omgezet naar natuur. Het is mogelijk dat de bedrijfskavel zelf in handen blijft van een natuurlijk persoon of een onderneming. De mogelijkheid tot subsidiering hangt samen met het vervallen van de agrarische bestemming. Niet alle gronden die bij een agrarisch bedrijf horen hoeven te worden omgezet naar natuur. De hoogte van de maximale subsidie wordt bepaald op basis van het areaal dat wordt omgezet naar natuur. Leidend voor de bepaling van het areaal is de begrenzing van gronden als Natuurnetwerk Nederland zoals opgenomen in het provinciale Natuurbeheerplan.

 

Het is mogelijk dat het agrarisch bedrijf wordt verplaatst naar een nieuwe locatie en de gronden worden omgevormd naar natuur, zonder dat deze wisselen van eigenaar Het bedrijf wordt dan elders voortgezet, de gronden blijven in bezit als natuurgrond. In dat geval wordt de realisatie van natuur op de voormalig agrarische gronden juridisch vastgelegd conform de werkwijze zoals opgenomen in artikel 6 lid b en c. Met het op te stellen inrichtingsplan (lid c) kan een eigenaar subsidie aanvragen via de Subsidieregeling kwaliteitsimpuls natuur en landschap provincie Utrecht (SKNL) voor functieverandering en inrichting van de percelen. Dit subsidieartikel voor bedrijfsverplaatsing ziet uitsluitend op subsidiering van de verplaatsing van een agrarisch bedrijf naar een andere locatie ten behoeve van de NNN.

 

Naar boven