Procedureregeling subsidies provincie Groningen 2018 - wijziging

Gedeputeerde Staten van Groningen maken bekend dat zij op 29 juni 2021, nr. A.17, afdeling BJC, dossiernummer K4738 het volgende besluit hebben genomen:

 

Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen:

 

Overwegende dat:

  • -

    Provinciale Staten van Groningen op 5 juli 2017, nr. 4e/K3053, de Kaderverordening subsidies provincie Groningen 2017 hebben vastgesteld, waarmee zij de bevoegdheid tot subsidieverstrekking hebben overgedragen aan Gedeputeerde Staten;

  • -

    Gedeputeerde Staten op 22 mei 2018, de procedureregeling subsidies provincie Groningen 2018 hebben vastgesteld, waarin algemene regels voor subsidieverstrekking zijn vastgelegd,

  • -

    dat actualisatie van de procedureregeling subsidies provincie Groningen 2017 vanwege eisen aan de provincie met betrekking tot de lastneming van subsidies gewenst is;

Gelet op:

  • -

    artikel 143, eerste lid, en artikel 152, eerste lid, van de Provinciewet;

  • -

    titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    artikel 3, derde lid, van de Kaderverordening subsidies provincie Groningen 2017;

Besluiten:

 

  • I.

    De procedureregeling subsidies provincie Groningen 2018 als volgt te wijzigen:

 

A.

Artikel 2.1 komt te luiden:

 

Artikel 2.1 Bij een aanvraag om subsidieverlening te overleggen gegevens

  • 1.

    Aanvragen worden ingediend bij Gedeputeerde Staten of bij een door Gedeputeerde Staten aangewezen organisatie.

  • 2.

    De aanvrager overlegt bij de aanvraag om subsidieverlening de volgende gegevens en bescheiden:

    • a.

      een beschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd, inclusief start- en einddatum;

    • b.

      een beschrijving van de doelstellingen en resultaten die met de activiteiten worden nagestreefd en hoe de activiteiten aan de provinciale beleidsdoelstellingen bijdragen;

    • c.

      een begroting van de kosten en bijbehorend dekkingsplan, voorzien van een toelichting en waarbij een opgave wordt gedaan van bij andere bestuursorganen of private organisaties of personen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;

    • d.

      indien een aanvrager een privaatrechtelijke rechtspersoon is en voor de eerste keer een structurele subsidie aanvraagt, voegt hij een afschrift van de oprichtingsakte dan wel de laatst gewijzigde statuten, het jaarverslag, de jaarrekening dan wel de balans van het vorige jaar als bijlagen toe aan de aanvraag. Indien van toepassing worden bij een volgende aanvraag de gewijzigde statuten overgelegd.

  • 3.

    Bij een aanvraag om een subsidie van € 750.000 of meer voor activiteiten die worden uitgevoerd in meerdere kalenderjaren worden de gegevens genoemd in het tweede lid onder a. en c. gespecificeerd per kalenderjaar.

  • 4.

    Gedeputeerde Staten kunnen in de subsidieregeling of in een specifiek geval afwijken van het bepaalde in dit artikel en ook andere dan, of slechts enkele van de in het tweede en derde lid genoemde gegevens verlangen, indien die voor het nemen van een beslissing op de aanvraag noodzakelijk, respectievelijk voldoende zijn.

  • 5.

    Gedeputeerde Staten kunnen modellen en formulieren als bedoeld in artikel 4:4 van de Awb vaststellen, waarvan het gebruik verplicht is. Een aanvraag gaat vergezeld van de in het formulier aangegeven bescheiden.

  • 6.

    Aanvragen kunnen elektronisch worden ingediend als de specifieke regeling die mogelijkheid biedt. Gedeputeerde Staten kunnen voorwaarden verbinden aan het elektronisch indienen van aanvragen.

B.

In artikel 2.4, derde lid, wordt 'andere' vervangen door 'afwijkende'.

 

C.

Na artikel 2.6 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

 

Artikel 2.6a Subsidieplafond

  • 1.

    Bij de toepassing van artikel 4:25 tweede lid Awb wordt onder het subsidieplafond verstaan het subsidieplafond dat van toepassing is op het moment van de subsidieaanvraag tenzij in de subsidieregeling anders is bepaald.

  • 2.

    Indien en voor zover de onderlinge rangschikking van subsidieaanvragen bij het bereiken van het subsidieplafond niet volgt uit de subsidieregeling wordt zij bepaald door middel van loting.

D.

Artikel 2.11 komt te luiden:

 

Artikel 2.11 Tussentijdse, inhoudelijke rapportage

  • 1.

    Bij subsidies tot € 25.000 wordt in geen geval een tussentijdse rapportage gevraagd.

  • 2.

    Bij subsidies van € 25.000 of meer hoeft de subsidieontvanger alleen tussentijdse rapportages bij Gedeputeerde Staten aan te leveren omtrent de verrichte activiteiten als de subsidie een looptijd heeft van meer dan één jaar. Een dergelijke rapportage wordt niet vaker dan één keer per jaar gevraagd.

  • 3.

    In afwijking van het tweede lid dient de subsidieontvanger bij subsidies van € 750.000 of meer voor activiteiten die worden uitgevoerd in meerdere kalenderjaren per kalenderjaar een tussentijdse rapportages bij Gedeputeerde Staten aan te leveren omtrent de verrichte activiteiten.

  • 4.

    Gedeputeerde Staten kunnen in het belang van een doelmatige subsidieverstrekking in de subsidieregeling of subsidiebeschikking gemotiveerd afwijken van het tweede lid en derde lid.

  • 5.

    Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien verantwoording plaatsvindt in de SiSa-bijlage bij de jaarrekening met dien verstande dat van de subsidieontvanger wel een beleidsinhoudelijke tussenrapportage kan worden verlangd. Een dergelijke rapportage wordt niet vaker dan één keer per jaar gevraagd.

E.

Aan artikel 3.4 wordt een lid toegevoegd, luidende:

 

  • 4.

    Bij een subsidies van € 750.000 of meer die is verleend voor activiteiten die zijn uitgevoerd in meerdere kalenderjaren worden de gegevens genoemd in het tweede lid onder a. en b. gespecificeerd per kalenderjaar.

 

  • II.

    Dit besluit wordt bekend gemaakt in het Provinciaal Blad en treedt in werking met ingang van de eerste dag na bekendmaking.

Groningen, 29 juni 2021

Gedeputeerde Staten voornoemd:

F.J. Paas, voorzitter.

J. Koopmans, (loco) secretaris.

Naar boven