Provinciaal blad van Zuid-Holland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zuid-Holland | Provinciaal blad 2021, 5193 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zuid-Holland | Provinciaal blad 2021, 5193 | Overige besluiten van algemene strekking |
Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland van 22 juni 2021, PZH-2021-776168489 (DOS-2016-0005086) houdende regels omtrent subsidie stad-land-verbindingen in Zuid-Holland (Openstellingsbesluit subsidie stad-land-verbindingen in Zuid-Holland 2021)
Gedeputeerde staten van Zuid-Holland;
Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013 en gelet op artikel 2.11.2 van de Subsidieregeling groen Zuid-Holland 2016;
Overwegende dat het wenselijk is om de bereikbaarheid van groengebieden en de recreatieve routes in het buitengebied te vergroten voor recreanten vanuit hun woning;
Besluiten vast te stellen het volgende besluit:
Openstellingsbesluit subsidie stad-land-verbindingen in Zuid-Holland 2021
In dit openstellingsbesluit wordt verstaan onder:
Stad-land-verbinding: een verbinding van een centrum of woongebied met een groengebied en/of een routestructuur in het buitengebied door middel van een veilige en aantrekkelijke wandel- of fietsverbinding of het verbeteren van de toegang van of naar een groengebied of routestructuur waardoor de afstand van een centrum of woongebied relatief kleiner wordt.
Subsidie als bedoeld in artikel 2 wordt uitsluitend verstrekt aan publiekrechtelijke en privaatrechtelijke rechtspersonen.
Het deelplafond voor dit openstellingsbesluit bedraagt € 300.000,00 voor maatregelen als bedoeld in artikel 2.
Naast de gegevens, bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Asv, gaat een aanvraag voor subsidie vergezeld van:
In aanvulling op de artikelen 11 en 12 van de Asv wordt subsidie als bedoeld in artikel 2.11 Subsidieregeling groen Zuid-Holland 2016 geweigerd indien:
In afwijking van artikel 2.11.7 van de Srg komen voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie in ieder geval de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:
Artikel 10 Niet-subsidiabele kosten
De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking:
Indien voor de realisatie van het project vergunning, in- of toestemming nodig is dan wordt de subsidie verstrekt onder voorbehoud van de verkrijging hiervan.
Artikel 14 Verplichtingen van de subsidieontvanger
De subsidieontvanger dient binnen een half jaar na bekendmaking van de beschikking tot subsidieverlening te starten met de uitvoering van de activiteit.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin dit besluit wordt geplaatst.
Den Haag, 22 juni 2021
Gedeputeerde staten van Zuid-Holland
drs. H.M.M. Koek, secretaris
drs. J. Smit, voorzitter
Het doel van dit openstellingsbesluit is om de aanleg te stimuleren van mogelijkheden voor burgers om vanuit huis binnen 15-20 minuten wandelend/fietsend een groengebied, wandel-, fiets- of vaarroute in het buitengebied te bereiken.
Een stad-land-verbinding zorgt voor het behalen van dit doel door:
Een aanvraag bestaat minimaal uit een aanvraagformulier Srg (file:///P:/Downloads/aanvraagformulier_subsidieregeling_groen_zuid-holland_2016_mei_2021_1.pdf ), een begroting en financieringsplan gebaseerd op het volgende format (file:///P:/Downloads/format_begrotings_en_financieringsplan_okt_2017%20(3).pdf ), indien van toepassing een de minimisverklaring ( file:///P:/Downloads/verklaring_de-minimissteun_2016.pdf) en een projectplan.
Het financieringsplan moet goed inzicht geven in de financiële onderbouwing en bestaat in ieder geval uit:
Eventueel kan een toelichting bijgevoegd worden.
Het projectplan moet inzicht geven welk centrum/woongebied wordt verbonden met welk groengebied en/of recreatieroute. Het projectplan wordt gebruikt voor de rangschikking op basis van artikel 12. Om het project voor een criterium te kunnen scoren, moet een het projectplan voldoende inzicht geven. Als een criterium niet naar voren komt in het projectplan krijgt dit criterium een score van 0 punten.
Een ondertekende de-minimisverklaring als bedoeld in de De-minimisverordening, indien aanvrager een onderneming is. Voorwaarde in deze regeling is dat subsidie aan ondernemingen dient te voldoen aan de voorwaarden voor vrijstelling van aanmelding als opgenomen in de De-minimisverordening. Dit mede in verband met de administratieve lasten voor de uitvoering. Wanneer aan een onderneming niet meer dan € 200.000,00 per drie belastingjaren aan subsidie of voordeel wordt verleend, geeft de Europese commissie aan dat dit als de-minimissteun wordt gezien en niet wordt aangemerkt als staatssteun. Alle entiteiten die vallen onder juridische of feitelijke zeggenschap van dezelfde entiteit worden daarbij als één onderneming beschouwd; dit wordt uitgewerkt in art 2, tweede lid van de De-minimisverordening. Daarnaast is een de-minimisverklaring vereist. Voorts moet de steunverlening voldoen aan de eisen die ten aanzien van cumulatie worden gesteld zoals uiteengezet in artikel 5 van de De-minimisverordening.
Een aanvraag om subsidie wordt ingevolge dit openstellingsbesluit in ieder geval geweigerd, als zich een van de gevallen uit artikelen 11 en 12 van de Asv zich voordoet. Ook bevat het openstellingsbesluit zelf een aantal extra weigeringsgronden:
Aanvragen die onder een andere provinciale subsidieregeling reeds een subsidie hebben ontvangen, worden niet gehonoreerd. Er kunnen voor een aanvraag wel verschillende subsidies worden verstrekt, maar voor de verschillende onderdelen, behorend bij onderscheidende beleidsprestaties, kan slechts één enkele subsidie worden verstrekt.
Wil een subsidieaanvraag kunnen worden toegewezen, dan moet de aanvraag minimaal voldoen aan alle subsidievereisten.
Alle volledige aanvragen worden gerangschikt op basis van de criteria (a) tot en met (d). In totaal kunnen maximaal 40 punten worden behaald:
De criteria worden als volgt toegelicht:
Criterium a: Aantoonbare meerwaarde voor burgers
Bij dit criterium wordt gekeken naar het verwachte gebruik na aanleg en/of de maatregel aansluit bij de wensen van de burgers/buurt. Bij de beoordeling wordt gekeken naar hoeverre dit wordt onderbouwd op basis van beleidsdocumenten of onderzoeken. Bij dit criterium wordt ook het ontstaan van een veilige, vindbare verbinding meegenomen. Een veilige verbinding kan zorgen dat kinderen, ouderen en mensen, die moeilijk ter been zijn makkelijker naar een groengebied kunnen, waardoor de kans dat zij gebruik gaan maken van dit groengebied wordt vergroot.
Dit betreft het hoofdcriterium. Dat heeft bijvoorbeeld ook tot gevolg dat, indien aanvragen op een gelijk puntenaantal eindigen, de rangorde van die aanvragen wordt bepaald door het aantal punten voor dit criterium.
Criterium b: Toegevoegde waarde aan het geheel van recreatiemogelijkheden voor ontspannen en inspannen
Bij dit criterium wordt gekeken naar het geheel van voorzieningen in de buurt en de mogelijkheden die ontstaan door het aanleggen/verbeteren van de stad-land-verbinding. Indien in de buurt al veel verbindingen zijn, is de toegevoegde waarde lager dan wanneer er geen directe verbinding is. Bij dit criterium wordt ook de beleefbaarheid van de verbinding meegenomen. De beleefbaarheid kan vergroot worden door toevoegen van groen, informatieborden, bankjes, aansluiting bestaande lijnvormige structuren enz.
Criterium c: De mate waarin het project bijdraagt aan het verbeteren van de beweegvriendelijkheid
Bij dit criterium krijgt een project punten voor het toevoegen van een verbinding aan de beweegmogelijkheden in een gebied. Hoe slechter een gebied op dit moment scoort op beweegvriendelijkheid hoe hoger de punten. Hierbij wordt de Kernindicator Beweegvriendelijke Omgeving (BVO) uit de Atlas Leefomgeving voor de toetsing gebruikt. Zie bijlage 1 Kernindicator Beweegvriendelijke Omgeving.
Criterium d: De mate waarin verbinding bestaat met andere provinciale opgaven
Idealiter hebben de investeringen een zo hoog mogelijke maatschappelijke waarde, niet alleen uit oogpunt van recreatie, maar ook uit oogpunt van natuur, biodiversiteit, gezondheid, klimaat (zowel adaptatie: wateropvang als mitigatie: CO2-opslag) en erfgoed.
Bij dit criterium wordt verstaan onder
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2021-5193.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.