Besluit van gedeputeerde staten van 22 juni 2021, PZH-2021-776168489 (DOS-2016-0005086) tot wijziging van Subsidieregeling Groen Zuid-Holland 2016 (Wijzigingsbesluit 2021 Subsidieregeling Groen Zuid-Holland 2016)

Gedeputeerde staten van Zuid-Holland;

 

Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;

 

Overwegende dat het wenselijk is initiatieven te stimuleren die bijdragen aan verwerving en inrichting van ecologische verbindingen de realisatie van de ambities zoals opgenomen in de Startnotitie Sport & Recreatie;

 

Besluiten:

Artikel I

De Subsidieregeling Groen Zuid-Holland 2016 wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

Paragraaf 2.6 komt te luiden:

 

§2.6 Ecologische verbindingen en NNN-gronden

 

Artikel 2.6.1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • a.

    ecologische verbindingen: die delen van het Natuurnetwerk Nederland die zijn aangeduid als ecologische verbinding in de Verordening ruimte 2014 of in de Omgevingsverordening Zuid-Holland zodra deze in werking treedt en de Verordening ruimte 2014 vervalt;

  • b.

    natuurbeheer: beheer van grond met als doel de veiligstelling van ecosystemen met de daarbij behorende plant- en diersoorten;

  • c.

    natuurbeheerplan: plan als bedoeld in artikel 1.3 van de Subsidieregeling Natuur- en Landschapsbeheer Zuid-Holland 2016;

  • d.

    NNN: Natuurnetwerk Nederland;

  • e.

    verwerving: verkrijging van het recht van de volle eigendom of het recht van erfpacht.

Artikel 2.6.2 Subsidiabele activiteiten en prestatie

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt voor:

    • a.

      verwerving van ecologische verbindingen;

    • b.

      inrichting van ecologische verbindingen;

    • c.

      verwerving van NNN-gronden;

    • d.

      beëindiging van pachtovereenkomsten op NNN-gronden.

  • 2.

    Subsidie als bedoeld in het eerste lid wordt verstrekt in de vorm van een projectsubsidie.

  • 3.

    De activiteit, bedoeld in het eerste lid, draagt bij de realisatie van ecologische verbindingen en de NNN in Zuid-Holland.

Artikel 2.6.3 Indieningstermijn aanvraag

  • 1.

    In afwijking van artikel 26, eerste lid, van de Asv, kan een aanvraag om subsidie als bedoeld in artikel 2.6.2, eerste lid onder a en c, worden ingediend tot de dag voor de datum waarop koopovereenkomst gesloten wordt.

  • 2.

    Een aanvraag om subsidie als bedoeld in artikel 2.6.2, eerste lid onder a en c is tijdig ingediend indien deze voor het sluiten van de koopovereenkomst is ontvangen.

Artikel 2.6.4 Doelgroep

Subsidie als bedoeld in artikel 2.6.2 wordt uitsluitend verstrekt aan degene die duurzaam natuurbeheer verricht of voldoende aannemelijk maakt dat hij duurzaam natuurbeheer kan en zal verrichten overeenkomstig het natuurbeheertype waarvoor de verwerving van het terrein is bedoeld.

 

Artikel 2.6.5 Subsidievereisten

  • 1.

    Om voor subsidie als bedoeld in artikel 2.6.2, eerste lid onder a of b, in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de vereisten dat:

    • a.

      de ecologische verbinding behoort tot prioriteit 1 of prioriteit 2 zoals aangegeven in de ‘(Herziene) Nota Ecologische Verbindingen in de provincie Zuid-Holland’ (2017);

    • b.

      ecologische verbindingen worden ingericht voor het natuurbeheertype zoals aangegeven in het natuurbeheerplan en of de (Herziene) Nota Ecologische Verbindingen in de provincie Zuid-Holland (2017) of bij afwijking daarvan, volgens een door Gedeputeerde Staten goedgekeurd natuurtype;

    • c.

      de kosten van verwerving van het terrein of de kosten van de beëindiging van de pacht zijn getaxeerd door een onafhankelijke taxateur;

    • d.

      ingeval de subsidie het beëindigen van pachtrechten betreft, deze pachtrechten zijn verstrekt vóór het tijdstip dat de subsidieontvanger eigenaar of erfpachter is geworden van het betreffende terrein;

    • e.

      verwerving van het terrein of beëindiging van de pacht is noodzakelijk vanuit het oogpunt van natuur of landschapsbescherming.

  • 2.

    Om voor subsidie als bedoeld in artikel 2.6.2, eerste lid, onder c of d, in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de vereisten dat:

    • a.

      de NNN-gronden staan aangegeven op de kaart zoals opgenomen in de bij dit besluit behorende bijlage 3, en

    • b.

      de NNN-gronden worden ingericht voor het natuurbeheertype zoals aangegeven in het natuurbeheerplan, of bij afwijking daarvan, volgens een door Gedeputeerde Staten goedgekeurd natuurtype;

  • 3.

    In aanvulling op het tweede lid, wordt om voor subsidie als bedoeld in artikel 2.6.2, eerste lid, onder d, voldaan aan de vereisten dat:

    • a.

      de pachtovereenkomst reeds was gevestigd op het moment waarop de gronden door de aanvrager zijn verworven;

    • b.

      de beëindiging van de pachtovereenkomst gewenst is in het kader van natuur- of landschapsbescherming, bescherming van cultuurhistorische waarden of bosbouwkundige waarde of natuurontwikkeling.

Artikel 2.6.6 Subsidiabele kosten

  • 1.

    Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.6.2, eerste lid, onder a, de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:

    • a.

      de kosten voor de verwerving van de gronden voor zover deze kosten niet meer bedragen dan de reële marktwaarde als landbouwgrond;

    • b.

      de kosten die verbonden zijn aan het vrijmaken van het terrein van pacht, opstal, erfdienstbaarheid, vruchtgebruik of erfpacht;

    • c.

      de kosten voor het kadastraal recht en het registratierecht;

    • d.

      veilingkosten;

    • e.

      notariskosten, waaronder mede wordt verstaan de kosten van het opmaken van de notariële akte;

    • f.

      de kosten van inschrijving in de openbare registers;

    • g.

      overdrachtsbelasting voor zover geen kwijtschelding of vermindering wordt verleend;

    • h.

      schenkingsrecht, voor zover geen kwijtschelding of vermindering wordt verleend;

    • i.

      het afkoopbedrag van de landinrichtingsrente voor zover die rust op het verworven terrein;

    • j.

      kosten voor bodemonderzoek;

    • k.

      kosten van het wegwerken van het ten tijde van de verwerving aanwezige achterstallig onderhoud om de gronden te kunnen beheren;

    • l.

      kosten verbonden aan het verlies bij verkoop of sloop van gebouwen;

    • m.

      taxatie- en bemiddelingskosten.

  • 2.

    Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.6.2, eerste lid, onder b, de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:

    • a.

      kosten voor maatregelen gericht op de wijziging van de waterhuishouding;

    • b.

      kosten voor grondverzet;

    • c.

      kosten voor het plaatsen van een raster;

    • d.

      kosten voor afvoer van grond;

    • e.

      kosten voor de verwijdering van opstallen;

    • f.

      kosten voor de verwijdering van begroeiing en beplanting;

    • g.

      kosten voor overige maatregelen in verband met de desbetreffende inrichting.

  • 3.

    Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.6.2, eerste lid, onder c, de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:

    • a.

      de kosten voor de verwerving van de gronden voor zover deze kosten niet meer bedragen dan de reële marktwaarde als landbouwgrond;

    • b.

      kosten van de taxatie door een onafhankelijk taxateur;

    • c.

      de kosten voor het kadastraal recht en het registratierecht;

    • d.

      veilingkosten;

    • e.

      de kosten van de inschrijving in de openbare registers;

    • f.

      notariskosten, waaronder mede wordt verstaan de kosten van het opmaken van de notariële akte;

    • g.

      overdrachtsbelasting;

    • h.

      schenkingsrecht;

    • i.

      niet verrekenbare of niet compenseerbare BTW;

    • j.

      bodemonderzoek.

  • 4.

    Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.6.2, eerste lid, onder d, de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:

    • a.

      het vrijmaken van pacht van het terrein tegen een reële vergoeding, blijkend uit een taxatie door een onafhankelijk taxateur;

    • b.

      de taxatie door een onafhankelijk taxateur.

Artikel 2.6.7 Niet-subsidiabele kosten

De kosten van bodemsanering komen niet voor subsidie in aanmerking.

 

Artikel 2.6.8 Subsidiehoogte

  • 1.

    De hoogte van de subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.6.2, eerste lid, onder a en b, bedraagt:

    • a.

      voor ecologische verbindingen met prioriteit 1 maximaal 85% van de subsidiabele kosten;

    • b.

      voor ecologische verbindingen met prioriteit 2 maximaal 70% van de subsidiabele kosten.

  • 2.

    De hoogte van de subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.6.2, eerste lid, onder c, bedraagt:

    • a.

      85% van de subsidiabele kosten als bedoeld in artikel 2.6.6, derde lid, onder a;

    • b.

      100% van de subsidiabele kosten als bedoeld in het artikel 2.6.6, derde lid, onder b tot en met i;

    • c.

      100% van de subsidiabele kosten als bedoeld in artikel 2.6.6, derde lid, onder j, met een maximum van € 5.000,-.

  • 3.

    De hoogte van de subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.6.2, eerste lid, onder d, bedraagt:

    • a.

      85% van de subsidiabele kosten als bedoeld in artikel 2.6.6, vierde lid, onder a;

    • b.

      100% van de subsidiabele kosten als bedoeld in artikel 2.6.6, vierde lid onder b.

Artikel 2.6.9 Kwalitatieve verplichtingen van de subsidieontvanger

In aanvulling op de artikel 1.4 worden aan de subsidieontvanger de volgende verplichtingen opgelegd:

  • a.

    binnen een in de beschikking tot subsidieverlening te bepalen termijn sluiten de subsidieontvanger en Gedeputeerde Staten een overeenkomst waarin is opgenomen:

    • i.

      de verplichting, inhoudende dat degene aan wie het terrein toebehoort, het betreffende terrein niet gebruikt of doet gebruiken als landbouwgrond, het terrein beheert overeenkomstig het natuurbeheertype als bedoeld in artikel 2.6.5, eerste lid onder b, of als bedoeld in artikel 2.6.5, tweede lid, onder b, en datgene nalaat wat de veiligstelling van ecosystemen met de daarbij behorende soorten in gevaar brengt of verstoort;

    • ii.

      dat de verplichtingen, genoemd onder i, zullen overgaan op degenen die het terrein onder bijzondere of algemene titel zullen verkrijgen en dat mede gebonden zullen zijn degene die van de rechthebbende een recht op het gebruik van het goed zullen krijgen;

  • b.

    de overeenkomst, bedoeld onder a, wordt, binnen de in de beschikking tot subsidieverlening opgenomen termijn, notarieel opgemaakt en ingeschreven in de openbare registers.

  • c.

    voor zover aan de subsidieontvanger subsidie is verleend voor de verkrijging van het recht van erfpacht wordt de in het eerste lid bedoelde overeenkomst tevens afgesloten tussen Gedeputeerde Staten en de eigenaar van het terrein.

Artikel 2.6.10 Overige verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1.

    In aanvulling op de artikel 2.6.9 worden aan de subsidieontvanger de volgende verplichtingen opgelegd:

    • a.

      het terrein wordt onmiddellijk na verwerving beheerd als natuur en binnen 2 jaar na verwerving overeenkomstig het natuurbeheertype als bedoeld in artikel 2.6.5, eerste lid onder b, of als bedoeld in artikel 2.6.5, tweede lid, onder b;

    • b.

      het terrein mag niet zonder toestemming van Gedeputeerde Staten worden vervreemd, in erfpacht uitgegeven, of belast met zakelijke rechten;

    • c.

      het terrein wordt gedurende ten minste 358 dagen per jaar kosteloos opengesteld en toegankelijk gehouden voor publiek;

    • d.

      subsidieontvanger voert een gescheiden boekhouding overeenkomstig artikel 25b, eerste lid, Mededingingswet en houdt een lijst bij over alle verleende subsidies met betrekking tot het terrein.

    • e.

      eventuele opbrengsten uit beheer of exploitatie van het terrein worden aangewend ten behoeve van het beheer;

    • f.

      voor zover subsidie wordt verleend ten behoeve van verkrijging van het erfpachtrecht op grond, legt subsidieontvanger over een ondertekende schriftelijke toezegging van de eigenaar van het betreffende terrein, dat binnen een jaar na subsidieverlening de eigenaar met Gedeputeerde Staten een overeenkomst als bedoeld in artikel 2.6.9 onder a van deze regeling sluit.

    • g.

      in de gevallen bedoeld in artikel 4:41, tweede lid, a, c, d en e, Algemene wet bestuursrecht, is de subsidieontvanger, voor zover het verstrekken van de subsidie heeft geleid tot vermogensvorming, daarvoor een vergoeding verschuldigd aan Gedeputeerde Staten, welke wordt vastgesteld op de gerealiseerde vermogenstoename en bepaald aan de hand van de waarde van het met subsidie verworven terrein op het tijdstip waarop de vergoeding verschuldigd wordt;

    • h.

      bij beëindiging en liquidatie van de subsidieontvanger behoeft de bestemming van een batig liquidatiesaldo de goedkeuring van Gedeputeerde Staten;

    • i.

      de gebouwen waarvoor subsidie voor het verlies ervan is verleend als bedoeld in artikel 2.6.6, eerste lid, onder m, of artikel 2.6.6, tweede lid, onder e, worden binnen een jaar na de subsidieverlening gesloopt;

    • j.

      subsidieontvanger overlegt en werkt samen met de beheerders van omliggende natuurterreinen om tot een samenhangend beheer te komen.

  • 2.

    Van de verplichtingen in het eerste lid onder a tot en met g kan worden afgeweken of uitstel worden verleend voor zover een verplichting onredelijk bezwarend is.

  • 3.

    De hoogte van de vergoeding, bedoeld in het eerste lid onderdeel g, wordt door gedeputeerde staten vastgesteld op de gerealiseerde vermogenstoename en bepaald aan de hand van de waarde van het met subsidie verworven terrein op het tijdstip waarop de vergoeding verschuldigd wordt.

B.

Artikel 2.11.2 komt te luiden:

 

Artikel 2.11.2 Subsidiabele activiteiten en prestatie

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die gericht zijn op:

    • a.

      herstel- en inrichtingsmaatregelen van ruiter- en menpaden op de plaatsen aangegeven op de kaart in bijlage 7;

    • b.

      beheer en onderhoud van ruiter- en menpaden;

    • c.

      een kwaliteitsimpuls en participatie ten aanzien van de beweegvriendelijke leefomgeving, bestaande groengebieden en het recreatieve routenetwerk.

  • 2.

    In aanvulling van het bepaalde in eerste lid, onderdeel c, kunnen Gedeputeerde Staten openstellingsbesluiten vaststellen voor subsidie ten behoeve van:

    • a.

      beweegvriendelijke leefomgeving;

    • b.

      voucherregeling beweegvriendelijke leefomgeving;

    • c.

      opvangen toegenomen recreatiedrukte vanwege corona in groengebieden;

    • d.

      voucherregeling Zelfdoen;

    • e.

      programma Groen doet goed;

    • f.

      waterrecreatie;

    • g.

      kwaliteitsimpuls bestaande groengebieden;

    • h.

      voucherregeling extra gemeenten programma Groen doet goed;

    • i.

      voucherregeling regionale aanbieders programma Groen doet goed;

    • j.

      gezond natuur wandelen;

    • k.

      kwaliteitsimpuls recreatie in gebieden;

    • l.

      stad-land verbindingen.

  • 3.

    Gedeputeerde Staten kunnen in de openstellingsbesluiten als bedoeld in tweede lid nadere regels vaststellen omtrent:

    • a.

      aanvraagvereisten;

    • b.

      weigeringsgronden;

    • c.

      deelplafond;

    • d.

      aanvraagperiode;

    • e.

      rangschikking;

    • f.

      doelgroep;

    • g.

      activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen;

    • h.

      kosten die voor subsidie in aanmerking komen;

    • i.

      minimale of maximale hoogte van de subsidie;

    • j.

      subsidievereisten;

    • k.

      verplichtingen die aan een subsidieontvanger kunnen worden opgelegd.

  • 4.

    Subsidie als bedoeld in het eerste en tweede lid wordt verstrekt in de vorm van een projectsubsidie.

  • 5.

    De activiteit, bedoeld in het eerste en tweede lid, leidt tot bevordering van fysiek sportief en recreatief bewegen, kwaliteitsverbetering van de beweegvriendelijke leefomgeving, het bestaande groengebied of het recreatieve routenetwerk.

C.

Bijlage 3 komt te luiden:

 

(kaart) Bijlage 3 behorende bij art. 2.6.5 van de Subsidieregeling Groen Zuid-Holland 2016

Artikel II

De tekst van paragraaf 2.6 en artikel 2.11.2 van de Subsidieregeling groen Zuid-Holland 2016, zoals die luidde op de dag voorafgaande aan de dag van inwerkingtreden van dit besluit blijft van toepassing op subsidies die voor de datum van inwerkingtreden van dit besluit zijn aangevraagd.

Artikel III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Den Haag, 22 juni 2021

Gedeputeerde staten van Zuid-Holland

drs. H.M.M. Koek, secretaris

drs. J. Smit, voorzitter

TOELICHTING

ARTIKEL I

A.

Vanuit de visie dat maatschappelijke inbedding essentieel is voor een duurzaam behoud van natuur, is zelfrealisatie door grondeigenaren het uitgangspunt van de NNN-realisatieopgave. Onze Groene Partners geven hierbij aan dat zij bereid zijn om, daar waar zich kansen voor doen op de grondmarkt, zich met hulp van de provincie in te zetten om NNN-gronden te verwerven teneinde deze gronden middels zelfrealisatie om te zetten naar natuur. De wijziging van Srg paragraaf 2.6 maakt financiële ondersteuning voor de aankoop van NNN-gronden door derden met de doelstelling deze gronden in te richten als NNN, mogelijk. Voor ecologische verbindingszones (EVZs) bestond deze regeling al, maar wij breiden deze nu uit naar NNN-gebieden. Dit instrument zorgt er voor dat de Groene Partners nog actiever kunnen participeren in de realisatie-opgave van het NNN en de deadline van 2027 haalbaarder wordt.

 

Met dit besluit wordt financiële ondersteuning bij de aankoop van NNN-gronden mogelijk gemaakt. Deze financiële ondersteuning is gelijk aan de subsidie die een grondeigenaar krijgt bij afwaardering van zijn grond als gevolg van functieverandering.

 

B.

Met dit besluit worden de onderwerpen kwaliteitsimpuls recreatie in gebieden, stad-land verbindingen en Gezond Natuur Wandelen toegevoegd aan paragraaf 2.11, zodat hiervoor openstellingsbesluiten kunnen worden vastgesteld.

 

C.

De kaart behoord tot artikel 2.6.5. Op deze kaart staan de NNN-gronden aangegeven waar een subsidieaanvraag voor verwerving van NNN-gronden of beëindiging van pachtovereenkomsten op NNN-gronden in aanmerking komt.

Naar boven