Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 22 juni 2021 tot wijziging van de Subsidieregeling flexwoningen Noord-Brabant in verband met aanpassing van het aanvraagtijdvak, de plafonds en het doorvoeren van enkele andere wijzigingen (Eerste wijziging Subsidieregeling flexwoningen Noord-Brabant)

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;

 

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

 

Overwegende dat het wenselijk is de Subsidieregeling flexwoningen Noord-Brabant te wijzigen teneinde een nieuwe openstellingsperiode en subsidieplafond vast te stellen en tevens de regeling breder toegankelijk te maken;

 

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Artikel I Wijziging Subsidieregeling flexwoningen Noord-Brabant

 

De Subsidieregeling flexwoningen Noord-Brabant wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

Artikel 1 komt te luiden:

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

Asv: Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

CPO: Collectief Particulier Opdrachtgeverschap, zijnde een samenwerkingsverband van particulieren dat, georganiseerd in een rechtspersoon zonder winstoogmerk, samen woningen ontwikkelt;

daeb de- minimis verordening: Verordening (EU) 360/2012 van de Commissie van 25 april 2012 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun verleend aan diensten van algemeen economisch belang verrichtende ondernemingen (PbEU 2012, L 114);

de-minimissteun: steun die voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling van aanmelding als opgenomen in de de-minimis verordening en de daeb de-minimis verordening;

de- minimis verordening: Verordening (EU) 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU 2013, L 352);

flexwoningen: voor zelfstandige bewoning geschikt complex van ruimten dat gedurende een periode van minimaal 5 jaar en maximaal 15 jaar gevestigd is op een tijdelijke locatie;

kosten derden: kosten als bedoeld in artikel 2, onder l, van de Regeling uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen uurtarieven subsidies Noord-Brabant;

particuliere initiatiefnemers: initiatiefnemers van een project gericht op de realisatie van flexwoningen, in de hoedanigheid van bouwers, ontwikkelaars of CPO’s;

tijdelijke locatie: onroerend goed dat geen woonbestemming heeft en minimaal de eerstkomende vijf jaar geen woonbestemming krijgt, en waarop dan wel waarin flexwoningen kunnen worden gerealiseerd;

woningmarktregio: regio als bedoeld in paragraaf 4 van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015.

 

B.

Onder vervanging van de punt door een puntkomma aan het slot van artikel 2, onder b, wordt een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:

  • c.

    gemeenten.

C.

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

  • a.

    Onderdeel a komt te luiden:

    • a.

      reeds voor indiening van de aanvraag is gestart met de uitvoering van het project;

  • b.

    Onder vervanging van de puntkomma door een punt aan het slot van onderdeel b, vervalt onderdeel c.

D.

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

  • a.

    In onderdeel c vervalt “en maximaal 25”.

  • b.

    In onderdeel e wordt na “de betreffende gemeente” toegevoegd “dan wel, indien de subsidieaanvrager zelf gemeente is, uit het indienen van de subsidieaanvraag;”.

  • c.

    Onder verlettering van onderdeel g tot h, wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, dat luidt:

     

    • g.

      de subsidieaanvrager overlegt een opgave van het aantal aan het project te besteden uren, onderbouwd met:

      • 1°.

        in geval de subsidieaanvraag kosten derden bevat: offertes waaruit het aantal uren blijkt dat wordt besteed aan de subsidiabele activiteiten;

      • 2°.

        in geval de subsidieaanvraag kosten van personeelsuren of arbeidsuren bevat: een urenstaat waaruit het aantal uren blijkt dat wordt besteed aan de subsidiabele activiteiten.

  • d.

    Onderdeel h (nieuw) komt te luiden:

     

    • h.

      aan het project ligt een projectplan ten grondslag waarin in ieder geval is opgenomen op welke wijze wordt voldaan aan de vereisten in deze regeling.

E.

Artikel 8 komt te luiden:

 

Artikel 8 Aanvraagtijdvak

Subsidieaanvragen worden ingediend:

  • a.

    van 12 januari 2021 tot en met 27 mei 2021;

  • b.

    van 5 juli 2021 tot en met 15 december 2021.

F.

Artikel 9 komt te luiden:

 

Artikel 9 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond, vast op:

  • a.

    € 125.000 voor de periode, genoemd in artikel 8, onder a;

  • b.

    € 200.000 voor de periode genoemd in artikel 8, onder b.

G.

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

  • a.

    Het eerste lid komt te luiden:

     

    • 1.

      De hoogte van de subsidie bedraagt de volgende lumpsumbedragen tot een maximum van € 10.000 exclusief btw:

      • a.

        in geval van kosten derden: € 80 per uur voor werkzaamheden op HBO-niveau en € 93 per uur voor werkzaamheden op WO-niveau;

      • b.

        in geval van personeelsuren of arbeidsuren van de subsidieaanvrager: € 50 per uur.

  • b.

    In het tweede lid, wordt na “verrekenen” ingevoegd “of compenseren”.

  • c.

    In het derde lid wordt na “wordt” ingevoegd “aan ondernemingen”.

H.

Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

  • a.

    Voor de tekst wordt de aanduiding “1.” geplaatst.

  • b.

    Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

     

    • 2.

      Indien het project wegens onvoorziene omstandigheden niet kan worden afgerond binnen de termijn, genoemd in het eerste lid, en de subsidieontvanger verlenging van die termijn wenselijk acht, kan hij uiterlijk de dag voor het verstrijken van die termijn schriftelijk een gemotiveerd verzoek indienen bij Gedeputeerde Staten tot verlenging met maximaal 3 maanden.

I.

In artikel 15 vervalt “en vervolgens telkens na twee jaar”.

Artikel II Overgangsrecht

Op subsidieaanvragen als bedoeld in de Subsidieregeling flexwoningen Noord-Brabant, die zijn ingediend voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling en waarop nog niet onherroepelijk is beslist, blijft de Subsidieregeling flexwoningen Noord-Brabant van toepassing, zoals die luidde de dag voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling.

Artikel III Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

’s-Hertogenbosch, 22 juni 2021

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter,

mr. I.R. Adema

de secretaris,

drs. M.J.A. van Bijnen MBA

Toelichting behorende bij de Eerste wijziging Subsidieregeling flexwoningen Noord-Brabant

Algemeen

Na de eerste openstellingsperiode, is opnieuw bezien of de juiste doelgroep en de juiste projecten voor een subsidie in aanmerking zouden komen. Besloten is om de doelgroep uit te breiden met gemeenten en het voor woningcorporaties eenvoudiger te maken om een beroep te doen op de subsidieregeling. Ook zijn een aantal vereisten aangepast die een onnodige belemmering bleken voor het indienen van projecten.

 

Staatssteun

Voor ondernemingen, zoals ontwikkelaars, bouwers en woningcorporaties, kan de subsidie staatssteun inhouden. Om die reden is er voor gekozen om gebruik te maken van de vrijstellingsmogelijkheid van de de-minimis verordening. Na de onderhavige wijziging van de regeling blijft dat voor ontwikkelaars en bouwers hetzelfde. Voor woningcorporaties is toegevoegd de mogelijkheid om een beroep te doen op de daeb de-minimisverordening, die speciaal geldt voor ‘diensten van algemeen economisch belang’, zoals de bouw van sociale huurwoningen. Dat betekent dat de woningcorporaties een subsidie kunnen ontvangen indien zij in het lopende jaar en de twee daaraan voorafgaande jaren tezamen niet meer dan € 500.000 aan de minimissteun hebben ontvangen, waarvan maximaal € 200.000 voor activiteiten die buiten hun ‘daeb’ vallen. Dit laatste betekent dat zij uitsluitend een beroep kunnen doen op deze ruimere vrijstelling indien de flexwoningen binnen de sociale sector vallen.

 

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

de voorzitter,

de secretaris,

mr. I.R. Adema

drs. M.J.A. van Bijnen MBA

 

 

Naar boven