Provinciaal blad van Noord-Holland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Holland | Provinciaal blad 2021, 4942 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Holland | Provinciaal blad 2021, 4942 | Overige besluiten van algemene strekking |
Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland van 8 juni 2021, nr. 1638587/1638627, houdende regels omtrent mandaat, volmacht en machtiging (Besluit mandaat, volmacht en machtiging Gedeputeerde Staten van Noord-Holland)
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;
Overwegende dat naar aanleiding het directiebesluit d.d. 20 april 2021 waarbij een nieuw sturingskader is vastgesteld en naar aanleiding van het instellen van een Wob-coördinatiedesk het onderhavige besluit dient te worden vastgesteld;
Gelet op de artikelen 59a en 166 van de Provinciewet;
Besluit mandaat, volmacht en machtiging Gedeputeerde Staten van Noord-Holland
Dit besluit is niet van toepassing op besluiten en beslissingen op grond van het Besluit mandaat, volmacht, machtiging Human Resource Management, met uitzondering van de artikelen 14 en 15 van dat besluit.
Gedeputeerde Staten verlenen mandaat inzake hun bevoegdheden om besluiten te nemen en volmacht en machtiging aan:
Artikel 3 Bevoegdheden aan Gedeputeerde Staten voorbehouden
Het mandaat, de volmacht en de machtiging als bedoeld in artikel 2 hebben geen betrekking op de volgende aangelegenheden:
de afdoening en ondertekening van stukken die zijn gericht aan Provinciale Staten met uitzondering van:
Het toezenden van een kennisgeving dat de beantwoording van vragen van Provinciale Staten niet binnen de gestelde termijn kan plaatsvinden op grond van artikel 45, derde lid, van het Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van Provinciale Staten en Statencommissies Noord-Holland 2015.
instelling van commissies als bedoeld in artikel 81 en 82 van de Provinciewet, behoudens het instellen van een schadebeoordelingscommissie als bedoeld in artikel 7, eerste lid van de Regeling nadeelcompensatie infrastructurele werken provincie Noord-Holland 2007 alsmede het aanwijzen van een adviseur inzake een aanvraag tegemoetkoming planschade als bedoeld in artikel 6.1.3.2 van het Besluit ruimtelijke ordening;
Het mandaat, de volmacht en de machtiging als bedoeld in artikel 2 hebben geen betrekking op de volgende aangelegenheden op het gebied van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur:
Het beroepen op een opschortende of ontbindende voorwaarde ingevolge artikel 5a onder b van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen in het geval dat bij een vastgoedtransactie is bedongen dat de overeenkomst kan worden opgeschort of ontbonden dan wel de rechtshandeling worden beëindigd indien zich één van de situaties, bedoeld in artikel 9, derde lid van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur voordoet.
Artikel 4 Bevoegdheden aan Gedeputeerde Staten en gedeputeerde voorbehouden
Het mandaat, de volmacht en de machtiging bedoeld in artikel 2, onder b, hebben geen betrekking op een besluit of beslissing:
aangaande aan- en/of verkopen van onroerende zaken, anders dan genoemd in artikel 3, eerste lid, onderdeel i, pachtovereenkomsten, huurovereenkomsten of de vestiging van zakelijke rechten, waarvan de financiële gevolgen groter zijn dan € 1.000.000,-, voor zover de transactie betrekking heeft op een Enkelvoudige opgave als bedoeld in de vijfde Nota Grondbeleid;
het instellen van de schadebeoordelingscommissie als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Regeling nadeelcompensatie infrastructurele werken provincie Noord-Holland 2007, alsmede tot het aanwijzen van een adviseur inzake de aanvraag tegemoetkoming planschade als bedoeld in artikel 6.1.3.2 van het Besluit ruimtelijke ordening;
De provinciesecretaris kan ter uitoefening van het mandaat, de volmacht of de machtiging bedoeld in artikel 2, onder b, schriftelijk rechtstreeks ondermandaat, -volmacht of -machtiging verlenen aan een directeur, het hoofd van het Kabinet, het hoofd van Concerncontrol, het hoofd van de unit staf Algemeen Directeur en hun plaatsvervangers voor bevoegdheden zonder financiële gevolgen, met uitzondering van de benoeming van toezichthouders als bedoeld in artikel 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht en het nemen van een besluit inzake het uitreiken van een onderscheiding in de vorm van een bronzen provinciale penning aan een werknemer van de provincie Noord-Holland, als bedoeld in artikel 2, derde lid, van de Regeling provinciale penningen Noord-Holland 2020.
De provinciesecretaris kan ondermandaat verlenen voor het nemen van besluiten in verband met het verstrekken van subsidies op grond van een uitvoeringsregeling, op grond van artikel 4:23, derde lid, onderdeel c, van de Algemene wet bestuursrecht, of op grond van een subsidieverordening, alsmede het verstrekken van investeringsbudgetten op basis van een verordening, aan:
De provinciesecretaris kan ondermandaat, -volmacht of -machtiging verlenen voor het uitoefenen van bevoegdheden met financiële gevolgen voor opdrachten in het kader van inkoop en aanbesteding met inachtneming van de volgende grenzen.
De provinciesecretaris kan ondermandaat, -volmacht of -machtiging verlenen voor het nemen van besluiten aangaande aan- en/of verkopen van onroerende zaken, anders dan genoemd in artikel 3, eerste lid, onderdeel i, pachtovereenkomsten, huurovereenkomsten of de vestiging van zakelijke rechten:
De provinciesecretaris kan ondermandaat, -volmacht of -machtiging verlenen voor het nemen van besluiten tot het aangaan van andere privaatrechtelijke rechtshandelingen dan die bedoeld in artikel 7 en artikel 8 aan:
een sectormanager en zijn plaatsvervanger, dan wel de functionaris die is aangewezen als budgethouder, als bedoeld in het vigerende Budgethoudersreglement provincie Noord-Holland, voor zover de financiële consequenties daarvan niet groter zijn dan het drempelbedrag Europees aanbesteden voor Leveringen en Diensten;
Gedeputeerde Staten staan op grond van artikel 59a van de Provinciewet de commissaris van de Koning toe de ondertekening van besluiten van Gedeputeerde Staten op te dragen aan de provinciesecretaris, voor het geval dat:
Een gedeputeerde, de provinciesecretaris en diens plaatsvervangers zijn gemachtigd om namens Gedeputeerde Staten in rechtsgedingen op te treden.
De provinciesecretaris verleent mandaat aan de sectormanager juridische zaken en zijn plaatsvervanger om schriftelijk machtiging te verlenen tot vertegenwoordiging van Gedeputeerde Staten in rechte aan medewerkers en externen.
De uitoefening van een gemandateerde bevoegdheid, een verleende volmacht of machtiging geschiedt binnen de grenzen van de vastgestelde taken van de gemandateerde, gevolmachtigde of gemachtigde en met inachtneming van het geldende recht en de geldende beleids- en uitvoeringsregels.
Een gemandateerde, gevolmachtigde of gemachtigde stelt Gedeputeerde Staten of de betrokken portefeuillehouders in kennis van in (onder)mandaat genomen besluiten en met (onder)volmacht of machtiging genomen beslissingen waarvan zij aannemen dat kennisneming door het college of de betrokken portefeuillehouders van belang is.
De sectormanager Juridische zaken houdt een mandaatregister bij, waarin dit besluit en de in de artikel 11 bedoelde ondermandaat –volmacht of machtigingsbesluiten worden bijgehouden.
Het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, Provinciaal blad 2020, 3270, wordt ingetrokken.
Haarlem, 8 juni 2021
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,
R.M. Bergkamp, provinciesecretaris
A.Th.H. van Dijk, voorzitter
Bijlage I als genoemd in artikel 2 van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Gedeputeerde Staten van Noord-Holland
Bijna dagelijks moeten er allerlei besluiten door Gedeputeerde Staten genomen worden. Het zou niet werkbaar zijn als al die besluiten steeds het voltallige college van GS zouden moeten passeren. Daarom bestaat al sinds jaar en dag de mogelijkheid dat besluiten van Gedeputeerde Staten namens dat college door anderen – een gedeputeerde of een ambtenaar – worden genomen. Die ander heeft dan mandaat van Gedeputeerde Staten. Degene die mandaat heeft kan ondermandaat verlenen, als het mandaatgevende bestuursorgaan daarmee heeft ingestemd. Mandaat is in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) gedefinieerd als: de bevoegdheid om namens een bestuursorgaan besluiten te nemen. Het bestuursorgaan blijft zelf verantwoordelijk voor in mandaat genomen besluiten. Verder geldt dat het mandaatgevende bestuursorgaan altijd ad hoc een bepaald besluit zelf kan nemen, ondanks verleend mandaat.
Binnen de provincie bestaat de afspraak dat van een verleend mandaat of ondermandaat geen gebruik wordt gemaakt als een zaak ‘gevoelig’ ligt. In dat geval neemt de (onder)gemandateerde contact op met zijn leidinggevende. In overleg met de leidinggevende wordt de zaak dan op een hoger niveau afgedaan. Een zaak ligt bijvoorbeeld gevoelig als er grote belangstelling voor is in de pers of er maatschappelijke onrust over bestaat, zodat duidelijk is dat Gedeputeerde Staten of een gedeputeerde daarover aangesproken zullen worden.
Aan een verleend mandaat ligt tevens het uitgangspunt ten grondslag dat de bevoegdheid om te besluiten beperkt is tot een aangewezen maximum van de daarvoor benodigde financiële middelen.
De artikelen 14 en 15, waarin geregeld is wie gemachtigd zijn om namens Gedeputeerde Staten in rechtsgedingen op te treden, en welke medewerkers een doorlopende procesmachtiging kunnen krijgen, zijn ook van toepassing op besluiten en beslissingen waarop het Besluit mandaat, volmacht en machtiging van Human Resource Management betrekking heeft.
Het mandaat aan de commissaris van de Koning, de leden van Gedeputeerde Staten, de provinciesecretaris en hun vervangers is open, dat wil zeggen dat zij bevoegd zijn alle besluiten en beslissingen te nemen waartoe Gedeputeerde Staten bevoegd zijn, met uitzondering van de in artikel 3 en 4 genoemde besluiten.
Door de bepalingen in deze leden krijgen de commissaris van de Koning, de leden van Gedeputeerde Staten, de provinciesecretaris en hun vervangers mandaat.
Ten aanzien van de volmacht en machtiging het volgende:
Artikel 158 Provinciewet kent de bevoegdheden met betrekking tot het dagelijks bestuur toe aan Gedeputeerde Staten, tenzij bij of krachtens de wet Provinciale Staten of de commissaris van de Koning ter zake bevoegd zijn. De Provinciewet bevat geen opsomming van taken en bevoegdheden. Gedacht kan worden aan de dagelijkse bestuurstaken, zoals de dagelijkse leiding van het ambtelijk apparaat, het onderhouden van contacten, het verzorgen van de post enz.
De bevoegdheden die in artikel 3 zijn opgesomd, zijn voorbehouden aan Gedeputeerde Staten plenair. Dit betreft de categorie van de zogenaamde rode minuten binnen de organisatie.
Los van de besluiten die in dit artikel zijn genoemd, zijn in de Awb verschillende besluiten uitgezonderd van mandaat (artikel 10:3, lid 2). Het gaat om de volgende besluiten.
Verder is in de Awb bepaald dat besluiten op bezwaarschriften zijn uitgezonderd van mandaat aan degene die het besluit heeft genomen waartegen het bezwaar zich richt. Uit de jurisprudentie blijkt dat mandaat om te beslissen op bezwaar aan iemand die hiërarchisch ondergeschikt is aan degene die het primaire besluit genomen heeft, evenmin is toegestaan.
Hieronder vallen alle voordrachten, de beantwoording van statenvragen, ingekomen stukken die aan PS zijn geadresseerd etc.
Een uitzondering hierop vormen:
Het toezenden van een kennisgeving dat de beantwoording van vragen van Provinciale Staten niet binnen de gestelde termijn kan plaatsvinden op grond van artikel 45, derde lid, van het Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van Provinciale Staten en Statencommissies Noord-Holland 2015.
De uitzonderingssituaties die zijn genoemd bij de eerste twee gedachtestreepjes worden door de portefeuillehouder afgehandeld en de uitzonderingssituatie die is genoemd bij het derde gedachtestreepje door de directeuren.
Verder vallen hieronder besluiten tot het oprichten van en deelnemen in stichtingen en andere rechtspersonen, zoals genoemd in artikel 158, lid 2 van de Provinciewet. In de tweede volzin van dit artikellid is immers bepaald dat Provinciale Staten daarover eerst hun mening moeten geven.
Hier wordt onder convenant verstaan: een schriftelijke en door partijen ondertekende afspraak of een samenstel van zulke afspraken, hoe ook genoemd, die betrekking of mede betrekking heeft op de uitoefening van publiekrechtelijke bevoegdheden of anderszins gericht of mede gericht is op het voorbereiden dan wel realiseren van provinciaal beleid.
Convenanten zijn er in vele soorten en maten. Het hier omschreven begrip convenant beoogt daaraan geen inperking te geven. Ook zogenoemde bestuursakkoorden, waarbij alleen bestuursorganen partij zijn, vallen onder het begrip ‘’convenant’’, al dan niet in rechte afdwingbaar. Daarom is de term ‘’afspraken’’ gebruikt, die zowel op in rechte afdwingbare overeenkomsten als op niet-afdwingbare intentieverklaringen ziet. Ook de naam die partijen aan hun afspraken geven, is niet bepalend voor de vraag of het een convenant is.
Hieronder vallen zowel besluiten om over te gaan tot bemiddeling in geschillen als besluiten over die geschillen.
De besluiten op grond van artikel 2, vierde en vijfde lid van de Regeling provinciale penningen Noord-Holland 2020 hebben betrekking op de volgende uitreikingen:
Een gedeputeerde komt bij zijn vertrek na acht jaar in aanmerking voor een zilveren provinciale penning.
Een lid van Provinciale Staten van Noord-Holland komt bij zijn vertrek na acht jaar in aanmerking voor een bronzen provinciale penning.
De commissaris van de Koning komt in aanmerking voor een provinciale penning bij vertrek na de uitoefening van ten minste één ambtstermijn.
Een persoon die niet werkzaam is bij de provinciale organisatie, kan in aanmerking komen voor een provinciale penning indien er sprake is van belangrijke persoonlijke verdiensten voor de provincie Noord-Holland.
De bevoegdheden die in dit artikel zijn opgenoemd, zijn voorbehouden aan GS en aan de portefeuillehouder. Dit heeft betrekking op de categorie blauwe minuten.
Zie toelichting bij artikel 3, eerste lid onder a.
Dit moet ruim worden opgevat. Onder ‘persoon’ valt naast GS-leden ook statenleden, personen van buiten de provinciale organisatie, etc. Daarnaast kan het gaan om interne en externe bestuurlijke functies en commissies.
onder h: Let op: besluiten aangaande aan- en/of verkopen van onroerende zaken anders dan genoemd in artikel 3 onderdeel i, pachtovereenkomsten, huurovereenkomsten en de vestiging van zakelijke rechten, waarvan de financiële gevolgen groter zijn dan Є 2.000.000,- zijn voorbehouden aan Gedeputeerde Staten (artikel 3 onder j).
Gedeputeerde Staten hebben op 2 oktober 2018 besloten dat - na vaststelling van de vijfde Nota Grondbeleid door PS - iedere individuele portefeuillehouder bevoegd wordt tot het nemen van besluiten over grondtransacties inzake Enkelvoudige opgaven tot € 2.000.000,-. Enkelvoudige opgaven zijn opgaven/projecten met één beleidsdoel, zoals is omschreven in de vijfde Nota Grondbeleid. Op 12 november 2018 hebben PS de vijfde Nota Grondbeleid vastgesteld.
Gedeputeerde Staten hebben tevens afgesproken dat de gedeputeerde Grondzaken als systeem¬verantwoordelijke over alle grondtransacties wordt geïnformeerd en als tweede parafeerder bij de besluitvorming wordt betrokken.
De artikelen 5-11 hebben betrekking op het verlenen van een ondermandaat, volmacht of machtiging door de provinciesecretaris aan de directeur en zijn plaatsvervanger en de sectormanager en zijn plaatsvervanger en andere functionarissen. Elke directeur en elke sectormanager heeft een plaatsvervanger die hem op bestuurlijk en financieel gebied kan vervangen.
Artikel 5 heeft betrekking op de bevoegdheden zonder financiële gevolgen.
Toezichthouders kunnen alleen door de (plv) provinciesecretaris of de portefeuillehouder benoemd worden. Zij hebben niet de bevoegdheid dit in ondermandaat te geven.
Hetzelfde geldt voor besluiten tot weigering van stukken in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur en het nemen van een besluit inzake het uitreiken van een bronzen provinciale penning aan een persoon binnen de ambtelijke organisatie die een provinciaal ambtsjubileum viert van 25 jaar op grond van artikel 2, derde lid van de Regeling provinciale penningen Noord-Holland 2020.
Ondermandaat is niet alleen mogelijk aan provinciale ambtenaren, maar ook aan medewerkers die bij uitzend- of detacheringbureaus zijn ingehuurd en tijdelijk de functie van sectormanager, unitmanager, programmamanager of projectleider vervullen. Voor de duur van hun functievervulling is er immers sprake van materiële ondergeschiktheid aan de mandaatgever en de ondermandaatgever.
De artikelen 6-9 hebben betrekking op bevoegdheden met financiële gevolgen.
De drempelbedragen Europees aanbesteden voor Werken en voor Leveringen en Diensten zijn gebaseerd op artikel 4 van de Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de toepassingsdrempels inzake de procedures voor het plaatsen van opdrachten (Richtlijn 2014/24/EU). De Europese commissie wijzigt deze drempelbedragen van de Richtlijn 2014/24/EU om de twee jaar. Om die reden is er een (dynamische) verwijzing naar de vigerende drempelbedragen opgenomen. De geraamde opdrachtwaarde bij aanbestedingen is exclusief BTW.
Bij opdrachten voor de aanbesteding en inkoop zowel in het kader van Werken als voor Leveringen en Diensten is voor het maximale bedrag voor sectormanagers aangesloten bij het drempelbedrag voor Leveringen en Diensten.
Artikel 7 (tabel) en artikel 9, onderdeel b
De directie heeft bij besluit d.d. 5 december 2018 het Budgethoudersreglement provincie Noord-Holland 2018 vastgesteld. Dit Budgethoudersreglement bevat voor een deel procesbeschrijvingen in het kader van de planning- en controlcyclus van de jaarlijkse begroting. In voornoemd reglement worden tevens de verschillende rollen benoemd die te maken hebben met budgethouderschap en wordt de term ‘’budgethouder’’ gedefinieerd als ‘’een door de provinciesecretaris aangewezen functionaris binnen de ambtelijke organisatie van de provincie die verantwoordelijk is voor de budgetten, of een deel van de budgetten binnen een bepaald operationeel doel’’. Deze aangewezen budgethouders zijn in dit kader tevens bevoegd om privaatrechtelijke rechtshandelingen aan te gaan. De uitgaven zijn begrensd tot het Drempelbedrag Europees aanbesteden voor Leveringen en Diensten en dienen plaats te vinden binnen de kaders van voornoemd Budgethoudersreglement.
De provinciesecretaris stelt het gewijzigde ondermandaat, -volmacht en -machtigingsbesluit van de directies en kabinet, de unit Staf Algemeen Directeur en Concerncontrol vast.
Voor de overzichtelijkheid verdient het aanbeveling bij aanvulling en wijziging een complete nieuwe mandaatlijst te laten goedkeuren en inschrijven.
Artikel 13 besluiten in mandaat door de gedeputeerde genomen.
Omdat uit de ondertekening niet blijkt dat het besluit in mandaat genomen is, komt onder elk besluit dat namens Gedeputeerde Staten door een lid van het college is genomen de zin te staan: “Deze beslissing is namens Gedeputeerde Staten genomen door het lid van het college dat met dit onderwerp is belast.”
Omdat artikel 2 alle leden van het college gelijkelijk bevoegd maakt, is deze zin altijd bruikbaar, welk lid van het college er ook tekent. Daaruit blijkt welk lid van het college als eerste in aanmerking komt om het besluit in mandaat te nemen (via het plaatsen van de paraaf op de minuutomslag) en welk lid als tweede. Is de eerstaangewezen portefeuillehouder er niet en de vervanger evenmin, dan kan elk ander lid van het college het besluit in mandaat nemen.
Artikel 14 en 15 Optreden in rechtsgedingen
Deze artikelen gelden zowel wanneer Gedeputeerde Staten appellant of bezwaarde zijn, als wanneer zij verweerder zijn. Vanwege de uitzondering in artikel 1 gelden deze artikelen bovendien ook voor bezwaar en beroep in personeelszaken.
In art 10:6, tweede lid, Awb is bepaald dat de gemandateerde aan Gedeputeerde Staten, als mandaatgever, op hun verzoek inlichtingen verschaft. Art 17, eerste lid regelt dat de (onder)gemandateerden dit ook uit eigen beweging moeten doen. Verder geeft het artikel een soortgelijke bepaling als in art 10:6, tweede lid Awb voor de individuele portefeuillehouders.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2021-4942.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.