Provinciaal blad van Fryslân
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Fryslân | Provinciaal blad 2021, 4301 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Fryslân | Provinciaal blad 2021, 4301 | Overige besluiten van algemene strekking |
Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân houdende regels omtrent de openstelling van de POP3+ maatregel Trainingen, workshops, ondernemerscoaching en demonstraties (Openstellingsbesluit POP3+ Trainingen, workshops, ondernemerscoaching en demonstraties, 2021)
Artikel 1 Openstellingsperiode
De POP3+ maatregel ‘Trainingen, workshops, ondernemerscoaching en demonstraties,’ als nadere invulling op de algemene bepalingen zoals vastgesteld in hoofdstuk 2, paragraaf 1, van de regeling, voor de periode van 14 juni 2021 9.00 uur tot en met 16 september 2021 17.00 uur, open te stellen voor aanvragers.
Het subsidieplafond dat beschikbaar is in de periode zoals bepaald in artikel 1, is vastgesteld op €1.600.000,00 (samengesteld uit €800.000,00 Europese middelen (ELFPO) en €800.000,00 van de provincie Fryslân).
In aanvulling op de definities, als bepaald in artikel 1.1 van de regeling, wordt in dit openstellingsbesluit verstaan onder:
De subsidie voor een activiteit als bepaald in artikel 5 kan uitsluitend worden verstrekt aan degene die de opleiding of andere vorm van kennisoverdracht of voorlichting levert.
Om voor subsidie in aanmerking te komen dient door de aanvrager aan de volgende vereisten te worden voldaan of dient de aanvraag aan het volgende te voldoen:
De kennisoverdracht of voorlichting wordt uitgevoerd door een organisatie die beschikt over voldoende gekwalificeerd en getraind personeel om de activiteit uit te voeren. Bij een aanvraag dienen curricula vitae van de uitvoerders van de acties te worden overgelegd met informatie over (bij)scholing en ervaring, waaruit blijkt dat er voldoende bekwaamheid is om de activiteiten succesvol uit te voeren;
Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend bij Gedeputeerde Staten, via het subsidieloket van het SNN op www.snn.nl/pop3.
Artikel 10 Selectiecriteria, weging en rangschikking
In het geval het subsidieplafond zal worden overschreden door een aanvraag waarbij het gevraagde subsidiebedrag hoger is dan het resterende bedrag van het subsidieplafond of indien het subsidiebedrag wordt overschreden door meerdere aanvragen en de onderlinge rangschikking tussen de aanvragen gelijk is, dan kunnen Gedeputeerde Staten besluiten dat het subsidieplafond wordt verhoogd met het bedrag dat nodig is om de projecten die zorgen voor de overschrijding van het subsidieplafond te subsidiëren.
Artikel 11 Bevoorschotting op basis van realisatie
In aanvulling op het bepaalde in artikel 1.23 van de regeling kan één keer per kalenderjaar een aanvraag om een voorschot worden ingediend, waarop een uitbetaling kan plaatsvinden.
Artikel 12 Realisatie van het project
Het verzoek tot vaststelling van de subsidie dient uiterlijk op 31 december 2024 te zijn ontvangen.
Aldus vastgesteld in de vergadering van Gedeputeerde Staten van Fryslân van 25 mei 2021.
Voorzitter drs. A.A.M. Brok,
Secretaris R.E. Bouius – Riemersma, MBA MCM
Bijlage 1 Toelichting bij het openstellingsbesluit
Artikel 1 Openstellingsperiode
Met deze openstelling wordt specifiek invulling gegeven aan de brede uitrol van innovaties in de landbouw. Projecten dienen zich om die reden te richten op de onderwerpen en thema’s, zoals benoemd in de regeling.
De maatregel richt zich vooral op overdracht van kennis aan groepen (het peloton) van ondernemers in de agrosector met als doel om gevalideerde kennis en innovaties in de praktijk toe te passen.
Daarmee positioneert deze openstelling zich vooral aan het eind van de innovatiecyclus waar innovaties op grote schaal in de praktijk worden toegepast. Dit geldt in het bijzonder wanneer de toepassing van een innovatie niet vanzelfsprekend zelfstandig door het bedrijfsleven en de markt wordt opgepakt. Daarnaast dient de maatregel bij te dragen aan kennisuitwisseling tussen onderzoek en praktijk. Enerzijds voor toepassing van nieuwe wetenschappelijke kennis in de praktijk en anderzijds voor onderzoek dat gestuurd wordt door vragen vanuit de praktijk.
De kaders van het openstellingsbesluit moeten voor eenieder helder en eenduidig zijn. Het is van belang dat iedereen gebruik maakt van dezelfde kaders en daar ook dezelfde informatie voor krijgt aangereikt.
Artikel 5 Subsidiabele activiteiten
Via deze openstelling kan steun worden verleend voor verwerving van deskundigheid, studiegroepen, demonstratieactiviteiten, voorlichtingsacties, workshops en gezamenlijke coaching van ondernemers in de landbouw in Fryslân. Verspreiding van informatie en bedrijfsbezoeken kunnen onderdeel vormen van trainingen en demonstratieactiviteiten die vaak in samenhang worden uitgevoerd. Dit omvat de volgende activiteiten:
Het betreft steun voor demonstratieactiviteiten waarbij landbouwers kennisnemen van innovaties en de toepassing ervan. Het gaat om management, samenwerking en nieuwe producten. De demonstratie activiteiten vinden plaats op proefstations, agrarische bedrijven of elke willekeurige andere locatie waar nieuwe kennis kan worden gedemonstreerd, onder het motto 'eerst zien dan geloven'. Het zal hier bijvoorbeeld gaan om demonstratievelden en nieuwe apparatuur.
Kennisoverdracht aan grote groepen van agrarische ondernemers is de motor voor de toepassing van innovaties in de agrarische sector. Innovaties worden sneller op grote schaal in de agrarische sector toegepast wanneer de kennis hierover, met name samen met kennisinstellingen, adviesdiensten en andere actoren in de landbouw en voedingsmiddelensector en het platteland, wordt uitgewisseld.
Trainingen, workshops en coaching van ondernemers
Steun voor activiteiten gericht op meerdere landbouwers tegelijk. De activiteiten hebben een collectief karakter. Het gaat met name om activiteiten zoals trainingen, workshops en coaching van landbouwers. Daarbij vindt kennisuitwisseling plaats rond een specifiek onderwerp. Het doel is om deze landbouwers te informeren over nieuwe kennis en innovaties in de landbouw die leiden tot toepassing ervan en bijdragen aan de verduurzaming van deze sector. In aanmerking komen ook activiteiten die betrekking hebben op de opzet en het in stand houden van studiegroepen waarbij een grote groep van landbouwers onderling en met adviseurs en andere partijen, waar nuttig, kennis en ervaring kunnen uitwisselen rond een specifiek thema of over een vakgebied. Bovengenoemde activiteiten kunnen ook online worden aangeboden.
Praktische toepassing van een experimenten
Experimentele vormen van leren – learning-by-doing – zijn gebleken effectief voor het verspreiden van kennis behorend bij innovatie. Daarom worden ook activiteiten die deze vorm van kennisoverdracht faciliteren gesteund. Denk hierbij aan experimenten en small wins die in een bepaald gebied succesvol blijken te kunnen extrapoleren. Samenwerkende agrariërs kunnen hierover via learning-by-doing innovatieve kennis opdoen.
Bij een aanvraag dienen curricula vitae van de uitvoerders van de acties te worden overgelegd met informatie over (bij)scholing en ervaring, waaruit blijkt dat er voldoende bekwaamheid is om de activiteiten succesvol uit te voeren. Daarnaast kan een beoordelende instantie, in geval van twijfel, ook referenties opvragen en navraag doen of de kennisaanbieder de competenties bezit om de kennisoverdracht-acties van de aanvraag succesvol te laten verlopen (bijvoorbeeld navraag over ervaringen van landbouwers met vergelijkbare kennisoverdrachtsacties door de desbetreffende kennisaanbieder in het verleden).
De kosten die gemaakt moeten worden om kennis over te dragen aan een groep van landbouwers, zoals benoemd in artikel 8 zijn subsidiabel. Voor het berekenen van de bijdrage in natura verwijzen wij u naar artikel 1.11 en 1.11a van de regeling.
Binnen deze openstelling is het mogelijk om de ‘vereenvoudigde kostenoptie: totale overige kosten als percentage van de directe personeelskosten’, zoals bedoeld in artikel 1.12b van de regeling, te hanteren. Dit houdt in dat:
Artikel 10 Selectiecriteria, weging en rangschikking
De selectiecriteria zijn een belangrijk sturingsinstrument voor de provincie Fryslân waarmee zij met het POP3-programma de nodige accenten kan geven om goed in te kunnen spelen op de regionale en lokale context. De selectiecriteria zijn meetbaar en verifieerbaar en garanderen een gelijke en transparante behandeling van de aanvragers. De criteria dragen bij aan een zo goed als mogelijk gebruik en doelbereik van de financiële middelen. Bij de vaststelling en toepassing van de selectiecriteria is het evenredigheidsbeginsel toegepast voor de omvang van de concrete actie en zijn onnodige drempels voor aanvragers vermeden, met als doel de kansen zo goed mogelijk te benutten.
De beoordeling van projecten aan de hand van de scoretabel wordt gedaan door een onafhankelijke Adviescommissie POP 3, ingesteld door Gedeputeerde Staten.
Bijlage 2 Scoretabel selectiecriteria
In onderstaande tabel staan de drie criteria voor beoordeling uitgewerkt. Voor elk criterium geldt dat er maximaal 5 punten worden toegekend:
0 punten: Zeer geringe bijdrage
Bijlage 3 Doelstellingen van de openstelling.
Het is besloten in de POP3+ te focussen op klimaat, biodiversiteit/bodem en kringlooplandbouw. Het provinciaal beleid sluit hierop aan middels de doelstellingen zoals beschreven in de startnotitie landbouwagenda van november 2020 (ook te vinden op: https://www.fryslan.frl/document.php?m=7&fileid=75230&f=7634492b641cd659ffb718de50a2a0fa&attachment=0):
“De provincie zet in de Omgevingsvisie in op Brede Welvaart in een vitaal, veerkrachtig, karakteristiek en gezond Fryslân. De Friese landbouw moet in 2025 duurzaam en circulair zijn, zowel ecologisch als economisch. Innovatie en samenwerking in de keten zijn succesfactoren hiervoor. We willen de diversiteit van agrarische bedrijven behouden. Natuurlijke en sociale binding met de omgeving zijn belangrijk. Kennisinstellingen spelen hierin een belangrijke rol. De diversiteit aan agrarische bedrijven zien we als kracht, doordat verschillende typen bedrijven kennis en ervaringen uitwisselen. Bedrijven maken eigen keuzes in bedrijfsvoering. Dat kan schaalvergroting zijn, maar ook schaalverkleining, biologisch, extensivering, verbreding of verdieping.
We stimuleren de landbouwsector om de omslag te maken naar een duurzame, natuurinclusieve en grondgebonden landbouw. Het ontwikkelen van nieuwe, houdbare verdienmodellen voor de landbouw is essentieel. Het leveren van maatschappelijke diensten, zoals natuur- en landschapsbeheer, bodembiodiversiteit, waterconservering en -berging, dient volwaardig en structureel te worden vergoed. Dit kan op verschillende manieren: door deze diensten zonder meerkosten in het bedrijf in te passen, door vergoeding uit de markt, óf - waar de aanpassingen niet inpasbaar zijn in een regulier verdienmodel - door de overheid.”
Met onderstaande subsidiabele doelstellingen wordt hieraan invulling gegeven.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2021-4301.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.