Provinciaal blad van Noord-Brabant
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2021, 4288 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2021, 4288 | Overige besluiten van algemene strekking |
Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 25 mei 2021, houdende regels omtrent het verstrekken van bijdragen aan rivierverruimingsprojecten in de Maas (Bijdrageregeling rivierverruimingsprojecten Maas Noord-Brabant)
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
Gelet op artikel 2 van de Algemene bijdrageverordening Noord-Brabant;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten voor rivierverruimingsprojecten die ten goede komen aan de waterstandsdaling in de Maas in de provincie Noord-Brabant bijdragen willen verstrekken;
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
Abv: Algemene bijdrageverordening Noord-Brabant;
MIRT: Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport dat alle rijksprojecten bevat van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat;
startbeslissing: tussen de provincie Noord-Brabant, het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, het waterschap Limburg, het waterschap Aa en Maas, de provincie Limburg, de provincie Noord-Brabant, de provincie Gelderland, de gemeente Gennep en de gemeente Mook en Middelaar op 23 april 2019 vastgelegde afspraken met betrekking tot het hoogwaterveiligheidsproject Lob van Gennep, opgenomen in bijlage 1 behorende bij deze regeling.
Artikel 1.3 Activiteiten die in aanmerking komen voor een bijdrage
Een bijdrage kan worden verstrekt voor activiteiten gericht op de MIRT-verkenning van het project Lob van Gennep, bedoeld in de startbeslissing.
Artikel 1.4 Vereisten voor een bijdrage
Om voor een bijdrage in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
Gedeputeerde Staten stellen het bijdrageplafond voor de periode, genoemd in artikel 1.5, onder b, vast op € 415.000.
Artikel 1.7 Hoogte van de bijdrage
De hoogte van de bijdrage bedraagt het aangevraagde en met bewijsstukken onderbouwde bedrag, genoemd in het aanvraagformulier, tot een maximum van € 415.000.
De bijdrageontvanger toont aan dat de activiteiten, waarvoor de bijdrage is verleend, zijn verricht en aan de aan de bijdrage verbonden verplichtingen is voldaan door middel van een activiteitenverslag.
Artikel 1.12 Wijze van vaststellen
De bijdrage wordt verleend en op aanvraag vastgesteld op grond van artikel 12, onder c, van de Abv.
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
Abv : Algemene bijdrageverordening Noord-Brabant;
addendum: Addendum nr1 bij de bestuursovereenkomst Meanderende Maas vanwege scopewijziging Ossekamp en de Waarden ter realisatie van doelen PAGW en NNB van 22 februari 2021, opgenomen in bijlage 2b behorende bij deze regeling;
bestuursovereenkomst: tussen de provincie Noord-Brabant, het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, het waterschap Rivierenland, het waterschap Aa en Maas, de provincie Gelderland, de gemeente Oss, de gemeente West Maas en Waal, de gemeente Wijchen en Vereniging Natuurmonumenten op 7 september 2020 gesloten overeenkomst inzake het project Meanderende Maas, opgenomen in bijlage 2 behorende bij deze regeling;
MIRT: Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport dat alle rijksprojecten bevat van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat;
Artikel 2.3 Activiteiten die in aanmerking komen voor een bijdrage
Een bijdrage kan worden verstrekt voor activiteiten gericht op de MIRT- planuitwerking en de realisatie van het project Meanderende Maas, bedoeld in de bestuursovereenkomst en het addendum.
Artikel 2.4 Vereisten voor een bijdrage
Om voor een bijdrage in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
Gedeputeerde Staten stellen het bijdrageplafond voor de periode, genoemd in artikel 2.5, onder b, vast op € 5.000.000.
Artikel 2.7 Hoogte van de bijdrage
De hoogte van de bijdrage bedraagt het aangevraagde en met bewijsstukken onderbouwde bedrag, genoemd in het aanvraagformulier, tot een maximum van € 5.000.000.
De bijdrageontvanger toont aan dat de activiteiten, waarvoor de bijdrage is verleend, zijn verricht en aan de bijdrage verbonden verplichtingen is voldaan door middel van:
Artikel 2.12 Wijze van vaststellen
De bijdrage wordt verleend en op aanvraag vastgesteld op grond van artikel 12, onder c, van de Abv.
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
Abv : Algemene bijdrageverordening Noord-Brabant;
bevoegdhedenovereenkomst: tussen de provincie Noord-Brabant, de provincie Gelderland, de gemeente West Maas en Waal en de commanditaire vennootschap Over de Maas CV op 2 maart 2020 gesloten overeenkomst inzake het project Verlengde brug veerweg Alphen, opgenomen in bijlage 3a behorende bij deze regeling;
aanvulling bevoegdhedenovereenkomst: brief van de provincie Noord-Brabant aan de provincie Gelderland van 15 maart 2020 inzake bevestiging van de aanvullende afspraken met betrekking tot de ophoging van het deel van de provincie Noord-Brabant aan het project Verlengde brug veerweg Alphen, opgenomen in bijlage 3b behorende bij deze regeling.
Artikel 3.3 Activiteiten die in aanmerking komen voor een bijdrage
Een bijdrage kan worden verstrekt voor activiteiten gericht op de voorbereiding en de realisatie van het project Verlengde brug veerweg Alphen, bedoeld in de bevoegdhedenovereenkomst.
Artikel 3.4 Vereisten voor een bijdrage
Om voor een bijdrage in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
Gedeputeerde Staten stellen het bijdrageplafond voor de periode, genoemd in artikel 3.5 onder b, vast op € 350.000.
Artikel 3.7 Hoogte van de bijdrage
De hoogte van de bijdrage bedraagt het aangevraagde en met bewijsstukken onderbouwde bedrag, genoemd in het aanvraagformulier, tot een maximum van € 350.000.
De bijdrage wordt verstrekt op grond van de afspraken in de bevoegdhedenovereenkomst en de aanvulling bevoegdhedenovereenkomst.
De bijdrageontvanger toont aan dat de activiteiten, waarvoor de bijdrage is verleend, zijn verricht en aan de aan de bijdrage verbonden verplichtingen is voldaan door middel van een activiteitenverslag.
Artikel 3.12 Wijze van vaststellen
De bijdrage wordt verleend en op aanvraag vastgesteld op grond van artikel 12, onder c, van de Abv.
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
Abv : Algemene bijdrageverordening Noord-Brabant;
MIRT: Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport dat alle rijksprojecten bevat van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat;
startbeslissing: afspraken BO MIRT 2020, vastgelegd in de Kamerbrief van de minister van Infrastructuur en Waterstaat van 26 november 2020, inzake Bestuurlijke Overleggen MIRT 25 en 26 november 2020, voortgang MIRT, moties en toezeggingen en de daarbij behorende bijlage Afsprakenlijst Bestuurlijke Overleggen MIRT, 25 en 26 november 2020, inzake het project Hoogwaterveiligheid ’s-Hertogenbosch Crèvecoeur, opgenomen in bijlage 4 behorende bij deze regeling.
Artikel 4.3 Activiteiten die in aanmerking komen voor een bijdrage
Een bijdrage kan worden verstrekt voor activiteiten gericht op de voorbereiding en uitvoering van het project Hoogwaterveiligheid ’s-Hertogenbosch, Crèvecoeur, als bedoeld in de startbeslissing.
Artikel 4.4 Vereisten voor een bijdrage
Om voor een bijdrage in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
Gedeputeerde Staten stellen het bijdrageplafond voor de periode, genoemd in artikel 4.5 onder b, vast op € 125.000.
Artikel 4.7 Hoogte van de bijdrage
De hoogte van de bijdrage bedraagt het aangevraagde en met bewijsstukken onderbouwde bedrag, genoemd in het aanvraagformulier, tot een maximum van € 125.000.
De bijdrageontvanger toont aan dat de activiteiten, waarvoor de bijdrage is verleend, zijn verricht en aan de aan de bijdrage verbonden verplichtingen is voldaan door middel van een activiteitenverslag.
Artikel 4.12 Wijze van vaststellen
De bijdrage wordt verleend en op aanvraag vastgesteld op grond van artikel 12, onder c, van de Abv.
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
Abv : Algemene bijdrageverordening Noord-Brabant;
DP Maas: Deltaprogramma Maas, zijnde een onderdeel van het nationale Deltaprogramma;
memo financieel en personeel beheer: door het OGO DP Maas op 7 januari 2021 vastgestelde afspraken inzake het financieel en het personeel beheer van het Deltaprogramma Maas, opgenomen in bijlage 5 behorende bij deze regeling;
OGO DP Maas: Opdrachtgeversoverleg Deltaprogramma Maas,
met als leden de gemandateerde managers van de provincies Limburg, Noord-Brabant en Gelderland, de waterschappen Limburg, Aa en Maas, Brabantse Delta en Rivierenland en Rijkswaterstaat-Zuid, zijnde de financierende SDM-partners;
SDM: Stuurgroep Deltaprogramma Maas, zijnde het samenwerkingsverband van bevoegde en verantwoordelijke partijen voor de inrichting en het beheer van het Nederlandse deel van het hoofdwatersysteem Maas van Maastricht tot Geertruidenberg.
Artikel 5.3 Activiteiten die in aanmerking komen voor een bijdrage
Een bijdrage kan worden verstrekt voor activiteiten gericht op administratieve ondersteuning en procesmatige begeleiding van het DP Maas.
Artikel 5.4 Vereisten voor een bijdrage
Om voor een bijdrage in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
Gedeputeerde Staten stellen het bijdrageplafond voor de perioden genoemd in artikel 5.5, onder b, vast op:
Artikel 5.7 Hoogte van de bijdrage
De hoogte van de bijdrage bedraagt het aangevraagde en met bewijsstukken onderbouwde bedrag, genoemd in het aanvraagformulier, tot een maximum van € 110.000 per jaar.
De bijdrageontvanger toont aan dat de activiteiten, waarvoor de bijdrage is verleend, zijn verricht en aan de aan de bijdrage verbonden verplichtingen is voldaan door middel van overlegging van het verslag dat jaarlijks ten behoeve van het OGO DP Maas wordt opgesteld.
Artikel 5.12 Wijze van vaststellen
De bijdrage wordt verleend en op aanvraag vastgesteld op grond van artikel 12, onder c, van de Abv.
Gedeputeerde Staten zenden in 2022 en vervolgens telkens na een jaar aan Provinciale Staten een verslag over de doeltreffendheid en effecten van deze regeling in de praktijk.
’s-Hertogenbosch, 25 mei 2021
Gedeputeerde Staten voornoemd,
de voorzitter
mr. I.R. Adema
de secretaris
drs. M.J.A. van Bijnen MBA
Bijlage 1 behorende bij artikel 1.1 van de Bijdrageregeling rivierverruimingsprojecten Maas Noord-Brabant
Deze bijlage ligt overeenkomstig artikel 136 Provinciewet digitaal ter inzage bij de Provincie Noord-Brabant en is raadpleegbaar via onderstaande link.
Bijlage 2 behorende bij artikel 2.1 van de Bijdrageregeling rivierverruimingsprojecten Maas Noord-Brabant
Deze bijlage ligt overeenkomstig artikel 136 Provinciewet digitaal ter inzage bij de Provincie Noord-Brabant en is raadpleegbaar via onderstaande linken.
Bijlage 3 behorende bij artikel 3.1 van de Bijdrageregeling rivierverruimingsprojecten Maas Noord-Brabant
Deze bijlage ligt overeenkomstig artikel 136 Provinciewet digitaal ter inzage bij de Provincie Noord-Brabant en is raadpleegbaar via onderstaande linken.
3a Bevoegdhedenovereenkomst Verlengde brug veerweg Alphen
3b Aanvulling bevoegdhedenovereenkomst Verlengde brug veerweg Alphen
Bijlage 4 behorende bij artikel 4.1 van de Bijdrageregeling rivierverruimingsprojecten Maas Noord-Brabant
Startbeslissing Hoogwaterveiligheid ’s-Hertogenbosch, Crèvecoeur
Kamerbrief van de minister van Infrastructuur en Waterstaat van 26 november 2020
Op het Deltacongres van 12 november 2020 is de intentieverklaring Integraal Riviermanagement (IRM) gepresenteerd. De verklaring is mede namens de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ondertekend samen met de Deltacommissaris en voorzitters van de Deltaprogramma’s Rijn en Maas. Met deze intentieverklaring verankeren we onze gezamenlijke ambities. We gaan regionale overheden, koepelorganisaties en andere stakeholders vragen om zich hierbij aan te sluiten om zo een brede basis te creëren voor het in ontwikkeling zijnde IRM. Ook hebben wij in het Infrastructuurfonds € 100 miljoen gereserveerd voor het aanpakken van laagwater/bodemknelpunten voor de scheepvaart op de grote rivieren. Deze reservering wordt nu verder uitgewerkt naar concrete projecten in IRM-verband vanwege de samenhang met andere opgaven in het rivierengebied. In Oost-Nederland wordt voortvarend gewerkt aan de in 2019 gestarte pilotprojecten IRM en in dit Bestuurlijk Overleg MIRT heb ik met Zuid-Nederland afspraken gemaakt over de start van zes nieuwe IRM-pilots. Daarbij is gelet op mogelijkheden voor het opdoen van leerervaringen voor IRM, zodat ervaringen op projectniveau bijdragen aan de beleidsontwikkeling op programmaniveau. Het gaat om vijf onderzoeken, namelijk (1) Maasoevers Maastricht, (2) Samenhangende uitwerking ten noorden van Venlo, (3) Alem en St. Andries, (4) Afweging doorstroombaar maken landhoofd Gelderse Zijde A2 en (5) Hoogwaterveiligheid ’s Hertogenbosch (Crèvecoeur), en een bijdrage aan een concreet regionaal voorstel voor het verlagen van een dam in het rivierbed van de Maas nabij Roermond. Dat is goed voor de waterveiligheid en biedt ontwikkelingsmogelijkheden voor recreatie-ondernemers. […]”
Afsprakenlijst Bestuurlijke Overleggen MIRT, 25 en 26 november 2020
Regio Zuid-Nederland Integraal riviermanagement (IRM)
Hoogwaterveiligheid ’s-Hertogenbosch, Crèvecoeur
Rijk en regionale partijen onderzoeken samen de haalbaarheid van een samenhangende gebiedsontwikkeling; waterschap Aa en Maas is initiatiefnemende partij. Als eerste stap is het uitwerken van kennisvragen aan de orde, hiervoor dragen Rijk en regio 50/50 de kosten, eerste indicatie is €0,5 miljoen voor 2021 en 2022. De regionale bijdrage bestaat uit €125.000 vanuit Waterschap Aa en Maas en €125.000 vanuit provincie Noord-Brabant.
Leervraag Integraal riviermanagement (IRM): Het verbinden van Maas-opgaven aan opgaven vanuit regionale watersystemen Aa en Dommel in samenhang met de ontwikkeling van natuur en cultuurhistorie. […]”
Bijlage 5 behorende bij artikel 5.1 van de Bijdrageregeling rivierverruimingsprojecten Maas Noord-Brabant
Deze bijlage ligt overeenkomstig artikel 136 Provinciewet digitaal ter inzage bij de Provincie Noord-Brabant en is raadpleegbaar via onderstaande link.
Toelichting behorende bij de Bijdrageregeling rivierverruimingsprojecten Maas Noord-Brabant
Door de provincie Noord-Brabant wordt met diverse andere overheden samengewerkt aan de waterveiligheid in de Maas. Partijen realiseren in gezamenlijke integrale projecten waterveiligheid door een combinatie van dijkversterking en rivierverruiming. Daarbij draagt rivierverruiming, naast waterveiligheid, positief bij aan de ruimtelijke kwaliteit van het rivierengebied en de realisatie van de provinciale doelen in Noord-Brabant, zoals de realisatie van natuur (NNB), het stimuleren van de lokale economie en het toerisme en versterking van het erfgoed. Partijen hebben afspraken gemaakt over doelbereik, governance en financiering en leggen die in overeenkomsten vast. Gedeputeerde Staten hebben ervoor gekozen om de beschikbare middelen voor deze rivierverruimingsprojecten via een Bijdrageregeling beschikbaar te stellen om de projecten flexibel en met minder administratieve lasten te kunnen beschikken.
Het juridisch kader van deze bijdragen wordt gevormd door de Algemene bijdrageverordening Noord-Brabant (Abv) en deze bijdrageregeling. Provinciale Staten hebben in artikel 2 van de Abv aan Gedeputeerde Staten de bevoegdheid gedelegeerd om nadere regels in de vorm van bijdrageregelingen vast te stellen voor het verstrekken van bijdragen op diverse beleidsterreinen. In deze bijdrageregeling is maatwerk voor de specifieke doelgroepen en de te verstrekken bijdragen vastgelegd, zodat Gedeputeerde Staten over een snel en flexibel instrumentarium beschikken.
Deze regeling is uitsluitend van toepassing op publiekrechtelijke rechtspersonen, omdat slechts dan voldaan wordt aan de criteria van artikel 4:21, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht. Verstrekking aan een andere doelgroep is niet mogelijk.
Aangezien deze bijdrageregeling is vastgesteld op grond van de Abv, betekent dit dat een aantal aspecten van de verstrekking van de bijdrage niet in de bijdrageregeling zijn vastgelegd, maar in de Abv. In de Abv staat onder meer wat de beslistermijnen zijn voor Gedeputeerde Staten en algemene verplichtingen voor de bijdrageontvanger, zoals de meldingsplicht. Voor een goed begrip van deze bijdrageregeling is dus bestudering van de Abv noodzakelijk.
Ook bij de verstrekking van bijdragen dient rekening te worden gehouden met de staatssteunregels. Daarbij wordt getoetst of de steun wordt verleend aan een onderneming die een economische activiteit verricht, of de steun door staatsmiddelen wordt bekostigd, of deze staatsmiddelen een economisch voordeel verschaffen, dat niet via normale commerciële weg zou zijn verkregen (non-marktconformiteit), of de maatregel selectief is, dat wil zeggen of het geldt voor één of enkele ondernemingen, een specifieke sector of regio en of de maatregel de mededinging (in potentie) vervalst en (dreigt te) leiden tot een ongunstige beïnvloeding van het handelsverkeer in de EU. Over het algemeen zullen overheidstaken niet worden gekwalificeerd als economische activiteiten.
In deze regeling gaan Gedeputeerde Staten ervan uit dat de activiteiten, waarvoor de waterschappen een bijdrage ontvangen, geen economische activiteiten betreffen. Daar waar de waterschappen niet de eindbegunstigden zijn van deze bijdrageregeling zullen zij zelf de Europese staatssteunregels en aanbestedingsregels in acht dienen te nemen.
Artikel 10 van de Abv verplicht de bijdrageontvanger om alle ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op de hoogte van de bijdrage te melden. Hierbij wordt uitgegaan van de voorwaarden en verplichtingen die aan de bijdrage zijn gesteld. De bijdrageontvanger doet onverwijld melding aan Gedeputeerde Staten. Gedeputeerde Staten kunnen hierop naar bevind van zaken handelen. Een dergelijke melding kan leiden tot het intrekken of wijzigen van de bijdrageverlening, het opschorten van voorschotten of het aanpassen van verplichtingen of het lager of zelfs op nihil vaststellen van de bijdrage. De meldingsplicht geldt gedurende het hele proces van bijdrageverstrekking, dus vanaf de bijdrageverlening tot aan de bijdragevaststelling. Indien er geen melding is gedaan en pas bij een aanvraag voor vaststelling of bij een steekproef blijkt dat er wel een melding gedaan had moeten worden, kan dit leiden tot volledige terugvordering inclusief wettelijke rente.
Artikelen 1.7, 2.7, 3.7, 4.7 en 5.7 Hoogte van de bijdrage
Gedeputeerde Staten denken bij het verstrekken van bewijsstukken ter onderbouwing van het aangevraagde bedrag aan een door de Stuurgroep Deltaprogramma Maas goedgekeurde kostenraming of ander document waaruit de instemming van de Stuurgroep Deltaprogramma Maas blijkt.
Artikelen 1.9, 2.9, 3.9, 4.9 en 5.9 Verplichtingen van de bijdrageontvanger
Indien de bijdrageaanvrager in deze regeling niet de eindbegunstigde is van de bijdrage dient hij er zorg voor te dragen dat aan de Europese regels voor staatssteun wordt voldaan. Deze verplichting geldt reeds rechtstreeks op basis van het Europese recht en is derhalve niet als verplichting opgenomen in artikel 1.9. Hetzelfde geldt voor de regels omtrent aanbestedingen.
Het voortgangsverslag is vormvrij.
Artikelen 1.11, 2.11, 3.11, 4.11, 5.11 Verantwoording
Aan het einde van het project vindt verantwoording plaats op basis van een activiteitenverslag. Uit het activiteitenverslag dient te blijken of het project geheel, gedeeltelijk of niet is uitgevoerd. Gedeputeerde Staten kunnen eventueel steekproefsgewijs aanvullende informatie opvragen of ter plekke controleren of de prestatie is verricht. Het activiteitenverslag is verder vormvrij, dus een verslag opgesteld voor de Stuurgroep of het Opdracht Gevers Overleg voldoet.
Artikel 1.12, 2.12, 3.12, 4.12 en 5.12 Wijze van verstrekken
De vaststelling van deze bijdragen vindt plaats op aanvraag. De Abv verplicht de bijdrageontvanger binnen 13 weken na het verrichten van de activiteiten de vaststelling aan te vragen. Gedeputeerde Staten beslissen op deze aanvraag eveneens binnen 13 weken.
De evaluatie is vormvrij. In deze bijdrageregeling zal de evaluatie onderdeel uitmaken van het jaarlijkse Regionaal waterprogramma Noord-Brabant (RWP) programmeringsdocument van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2021-4288.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.