Provinciaal blad van Overijssel
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Overijssel | Provinciaal blad 2021, 3868 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Overijssel | Provinciaal blad 2021, 3868 | Verordeningen |
Wijzigingen Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2017
Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2017
Paragraaf 2.7 Flexibele Huisvesting
Artikel 2.7.1 Begripsbepalingen
Het begrip ‘businesscase flexibele huisvesting’ komt als volgt te luiden:
businesscase flexibele huisvesting: een plan van aanpak, inclusief een haalbaarheidsonderzoek, voor de bouw van of verbouw of transformatie naar tijdelijke woningen voor spoedzoekers voor de periode van één en maximaal 15 jaar en waarbij de gevraagde maximale huurprijs per woning niet meer bedraagt dan de actuele aftoppingsgrens;
Het begrip ‘tijdelijk woning’ komt als volgt te luiden:
Lid 1 sub a: ‘rechtspersoon’ wordt vervangen door ‘gemeente of een woningcorporatie’
Lid 2 sub a komt als volgt te luiden:
Artikel 2.7.5 Subsidiabele kosten
Lid 1: ‘1 juli 2019’ wordt ‘1 januari 2021’.
Paragraaf 2.10 Stimuleren wooninitiatieven
Artikel 2.10.1 Begripsbepalingen
Aan het einde van lid g wordt de punt vervangen door een puntkomma.
Na sub g worden twee nieuwe begrippen ingevoegd, deze luiden als volgt:
transformatieplan: een plan dat de monumentale waarden van het erfgoed beschrijft, de wijze waarop deze waarden worden geborgd en geïntegreerd in het nieuwe ontwerp en waarin het proces hoe dit gebeurt wordt beschreven. Het plan moet opgesteld worden door een deskundige en vakbekwame professional op het gebied van erfgoed.
Na sub c wordt sub d toegevoegd, deze luidt als volgt:
De scoretabel komt er als volgt uit te zien:
Artikel 2.10.4 Grondslag subsidie
In de titel van dit artikel wordt ‘Grondslag’ vervangen door ‘Hoogte van de’
‘€ 200.000,-‘ wordt ‘ € 100.000,-’.
Tussen artikel 2.10.6 en 2.10.7 wordt een nieuw artikel ingevoegd, deze luidt als volgt:
Artikel 2.10.6a Indieningstermijn aanvraag tot subsidieverlening
In afwijking van artikel 1.2.2. geldt dat een aanvraag voor subsidie kan worden ingediend vanaf 1 juni 2021 en ontvangen moet zijn uiterlijk op 1 november 2021 voor 17.00 uur.
Artikel 2.10.8 Weigeringsgronden
In lid c wordt ‘Huisvesting statushouders’ vervangen door ‘Flexibele Huisvesting’
Artikel 2.10.9 Verplichtingen subsidieontvanger
In lid a wordt ‘initiatieven’ vervangen door ‘geïnteresseerden’
In lid c wordt aan het einde van de zin de punt vervangen door een puntkomma.
Na lid c wordt een nieuw lid d toegevoegd, deze luidt als volgt:
Paragraaf 2.11 Impuls circulair bouwen
In sub b wordt na ii, iii toegevoegd, deze luidt als volgt:
Artikel 2.11.4 Hoogte van de subsidie
Na lid 3 wordt een nieuw lid 4 toegevoegd, deze luidt als volgt:
Artikel 2.11.6 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
Na lid 2 sub c wordt een lid d toegevoegd, deze luidt als volgt:
Tussen artikel 2.11.6 en 2.11.7 wordt een nieuw artikel ingevoegd, deze luidt als volgt:
Artikel 2.11.6a Indieningstermijn aanvraag tot subsidieverlening
In afwijking van artikel 1.2.2. geldt dat een aanvraag voor subsidie kan worden ingediend vanaf 1 juni 2021 en ontvangen moet zijn uiterlijk op 1 november 2021 voor 17.00 uur.
Artikel 2.11.7 Verplichtingen subsidieontvanger
In sub a wordt ‘anderen die daarom vragen’ gewijzigd in ‘andere geïnteresseerden’.
‘1 september 2021’ wordt ‘1 december 2022’.
Paragraaf 3.3 Energiebesparende maatregelen (geld terug actie)
Artikel 3.3.1 Begripsbepalingen
Het begrip ‘energiebesparende maatregelen’ komt als volgt te luiden:
energiebesparende maatregelen: technische, logistieke of organisatorische voorzieningen die leiden tot verminderd verbruik van energie, zoals deze naar voren komen in het energieonderzoek en gedefinieerd is in het protocol Monitoring energiebesparing. De energiebesparende maatregelen zijn gebaseerd op de erkende maatregelen voor energiebesparing en de aanvullingen daarop van Infomil en op de energie- en milieulijst van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) met bedrijfsmiddelen die voor de fiscale EnergieInvesteringsaftrek regeling (EIA) in aanmerking komen. Deze lijst wordt elk jaar geactualiseerd.
Toelichting: De energielijst is te vinden op de website van de RVO.
Lid 1 sub f komt als volgt te luiden:
de aanvraag betrekking heeft op energiebesparende maatregelen die verplicht zijn onder de wet Milieubeheer.
Toelichting: Indien een aanvrager een jaarverbruik heeft van meer dan 50.000kWh elektriciteit of 25.000m3 gas, dan zijn maatregelen met een terugverdientijd van 5 jaar of minder (waaronder de erkende maatregelen voor uw branche) wettelijk verplicht en komen die niet voor subsidie in aanmerking.
Lid 2 sub a: ‘2015’ wordt ‘2019’.
Paragraaf 3.16 Stimuleren energie innovatie
Artikel 3.16.9 Verplichtingen subsidieontvanger
Lid 1 sub a: ‘1 juli 2021’ wordt ’31 december 2021’.
’30 juni 2021’ wordt ’30 september 2021’.
Na paragraaf 4.17 wordt een nieuwe paragraaf 4.18 toegevoegd
Paragraaf 4.18 Uitvoeren Streekeigen Landschapsbeheer
Met deze subsidieregeling wil de provincie bijdragen aan het behoud en beheer van waardevolle en karakteristieke landschapselementen in agrarische cultuurlandschappen in de provincie Overijssel. Streekeigen Landschapsbeheer (SLb) is een collectieve aanpak van een georganiseerde groep inwoners en/of ondernemers in een gebied, uitgewerkt in een bidbook. Een bidbook is een aanbod van, voor en door het gebied om landschapselementen langjarig te onderhouden. Het bidbook is tevens een vereiste om subsidie aan te kunnen vragen op grond van deze regeling.
De georganiseerde groep ontvangt subsidie om het landschapsbeheer uit te voeren zoals uitgewerkt in het bidbook. Daarvoor worden beheerovereenkomsten met eigenaren van landschapselementen gesloten. De activiteiten kunnen door de aanvrager zelf worden uitgevoerd of door de eigenaar van het landschapselement. Indien de activiteiten door de eigenaar zelf worden uitgevoerd, dan is de subsidieontvanger verplicht om een beheerovereenkomst te sluiten onder vermelding van de activiteiten en eventuele vergoedingen die voldoen aan de Aanleg-en herstelactiviteiten en vergoedingen voor de verschillende typen landschapselementen zoals opgenomen in de Dienstenbundel Overijssel en de bijbehorende normentabel.
Deze regeling en de Dienstenbundel zijn gebaseerd op en getoetst aan de Catalogus Groenblauwe Diensten en voldoen aan voorwaarden voor staatssteun. De algemene voorwaarden en verplichtingen uit de Catalogus zijn ook op deze regeling van toepassing.
Artikel 4.18.1 Begripsbepalingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
beheerovereenkomst: overeenkomst tussen de subsidieontvanger en eigenaar van een landschapselement waarin de voorwaarden en uitgangspunten van de regeling Uitvoeren streekeigen landschapsbeheer zijn opgenomen. In de beheerovereenkomst staat vast dat de genoemde activiteiten ook daadwerkelijk plaatsvinden. De beheerovereenkomst voor langjarig beheer voorziet in periodes van 7 jaar waarbij uitbetaling plaatsvindt voor de gedane werkzaamheden in diezelfde periode. Na 7 jaar is het mogelijk om de vergoeding opnieuw vast te stellen op basis van het dan geldende prijspeil.
bidbook Streekeigen Landschapsbeheer: plan dat door een georganiseerde groep inwoners en/of ondernemers is opgesteld voor streekeigen landschapsbeheer. In dit plan wordt in beeld gebracht wat er nodig is voor het landschapsbeheer in de woon- of werkomgeving. Het plan beschrijft de wensen en eisen van, voor en door het gebied voor het toekomstige streekeigen landschapsbeheer;
Landbouwvrijstellingsverordening: Verordening (EU) Nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014, waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2014, L 193);
landschapselement: landschappelijke beplantingen, routes, waterlopen, reliëfs etc, die bijdragen aan de karakteristieke kenmerken van een landschap. De oorspronkelijke functie van bijvoorbeeld perceelbegrenzing, houtproductie of vee drinkplaats heeft het veelal geheel of deels verloren. Het vormt nog steeds een belangrijke habitat voor soorten waaronder veel vogels, insecten en amfibieën en is voor de biodiversiteit van grote meerwaarde;
verordening 1305/2013: Verordening (EU) 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad (PbEU 2013, L 347);
verordening 1306/2013: Verordening (EU) 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PbEU 2013, L 347);
verordening 1307/2013: Verordening (EU) 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad (PbEU 2013, L 347).
Artikel 4.18.2 Subsidiabele activiteiten
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor de uitvoering van Streekeigen landschapsbeheer, inhoudende:
beheermaatregelen behorende bij de volgende landschapspakketten zoals beschreven in de Dienstenbundel Overijssel:
Toelichting: Bij de landschapspakketten, horende bij de volgende clusters en subclusters, is sprake van steun voor agromilieuklimaatverbintenissen en is het landschapssteunkader van toepassing: cluster I, subcluster 2 en 5; cluster II, subcluster 1, 2, 3 en 4; cluster IV, subcluster 8.
Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 4.18.2 voldoet aan de volgende criteria:
Artikel 4.18.4 Hoogte van de subsidie
In het geval dat subsidie onder deze regeling met andere subsidie voor dezelfde in aanmerking komende kosten wordt gecumuleerd, worden de krachtens de onderhavige regeling toe te kennen bedragen zodanig beperkt dat het totale subsidiebedrag samen niet hoger is dan de werkelijk gemaakte subsidiabele kosten, het maximale subsidiebedrag uit deze regeling, de maximale steunintensiteiten of het maximale steunbedrag op grond van de toepasselijke Europese voorschriften.
Artikel 4.18.5 Subsidiabele kosten
Artikel 4.18.6 Aanvullende eisen bij de aanvraag tot subsidieverlening
Artikel 4.18.7 Subsidieplafond
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond vast voor de looptijd van de regeling.
Artikel 4.18.8 Weigeringsgronden
In aanvulling op artikel 1.1.7 weigeren Gedeputeerde Staten de subsidie indien:
Artikel 4.18.9 Verplichtingen subsidieontvanger
In aanvulling op de artikelen 1.4.1 tot en met 1.4.6 is de subsidieontvanger verplicht:
Artikel 4.18.10 Bepalingen actieve landbouwer
Als de eindbegunstigde een actieve landbouwer is gelden de volgende aanvullende bepalingen:
Indien de subsidie afhankelijk is van een aantal hectaren, dient de eindbegunstigde de volgende voorschriften, inzake areaalgerelateerde betalingen overeenkomstig artikel 47 van verordening 1305/2013 en op grond van die bepaling aangenomen gedelegeerde handelingen, na te leven:
indien hetzij het onder een verbintenis vallende volledige areaal, of een deel ervan, hetzij het gehele bedrijf aan een andere persoon wordt overgedragen gedurende de looptijd van die verbintenis, kan de verbintenis of het deel ervan dat met de areaaloverdracht overeenstemt, voor de resterende looptijd door die andere persoon worden overgenomen of kan zij vervallen, en wordt geen terugbetaling verlangd voor de periode waarin de verbintenis daadwerkelijk is nagekomen;
indien een eindbegunstigde een aangegane verbintenis niet verder kan nakomen omdat zijn bedrijf of een deel daarvan wordt herverkaveld of binnen een ruilverkaveling van overheidswege of een door de bevoegde autoriteiten goedgekeurde ruilverkaveling valt, neemt de subsidieontvanger de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de verbintenis aan de nieuwe bedrijfssituatie worden aangepast.
Artikel 4.18.11 Wijzigingen subsidieverlening
Gedeputeerde Staten trekken de beschikking ambtshalve in of verlagen de subsidie als de subsidieontvanger de in de voorgaande leden bedoelde aanpassingen niet aanvaardt. De subsidie wordt ambtshalve verlaagd tot het bedrag dat overeenstemt met de periode tot het einde van de looptijd van de beschikking.
Artikel 4.18.12 Vaststelling subsidie
Ten aanzien van subsidie die op grond van deze paragraaf wordt verleend maken Gedeputeerde Staten binnen zes maanden na de datum van subsidieverlening de volgende gegevens bekend:
Deze regeling is gebaseerd op en getoetst aan de Catalogus Groenblauwe Diensten. Hiermee is de verleende subsidie toegestane staatssteun omdat het past binnen de Richtsnoeren van de Europese Unie voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden 2014-2020.
Artikel 4.18.15 Looptijd regeling
Deze paragraaf is geldig tot 31 december 2023, tenzij Gedeputeerde Staten anders besluiten.
Na paragraaf 4.18 wordt paragraaf 4.19 toegevoegd:
Paragraaf 4.19 Procesondersteuning Streekeigen Landschapsbeheer
Het doel van deze subsidieregeling is om georganiseerde groepen inwoners en/of ondernemers te ondersteunen bij de uitvoering van hun bidbook Streekeigen Landschapsbeheer. Het gaat om ondersteunende werkzaamheden die direct te relateren zijn aan de uitvoering van het bidbook Streekeigen Landschapsbeheer. Voor het opstellen en uitvoeren van de bidbook Streekeigen landschapsbeheer en de daaraan gerelateerde beheeractiviteiten, kan gebruik gemaakt worden van respectievelijk paragraaf 4.10 en paragraaf 4.18.
Artikel 4.19.1 Begripsbepalingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
bidbook Streekeigen Landschapsbeheer: plan dat door een georganiseerde groep inwoners of ondernemers is opgesteld voor streekeigen landschapsbeheer. In dit plan wordt in beeld gebracht wat er nodig is voor het landschapsbeheer in de woon- of werkomgeving. Het plan beschrijft de wensen en eisen van, voor en door het gebied voor het toekomstige streekeigen landschapsbeheer;
landschapselement: bestaande landschappelijke beplantingen, routes, waterlopen, reliëfs etc., die bijdragen aan de karakteristieke kenmerken van een landschap. De oorspronkelijke functie van bijvoorbeeld perceelbegrenzing, houtproductie en veedrinkplaats heeft het veelal geheel of deels verloren, maar het vormt nog steeds een belangrijke habitat voor soorten waaronder vogels, insecten en amfibieën en is voor de biodiversiteit van grote meerwaarde;
Artikel 4.19.2 Subsidiabele activiteiten
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor ondersteunende activiteiten voor de uitvoering van een bidbook Streekeigen Landschapsbeheer.
Toelichting: Voorbeelden van ondersteunende activiteiten zijn het houden van informatiebijeenkomsten, het voeren van keukentafelgesprekken, contractbeheer, financiële administratie, monitoring, rapportages, opstellen van informatiemateriaal en het organiseren van schouwen in het gebied.
Artikel 4.19.4 Hoogte van de subsidie
Artikel 4.19.5 Subsidiabele kosten
In afwijking van artikel 1.1.6 eerste lid zijn de vergoedingen voor de inzet in uren van vrijwilligers wel subsidiabel tegen een maximum tarief van € 15,- per uur.
Artikel 4.19.6 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
Artikel 4.19.7 Subsidieplafond
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond vast voor de looptijd van de regeling.
Artikel 4.19.8 Weigeringsgronden
In aanvulling op artikel 1.1.7 weigeren Gedeputeerde Staten de subsidie indien de te verstrekken subsidie minder dan € 30.000,- bedraagt.
Deze paragraaf is geldig tot 31 december 2023, tenzij Gedeputeerde Staten anders besluiten.
Paragraaf 5.5 Slimme en duurzame mobiliteit Overijssel
‘1 juli 2021’ wordt vervangen door: 31 december 2021.
Paragraaf 5.8 Voucherregeling thuiswerkplannen
‘1 juli 2021’ wordt vervangen door: 31 december 2021.
Na paragraaf 5.9 wordt een nieuwe paragraaf 5.10 toegevoegd.
Paragraaf 5.10 Scan verduurzaming wagenpark
Algemene toelichting: De provincie Overijssel wil bijdragen aan het verduurzamen van het goederenvervoer over de weg. Verduurzaming van goederenvervoer kan onder andere door de inzet van zero emissie vrachtvoertuigen. Denk bijvoorbeeld aan de inzet van elektrische bestelbussen, maar ook aan schonere kleine vrachtvoertuigen op LNG, CNG of waterstof.
Er zijn inmiddels tal van mogelijkheden voor ondernemers voor schoner wegvervoer, maar het is niet altijd even duidelijk welke oplossing de juiste is, welke stappen moeten worden ondernomen en welke gevolgen dit heeft voor de dagelijkse werkwijze. Met de ZEV-scan kan inzichtelijk worden gemaakt hoe een ondernemer de transitie kan maken naar duurzaam vrachtvervoer over de weg.
Artikel 5.10.1 Begripsbepalingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
Artikel 5.10.2 Subsidiabele activiteiten
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor het uitvoeren van een ZEV-scan ten behoeve van de verduurzaming van een wagenpark vrachtvervoer.
Een aanvraag voor subsidie voldoet aan de volgende criteria:
Artikel 5.10.4 Hoogte van de subsidie
De subsidie bedraagt 75% van de subsidiabele kosten met een minimum van € 500,- en maximum van € 3.000,- per aanvraag.
Artikel 5.10.5 Subsidiabele kosten
Uitsluitend de kosten van een door een derde uit te voeren ZEV-scan zijn overeenkomstig artikel 1.1.5 derde lid subsidiabel.
Artikel 5.10.6 Indieningstermijn aanvraag tot subsidieverlening
In afwijking van artikel 1.2.2 geldt dat een aanvraag om subsidie kan worden ingediend vanaf 1 juni 2021 9.00 uur.
Artikel 5.10.7 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
De aanvrager maakt bij de aanvraag gebruik van het aanvraagformulier Scan verduurzaming wagenpark.
Toelichting: De opdrachtbevestiging of getekende offerte mag ook verstrekt zijn onder voorbehoud van deze subsidieverlening.
Artikel 5.10.8 Subsidieplafond
Gedeputeerde Staten stellen een subsidieplafond vast voor het tijdvak 1 juni 2021 tot en met 30 november 2022.
Artikel 5.10.9 Verplichtingen subsidieontvanger
In aanvulling op artikel 1.4.1 tot en met 1.4.7 is de subsidieontvanger verplicht om de ZEV-scan, binnen zes maanden na start te hebben uitgevoerd.
Artikel 5.10.10 Weigeringsgronden
In afwijking van artikel 1.1.7 tweede lid, weigeren Gedeputeerde Staten de subsidie indien:
Artikel 5.10.11 Looptijd van de regeling
Deze paragraaf is geldig tot 1 december 2022, tenzij Gedeputeerde Staten anders besluiten.
Na paragraaf 5.10 wordt een nieuwe paragraaf 5.11 toegevoegd:
Paragraaf 5.11 Stimuleren slim en duurzaam vrachtvervoer
Algemene toelichting: De provincie Overijssel wil bijdragen aan slimme logistieke oplossingen, die leiden tot minder transportbewegingen met vrachtwagens en bestelbussen over de weg. Er zijn tal van mogelijkheden voor ondernemers zoals route optimalisatie, samenwerkingen en efficiënte planning. Met de subsidie slim en duurzaam vrachtvervoer wil de provincie ondernemers ondersteunen bij ondersteuning, welke gericht zijn op de opstart van nieuwe initiatieven.
Artikel 5.11.1 Begripsbepalingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
Artikel 5.11.2 Subsidiabele activiteiten
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor de volgende activiteiten die slim en duurzaam vrachtvervoer in Overijssel stimuleren:
Een aanvraag voor subsidie voldoet aan de volgende criteria:
Artikel 5.11.4 Hoogte van de subsidie
De subsidie bedraagt maximaal 75% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 5.000,- per aanvraag.
Artikel 5.11.5 Subsidiabele kosten
Alleen de kosten van derden als bedoeld in artikel 1.1.5 derde lid zijn subsidiabel.
Artikel 5.11.6 Indieningstermijn aanvraag tot subsidieverlening
In afwijking van artikel 1.2.2 geldt dat een aanvraag om subsidie kan worden ingediend vanaf 1 juni 2021 9.00 uur.
Artikel 5.11.7 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
Artikel 5.11.8 Subsidieplafond
Gedeputeerde Staten stellen een subsidieplafond vast voor het tijdvak 1 juni 2021 tot en met 30 november 2022.
Artikel 5.11.9 Verplichtingen subsidieontvanger
In aanvulling op artikel is de subsidieontvanger verplicht:
Artikel 5.11.10 Looptijd van de regeling
Deze paragraaf is geldig tot 1 december 2022, tenzij Gedeputeerde Staten anders besluiten.
Paragraaf 7.2 Restauratie Rijksmonumenten
De Algemene toelichting komt als volgt te luiden:
Met ingang van 2012 heeft het Rijk middelen voor de restauratie van rijksmonumenten overgedragen aan de provincies. Deze regeling is daar een uitwerking van. Deze regeling is staatssteunproof. De Nationale Monumentenregeling kan gebruikt worden voor steun aan monumenten. Steunmaatregelen op basis van deze regeling hoeven niet aangemeld te worden bij de Europese Commissie.
Het begrip ‘energiebesparende maatregelen’ vervalt.
Het begrip ‘energieonderzoek’ vervalt.
Het begrip ‘herbestemming’ vervalt.
Het begrip ‘herbouwwaarde’ vervalt.
Bij het begrip ‘restauratieplan’ komt ‘- indien van toepassing: een overzicht van de uit te voeren energiebesparende maatregelen’ te vervallen.
Het begrip ‘rijksmonument’ komt als volgt te luiden:
Het begrip ‘woonhuis’ vervalt.
Artikel 7.2.2 Subsidiabele activiteiten
Het artikel komt als volgt te luiden:
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor de restauratie van een rijksmonument.
Lid 1 sub c komt als volgt te luiden:
Lid 1 sub f komt als volgt te luiden:
Artikel 7.2.4 Hoogte van de subsidie
Het artikel komt als volgt te luiden:
De subsidie bedraagt maximaal 70% van de subsidiabele kosten.
Artikel 7.2.5 Subsidiabele kosten
Het artikel komt als volgt te luiden:
In afwijking van artikel 1.1.5 is voor de berekening van de subsidiabele kosten artikel 4 van de Sim en de bijbehorende Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten 2013 van de Sim van toepassing.
Artikel 7.2.6 Indieningstermijn aanvraag
Lid 1 komt als volgt te luiden:
In afwijking van artikel 1.2.2 geldt dat een aanvraag voor subsidie kan worden ingediend vanaf 5 juli en ontvangen moet zijn uiterlijk op 1 september voor 17:00 uur van het betreffende kalenderjaar.
Artikel 7.2.7 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
Lid 2 sub c komt als volg te luiden:
Toelichting: dit begrotingsformat is te vinden op de website van Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (https://www.cultureelerfgoed.nl/onderwerpen/subsidie-instandhouding-rijksmonumenten/aanvraag-instandhoudingssubsidie-voorbereiden).
Lid 2 sub l komt te vervallen.
Artikel 7.2.9 Volgorde van behandeling
De toelichting op lid 1 vervalt.
De scoretabel komt er als volgt uit te zien:
Artikel 7.2.11 Weigeringsgronden
Lid 1 sub b komt als volgt te luiden:
na artikel 7.2.11 wordt een nieuw artikel 7.2.12 toegevoegd, deze luidt als volgt:
Artikel 7.2.12 Verplichtingen subsidieontvanger
In aanvulling op de artikelen 1.4.1 tot en met 1.4.7 is de subsidieontvanger verplicht om voorafgaand de start van de activiteit, een startgesprek te hebben met een adviseur van het Oversticht of de Rijksdienst.
Paragraaf 7.4 Versterking productieaanbod Overijssel
Paragraaf 7.11 Nieuwe makers Overijssel
Na paragraaf 7.16 wordt een nieuwe paragraaf 7.17 ingevoegd:
Paragraaf 7.17 Versterking maakklimaat kunst en cultuur Overijssel
Het doel van de regeling is het duurzaam versterken van het professionele maakklimaat voor kunst en cultuur in Overijssel waarmee de regionale infrastructuur wordt versterkt. Met de regeling stimuleert de provincie de ontwikkeling van activiteitenprogramma’s in toekomstbestendige netwerken en georganiseerde verbanden van (culturele) organisaties en makers in het middensegment. De provincie biedt daarbij de mogelijkheid om flexibel in te spelen op actuele ontwikkelingen.
Artikel 7.17.1 Begripsbepalingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
artistieke kwaliteit: de kwaliteit van de artistieke ambities, uitgangspunten en de uitwerking daarvan, op basis van vakmanschap, zeggingskracht en originaliteit.
Toelichting: Artistieke kwaliteit blijkt uit het vakmanschap van de deelnemers, en de originaliteit en de te verwachten zeggingskracht van de activiteiten. Daarvoor is het noodzakelijk dat in de aanvraag duidelijk wordt gemaakt vanuit welke inhoudelijke visie de artistieke activiteiten gestalte krijgen. De combinatie van ambachtelijke vaardigheden en visie vormen het vakmanschap van de kunstenaar. Zeggingskracht ontstaat uit het vakmanschap plus wat wel de ‘noodzaak' of ‘urgentie' van een artistieke activiteit genoemd wordt. Bij originaliteit gaat het om de mate waarin de activiteiten zich in artistieke en conceptuele zin onderscheiden van het overige aanbod in de culturele sector.
maatschappelijke impact: het effect van de activiteiten waarbij de culturele waarde, de netwerkwaarde en de waarde voor publiek/inwoners (bijvoorbeeld via het sociaal domein) worden gewogen.
Toelichting: bij culturele waarde gaat het om het vergroten van de ontwikkeling van makers, het aantrekken, behouden en benutten van de professionele kunstmakers en artiesten in Overijssel, om nieuw professioneel cultureel aanbod, om de bijdrage aan de uitwisseling tussen makers, culturele instellingen en het onderwijs, de bijdrage aan het gebruik van de bestaande podia en overige presentatieplekken en het vergroten van de interactie met en bereik van publiek (fysiek en digitaal).
Bij netwerkwaarde gaat het om de bijdrage aan vitale netwerken tussen makers, organisaties, scholen, publiek in Overijssel, de bijdrage aan de ontwikkeling van de culturele sector in de stedelijke regio en de provincie Overijssel, de bijdrage aan de culturele sector en de professionele culturele netwerken in Nederland en eventueel de bijdrage aan de culturele sector en culturele netwerken buiten Nederland.
middensegment: een diverse verzameling van professionele makers, culturele organisaties, productieplekken, podia en presentatieplekken in het weefsel tussen de lokale kunstinitiatieven, broedplaatsen en opleidingen en de ‘top’ instellingen.
Toelichting: in dat middensegment speelt zich met name af het - vaak samen - maken van nieuw aanbod, het begeleiden van makers, de ontwikkeling van talent in de professionele kunsten, experimenteren en presenteren, om zo de basis met de top te verbinden.
Artikel 7.17.2 Subsidiabele activiteiten
Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken voor meerjarige activiteitenprogramma’s ter versterking van het professioneel maakklimaat voor kunst en cultuur in Overijssel.
Artikel 7.17.4 Hoogte van de subsidie
Artikel 7.17.5 Indieningstermijn aanvraag tot subsidieverlening
Toelichting: Omdat het een tenderregeling is, is het voor de gelijktijdige beoordeling nodig dat alle stukken voor de sluiting van de aanvraagtermijn ingediend zijn. Na de sluitingsdatum is er alleen ruimte voor het herstel van administratieve kleinigheden die niet inhoudelijk van aard zijn, zoals een handtekening of een bankrekeningnummer.
Artikel 7.17.6 Aanvullende stukken bij de aanvraag tot subsidieverlening
In aanvulling op artikel 1.2.1 tweede lid overlegt de aanvrager bij de aanvraag om subsidie als bedoeld in artikel 7.17.2 een meerjarig activiteitenplan.
Toelichting: zie artikel 7.17.3, derde lid, voor de eisen waaraan een meerjarig activiteitenprogramma moet voldoen om voor subsidie in aanmerking te komen.
Artikel 7.17.7 Subsidieplafond
Gedeputeerde Staten stellen een meerjarig subsidieplafond vast voor de periode 25 mei 2021 tot en met 31 december 2024.
Artikel 7.17.8 Volgorde van behandeling
Bij een gelijke totaalscore wordt prioriteit gegeven aan een aanvraag die het beste scoort op onderdeel 1, daarna zonodig op onderdeel 2 en als dan nog sprake is van een gelijke score, op onderdeel 3. Indien in dat geval nog steeds sprake is van een gelijke score, vindt loting tussen die betreffende aanvragen plaats.
Artikel 7.17.9 Adviescommissie
Gedeputeerde Staten leggen een volledige aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 7.17.2 ter advies voor aan de Adviescommissie Cultuur die binnen zes weken een advies aan Gedeputeerde Staten uitbrengt. Indien nodig kan deze termijn door Gedeputeerde Staten met een termijn van maximaal twee weken worden verlengd.
Artikel 7.17.10 Weigeringsgronden
In aanvulling op artikel 1.1.7 weigeren Gedeputeerde Staten de subsidie indien:
de aanvrager een BIS-instelling betreft of een instelling betreft die zich primair bezig houdt met activiteiten op gebied van cultuureducatie, cultuurparticipatie, erfgoed, bibliotheken, festivals of evenementen.
Toelichting: Gedeputeerde Staten willen met deze regeling het professionele maakklimaat in het middensegment van de culturele sector versterken en vinden het daarom belangrijk dat aanvragers uit dit middensegment afkomstig zijn. De onder a. genoemde partijen kunnen wel in het activiteitenprogramma participeren.
Artikel 7.17.11 Verplichtingen subsidieontvanger
In aanvulling op de artikelen 1.4.1, 1.4.2, 1.4.3, 1.4.6 en 1.4.7 is de subsidieontvanger verplicht:
Artikel 7.17.12 Tussenrapportage
Overeenkomstig artikel 1.4.3 overlegt de subsidieontvanger jaarlijks vóór 1 juni een tussenrapportage. De tussenrapportages worden voor een begeleidingsadvies voorgelegd aan de adviescommissie Cultuur, die binnen zes weken advies geeft.
Artikel 7.17.13 Vaststelling subsidie
In afwijking van artikel 1.5.2. dient de subsidieontvanger een verzoek tot vaststelling van de subsidie in bij Gedeputeerde Staten binnen een zes maanden na beëindiging van de periode waarvoor de subsidie is verstrekt. Hierbij overlegt de subsidieontvanger tevens een inhoudelijke eindrapportage, waarin wordt aangegeven of en op welke wijze de activiteiten of de samenwerking na afloop van de projectperiode worden voortgezet.
Artikel 7.17.14 Looptijd van de regeling
Deze paragraaf is geldig tot en met 31 december 2024, tenzij Gedeputeerde Staten anders besluiten.
Het besluit treedt in werking 1 dag na publicatie in het Provinciaal Blad.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2021-3868.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.