Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 11 mei 2021 tot wijziging van de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant, in verband met de aanpak van invasieve exoten (Zeventiende wijziging Subsidieregeling natuur Noord-Brabant)

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

 

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

 

Overwegende dat het wenselijk is de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant te wijzigen in verband met het toevoegen van een tweetal nieuwe paragrafen aangaande invasieve exoten;

 

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Artikel I Wijziging Subsidieregeling natuur Noord-Brabant

 

De Subsidieregeling natuur Noord-Brabant wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

Onder vernummering van § 12, inhoudende de artikelen 12.1 tot en met 12.4, tot § 14, inhoudende de artikelen 14.1 tot en met 14.4, worden twee paragrafen ingevoegd, luidende:

 

§ 12 Samenwerking bestrijding invasieve exoten

Artikel 12.1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

Asv: Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

invasieve exoten: exoten die wanneer zij zich gevestigd hebben of zouden vestigen in de Nederlandse natuur:

  • a.

    een gevaar kunnen opleveren voor het voortbestaan van dier- of plantensoorten die van nature in Nederland voorkomen; of

  • b.

    een aanmerkelijke verslechtering kunnen veroorzaken van omstandigheden die voor het voortbestaan van soorten als bedoeld in onderdeel a noodzakelijk zijn;

Natura 2000-gebied: gebied als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet natuurbescherming.

 

Artikel 12.2 Doelgroep

  • 1.

    Subsidie op grond van deze paragraaf kan worden aangevraagd door:

    • a.

      rechtspersonen;

    • b.

      een samenwerkingsverband van rechtspersonen en natuurlijke personen.

  • 2.

    Indien een samenwerkingsverband als bedoeld in het eerste lid geen rechtspersoonlijkheid bezit:

    • a.

      wordt subsidie aangevraagd door een deelnemer van het samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid; en

    • b.

      draagt het project de instemming van alle deelnemers van het samenwerkingsverband, blijkend uit een samenwerkingsverklaring.

Artikel 12.3 Subsidievorm

Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze paragraaf projectsubsidies in de vorm van een geldbedrag.

 

Artikel 12.4 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op:

  • a.

    de samenwerking tussen twee of meer grondeigenaren bij de bestrijding en beheersing van een of meer invasieve exoten op een of meer locaties;

  • b.

    het opstellen van een projectplan voor een gezamenlijk uitvoeringsproject.

Artikel 12.5 Weigeringsgronden

Subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    reeds voor indiening van de aanvraag begonnen is met de uitvoering van het project;

  • b.

    voor het project reeds subsidie is verstrekt op grond van deze of een andere provinciale regeling;

  • c.

    het project wordt uitgevoerd in een Natura 2000-gebied.

Artikel 12.6 Subsidievereisten

Om voor subsidie in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    het project wordt uitgevoerd in de provincie Noord-Brabant;

  • b.

    het project wordt uitgevoerd door meerdere grondeigenaren;

  • c.

    het project is gericht op de soorten invasieve exoten zoals opgenomen in bijlage 10 behorende bij deze regeling;

  • d.

    het project wordt uitgevoerd op grond die in eigendom of in erfpacht is van een of meer subsidieaanvragers, blijkend uit het projectplan of heeft toestemming van de eigenaar van de betreffende grond;

  • e.

    de bestrijding of beheersing van exoten vindt niet plaats met chemische bestrijdingsmiddelen;

  • f.

    de bestrijdingsmethode is aantoonbaar effectief;

  • g.

    aan het project ligt een projectplan ten grondslag waarin in ieder geval is opgenomen:

    • 1°.

      op welke wijze wordt voldaan aan de vereisten in deze paragraaf;

    • 2°.

      welke maatregelen met welk doel zullen worden getroffen en welk effect van deze maatregelen, ook in samenhang bezien, wordt verwacht;

    • 3°.

      op welke wijze kennis wordt overgedragen over de aanpak en resultaten van het project;

    • 4°.

      een sluitende en realistische begroting;

    • 5°.

      een realistische planning.

Artikel 12.7 Subsidiabele kosten

  • 1.

    Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen alle kosten voor subsidie in aanmerking.

  • 2.

    Indien kosten, bedoeld in het eerste lid, arbeids- of personeelsuren van de subsidieaanvrager betreffen, past de subsidieaanvrager de berekeningswijze, genoemd in artikel 3, eerste lid, onder c, van de kostenregeling toe en hanteert daarbij ingevolge artikel 6, tweede lid, van die regeling, een uurtarief van:

    • a.

      € 60 voor werkzaamheden op MBO-niveau;

    • b.

      € 90 voor werkzaamheden op HBO-niveau;

    • c.

      € 110 voor werkzaamheden op WO-niveau.

  • 3.

    Indien werkzaamheden, uitgevoerd worden door derden, bedraagt het maximum € 120 per uur, inclusief btw.

  • 4.

    Indien werkzaamheden, uitgevoerd worden door vrijwilligers, stagiaires of studenten, bedraagt het maximum € 5,00 per uur.

Artikel 12.8 Niet subsidiabele kosten

In afwijking van artikel 12.7 komen de volgende kosten niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    kosten gemaakt voor indiening van de subsidieaanvraag;

  • b.

    kosten van regulier onderhoud;

  • c.

    kosten voor de aanschaf van materiaal;

  • d.

    wettelijke taken.

Artikel 12.9 Aanvraagtijdvak

Subsidieaanvragen worden ingediend van 1 juni 2021 tot en met 30 november 2021.

 

Artikel 12.10 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor de periode, genoemd in artikel 12.9 vast op € 250.000.

 

Artikel 12.11 Subsidiehoogte

De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal 75% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 40.000.

 

Artikel 12.12 Verdelingswijze

  • 1.

    Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2.

    Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 3.

    Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting, in aanwezigheid van een notaris en ten minste twee onafhankelijke waarnemers.

  • 4.

    De trekking wordt schriftelijk vastgelegd door de notaris, waarbij de aanvragen van hoog naar laag worden gerangschikt in volgorde van trekking.

  • 5.

    De subsidie wordt verdeeld over opeenvolgende aanvragen in de rangschikking die volledig gehonoreerd kunnen worden.

Artikel 12.13 Verplichtingen van de subsidieontvanger

De subsidieontvanger:

  • a.

    start het project binnen drie maanden na datum van verlening van de subsidie;

  • b.

    rondt het project uiterlijk twee jaar na datum van verlening van de subsdie af;

  • c.

    overlegt jaarlijks een tussentijds voortgangsverslag indien de periode van uitvoering van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt meer dan twaalf maanden bedraagt;

  • d.

    overlegt binnen drie maanden na oplevering van het project in de vorm

  • a.

    van een beschrijving de resultaten van het project aan Gedeputeerde Staten;

  • e.

    maakt de bevindingen en resultaten van het project toegankelijk voor derden.

Artikel 12.14 Verantwoording

Bij subsidies van € 25.000 tot € 125.000 toont de subsidieontvanger bij de aanvraag tot subsidievaststelling aan dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend zijn verricht en dat de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door middel van de volgende bewijsstukken:

  • a.

    een activiteitenverslag;

  • b.

    foto- of videomateriaal van de situatie voor en na het project.

Artikel 12.15 Bevoorschotting en betaling

  • 1.

    Gedeputeerde Staten verstrekken een voorschot van 80% van het verleende subsidiebedrag.

  • 2.

    Het voorschot, bedoeld in het eerste lid, wordt in een keer betaald.

§ 13 Bestrijding invasieve exoten Natura-2000

Artikel 13.1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

Asv: Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

invasieve exoten: exoten die wanneer zij zich gevestigd hebben of zouden vestigen in de Nederlandse natuur:

  • a.

    een gevaar kunnen opleveren voor het voortbestaan van dier- of plantensoorten die van nature in Nederland voorkomen; of

  • b.

    een aanmerkelijke verslechtering kunnen veroorzaken van omstandigheden die voor het voortbestaan van soorten als bedoeld in onderdeel a noodzakelijk zijn;

Natura 2000-gebied: gebied als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet natuurbescherming.

 

Artikel 13.2 Doelgroep

  • 1.

    Subsidie op grond van deze paragraaf kan worden aangevraagd door:

    • a.

      rechtspersonen;

    • b.

      een samenwerkingsverband van rechtspersonen en natuurlijke personen.

  • 2.

    Indien een samenwerkingsverband als bedoeld in het eerste lid geen rechtspersoonlijkheid bezit:

    • a.

      wordt subsidie aangevraagd door een deelnemer van het samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid; en

    • b.

      draagt het project de instemming van alle deelnemers van het samenwerkingsverband, blijkend uit een samenwerkingsverklaring.

Artikel 13.3 Subsidievorm

Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze paragraaf projectsubsidies in de vorm van een geldbedrag.

 

Artikel 13.4 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op de bestrijding en beheersing van een of meer invasieve exoten op een of meer locaties.

 

Artikel 13.5 Weigeringsgronden

Subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    reeds voor indiening van de aanvraag begonnen is met de uitvoering van het project;

  • b.

    voor het project reeds subsidie is verstrekt op grond van deze of een andere provinciale regeling.

Artikel 13.6 Subsidievereisten

Om voor subsidie in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    het project wordt uitgevoerd in de provincie Noord-Brabant;

  • b.

    het project is gericht op de bestrijding en beheersing van invasieve exoten in Natura 2000-gebieden;

  • c.

    het project is gericht op de soorten invasieve exoten zoals opgenomen in bijlage 10 behorende bij deze regeling;

  • d.

    het project wordt uitgevoerd op grond die in eigendom of in erfpacht is van een of meer subsidieaanvragers, blijkend uit het projectplan of heeft toestemming van de eigenaar van de betreffende grond;

  • e.

    de bestrijding of beheersing van exoten vindt niet plaats met chemische bestrijdingsmiddelen;

  • f.

    de bestrijdingsmethode is aantoonbaar effectief;

  • g.

    aan het project ligt een projectplan ten grondslag waarin in ieder geval is opgenomen:

    • 1°.

      op welke wijze wordt voldaan aan de vereisten in deze paragraaf;

    • 2°.

      welke maatregelen met welk doel zullen worden getroffen en welk effect van deze maatregelen, ook in samenhang bezien, wordt verwacht;

    • 3°.

      op welke wijze kennis wordt overgedragen over de aanpak en resultaten van het project;

    • 4°.

      een sluitende en realistische begroting;

    • 5°.

      een realistische planning.

Artikel 13.7 Subsidiabele kosten

  • 1.

    Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen alle kosten voor subsidie in aanmerking.

  • 2.

    Indien kosten, bedoeld in het eerste lid, arbeids- of personeelsuren van de subsidieaanvrager betreffen, past de subsidieaanvrager de berekeningswijze, genoemd in artikel 3, eerste lid, onder c, van de kostenregeling toe en hanteert daarbij ingevolge artikel 6, tweede lid, van die regeling, een uurtarief van:

    • a.

      € 60 voor werkzaamheden op MBO-niveau;

    • b.

      € 90 voor werkzaamheden op HBO-niveau;

    • c.

      € 110 voor werkzaamheden op WO-niveau.

  • 3.

    Indien werkzaamheden, uitgevoerd worden door derden, bedraagt het maximum € 120 per uur, inclusief btw.

  • 4.

    Indien werkzaamheden, uitgevoerd worden door vrijwilligers, stagiaires of studenten, bedraagt het maximum € 5,00 per uur.

Artikel 13.8 Niet subsidiabele kosten

In afwijking van artikel 13.7 komen de volgende kosten niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    kosten gemaakt voor indiening van de aanvraag;

  • b.

    kosten van regulier onderhoud;

  • c.

    kosten voor de aanschaf van materiaal;

  • d.

    wettelijke taken.

Artikel 13.9 Aanvraagtijdvak

Subsidieaanvragen worden ingediend van 1 juni 2021 tot en met 30 november 2021.

 

Artikel 13.10 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor de periode, genoemd in artikel 13.9 vast op € 175.000.

 

Artikel 13.11 Subsidiehoogte

De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal 75% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 40.000.

 

Artikel 13.12 Verdelingswijze

  • 1.

    Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2.

    Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 3.

    Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting, in aanwezigheid van een notaris en ten minste twee onafhankelijke waarnemers.

  • 4.

    De trekking wordt schriftelijk vastgelegd door de notaris, waarbij de aanvragen van hoog naar laag worden gerangschikt in volgorde van trekking.

  • 5.

    De subsidie wordt verdeeld over opeenvolgende aanvragen in de rangschikking die volledig gehonoreerd kunnen worden.

Artikel 13.13 Verplichtingen van de subsidieontvanger

De subsidieontvanger:

  • a.

    start het project binnen drie maanden na datum van verlening van de subsidie;

  • b.

    rondt het project uiterlijk twee jaar na datum van verlening van de subsidie af;

  • c.

    overlegt jaarlijks een tussentijds voortgangsverslag indien de periode van uitvoering van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt meer dan twaalf maanden bedraagt;

  • d.

    maakt de bevindingen en resultaten van het project toegankelijk voor derden.

Artikel 13.14 Verantwoording

Bij subsidies van € 25.000 tot € 125.000 toont de subsidieontvanger bij de aanvraag tot subsidievaststelling aan dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend zijn verricht en dat de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door middel van de volgende bewijsstukken:

  • a.

    een activiteitenverslag;

  • b.

    foto- of videomateriaal van de situatie voor en na het project.

Artikel 13.15 Bevoorschotting en betaling

  • 1.

    Gedeputeerde Staten verstrekken een voorschot van 80% van het verleende subsidiebedrag.

  • 2.

    Het voorschot, bedoeld in het eerste lid, wordt in een keer betaald.

B.

Na bijlage 9, behorende bij de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant, wordt bijlage 1 behorende bij deze regeling ingevoegd.

Artikel II Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

 

’s-Hertogenbosch, 11 mei 2021

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter,

mr. I.R. Adema

de secretaris,

drs. M.J.A. van Bijnen MBA

Bijlage 1 behorende bij artikel I, onder B, van de Zeventiende wijziging Subsidieregeling natuur Noord-Brabant

 

Bijlage 10 als bedoeld in artikelen 12.6 en 13.6 van de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant

 

Lijst invasieve exoten

Landplanten

Aziatische duizendknopen *

Fluweelboom (en overige populaties woekerende tuin- en cultuurplanten) *

Hemelboom

Trosbosbes *

Reuzenbalsemien

Reuzenberenklauw

Zijdeplant

 

Water- en oeverplanten

Grote waternavel

Ongelijkbladig vederkruid

Parelvederkruid

Schijngenadekruid *

Smalle waterpest

Watercrassula *

Waterhyacint

Waterteunisbloem

Waterwaaier

 

Zoogdieren

Beverrat

Muntjak

Muskusrat

Siberische grondeekhoorn

Wasbeer

Wasbeerhond

 

Vogels

Nijlgans

Rosse stekelstaart

 

Reptielen/amfibieën

Lettersierschildpad: ondersoorten:

  • Geelbuikschildpad

  • Geelbuikschildpad

  • Roodwangschildpad

 

Insecten

Aziatische hoornaar

 

Vissen

Amerikaanse hondsvis *

Amoergrondel

Blauwband

Zonnebaars

 

*Brabantse probleemsoorten

 

 

Toelichting behorende bij de Zeventiende wijziging Subsidieregeling natuur Noord-Brabant

 

I. Algemeen

Door deze wijziging van de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant worden twee paragrafen opgenomen aangaande de aanpak van invasieve exoten. Het gaat daarbij zowel om het bestrijden als het beheersbaar houden van invasieve exoten. In de nieuwe paragrafen 13 en 14 wordt onderscheid gemaakt tussen de aanpak waarbij wordt samengewerkt door grondeigenaren buiten Natura 2000-gebied en een paragraaf waarbij ook individuele grondeigenaren subsidie kunnen aanvragen voor de aanpak in Natura 2000-gebieden. Beide paragrafen zijn vooral bedoeld voor situaties waarin bestrijding vanuit ecologisch perspectief zinvol is en gericht op (het behalen van) beheerdoelstellingen ten aanzien van de bescherming en bevordering van inheemse flora en fauna.

 

II. Artikelsgewijs

 

Artikel I (Wijziging Subsidieregeling natuur Noord-Brabant)

 

Onder A

Artikel 12.5 Weigeringsgronden

Dat het project niet mag worden uitgevoerd in Natura 2000-gebieden, neemt niet weg dat het effect van het project wel kan plaatsvinden in Natura 2000-gebied.

 

Artikel 12.6 Subsidievereisten

Onder b

Deze paragraaf is specifiek gericht op samenwerking bij de aanpak van invasieve exoten. Om deze reden dient het project uitgevoerd te worden door meerdere grondeigenaren.

Onder c

Voor een aantoonbaar effectieve bestrijding kan het nodig zijn dat gekeken wordt naar aangrenzende percelen en ook daar activiteiten plaatsvinden.

Onder d

Het is niet noodzakelijk dat het project wordt uitgevoerd op grond van elk van de samenwerkende partijen. Dit kan het geval zijn indien slechts bij één grondeigenaar de invasieve exoot voorkomt. De motivatie voor deelneming aan het project van de andere samenwerkende partij(en) kan dan gelegen zijn in het beheersbaar houden voor zijn eigen grond.

Onder f

Voor een aantoonbaar effectieve bestrijding kan het nodig zijn dat gekeken wordt naar aangrenzende percelen en dat ook daar activiteiten plaatsvinden

 

Artikel 13.6 Subsidievereisten

Onder b

De bestrijding is gericht op invasieve exoten die voorkomen in Natura 2000-gebieden. Het kan voor een effectieve bestrijding nodig zijn dat ook activiteiten plaatsvinden buiten de Natura 2000-gebieden. Dit kan zijn op direct aangrenzende percelen. Ook deze activiteiten en eventuele uitstralingseffecten dienen te worden omschreven in het projectplan.

Onder d

Het is niet noodzakelijk dat het project wordt uitgevoerd op grond van elk van de samenwerkende partijen. Dit kan het geval zijn indien slechts bij één grondeigenaar de invasieve exoot voortkomt. De motivatie voor deelneming aan het project van de andere samenwerkende partij(en) kan dan gelegen zijn in het beheersbaar houden voor zijn eigen grond.

 

Onder f

Voor een aantoonbaar effectieve bestrijding kan het nodig zijn dat gekeken wordt naar aangrenzende percelen en dat ook daar activiteiten plaatsvinden.

 

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

 

de voorzitter,

mr. I.R. Adema

 

de secretaris,

drs. M.J.A. van Bijnen MBA

Naar boven