Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 26 april 2021, houdende regels omtrent het verstrekken van een bijdrage voor de opgaven in de Actie- en Investeringsagenda Coronaherstel (Bijdrageregeling Actie- en Investeringsagenda Coronaherstel Noord-Brabant)

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

 

Gelet op artikel 2 van de Algemene bijdrageverordening Noord-Brabant;

 

Overwegende dat Gedeputeerde Staten voor de versnelling van de opgaven in de Actie- en Investeringsagenda Coronaherstel bijdragen willen verstrekken voor projecten die gericht zijn op de actuele en urgente uitdagingen ten aanzien van digitale bereikbaarheid, weerbare arbeidsmarkt en vitale en duurzame steden;

 

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

 

§ 1 BrabantRing en Brabant Leert

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

Abv: Algemene bijdrageverordening Noord-Brabant;

Actie- en Investeringsagenda Coronaherstel: door de provincie Noord-Brabant en de gemeente Bergen op Zoom, de gemeente Helmond, de gemeente Breda, de gemeente ‘s-Hertogenbosch, de gemeente Eindhoven, de gemeente Helmond, de gemeente Tilburg, de gemeente Meierijstad, de gemeente Oss, de gemeente Oosterhout, de gemeente Uden en de gemeente Waalwijk en de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij gezamenlijk opgestelde en op 2 maart 2021 vastgestelde Actie- en Investeringsagenda Coronaherstel;

project: activiteit of samenhangend geheel van activiteiten die afgebakend zijn in de tijd en gericht op een specifiek eindresultaat.

Artikel 1.2 Doelgroep

Een bijdrage op grond van deze paragraaf kan worden aangevraagd door:

  • a.

    de gemeente Bergen op Zoom;

  • b.

    de gemeente Helmond;

  • c.

    de gemeente Breda;

  • d.

    de gemeente Den Bosch;

  • e.

    de gemeente Eindhoven;

  • f.

    de gemeente Tilburg;

  • g.

    de gemeente Meierijstad;

  • h.

    de gemeente Oss;

  • i.

    de gemeente Oosterhout;

  • j.

    de gemeente Uden;

  • k.

    de gemeente Waalwijk.

Artikel 1.3 Activiteiten die in aanmerking komen voor een bijdrage

Een bijdrage kan worden verstrekt voor projecten gericht op de versnelling van de opgave “BrabantRing” of de opgave “Opschalen Brabant Leert”.

Artikel 1.4 Vereisten voor een bijdrage

Om voor een bijdrage in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    het project wordt uitgevoerd in de provincie Noord-Brabant;

  • b.

    het project is gericht op de versnelling van de opgave “BrabantRing” of de opgave “Brabant Leert”;

  • c.

    het project, bedoeld onder b, is genoemd in de lijst met type 1 projecten, opgenomen in bijlage 1 behorende bij deze regeling;

  • d.

    de projecten gericht op de versnelling van de opgave Brabant Ring passen binnen het kernproject “Versnellen realisatie BrabantRing: open en veilige digitale marktplaats”;

  • e.

    de projecten gericht op de versnelling van de opgave Brabant Leert passen binnen het kernproject “Opschalen Brabant leert: Met Brabant Leert de arbeidsmarkt weerbaarder maken”;

  • f.

    het project is gericht op de actuele en urgente uitdagingen ten aanzien van digitale bereikbaarheid, weerbare arbeidsmarkt of vitale en duurzame steden;

  • g.

    het project wordt gerealiseerd samen met een of meer derden;

  • h.

    het project is gericht op het opzetten van een verdienmodel of heeft maatschappelijke impact;

  • i.

    het project draagt substantieel bij aan het lange termijn groeivermogen van de provincie Noord-Brabant;

  • j.

    het project is gericht op het verbeteren van de concurrentiepositie, de weerbaarheid op de arbeidsmarkt of de inclusiviteit in de desbetreffende gemeente;

  • k.

    de bijdrageontvanger draagt ten minste 50 % van de totale projectkosten bij;

  • l.

    het project kan uiterlijk 31 december 2022 worden afgerond.

Artikel 1.5 Vereisten aanvraag bijdrage

Een aanvraag voor een bijdrage:

  • a.

    wordt ingediend met gebruikmaking van het daartoe door Gedeputeerde Staten vastgestelde format aanvraagformulier;

  • b.

    wordt ingediend van 10 mei 2021 tot en met 15 september 2021;

  • c.

    bevat een projectplan waarin in ieder geval is opgenomen:

    • 1°.

      op welke wijze wordt voldaan aan de vereisten in deze paragraaf;

    • 2°.

      een sluitende en realistische begroting met een kostenraming en dekkingsplan.

Artikel 1.6 Bijdrageplafond

Gedeputeerde Staten stellen het bijdrageplafond voor de periode, genoemd in artikel 1.5, vast op € 1.170.000

Artikel 1.7 Hoogte van de bijdrage

De hoogte van de bijdrage betreft het lumpsumbedrag per project, genoemd in de lijst met type 1 projecten, opgenomen in bijlage 1 behorende bij deze regeling.

Artikel 1.8 Verdelingswijze

De bijdrage wordt verdeeld op grond van de afspraken in de Actie- en Investeringsagenda Coronaherstel.

Artikel 1.9 Verplichtingen van de bijdrageontvanger

  • 1.

    De bijdrageontvanger:

    • a.

      voert het project uit overeenkomstig de afspraken in de Actie- en Investeringsagenda Coronaherstel;

    • b.

      zorgt tijdens en na de uitvoering voor communicatie over het project;

    • c.

      rondt het project uiterlijk 31 december 2022 af;

    • d.

      maakt de bevindingen en resultaten van het project toegankelijk voor derden;

    • e.

      houdt activiteiten die tot stand zijn gekomen met een provinciale bijdrage tenminste vijf jaar na vaststelling van de bijdrage in stand, tenzij Gedeputeerde Staten hiervoor ontheffing verlenen;

    • f.

      zorgt dat de zaak die tot stand is gekomen met een provinciale bijdrage niet binnen een periode van vijf jaar na realisering daarvan wordt vervreemd, verhuurd of met hypotheek of andere zakelijke rechten bezwaard, dan wel geheel of gedeeltelijk aan de in de aanvraag omschreven bestemming wordt onttrokken, tenzij Gedeputeerde Staten hiervoor ontheffing verlenen;

    • g.

      zorgt ervoor dat in publicaties wordt vermeld dat de activiteit geheel of gedeeltelijk met financiële steun van de provincie Noord-Brabant wordt of is gerealiseerd, indien door of namens de bijdrageontvanger een of meer publicaties worden gedaan met betrekking tot de te financieren activiteiten;

    • h.

      overlegt een voortgangsverslag, indien de periode van uitvoering van de activiteiten waarvoor de bijdrage wordt verstrekt meer dan twaalf maanden bedraagt.

  • 2.

    Indien het project wegens onvoorziene omstandigheden niet kan worden afgerond binnen de termijn, genoemd in het eerste lid, onder b, en de bijdrageontvanger verlenging van die termijn wenselijk acht, kan hij uiterlijk de dag voor het verstrijken van die termijn schriftelijk een gemotiveerd verzoek indienen bij Gedeputeerde Staten tot verlenging met maximaal een jaar.

Artikel 1.10 Verantwoording

De bijdrageontvanger toont bij de aanvraag tot vaststelling van de bijdrage aan dat de activiteiten waarvoor de bijdrage is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de bijdrage verbonden verplichtingen is voldaan door middel van:

  • a.

    een activiteitenverslag;

  • b.

    een financieel verslag; en

  • c.

    indien van toepassing een doorkijk naar de toekomst.

Artikel 1.11 Bevoorschotting en betaling

  • 1.

    Gedeputeerde Staten verstrekken een voorschot van 100% van het verleende bijdragebedrag.

  • 2.

    Het voorschot, bedoeld in het eerste lid, wordt in een keer betaald.

Artikel 1.12 Wijze van verstrekken

De bijdrage wordt verleend en op aanvraag vastgesteld op grond van artikel 12, onder c, van de Algemene bijdrageverordening Noord-Brabant.

Artikel 1.13 Evaluatie

Gedeputeerde Staten zenden in 2023 aan Provinciale Staten een verslag over de effecten en doeltreffendheid van deze regeling in de praktijk.

 

§ 2 Slotbepalingen

Artikel 2.1 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 2.2 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Bijdrageregeling Actie- en Investeringsagenda Coronaherstel Noord-Brabant.

 

’s-Hertogenbosch, 26 april 2021

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter

mr. I.R. Adema

de secretaris,

drs. M.J.A. van Bijnen MBA

Bijlage 1 behorende bij artikel 1.4, onder c en artikel 1.7 van de Bijdrageregeling Actie- en Investeringsagenda Coronaherstel Noord-Brabant

 

Type 1 projecten

 

Projecten Brabant Ring SP1

Gemeenten Projecten

Bijdragen

  • 1.

    Eindhoven

    Hybride lesgeven VO in Brainport

€ 175.000

  • 2.

    Bergen op Zoom

    Verkeersmanagement binnenstad: transformatie naar een duurzaam veilige en toegankelijke binnenstad

€ 125.000

 

Projecten Brabant Leert SP2

Gemeenten Projecten

Bijdragen

  • 3.

    Breda

    Hybride leeromgeving BUAS met ‘AI Gaming campus

€ 50.000

  • 4.

    Breda

    Verdubbelaar open batches

€ 20.000

  • 5.

    ’s Hertogenbosch

    Hybride leeromgeving Grasso Grenco

€ 100.000

  • 6.

    Eindhoven of Helmond

    Hybride leeromgevingen Brainport (plan van aanpak masterplan)

€ 50.000

  • 7.

    Tilburg

    Hybride leeromgeving Spoorzone / Mindlabs

€ 100.000

 

  • 8.

    Meierijstad

    Hybride Leeromgeving Leergoed Veghel (Kloosterkwartier; Meierijstad, uitwerken concept

€ 100.000

  • 9.

    Oss

    Hybride leeromgeving Pivot Park

€ 50.000

  • 10.

    Oss

    Verdubbelaar open batches

€ 40.000

  • 11.

    Oss

    Digitale Werkplaatsen Oss (DWO)

€ 60.000

  • 12.

    Oosterhout

    Leren op de werkplek

€ 100.000

  • 13.

    Uden

    Hybride leeromgeving ’t Handelshuys

€ 100.000

 

  • 14.

    Uden

    Verdubbelaar open batches

€ 20.000

 

  • 15.

    Waalwijk

    Ondersteuning ZZP’ers bij ‘roer om’

€ 80.000

 

Toelichting behorende bij de Bijdrageregeling Actie- en Investeringsagenda Coronaherstel Noord-Brabant

 

I. Algemeen deel

 

1.1. Achtergrond

De provincie Noord-Brabant, de B5- en de M7-gemeenten en de BOM hebben een gezamenlijke Actie- en Investeringsagenda Coronaherstel (AIAC) afgesproken als onderdeel van een ‘brede herstelaanpak Corona’. Daarmee beogen de provincie, de gemeenten en de BOM de negatieve gevolgen van COVID-19 te minimaliseren en tegelijkertijd positieve impact te realiseren.

 

De AIAC bevat projecten, die aanhaken op actuele en urgente uitdagingen ten aanzien van digitale bereikbaarheid, weerbare arbeidsmarkt en vitale en duurzame steden. Projecten op deze thema’s kunnen snel starten en daarmee kan snel resultaat worden gerealiseerd. De Actie- en Investeringsagenda beoogt zo een versnelling tot stand te brengen in de realisatie van projecten. Daarmee komt Brabant investerend de Coronacrisis uit en wordt perspectief op herstel geboden.

 

Deze bijdrageregeling biedt Gedeputeerde Staten de mogelijkheid om bijdragen te verstrekken aan projecten uit de AIAC en zo aan de gemaakte samenwerkingsafspraken te voldoen. Het betreft projecten die bijdragen aan de volgende kernprojecten:

  • 1.

    Versnellen realisatie BrabantRing;

  • 2.

    Opschalen Brabant Leert;

  • 3.

    Verduurzamen bestaand Brabants vastgoed;

  • 4.

    Impuls vitale en gezonde (binnen)steden;

  • 5.

    Verbeteren ventilatie en versnellen verduurzamen van scholen;

 

De eerste paragraaf van deze bijdrageregeling betreft de type1 projecten opgenomen in bijlage 4 van de AIAC, onder SP1: “Versnellen realisatie BrabantRing” en SP2: “Opschalen Brabant Leert” en sluiten aan bij de eerste twee genoemde kernprojecten. Het betreft projecten van gemeenten die snel van start kunnen met financiering van de gemeenten zelf en cofinanciering door de provincie. Zo nemen provincie en gemeenten de uitvoering van deze projecten samen ter hand.

 

1.2. Juridisch

Het juridisch kader van deze bijdragen wordt gevormd door de Algemene bijdrageverordening Noord-Brabant (Abv) en deze bijdrageregeling. Provinciale Staten hebben in artikel 2 van de Abv aan Gedeputeerde Staten de bevoegdheid gedelegeerd om nadere regels in de vorm van bijdrageregelingen vast te stellen voor het verstrekken van bijdragen op diverse beleidsterreinen. In deze bijdrageregeling is maatwerk voor de specifieke doelgroepen en de te verstrekken bijdragen vastgelegd, zodat Gedeputeerde Staten over een snel en flexibel instrumentarium beschikken.

 

Deze regeling is uitsluitend van toepassing op publiekrechtelijke rechtspersonen, omdat slechts dan voldaan wordt aan de criteria van artikel 4:21, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht. Verstrekking aan een andere doelgroep is niet mogelijk.

 

Aangezien deze bijdrageregeling is vastgesteld op grond van de Abv, betekent dit dat een aantal aspecten van de verstrekking van de bijdrage niet in de bijdrageregeling zijn vastgelegd, maar in de Abv. In de Abv staat onder meer wat de beslistermijnen zijn voor Gedeputeerde Staten en algemene verplichtingen voor de bijdrageontvanger, zoals de meldingsplicht. Voor een goed begrip van deze bijdrageregeling is dus bestudering van de Abv noodzakelijk.

 

1.3. Staatssteun

Ook bij de verstrekking van bijdragen dient rekening te worden gehouden met de staatssteunregels. Daarbij wordt getoetst of de steun wordt verleend aan een onderneming die een economische activiteit verricht, of de steun door staatsmiddelen wordt bekostigd, of deze staatsmiddelen een economisch voordeel verschaffen, dat niet via normale commerciële weg zou zijn verkregen (non-marktconformiteit), of de maatregel selectief is, dat wil zeggen of het geldt voor één of enkele ondernemingen, een specifieke sector of regio en of de maatregel de mededinging (in potentie) vervalst en (dreigt te) leiden tot een ongunstige beïnvloeding van het handelsverkeer in de EU. Over het algemeen zullen overheidstaken niet worden gekwalificeerd als economische activiteiten.

 

In deze regeling gaan Gedeputeerde Staten ervan uit dat de activiteiten, waarvoor de gemeenten een bijdrage ontvangen, geen economische activiteiten betreffen. Daar waar de gemeenten niet de eindbegunstigden zijn van deze bijdrageregeling zullen zij zelf de Europese staatssteunregels en aanbestedingsregels in acht dienen te nemen.

 

1.4. Meldingsplicht

Artikel 10 van de Abv verplicht de bijdrageontvanger om alle ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op de hoogte van de bijdrage te melden. Hierbij wordt uitgegaan van de voorwaarden en verplichtingen die aan de bijdrage zijn gesteld. De bijdrageontvanger doet onverwijld melding aan Gedeputeerde Staten. Gedeputeerde Staten kunnen hierop naar bevind van zaken handelen. Een dergelijke melding kan leiden tot het intrekken of wijzigen van de bijdrageverlening, het opschorten van voorschotten of het aanpassen van verplichtingen of het lager of zelfs op nihil vaststellen van de bijdrage. De meldingsplicht geldt gedurende het hele proces van bijdrageverstrekking, dus vanaf de bijdrageverlening tot aan de bijdragevaststelling. Indien er geen melding is gedaan en pas bij een aanvraag voor vaststelling of bij een steekproef blijkt dat er wel een melding gedaan had moeten worden, kan dit leiden tot volledige terugvordering inclusief wettelijke rente. In geval van misbruik wordt dit geregistreerd.

 

II. Artikelsgewijs deel

 

Paragraaf 1 BrabantRing en Brabant Leert

 

Artikel 1.9 Verplichtingen van de bijdrageontvanger

Eerste lid Algemeen

Indien de bijdrageaanvrager in deze regeling niet de eindbegunstigde is van de bijdrage dient hij er uiteraard zorg voor te dragen dat aan de Europese regels voor staatssteun wordt voldaan. Deze verplichting geldt reeds rechtstreeks op basis van het Europese recht en is derhalve niet als verplichting opgenomen in artikel 1.9. Hetzelfde geldt voor de regels omtrent aanbestedingen.

Onder c Instandhoudingsplicht

Dit houdt in dat de bijdrageontvanger deugdelijk beheer en onderhoud moet voeren en de activiteit geen belangrijke wijzigingen mag ondergaan die raken aan de aard of uitvoeringsvoorwaarden van die activiteit. De instandhoudingsplicht geldt tot en met vijf jaar na vaststelling van de bijdrage. Tijdens de instandhoudingsplicht hebben Gedeputeerde Staten de mogelijkheid een controlebezoek te houden om te beoordelen of de instandhoudingsverplichting wordt nageleefd.

Onder d Wijzigen rechtstoestand

De rechtstoestand van zaken die met een provinciale bijdrage tot stand zijn gekomen dient dus in principe vijf jaar onveranderd te blijven, tenzij Gedeputeerde Staten menen dat ontheffing van deze verplichting gerechtvaardigd is. De benodigde ontheffing van Gedeputeerde Staten betreft zowel roerende als onroerende zaken. De bijdrageontvanger dient zijn verzoek om ontheffing schriftelijk bij Gedeputeerde Staten in te dienen.

Onder f Voortgangsverslag

Het voortgangsverslag is vormvrij.

 

Artikel 1.10 Verantwoording

Aan het einde van het project vindt verantwoording plaats op basis van een activiteitenverslag. Uit het activiteitenverslag dient te blijken of het project geheel, gedeeltelijk of niet is uitgevoerd. Gedeputeerde Staten kunnen eventueel steekproefsgewijs aanvullende informatie opvragen of ter plekke controleren of de prestatie is verricht.

 

Artikel 1.12 Wijze van verstrekken

De vaststelling van deze bijdragen vindt plaats op aanvraag. De Abv verplicht de bijdrageontvanger binnen 13 weken na het verrichten van de activiteiten de vaststelling aan te vragen. Gedeputeerde Staten beslissen op deze aanvraag eveneens binnen 13 weken.

 

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

 

de voorzitter

mr. I.R. Adema

 

de secretaris,

drs. M.J.A. van Bijnen MBA

Naar boven