Subsidieregeling Stimulering CO2-reductie mkb en oplossingen netcongestie

 

Gedeputeerde Staten van Drenthe;

 

gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening Drenthe 2017;

 

 

BESLUITEN:

 

 

de Subsidieregeling Stimulering CO2-reductie mkb en oplossingen netcongestie vast te stellen.

 

Dit besluit treedt in werking op 3 mei 2021 en vervalt op 31 december 2021.

 

 

Gedeputeerde Staten voornoemd,

 

 

mevrouw drs. J. Klijnsma, voorzitter

W.F. Brenkman MSc, secretaris

 

 

Assen, 20 april 2021

Kenmerk 4.5/2021000728

 

 

Uitgegeven: 30 april 2021

 

 

 

 

Subsidieregeling Stimulering CO2-reductie mkb en oplossingen netcongestie

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

 

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Asv: Algemene subsidieverordening Drenthe 2017;

  • b.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • c.

    De-minimisverordening: Verordening (EU) Nummer 1407/2013 (PbEU 2013, L352/1);

  • d.

    kleingebruikersaansluiting: netaansluiting van 3x80A of kleiner;

  • e.

    kWp: kilowattpiek;

  • f.

    mkb: midden- en kleinbedrijf. Gelijkgesteld aan de kmo-definitie volgens de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV), bijlage I: ondernemingen waar minder dan 250 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet € 50 miljoen en/of het jaarlijkse balanstotaal € 43 miljoen niet overschrijdt;

  • g.

    MWp: megawattpiek;

  • h.

    netcongestie/transportschaarste: het bereiken van de maximale belastbaarheid van het elektriciteitsnet ten gevolge van de groei in netaansluitingen voor duurzame elektriciteitsopwekking, zoals zonne- en windparken;

  • i.

    SDE: de Subsidieregeling Stimulering Duurzame Energieproductie van het Ministerie van EZK. Deze subsidieregeling wordt uitgevoerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

 

Artikel 2 Doel

 

De subsidie heeft tot doel een bijdrage te leveren aan de klimaatdoelstellingen van de provincie Drenthe en om praktische belemmeringen weg te nemen bij het realiseren van duurzame energieopwekking en energiebesparing.

 

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

  •  

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt voor de inhuur van een kennisleverancier.

  • 2.

    De kennisleverancier levert advies ten behoeve van één van de volgende twee categorieën:

    • a.

      categorie 1: alternatieve aansluitmogelijkheden in situaties waarbij realisering van elektriciteitsopwekprojecten belemmeringen ondervinden van de transportschaarste op het elektriciteitsnetwerk;

    • b.

      categorie 2: de haalbaarheid van duurzame energieopwekking en gebouwgebonden energiebesparing.

 

Artikel 4 Doelgroep

 

Subsidie voor activiteiten vallend onder categorie 1 wordt uitsluitend verstrekt aan een rechtspersoon. Subsidie voor activiteiten vallend onder categorie 2 wordt uitsluitend verstrekt aan mkb-ondernemers.

 

Artikel 5 Aanvraag

 

Een aanvraag voor subsidie wordt schriftelijk en ondertekend ingediend met behulp van een door Gedeputeerde Staten vastgesteld aanvraagformulier en gaat vergezeld van de daarop aangegeven bescheiden.

 

Artikel 6 Weigeringsgronden

  •  

  • 1.

    In aanvulling op de weigeringsgronden uit de Asv en Awb wordt een subsidie in ieder geval geweigerd indien:

    • a.

      de aanvrager niet is gevestigd in Drenthe;

    • b.

      het project waarover advies wordt gevraagd, voor zover dit ziet op elektriciteitsopwekking, groter is dan 5 MWp;

    • c.

      het project waarover advies wordt gevraagd, voor zover dit ziet op elektriciteitsopwekking, kleiner is dan 15 kWp;

    • d.

      de ingehuurde kennisleverancier niet staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel (KvK) of een buitenlandse equivalent;

    • e.

      de ingehuurde kennisleverancier niet aantoonbaar beschikt over de benodigde kennis of expertise om de ondernemer met de nieuwe plannen te ondersteunen;

    • f.

      de ingehuurde kennisleverancier in de afgelopen twaalf maanden op de loonlijst van de aanvrager of van een moeder-, dochter- of zusteronderneming van de aanvrager heeft gestaan;

    • g.

      de ingehuurde kennisleverancier in de afgelopen twaalf maanden is ontstaan uit de onderneming van de aanvrager;

    • h.

      de ingehuurde kennisleverancier een moeder-, dochter- of zusteronderneming van de aanvrager is;

    • i.

      de ingehuurde kennisleverancier een direct familielid (1e graad) van de aanvrager is;

    • j.

      de aanvrager eerder voor hetzelfde aansluitadres binnen dezelfde categorie subsidie heeft ontvangen;

    • k.

      de aanvrager voor dezelfde activiteit/hetzelfde project reeds een provinciale subsidie heeft ontvangen.

  • 2.

    Aanvullend op de weigeringsgronden genoemd in het eerste lid wordt een subsidie voor een advies in categorie 1 ook geweigerd indien:

    • a.

      de aanvrager een kleingebruikersaansluiting heeft;

    • b.

      het elektriciteitsopwekproject zich bevindt in de ideevormingsfase en nog niet toe is aan realisatie.

  • 3.

    Aanvullend op de weigeringsgronden genoemd in het eerste lid wordt een subsidie voor een advies in categorie 2 ook geweigerd indien de inhuur van kennis is gericht op energieopwekking via zon op land of windmolens.

 

Artikel 7 Toetsingscriteria

  •  

  • 1.

    Om voor subsidie onder categorie 1 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan één van de volgende vereisten:

    • a.

      de inhuur van kennis ziet op een project waarvoor de aanvrager voorbereidingen heeft getroffen voor een SDE-aanvraag zon of wind met aantoonbaar uitgewerkte businesscase of SDE-aanvraag of

    • b.

      de inhuur van kennis ziet op een project met een aantoonbaar uitgewerkte businesscase die op de interesse- of claimlijst van de netbeheerder staat voor een aansluiting met teruglever mogelijkheid of

    • c.

      de inhuur van kennis ziet op een project waarvoor de aanvrager een SDE-beschikking heeft ontvangen voor een zon- of windproject, maar geen aansluiting kan krijgen met de teruglever mogelijkheid.

  • 2.

    Om voor subsidie onder categorie 2 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

      bij de inhuur van kennis voor een project gericht op energieopwekking is sprake van een opwekinstallatie met opwekcapaciteit van minimaal 15 kWp en maximaal 5 MWp;

    • b.

      bij de inhuur van kennis voor een project gericht op gebouwgebonden energiebesparing dient het advies gericht te zijn op mogelijkheden die leiden tot CO2-reductie.

 

Artikel 8 Subsidiabele kosten

 

De kosten die gemoeid zijn met het geven van het advies door een kennisleverancier komen voor subsidie in aanmerking.

 

Artikel 9 Niet-subsidiabele kosten

 

In aanvulling op artikel 1.13 van de Asv 2017 komen reis- en verblijfkosten van de kennisleverancier niet voor subsidie in aanmerking.

 

Artikel 10 Subsidiehoogte

 

De hoogte van de subsidie bedraagt:

  • a.

    voor de kosten van een advies zoals bedoeld in artikel 3, lid 2, onder a, ten hoogste 90% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 4.500,--;

  • b.

    voor de kosten van een advies zoals bedoeld in artikel 3, lid 2, onder b, ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 1.500,--.

 

Artikel 11 Verdeelsystematiek

  •  

  • 1.

    Subsidie wordt verdeeld op volgorde van datum van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2.

    Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen, die op dezelfde dag zijn ontvangen, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen vastgesteld door middel van loting.

 

Artikel 12 Verplichtingen van de subsidieontvanger

 

Aan de subsidieontvanger worden de volgende verplichtingen opgelegd:

  • a.

    de inhuur van de kennisleverancier dient binnen zes maanden na subsidieverlening plaats te vinden;

  • b.

    de subsidieontvanger is bereid mee te werken aan een projectevaluatie en het delen van resultaten met anderen.

 

Artikel 13 Staatssteun

 

Subsidies in het kader van deze regeling worden alleen verstrekt voor zover dit mogelijk is met toepassing van de De-minimisverordening.

 

Artikel 14 Subsidieplafond

 

Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond vast.

 

Artikel 15 Inwerkingtreding en horizonbepaling

 

Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking in het Provinciaal Blad en vervalt op 31 december 2021.

 

Artikel 16 Overgangsrecht

 

Deze subsidieregeling blijft van toepassing op subsidies verstrekt op grond van deze regeling en op volledige aanvragen die zijn ingediend voor de vervaldatum van deze subsidieregeling.

 

 

Toelichting

 

Algemeen

De provincie wil met de Subsidieregeling Stimulering CO2-reductie mkb en oplossingen netcongestie Drentse rechtspersonen met een grootzakelijke elektriciteitsaansluiting de mogelijkheid bieden een haalbaarheidsstudie uit te laten voeren naar alternatieve oplossingen wanneer er sprake is van transportschaarste voor teruglevering van duurzame elektriciteit. Daarnaast biedt de regeling mkb-ondernemers de mogelijkheid om een onderzoek te doen naar gebouwgebonden maatregelen om de CO2-uitstoot van hun bedrijf te verminderen.

 

Artikelsgewijs

 

Artikel 6 weigeringsgronden

Eerste lid, onder b en c

Wanneer subsidie is aangevraagd voor een kennisleverancier bij duurzame elektriciteitsopwekprojecten, wordt er een ondergrens gehanteerd van 15 kWp en een bovengrens van 5 MWp. De ondergrens is gekozen om te zorgen dat de projecten enige omvang hebben om bij te dragen aan de duurzaamheidsambities van de provincie. 15 kWp komt ongeveer overeen met de plaatsing van 50 tot 60 zonnepanelen. De bovengrens van 5 MWp is gekozen omdat bij een project van dergelijke omvang mag worden verwacht dat een onderzoek naar alternatieve aansluitmogelijkheden onderdeel vormt van de noodzakelijke voorbereidingskosten.

 

Derde lid

De provincie wil conform de zonneladder specifiek zon op dak stimuleren met deze regeling. Subsidie voor haalbaarheidsonderzoek voor zonnepanelen op land of windmolens valt niet onder deze regeling.

 

Naar boven