36e wijziging Regels Ruimte voor Gelderland 2016

[Dit wijzigingsbesluit zal vanwege de verschillende data van inwerkingtreden in 2 verschillende publicaties verwerkt worden. In dit Provinciaal Blad zullen de wijzigingen van artikel I, onder B, artikel II, onder A, onder 2, en onder C verwerkt worden.]

 

Bekendmaking van het besluit van 20 april 2021- zaaknummer 2021-004776 tot wijziging van een regeling

 

 

Gedeputeerde Staten van Gelderland

Gelet op artikel 3, vierde lid, van de Algemene subsidieverordening Gelderland 2016

 

Besluiten

 

Vast te stellen de 36e wijziging van de Regels Ruimte voor Gelderland 2016.

Artikel I

De Regels Ruimte voor Gelderland 2016 worden als volgt gewijzigd:

 

A

Na paragraaf 2.21 wordt een paragraaf toegevoegd, die luidt:

Paragraaf 2.22 Cofinanciering Besluit Woningbouwimpuls 2020

 

Artikel 2.22.1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • a.

    Besluit Woningbouwimpuls 2020: Besluit van 11 mei 2020, houdende regels met betrekking tot verstrekking van een specifieke uitkering aan gemeenten ten behoeve van het versnellen van de bouw van betaalbare woningen in een kwalitatief goede leefomgeving (Besluit Woningbouwimpuls 2020);

  • b.

    publieke onrendabele top: de aan te vragen uitkering zoals bedoeld in artikel 2, derde lid van het Besluit Woningbouwimpuls 2020;

  • c.

    project: een project zoals bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Besluit Woningbouwimpuls 2020.

Artikel 2.22.2 Subsidiabele activiteit

Subsidie kan worden verstrekt voor de cofinanciering van één of meerdere projecten die in aanmerking komen voor een uitkering uit het Besluit Woningbouwimpuls 2020.

 

Artikel 2.22.3 Criteria

Subsidie wordt slechts verstrekt als het project voldoende bijdraagt aan één of meerdere provinciale doelen uit de vigerende omgevingsvisie.

 

Artikel 2.22.4 Aanvragers

Subsidie wordt verstrekt aan een gemeente.

 

Artikel 2.22.5 Aanvraag

Onverminderd artikel 1.2.3 wordt bij de aanvraag bijgevoegd een afschrift van de aanvraag zoals die wordt ingediend uit hoofde van het Besluit Woningbouwimpuls 2020.

 

Artikel 2.22.6 Hoogte van de subsidie

De subsidie bedraagt ten hoogste 25% van de publieke onrendabele top met een maximum van

€ 1.000 per gerealiseerde woning.

 

Artikel 2.22.7 Opschortende voorwaarde

  • 1.

    De subsidie wordt verstrekt onder de opschortende voorwaarde dat de aanvrager aantoont dat de bijbehorende uitkering uit het Besluit Woningbouwimpuls 2020 is verstrekt.

  • 2.

    De beschikking tot subsidieverlening wordt ingetrokken als niet binnen tien maanden na subsidieverlening is voldaan aan de opschortende voorwaarde.

Artikel 2.22.8 Vaststelling

Onverminderd artikel 1.5.2 gaat de aanvraag tot vaststelling van de subsidie vergezeld van een beschikking tot vaststelling van de subsidie van het Besluit Woningbouwimpuls 2020.

 

B

Na paragraaf 7.14 wordt een paragraaf toegevoegd, die luidt:

 

Paragraaf 7.15 Tijdelijke maatregelen kleine theaters en podia in verband met Covid 19

 

Artikel 7.15.1 Begripsbepaling

In deze paragraaf worden onder kleine theaters en podia verstaan: gebouwen met minder dan 300 zitplaatsen waarin een podium aanwezig is en waar publiek in 2019 tegen betaling een gevarieerd aanbod van tenminste 20 live-voorstellingen op diverse gebieden zoals muziek, muziektheater, toneel, dans, opera, kleinkunst en cabaret heeft bezocht.

 

Artikel 7.15.2 Subsidiabele activiteiten

Subsidie als bedoeld in artikel 3 van de AsG kan worden verstrekt ten behoeve van de exploitatie van kleine theaters en podia die over de periode van 21 maart 2020 tot en met 31 december 2020 inkomsten hebben gederfd als gevolg van een terugloop van het aantal betalende bezoekers door Covid 19 en de daarmee samenhangende RIVM-maatregelen.

 

Artikel 7.15.3 Aanvrager

  • 1.

    Subsidie als bedoeld in artikel 7.15.2 wordt verstrekt aan de exploitant van het kleine theater of podium.

  • 2.

    Subsidie als bedoeld in artikel 7.15.2 kan ook worden verstrekt aan de gemeente die eigenaar is van het gebouw waarin het kleine theater of podium is gehuisvest. In dat geval dient de aanvrager een door het college van Burgemeester en Wethouders ondertekende brief in waarin wordt gegarandeerd dat het subsidiebedrag ten goede zal komen aan het kleine theater of podium.

Artikel 7.15.4 Aanvraag en verplichtingen

Onverminderd artikel 1.2.3 bevat de aanvraag voor het verkrijgen van de subsidie een gemotiveerde verklaring van de exploitant:

  • a.

    dat het kleine theater of podium op 31 december 2019 niet in financiële moeilijkheden verkeerde en dat het theater of podium als gevolg van teruglopende bezoekersaantallen inkomsten derft;

  • b.

    dat de gevraagde subsidie uitsluitend wordt gebruikt ter compensatie van omzetverlies ten gevolge van Covid 19 en de daarmee samenhangende RIVM-maatregelen.

Artikel 7.15.5 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De hoogte van de subsidie bedraagt:

    • a.

      bij 0 tot 50 plaatsen en tenminste 20 voorstellingen: € 2.500;

    • b.

      bij 0 tot 50 plaatsen en tenminste 40 voorstellingen: € 5.000;

    • c.

      bij 50 tot 100 plaatsen en tenminste 20 voorstellingen: € 5.000;

    • d.

      bij 50 tot 100 plaatsen en tenminste 40 voorstellingen: € 10.000;

    • e.

      bij 100 tot 150 plaatsen en tenminste 20 voorstellingen: € 7.500;

    • f.

      bij 100 tot 150 plaatsen en tenminste 40 voorstellingen: € 15.000;

    • g.

      bij 150 tot 200 plaatsen en tenminste 20 voorstellingen: € 10.000;

    • h.

      bij 150 tot 200 plaatsen en tenminste 40 voorstellingen: € 20.000;

    • i.

      bij 200 tot 250 plaatsen en tenminste 20 voorstellingen: € 12.500;

    • j.

      bij 200 tot 250 plaatsen en tenminste 40 voorstellingen: € 25.000;

    • k.

      bij 250 tot 300 plaatsen en tenminste 20 voorstellingen: € 15.000;

    • l.

      bij 250 tot 300 plaatsen en tenminste 40 voorstellingen: € 30.000.

  • 2.

    Per klein theater of podium wordt slechts éénmaal subsidie verstrekt.

     

Artikel 7.15.6 Vaststelling van de subsidie

De subsidie wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 25 van de AsG.

 

Artikel 7.15.7 Weigeringsgrond

Geen subsidie wordt verstrekt aan een aanvrager uitgezonderd gemeenten aan wie al subsidie op grond van een andere provinciale overbruggingsregeling in verband met Covid 19 is verstrekt.

 

Artikel 7.15.8 Communautair toetsingskader

Subsidie als bedoeld in artikel 7.15.2 wordt slechts verstrekt voor zover deze niet in strijd is met Hoofdstuk I en artikel 53 van de Algemene groepsvrijstellingsverordening.

Artikel II

De toelichting bij de Regels Ruimte voor Gelderland 2016 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

De algemene toelichting onder het kopje ‘staatssteun’ wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    De laatste zin van de vierde alinea, komt te luiden: Dit betreft paragrafen 2.11, 2.22, 4.20 en 5.3.

  • 2.

    In de laatste regel van de zevende alinea wordt na 7.14 ingevoegd: en 7.15.

B

Na de artikelsgewijze toelichting op artikel 2.21.8 wordt een toelichting ingevoegd, die luidt:

 

Paragraaf 2.22 Cofinanciering Besluit Woningbouwimpuls 2020

Deze regeling maakt het mogelijk voor gemeenten om publieke cofinanciering aan te vragen bij de provincie Gelderland voor Gelderse projecten die een uitkering ontvangen op basis van het Besluit Woningbouwimpuls 2020. De gemeenten handelen hierbij vanuit hun overheidstaak met betrekking tot woningbouw. Gemeenten moeten daarbij uiteraard rekening houden met geldende aanbestedings- en staatssteunregelgeving.

 

De subsidie als bedoeld in dit artikel mag uitsluitend worden ingezet om de last van onrendabele toppen te delen. Het gaat hierbij om publieke investeringen die niet volledig gedekt worden door de publieke opbrengsten waardoor een gebiedsontwikkeling niet van start kan gaan zonder additionele financiële dekking of aanpassing van het programma. De gemeente maakt de publieke investering van de gehele gebiedsontwikkeling inzichtelijk.

 

C

Na de artikelsgewijze toelichting op paragraaf 7.13 wordt een toelichting ingevoegd, die luidt:

 

Paragraaf 7.15

Deze regeling is opgesteld ter uitvoering van motie 20M62 van Provinciale Staten en beoogt kleine theaters en podia, in aanvulling op de eerdere Covid-regeling voor grote theaters en podia een financiële tegemoetkoming te geven in inkomstenderving ten gevolge van afnemende bezoekersaantallen door Covid 19 en de daarmee samenhangende beperkende maatregelen. De hoogte van de financiële tegemoetkoming is in artikel 7.15.5 vastgesteld op een vast bedrag per staffel. De hoogte van de bedragen in combinatie met de in artikel 7.15.4 gevraagde gemotiveerde verklaring van de aanvrager garandeert dat de steun niet hoger is dan het verlies aan inkomsten zodat er geen sprake zal zijn van overcompensatie.

Artikel III

  • 1.

    Artikel I, onder A, artikel II, onder A, onder 1, en onder B, treden in werking op 4 mei 2021.

  • 2.

    Artikel I, onder B, artikel II, onder A, onder 2, en onder C, treden in werking op 1 juni 2021.

 

Gedeputeerde Staten van Gelderland

John Berends

Commissaris van de Koning

Henrice Wittenhorst

Plv. secretaris

Gepubliceerd te Arnhem

Gedeputeerde Staten van Gelderland

J.C.G.M. Berends - Commissaris van de Koning

H. Wittenhorst - Plv. secretaris

Naar boven