Besluit van gedeputeerde staten van 30 maart 2021, PZH-2021-768286501 (DOS-2016-0005086) tot wijziging van Subsidieregeling Groen Zuid-Holland 2016 (Wijzigingsbesluit 2021 Subsidieregeling Groen Zuid-Holland 2016)

Gedeputeerde staten van Zuid-Holland;

 

Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;

 

Overwegende dat het wenselijk is initiatieven te stimuleren die bijdragen aan de realisatie van de ambities zoals opgenomen in de Startnotitie Sport & Recreatie;

 

Besluiten:

Artikel I

De Subsidieregeling Groen Zuid-Holland 2016 wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

 

Paragraaf 2.11 komt te luiden:

 

§ 2.11 Kwaliteitsimpuls en participatie ten aanzien van de beweegvriendelijke leefomgeving, bestaande groengebieden en het recreatieve routenetwerk

 

Artikel 2.11.1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

  • -

    kwaliteitsimpuls: duurzame toename van de recreatieve waarde met een stimulans naar sport en bewegen of de (natuur)beleving;

  • -

    participatie: Groenbeleving en betrokkenheid van burgers bij het groen;

  • -

    beweegvriendelijke leefomgeving: een publiek toegankelijke buitenruimte die het fysiek sportief en recreatief bewegen bevordert;

  • -

    groengebied: buitenstedelijk natuurgebied, recreatiegebied of landschap dat openbaar toegankelijk is;

  • -

    recreatieve routenetwerk: routestructuren voor wandelen, fietsen, varen en de ruiter- en mensport maken gebieden, voorzieningen, bestemmingen en locaties vindbaar, bereikbaar en toegankelijk. Bovendien zijn deze routes zelf faciliteiten voor veel beweeg- en sportactiviteiten zoals wandelen, varen en/of skeeleren. Routestructuren voeren over bestaande infrastructuur, met of zonder markeringen;

  • -

    stad-landverbindingen: fiets-, wandel- of vaarroute vanuit de stad naar een aantrekkelijk landschap, recreatie- of natuurgebied die is aangesloten op het recreatieve routenetwerp;

  • -

    in goede staat verkerend ruiter- of menpad: ruiter- of menpad dat voldoet aan de kwaliteitsrichtlijnen als opgenomen in de bij dit besluit behorende bijlage 8, of aan de kwaliteitskenmerken vastgesteld door Gedeputeerde Staten naar aanleiding van een gemotiveerde aanvraag om van de kwaliteitsrichtlijnen als opgenomen in de bij dit besluit behorende bijlage 8 af te mogen wijken;

  • -

    ruiter- en menpaden: doorgaande, vrij toegankelijke en meestal onverharde wegen of paden die zijn aangelegd voor paardrijden of mennen;

  • -

    openbaar toegankelijk: gedurende het gehele jaar toegankelijk voor het publiek, tenzij er sprake is van een omstandigheid, genoemd in artikel 2.11, vierde lid van de Subsidieregeling Natuur- en Landschapsbeheer Zuid-Holland 2016;

  • -

    waterrecreatie: vormen van recreatie op, aan en in het water.

Artikel 2.11.2 Subsidiabele activiteiten en prestatie

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die gericht zijn op:

    • a.

      herstel- en inrichtingsmaatregelen van ruiter- en menpaden op de plaatsen aangegeven op de kaart in bijlage 7;

    • b.

      beheer en onderhoud van ruiter- en menpaden;

    • c.

      een kwaliteitsimpuls en participatie ten aanzien van de beweegvriendelijke leefomgeving, bestaande groengebieden en het recreatieve routenetwerk.

  • 2.

    In aanvulling van het bepaalde in eerste lid, onderdeel c, kunnen Gedeputeerde Staten openstellingsbesluiten vaststellen voor subsidie ten behoeve van:

    • a.

      beweegvriendelijke leefomgeving;

    • b.

      voucherregeling beweegvriendelijke leefomgeving;

    • c.

      opvangen toegenomen recreatiedrukte vanwege corona in groengebieden;

    • d.

      voucherregeling Zelfdoen;

    • e.

      programma Groen doet goed;

    • f.

      waterrecreatie;

    • g.

      kwaliteitsimpuls bestaande groengebieden.

  • 3.

    Gedeputeerde Staten kunnen in de openstellingsbesluiten als bedoeld in tweede lid nadere regels vaststellen omtrent:

    • a.

      aanvraagvereisten;

    • b.

      weigeringsgronden;

    • c.

      deelplafond;

    • d.

      aanvraagperiode;

    • e.

      rangschikking;

    • f.

      doelgroep;

    • g.

      activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen;

    • h.

      kosten die voor subsidie in aanmerking komen;

    • i.

      minimale of maximale hoogte van de subsidie;

    • j.

      subsidievereisten;

    • k.

      verplichtingen die aan een subsidieontvanger kunnen worden opgelegd.

  • 4.

    Subsidie als bedoeld in het eerste en tweede lid wordt verstrekt in de vorm van een projectsubsidie.

  • 5.

    De activiteit, bedoeld in het eerste en tweede lid, leidt tot bevordering van fysiek sportief en recreatief bewegen, kwaliteitsverbetering van de beweegvriendelijke leefomgeving, het bestaande groengebied of het recreatieve routenetwerk.

Artikel 2.11.3 Doelgroep

Subsidie als bedoeld in artikel 2.11.2, eerste lid, wordt uitsluitend verstrekt aan:

  • 1.

    Publiekrechtelijke rechtspersonen, stichtingen en verenigingen die zich inzetten voor ruiter- en menpaden.

  • 2.

    Subsidie voor beheer en onderhoud van ruiter- en menpaden als bedoeld in artikel 2.11.2, eerste lid, wordt uitsluitend verstrekt aan natuurlijke personen, privaatrechtelijke rechtspersonen, Staatsbosbeheer en verenigingen, voor zover deze partijen op basis van eigendom of erfpacht zeggenschap hebben over het terrein waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

Artikel 2.11.4 Aanvraagvereisten

Naast de gegevens, bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Asv gaat een aanvraag voor subsidie vergezeld van een beschrijving van de wijze waarop het uitgevoerde project openbaar wordt gemaakt.

 

Artikel 2.11.5 Weigeringsgronden

In aanvulling op de artikelen 11 en 12 van de Asv wordt subsidie als bedoeld in artikel 2.11.2, eerste lid, geweigerd indien:

  • a.

    het aangevraagde subsidiebedrag minder dan € 2.500 bedraagt;

  • b.

    aanvrager voor dezelfde identificeerbare activiteit gericht op activiteiten als bedoeld in artikel 2.11.2, eerste lid, onder a, reeds subsidie heeft ontvangen;

  • c.

    de subsidieaanvraag niet voldoet aan de vereisten opgenomen in het aanvraagformulier en artikel 2.11.4;

  • d.

    het ruiter- of menpad of gedeelte daarvan, waarvoor subsidie wordt aangevraagd in goede staat verkeert;

  • e.

    het gedeelte van het ruiter- of menpad waarvoor subsidie wordt aangevraagd deel uit maakt van een aaneengesloten ruiter- of menpad, waarvan andere gedeelten niet in goede staat verkeren of niet voor subsidie in aanmerking komt.

Artikel 2.11.6 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 2.11.2 in aanmerking te komen wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    de activiteiten leveren een bijdrage aan de ambitie en doelen uit de Startnotitie Recreatie & Sport;

  • b.

    beheer en onderhoud van de activiteiten als bedoeld in artikel 2.11.2, eerste lid, onder a, zijn door subsidie-aanvrager structureel geregeld;

  • c.

    het uitgevoerde project is openbaar toegankelijk;

  • d.

    het gedeelte van het ruiter- of menpad waarvoor subsidie als bedoeld in artikel 2.11.2, eerste lid, wordt aangevraagd maakt deel uit van een aaneengesloten ruiter- of menpad waarbij ieder ander gedeelte:

    • i.

      in aanmerking komt voor subsidie als bedoeld in artikel 2.11.2, eerste lid, en waarvoor subsidie als bedoeld in artikel 2.11.2, eerste lid, is aangevraagd, of;

    • ii.

      reeds in goede staat verkeert.

Artikel 2.11.7 Subsidiabele kosten

Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen in ieder geval de volgende kosten voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.11.2, eerste lid, voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    planvormingskosten en voorbereidingskosten tot een maximum van € 60.000,00;

  • b.

    nazorgkosten die direct verband houden met uitgevoerde activiteiten als bedoeld in artikel 2.11.2, eerste lid, onder a.

Artikel 2.11.8 Niet subsidiabele kosten

De volgende kosten komen voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.11.2, eerste lid, in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    aankoopkosten van grond;

  • b.

    kosten voor normale vervangingsinvesteringen;

  • c.

    kosten voor beheer en onderhoud uitgezonderd kosten voor beheer en onderhoud van ruiter- en menpaden;

  • d.

    reguliere marketing en promotie kosten.

Artikel 2.11.9 Subsidiehoogte

  • 1.

    De hoogte van subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.11.2, eerste lid, bedraagt 100% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 800.000,00.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid bedraagt de subsidie, bedoeld in artikel 2.11.2, eerste lid, onder b, ten hoogste 75% van de standaardkostprijs voor regulier beheer en onderhoud van de ruiter- en menpaden dat wordt berekend volgens de bij dit besluit behorende bijlage 9.

Artikel 2.11.10 Subsidieverlening

De subsidie, bedoeld in artikel 2.11.2, eerste lid, onder b, wordt verleend voor een periode van zes aaneengesloten kalenderjaren, welke periode steeds begint op 1 januari.

 

Artikel 2.11.11 Subsidieverplichtingen

In aanvulling op de artikelen 18 en 19 van de Asv worden aan de subsidieontvanger voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.11.2, eerste lid, de volgende verplichtingen opgelegd:

  • a.

    de activiteiten als bedoeld in artikel 2.11.2, eerste lid, worden openbaar gemaakt op de wijze, bedoeld in artikel 2.11.4;

  • b.

    de activiteiten als bedoeld in artikel 2.11.2, eerste lid, onder a, worden binnen twee jaar na aanvang van de feitelijke uitvoering van het project afgerond.

B.

Bijlage 6 vervalt.

Artikel III

De tekst van paragraaf 2.11 en bijlage 6 van de Subsidieregeling groen Zuid-Holland 2016, zoals die luidde op de dag voorafgaande aan de dag van inwerkingtreden van dit besluit blijft van toepassing op subsidies die voor de datum van inwerkingtreden van dit besluit zijn aangevraagd.

Artikel VI

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Den Haag, 30 maart 2021

Gedeputeerde staten van Zuid-Holland

drs. H.M.M. Koek, secretaris

drs. J. Smit, voorzitter

TOELICHTING

ARTIKEL I

 

A

Met dit besluit wordt paragraaf 2.11 aangepast naar de onderwerpen uit de Startnotitie Sport & Recreatie waarvoor subsidie wordt verstrekt via de Subsidieregeling Groen 2016.

 

Met de wijziging van paragraaf 2.11 zijn de artikelen, behalve 2.11.2, tweede en derde lid, gericht op subsidies voor herstel- en inrichtingsmaatregelen en beheer en onderhoud ruiter- en menpaden.

 

Voor de overige onderwerpen uit de startnotitie worden openstellingsbesluiten, waarin Gedeputeerde Staten de nadere regels voor de subsidie kunnen vaststellen ten aanzien van aanvraagvereisten, weigeringsgronden, deelplafond, aanvraagperiode, doelgroep, activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen, kosten die voor subsidie in aanmerking komen, minimale of maximale hoogte van de subsidie, subsidievereisten en verplichtingen die aan een subsidieontvanger kunnen worden opgelegd.

 

B

Met dit besluit komt bijlage 6 te vervallen. Reden hiervoor is dat de subsidies betreffende de projecten op de kaart inmiddels zijn aangevraagd. Voor de drie groengebieden Balij en Bieslandse Bos, Valckesteijnse Bos en Abtswoudse Bos wordt de mogelijkheid voor subsidie voortgezet in een openstellingsbesluit voor kwaliteitsimpuls recreatie, zodra deze is vastgesteld door Gedeputeerde Staten.

Naar boven