Openstellingsbesluit Niet-productieve investeringen voor herstel- of inrichtingsmaatregelen voor biodiversiteit 2021

 

Gedeputeerde Staten van Drenthe;

 

gelet op artikel 1.3 en paragraaf 2.5 van de Verordening subsidies Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2022 (Verordening POP3 en POP3+ subsidies provincie Drenthe) hierna te noemen de Verordening;

 

 

overwegende dat het wenselijk is maatregelen uit te voeren die de biodiversiteit binnen het Natuurnetwerk Nederland en het Natuurnetwerk Drenthe in de provincie Drenthe versterken;

 

 

BESLUITEN:

 

 

het Openstellingsbesluit Niet-productieve investeringen voor herstel- of inrichtingsmaatregelen voor biodiversiteit 2021 vast te stellen.

 

Dit besluit treedt in werking op de dag na datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt geplaatst en vervalt van rechtswege op 31 december 2025.

 

 

Gedeputeerde Staten voornoemd,

 

mevrouw drs. J. Klijnsma, voorzitter

W.F. Brenkman MSc, secretaris

 

 

Assen, 30 maart 2021

Kenmerk 4.9/2021000566

 

 

Uitgegeven: 1 april 2021

 

 

 

Openstellingsbesluit Niet-productieve investeringen voor herstel- of inrichtingsmaatregelen voor biodiversiteit 2021

 

Artikel 1 Openstelling en subsidieplafond

 

  • 1.

    De maatregel niet-productieve investeringen voor herstel- of inrichtingsmaatregelen voor biodiversiteit, zoals opgenomen in hoofdstuk 2, paragraaf 5, van de Verordening, wordt opengesteld voor de periode van 3 mei 2021 9:00 uur tot en met 18 juni 2021 17:00 uur.

  • 2.

    Het subsidieplafond voor deze openstelling bedraagt € 5.380.000, -- voor de maatregelen genoemd in 1a tot en met 1f van bijlage 1.

  • 3.

    Het subsidieplafond voor deze openstelling bedraagt € 270.000, -- voor de maatregelen genoemd in 2a van bijlage 1.

  • 4.

    Het subsidieplafond voor deze openstelling bedraagt € 350.000, -- voor de maatregelen genoemd in 2b van bijlage 1.

  • 5.

    Indien er sprake is van onderbesteding van de plafonds genoemd in het derde en vierde lid dan zijn de resterende bedragen onderling uitwisselbaar en kan een plafond met het resterende bedrag van het andere plafond opgehoogd worden.

  • 6.

    Het subsidieplafond bestaat voor € 3.000.000, -- uit EU-middelen POP3+ en € 3.000.000, -- uit 3621104 R-Realisatie EHS 420005 Ontwikkelopgave verwerving en inrichting.

 

Artikel 2 Doelgroep

 

Subsidie op grond van deze openstelling kan worden aangevraagd door de aanvragers zoals genoemd in artikel 2.5.2 van de Verordening.

 

Artikel 3 Subsidiabele activiteit

 

In aanvulling op artikel 2.5.1 van de Verordening kan alleen subsidie worden verstrekt voor niet-productieve investeringen die betrekking hebben op maatregelen zoals beschreven in bijlage 1.

 

Artikel 4 Weigeringsgronden

 

Onverminderd artikel 1.8 van de Verordening wordt subsidie geweigerd indien niet wordt voldaan aan de subsidievereisten genoemd in artikel 5.

 

Artikel 5 Subsidievereisten

 

  • 1.

    Om voor subsidie in aanmerking te komen moet worden voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

      De investering dient, tenminste grotendeels, plaats te vinden binnen één van de in de bijlage 2 aangegeven gebieden, of heeft aantoonbaar een effect op één van deze gebieden;

    • b.

      Het totaal aan proceskosten voor voorbereiding en uitvoering van de fysieke maatregelen bedraagt maximaal 50% van de totale subsidiabele kosten; dat betreft de kosten, inclusief eventuele bijbehorende niet-verrekenbare of niet-compensabele btw, die vallen onder artikel 2.5.3, lid 1, sub e en sub f, en artikel 2.5.3, lid 2, sub d van de Verordening.

  • 2.

    Onverminderd het eerste lid liggen aan het project ten grondslag:

    • a.

      een projectplan conform format Samenwerkingsverband Noord-Nederland;

    • b.

      een begroting van de kosten van het project;

    • c.

      een toelichting op die begroting;

    • d.

      een sluitend financieringsplan voor de kosten van de activiteit, met inbegrip van een opgave van subsidies of vergoedingen die voor dezelfde activiteiten bij andere bestuursorganen, private organisaties of personen zijn aangevraagd, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;

    • e.

      een verkenning naar de mogelijke negatieve omgevingseffecten van de investering, indien de aanvraag betrekking heeft op een investering en die investering leidt naar waarschijnlijkheid tot negatieve omgevingseffecten.

    • f.

      een kaart van één of meerdere van de gebieden uit bijlage 2 met daarop aangegeven waar maatregelen genoemd in bijlage 1 worden uitgevoerd.

  • 3.

    Een subsidieaanvraag wordt ingediend bij Gedeputeerde Staten via het Samenwerkingsverband Noord-Nederland door middel van een daarvoor ontwikkeld webportal dat bereikbaar is via www.snn.nl/pop3.

 

Artikel 6 Subsidiabele kosten

 

  • 1.

    In aanvulling op artikel 2.5.3, lid 1, van de Verordening kan ook subsidie worden verstrekt voor voorbereidingskosten als bedoeld in artikel 1.12, leden 3 en 4, van de Verordening voor zover de kosten direct samenhangen met de investering.

  • 2.

    Gelet op artikel 1.12 van de Verordening kunnen de subsidiabele kosten genoemd in lid 1 slechts bestaan uit de volgende kostentypen:

    • a.

      personeelskosten voor zover zij zijn berekend overeenkomstig 1.9a van de Verordening;

    • b.

      kosten derden; kosten waarvoor een factuur of document met gelijkwaardige bewijskracht kan worden overgelegd.

 

Artikel 7 Hoogte subsidie

 

  • 1.

    De subsidie bedraagt 100% van de subsidiabele kosten.

  • 2.

    Subsidie wordt niet verstrekt indien het subsidiebedrag na beoordeling lager is dan € 150.000, --.

 

Artikel 8 Selectiecriterium

 

De aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen worden beoordeeld op basis van een geografisch selectiecriterium. De activiteiten dienen plaats te vinden in de gebieden zoals is weergegeven op de kaarten in bijlage 2 van deze openstelling, of hebben aantoonbaar een effect op één of meerdere van deze gebieden.

 

Artikel 9 Bevoorschotting

 

In aanvulling op artikel 1.23 van de Verordening kan maximaal één keer per kalenderjaar een aanvraag om een voorschot worden ingediend op basis van realisatie.

 

Artikel 10 Inwerkingtreding en horizonbepaling

 

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt geplaatst.

  • 2.

    Dit besluit vervalt op 31 december 2025.

 

Toelichting bij het besluit niet-productieve investeringen voor niet-productieve investeringen voor herstel- of inrichtingsmaatregelen voor biodiversiteit 2019

 

Voor niet-productieve investeringen is in het Plattelandsontwikkelingscomité van 25 mei 2016 door de Europese Commissie gesuggereerd om te werken met een geografisch selectiecriterium als enig criterium. Het is aannemelijk dat indien een gebied problemen kent elke activiteit die in het maatregelfiche past zal bijdragen aan vermindering van het probleem. In dit geval wordt in de openstelling bepaald dat alleen maatregelen in een probleemgebied en maatregelen in het gebied dat van directe invloed is op het probleemgebied voor subsidie in aanmerking kunnen komen.

 

Om de afronding van het robuuste Natuurnetwerk Nederland 2027 te realiseren, heeft de provincie Drenthe het Programma Natuurlijk Platteland vastgesteld. Hierin staan de afspraken voor natuur en water voor de komende jaren, waarbij wij de bestaande nationale en Europese afspraken verbinden met een dynamisch en ondernemend Drenthe. Het Programma Natuurlijk Platteland zet daarbij nadrukkelijk in op het beleven, benutten en beschermen van de natuur. Hierbij koppelen wij de uitvoering van natuurdoelen zoveel mogelijk aan andere doelen, zoals water en landbouw, maar ook klimaat, vrijetijdseconomie en energie. Deze openstelling sluit aan op de focus doelen voor POP3+, op de actuele maatschappelijke beleidsthema’s klimaat en biodiversiteit/bodem.

De uitvoering van het Programma Natuurlijk Platteland vindt plaats in acht deelgebieden: Hunze, Drentsche Aa, Bargerveen, Noordwest, Zuidwest, Nieuwe Drostendiep, Reest en Oude Diep. Dit wordt gedaan in samenwerking met alle partners in het landelijk gebied.

 

Onderdeel van het Programma Natuurlijk Platteland is ook het deelprogramma Soortenrijk Drenthe. Dit deelprogramma is gericht op het herstellen van de biodiversiteit in m.n. het landelijk gebied (buiten het Natuurnetwerk Nederland). Met onder andere boeren wordt samengewerkt, bijvoorbeeld op het gebied van landschapsherstel (herstel landschapselementen) en voor de bescherming van akker- en weidevogels. Veel van de investeringen op dat gebied gaan ten koste van productie van de betrokken agrariërs, via het deelprogramma maken wij het boeren mogelijk om deze investeringen te doen.

 

De maatregelen die worden uitgevoerd dienen een link met de landbouw te hebben. Landbouw is afhankelijk van goede milieuomstandigheden. Een robuust ecosysteem heeft een positieve invloed op de landbouw in de omringende gebieden. Soortenrijkdom in het landelijk gebied levert ecosysteemdiensten aan de landbouw (onder andere kruisbestuiving, bodemvruchtbaarheid, plaagbestrijding). Wij sluiten aan op de uitgangspunten van het Europese landbouwbeleid voor de verduurzaming en vergroening van de sector, waarmee ook versteviging van biodiversiteit wordt beoogd.

In het projectplan moet worden beschreven hoe de link met de landbouw wordt gelegd.

 

 

Bijlage 1 Omschrijving maatregelen Niet-productieve investeringen voor herstel- of inrichtingsmaatregelen voor de biodiversiteit 2021

 

1a Bargerveen Faunapassages EVZ Koelveen

Probleemgebied: De verbindingszone Koelveen verbindt het Bargerveen en het Oosteindsche veen. Tussen de EVZ en het Bargeveen liggen drie wegen vlakbij elkaar waar dieren oversteken.

Relatie met Hoogveengebieden Bargerveen en Oosteindsche Veen.

Relatie met landbouw: De grond is vrijgemaakt door verbetering van de verkaveling van landbouwers en ook de verbetering van de waterhuishouding voor de landbouw wordt mogelijk door uitvoering van deze maatregelen.

 

Subsidiabele activiteiten:

  • Aanleg duikers onder infrastructuur

  • Natuurgebieden onderling verbinden en daarmee versterken

  • Verbeteren uitwisseling tussen (dier)populaties

  • Graven plas-dras verbindingen tussen de passages

  • Voorbereidingskosten en begeleiden uitvoering

 

1b Oude Diep Mantingerzand, West- Nieuw Balinge

Probleemgebied: Nieuw-Balinge-west, Heirwegomgeving, Mantingeres en Hullenraai.

Relatie met landbouw: Terugbrengen kleinschalige historische akkerbouw en weidemogelijkheid centraal in het gebied en mogelijkheid tot verbeteren landbouwstructuur omgeving.

 

Subsidiabele activiteiten:

  • Dempen, verondiepen en graven watergangen

  • Aanbrengen waterbouwkundige constructies (duikers, dammen, stuwen, etc.)

  • Herstellen pingo-ruïne en dekzandrug

  • Aanbrengen infiltratieput

  • Ophogen Hoogeveense weg en aanleggen faunabrug inclusief hydrologische koppeling gebieden oost en west

  • Aanbrengen kleinere faunatunnels/-buizen

  • Kappen bosschages voor landschappelijke verbetering

  • Aanplanten en doorplanten bos

  • Plaggen/uitmijnen/verschralen voormalige landbouwpercelen

  • Uitrasteren en opslag verwijderen (delen van) vennen/venen

  • Opbrengen zaadmengsel akkers/weides en maaisel natuurpercelen

  • Verbeteren fiets- en wandelpaden(structuur)

 

1c Oude Diep Vossenberg, Eekmaten

Probleemgebied: Beekdal Eekmaten met verdroging.

Relatie met landbouw: Omlegging van landbouwkundige afwatering gewenst om verdroging beekdal te beëindigen en afvoer van landbouwwater door natuurgebied te stoppen. Huidige afvoerende leiding zorgt voor drainerend effect in natuurgebied en daarmee vermindering van kwel en gemiddeld te lage grondwaterstanden. Omlegging moet mogelijk gepaard gaan met pleksgewijze ophoging lage delen van landbouwpercelen.

 

Subsidiabele activiteiten:

  • Verondiepen/dempen bestaande diepe waterschapsleiding in natuurgebied (ca 1.700 m)

  • Aanleg nieuwe waterschapsleiding in aangrenzend landbouwgebied (ca. 1.700 m)

  • Ophogen lage delen agrarische percelen

  • Opsnoeien houtsingels

  • Voorbereidingskosten en begeleiding uitvoering (uren)

 

1d Noordwest Drenthe Broekenloop

Probleemgebied: Beekdalherstel van de Broekenloop tussen Zeijen en Peest.

Relatie met de landbouw: Door het huidige landbouwkundige gebruik is het gebied verdroogd en is de biodiversiteit afgenomen. Dit project beoogt het herstel van het hydrologische systeem en herstel van de biodiversiteit.

 

Subsidiabele activiteiten:

  • Aanpassen van het beekprofiel, meer natuurvriendelijker en gericht op langer vasthouden water

  • Beekpeil verhogen

  • Aanleg stuwen en dammen

  • Sloten omvormen tot greppels

  • Herstel landschapselementen

  • Plaggen van een deel van de bodem

  • Deel van de sloten dempen

  • Voorbereidingskosten en begeleiding van de uitvoering

 

 

1e Boonspolder & bevergebied Spijkerboor

Probleemgebied: Boonspolder en westzijde van Annerveense Lenten nabij Spijkerboor.

Relatie met landbouw: Onderdeel van de inrichtingsmaatregelen is het scheiden van de waterhuishouding van de landbouw van die van de natuur, waardoor een functiegerichte waterbeheersing gegarandeerd blijft. Bovendien wordt leefgebied van de bever veiliggesteld en worden problemen in de waterhuishouding en overlast voor de landbouw voorkomen.

 

Subsidiabele activiteiten:

  • Aanleggen van een nieuwe waterkerende kade

  • Afgraven van grond

  • Aanleg van grenssloten

  • Aanleg moeras, open water, rietland en vochtig tot nat grasland

  • Maatregelen om bestaande kades te versterken

  • Verplaatsen waterkeringen

  • Aanleggen nieuwe meanders

  • Beekherstelmaatregelen

  • Aanleg waterbeheersingsstelsel en meebewegende waterberging

 

1f Middenloop Vledder Aa fase 2

Probleemgebied: Het gebied “Middenloop Vledder Aa fase 2” maakt deel uit van het beeksysteem van de Vledder- en Wapserveense Aa.

Relatie met de landbouw: Door het huidige landbouwkundige gebruik is de biodiversiteit afgenomen. Dit project beoogt het herstel van het hydrologische systeem en herstel van de biodiversiteit.

 

Subsidiabele activiteiten:

  • Beek- en beekdalherstelmaatregelen

  • Afgraven, verzetten en plaggen van grond

  • Aankoop van grond

  • Aanleg landschaps- en natuurelementen

  • Aanleggen nieuwe meanders

  • Dempen en aanpassen oude beekloop en sloten

  • Aanpassen maaiveld, ophogen en aanbrengen gradiënten

  • Mitigerende en compenserende maatregelen rond woningen en grondeigendommen derden

  • Maatregelen ten behoeve van de ontwikkeling van biotopen

  • Vispasseerbaar maken van de beek

  • Maatregelen ten behoeve van behoud van cultuurhistorische, aardkundige archeologische waarden met inbegrip van archeologische begeleiding van de werkzaamheden, voor zover nodig in verband met natuurherstel.

  • Ecologisch en landschappelijk inpassen van maximaal 4 erven binnen het beekdal, waaronder het slopen van bijgebouwen en het aanvullen van erfbeplanting.

  • Maatregelen ten behoeve van natuurbeleving en recreatieve voorzieningen, met als doel om de druk op verstoringsgevoelige natuur in het Natura 2000-gebied te verminderen.

 

2a Kansrijke gebieden Weidevogels

Probleemgebied: Weidevogelclusters uit het uitvoeringsplan Drentse Boerenlandvogels 2021-2025

Relatie met landbouw: Versteviging populatie boerenlandvogels in agrarisch gebied, inbegrepen natuurterreinen TBO's.

 

Subsidiabele activiteiten:

  • Aanleg weidevogelvriendelijke oevers

  • Verbreden van sloten met aanleg met aanleg natuurvriendelijke oever

  • Graven greppels

  • Aanleg dammen en stuwen

  • Aanleg plas-dras-locaties (volleveld)

  • Kleine plasdras pomp

  • Grote pomp op zonne-energie, goed voor ongeveer 2 tot 3 ha plasdras

  • Versterken van de openheid/ verwijderen van houtopstanden. Verwijderen van houtopslag moet passen binnen de Wet Natuurbescherming. Geen houtopstanden die deel uit maken van historische structuren

  • Aanschaf elektronische vossenrasters (flexibel inzetbare en vaste opstelling)

  • Aanschaf elektronische vossenraster ter bescherming van wulpennesten

  • Predatieraster bouwen (vaste opstellingen)

  • Elektronische zoogdierverjagers

  • Wildcamera’s ten behoeve van monitoring preventief predatiebeheer

  • Voorbereidingskosten en begeleiding uitvoering (uren)

 

2b Versterken landschap

Probleemgebied: Landschapselementen in het esdorpenlandschap, esgehuchtenlandschap en wegdorpenlandschap van de laagveenontginning

Relatie met landbouw: Kleinschalige elementen in het Drentse landschap, zoals houtwallen, singels, esbosjes en poelen zijn van grote betekenis voor Drenthe. Door onder meer intensivering van grondgebruik en het verlies aan functionaliteit (vroeger hadden kleine landschapselementen een functie als veekering en/of voor houtoogst) zijn kleine landschapselementen de afgelopen periode (deels) verdwenen. Daardoor gaan de kwaliteit van het landschap en de biodiversiteit achteruit.

De maatregelen moeten zich richten op het agrarisch cultuurlandschap buiten het Natuurnetwerk Nederland. Dit project moet bijdragen aan de verduurzaming en vergroening van de agrarische sector en een leefbaar platteland.

 

Subsidiabele activiteiten:

  • Aanleg van nieuwe landschapselementen en cultuurhistorische landschapselementen;

    (onder andere houtwallen/singels, poelen, esrandbosjes, hoogstamboomgaardjes, bomenrijen en kleine bosjes)

  • Kwaliteitsverbetering van bestaande landschapselementen en cultuurhistorische landschapselementen;

    (onder andere houtwallen/singels, poelen, esrandbosjes, hoogstamboomgaardjes, bomenrijen en kleine bosjes)

  • Aanplant/inrichting van particuliere terreinen en boerenerven

  • Advisering/voorlichting van grondeigenaren met betrekking tot landschapsherstel en erfinrichting.

  • Opstellen van inrichtingsplannen met betrekking tot landschapsherstel en erfinrichting.

 

Bijlage 2: Kaartmateriaal

 

 

 

 

 

 

 

Naar boven