Provincie Zuid-Holland - Besluit tot intrekken aangepaste bedieningstijden bruggen en sluizen in Zuid-Holland in verband met het coronavirus (COVID-19)

Gedeputeerde staten van de Zuid-Holland,

 

Gelet op:

  • -

    artikel 5.4 van de Omgevingsverordening Zuid-Holland;

  • -

    het Mandaatbesluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland voor de provinciale organisatie 2021 van 2 februari 2021 (provinciaal blad 2021, nr. 978);

  • -

    het Mandaat- en volmachtbesluit van de commissaris van de Koning in de provincie Zuid-Holland voor de provinciale organisatie 2018 van 13 december 2017 (Provinciaal blad 2017, nr. 5855);

  • -

    het Ondermandaatbesluit secretaris 2021 van 4 februari 2021 (Provinciaal blad 2021, 979);

  • -

    Ondermandaatbesluit directeur Dienst Beheer Infrastructuur 2021 van 2 maart 2021 (Provinciaal blad 2021, 1617);

Overwegende dat:

 

De ontwikkelingen rond het coronavirus (COVID-19) dermate zijn gewijzigd dat een aangepast bedieningsregime van provinciale bruggen en sluizen niet meer noodzakelijk is;

 

Vanaf 1 april 2021 de reguliere zomerbedieningstijden voor bruggen en sluizen van toepassing zullen zijn;

 

Besluiten als volgt:

Artikel 1 Reikwijdte

Het besluit tot hanteren aangepaste bedieningstijden bruggen en sluizen in Zuid-Holland in verband met het coronavirus (COVID-19) van 19 maart 2020 met kenmerk: PZH-2020-732422085 in te trekken.

Artikel 2 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dag van uitgifte van het provinciaal blad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Den Haag, 26 maart 2021

Gedeputeerde staten van Zuid-Holland

voor dezen,

mr. D.P. Boddé

hoofd Juridische Expertise & Handhaving

Dienst Beheer Infrastructuur

Tegen dit besluit kunnen belanghebbenden ingevolge artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht bij ons een gemotiveerd bezwaarschrift indienen. Dit bezwaarschrift moet binnen zes weken na de dag van verzending of uitreiking van het besluit worden toegezonden, onder vermelding van "Awb-bezwaar" in de linkerbovenhoek van enveloppe en bezwaarschrift. Het bezwaar moet worden gericht aan: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, ter attentie van het Awb-secretariaat, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag.

Krachtens artikel 6:16 van de Awb schorst het bezwaar de werking van dit besluit niet. Gelet hierop kan - als tegen dit besluit bezwaar wordt aangetekend - ingevolge artikel 8:81 van de Awb bij de Voorzieningenrechter van de Rechtbank 's-Gravenhage, sector Bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag (bezoekadres: Prins Clauslaan 60 te Den Haag) een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening worden ingediend.

Wij verzoeken u een kopie van het verzoek om een voorlopige voorziening te zenden aan: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag.

Naar boven