Provinciaal blad van Overijssel
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Overijssel | Provinciaal blad 2021, 2309 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Overijssel | Provinciaal blad 2021, 2309 | Verordeningen |
Procedurebesluit bezwaar, administratief beroep en klachten Overijssel 2019
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 2. Reikwijdte procedurebesluit
Dit procedurebesluit is van toepassing op de behandeling van bezwaarschriften, administratieve beroepschriften en klachten door Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten respectievelijk de Commissaris van de Koning.
Een gemachtigde legt een schriftelijke en door belanghebbende ondertekende machtiging over, tenzij hij is ingeschreven als advocaat of procureur.
Hoofdstuk 2. Bijzondere bepalingen Hoor- en Adviescommissie Provinciale Staten
Hoofdstuk 3. Bijzondere bepalingen Hoorcommissie Gedeputeerde Staten en de Kamer uit Gedeputeerde staten
Hoofdstuk 4. Bijzondere bepalingen Hoorcommissie Commissaris van de Koning
Toelichting Procedurebesluit bezwaar, administratief beroep en klachten Overijssel 2019
De Algemene wet bestuursrecht geeft voor de behandeling van bezwaarschriften, administratieve beroepschriften en klachten algemene procedureregels. Maar het is ook nodig dat elk bestuursorgaan in een procedurebesluit hieraan nadere invulling geeft. Verder vereist artikel 168 Provinciewet het vaststellen van een verordening voor de procedure van administratief beroep.
De drie procedurebesluiten voor PS, GS en de CdK zijn in één procedurebesluit vastgelegd. Omdat die procedures veel overeenkomstige handelingen en bevoegdheden vertonen, vergroot bundeling in één procedurebesluit ook de externe en interne herkenbaarheid. Dit draagt bij aan de kwaliteit van bestuur en transparantie richting de burger.
Het procedurebesluit is niet van toepassing op bezwaarschriften tegen de besluiten van de provinciale ambtenaren belast met de heffing en invordering van belastingen. Deze ambtenaren worden aangewezen door Gedeputeerde Staten maar handelen tot op zekere hoogte zelfstandig, analoog aan de inspecteur en de ontvanger bij rijksbelastingen. De behandeling van deze bezwaarschriften is geregeld in de Algemene Wet op de Rijksbelastingen.
In de uitnodiging voor de hoorzitting wordt aangegeven door wie zal worden gehoord. De uitnodiging voor de hoorzitting, waarin ook de plaats en het tijdstip van de hoorzitting zijn opgenomen, wordt uiterlijk veertien dagen voor de zittingsdatum toegezonden.
In dit besluit is voor het oplossen van geschillen door toepassing van de Methode Overijssel een belangrijke plaats ingeruimd. Kenmerkend voor de Methode Overijssel is de informele aanpak waarbij het bestuursorgaan bij (potentiële) geschillen contact zoekt met de burger vanuit een open en oplossingsgerichte houding en dat burgers goed worden geïnformeerd over procedures en hun positie daarin. Doel is het geschil waar mogelijk op te lossen en daarmee juridisering tegen te gaan. De keuze om wel of niet een bemiddelingstraject in te gaan is aan het betreffende bestuursorgaan. De jurist bezwaar en klachten zal daartoe overleg plegen met een vertegenwoordiger daarvan. Kiest het bestuursorgaan voor een bemiddelingstraject, dan bepaalt het tevens de grens van de onderhandelingsruimte. In een bemiddelingstraject is voor de jurist bezwaar en klachten een initiërende en vrij zelfstandig begeleidende rol weggelegd. Een dergelijke bemiddelingspoging staat naast de actieve inzet van de hoorcommissies, de Kamer dan wel de Commissaris van de Koning om ook op de hoorzitting te zoeken naar de mogelijkheden voor een minnelijke oplossing. Uiteindelijk beslist het betrokken bestuursorgaan over een voorstel tot minnelijke oplossing. De bemiddelingspoging kan gedurende de gehele heroverwegings- of klachtenprocedure plaatsvinden.
Belangrijkste doel van de hoorzitting is dat de bezwaarmaker en andere belanghebbenden zich echt gehoord weten en dat een open gedachtewisseling kan plaatsvinden. De aanwezigheid van ambtenaren op de hoorzitting moet daarop zijn gericht.
Bij de behandeling van bezwaarschriften kan bijvoorbeeld een teamleider of de betrokken auteur van het bestreden besluit de eenheid vertegenwoordigen en tijdens de hoorzitting reageren op wat door de bezwaarmaker en/of andere belanghebbenden naar voren wordt gebracht. Ook kunnen de commissies vragen stellen aan de vertegenwoordiger van de eenheid.
Bij de behandeling van klachten spelen naast informatieverstrekking over de gedraging ook andere elementen een rol. Hierbij staan personen en hun gedragingen centraal; het kan indirect ook betrekking hebben op de wijze van administratieve organisatie of op cultuuraspecten. Daarom kan het zinvol zijn om naast degene over wiens gedraging geklaagd wordt, indien van toepassing, bijvoorbeeld zijn of haar directe leidinggevende of collega uit te nodigen. Aanwezigheid van een teamleider lijkt ook wenselijk, met het oog op de positie van de – al dan niet terecht – beklaagde.
Partijen en belanghebbenden kunnen schriftelijk en/of mondeling, waaronder ook telefonisch, laten weten dat zij afzien van het recht om te worden gehoord. Ingeval een bezwaarschrift, een administratief beroep of geschil dan wel een klacht kennelijk niet-ontvankelijk, kennelijk ongegrond of kennelijk gegrond is, kan het bestuursorgaan zelf van het horen afzien.
Het toekennen van een extra vergoeding van 100% als de zitting langer dan twee uur duurt is mogelijk op grond van artikel 2.4.2, aanhef en onder b van het Rechtspositiebesluit.
De Hoor- en Adviescommissie voor bezwaarschriften tegen besluiten van Provinciale Staten is een commissie als bedoeld in artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht. Dat betekent dat voor die bezwaarschriften een beslistermijn geldt van twaalf weken met een verdagingsmogelijkheid van zes weken. De wetgever heeft dat nodig geacht, omdat in dit geval schriftelijk advies wordt uitgebracht. Met instemming van de bezwaarmaker kan ook deze verdagingstermijn worden verlengd.
In de afgelopen Statenperioden werd eens per periode bezwaar gemaakt. Klachten werden niet ontvangen. Vanwege deze geringe frequentie en het feit dat een 7:13 Awb-commissie een ruimere behandeltermijn heeft, zal pas een commissie samengesteld worden als zich daadwerkelijk een zaak aandient. De leden hoeven niet door Provinciale Staten te worden benoemd. Het aanwijzen van statenleden die in de commissie plaatsnemen zal via het Presidium lopen.
De Hoor- en Adviescommissie Provinciale Staten is tevens belast met de behandeling van schriftelijke klachten met betrekking tot Statenleden en medewerkers van de Griffie. De commissie heeft tot taak de klacht over een Statenlid of een medewerker van de Griffie te onderzoeken (waarvan ook onderdeel uitmaakt het horen van de klager en degene over wiens gedraging wordt geklaagd) en te rapporteren aan het bestuursorgaan aan wie de gedraging kan worden toegerekend. Dit rapport bevat een advies met bevindingen, het verslag van het horen en eventuele aanbevelingen. Afwijken van het advies door het betreffende bestuursorgaan is mogelijk, maar moet in dat geval wel voldoende gemotiveerd zijn. Deze klachtprocedure heeft een intern karakter. De commissie, als bedoeld in afdeling 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht, adviseert aan het bestuursorgaan dat vervolgens zelf aan de klager bericht tot welke conclusies het is gekomen naar aanleiding van de klacht. Uiteraard geldt ook hier de eis, dat de advisering niet mag geschieden door degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft. Deze commissie kan op grond van artikel 9:15 van de Algemene wet bestuursrecht het horen opdragen aan de voorzitter of een lid van de commissie. De klacht behoort in beginsel binnen 10 weken behandeld te zijn. Verdaging is mogelijk met vier weken. Ook kan klager schriftelijk instemmen met verder uitstel. Na deze klachtprocedure kan klager desgewenst naar de Nationale Ombudsman om hem zijn klacht voor te leggen.
Artikel 10, 13 en 16 – zittingstermijn voorzitters
Met ingang van de Statenperiode 2019-2023 kunnen de voorzitters van de Hoor- en adviescommissie Provinciale Staten nog maximaal eenmaal worden herbenoemd. Doel daarvan is het waarborgen van de onafhankelijkheid en vernieuwing. Deze maximering geldt ook voor de Hoorcommissie GS en CdK.
Deze artikelen regelen de samenstelling van de Hoorcommissie Gedeputeerde Staten en de Hoorcommissie Commissaris van de Koning. De instelling van deze commissies laat de mogelijkheid onverlet om op grond van artikel 7:5 eerste lid onder a, ambtelijk te horen. Ambtelijk horen kan bijvoorbeeld plaatsvinden bij eenvoudige, niet bestuurlijk gevoelige zaken of met instemming van belanghebbende(n), bijvoorbeeld omdat dan sneller een besluit kan worden genomen.
Genoemde hoorcommissies zijn een commissie als bedoeld in artikel 7:5 van de Algemene wet bestuursrecht. Dit betekent dat voor deze bezwaarschriften een kortere beslistermijn geldt dan voor een artikel 7:13-commissie, namelijk zes weken met een verdagingsmogelijkheid van zes weken. De wetgever heeft dat mogelijk geacht, omdat in dit geval geen schriftelijk advies wordt uitgebracht, maar het standpunt van de hoorcommissie bij de voorbereiding van het ontwerpbesluit op bezwaar wordt meegenomen. Met instemming van de bezwaarmaker kan ook deze termijn van 12 weken verlengd worden, mits anderen daardoor niet in hun belangen worden geschaad. Het bovenstaande geldt ook voor de hoorcommissie Commissaris van de Koning als bedoeld in artikel 15 van dit besluit.
De in artikel 12 tweede lid, onder b, genoemde gedeputeerde zal, gezien de bedoeling van artikel 2:4 van de Algemene wet bestuursrecht, in de regel niet de verantwoordelijke gedeputeerde zijn van het beleidsterrein waarop het bezwaarschrift betrekking heeft. Waar mogelijk hoort de plaatsvervangend portefeuillehouder.
De hoorcommissie Gedeputeerde Staten heeft tevens tot taak de klacht over een provinciaal ambtenaar of GS-lid te onderzoeken (waarvan ook onderdeel uitmaakt het horen van de klager en degene over wiens gedraging wordt geklaagd). Het bestuursorgaan aan wie de klacht kan worden toegerekend, beslist uiteindelijk op de klacht. Klachten over gedragingen van ambtenaren en gedeputeerden worden toegerekend aan Gedeputeerde Staten.
De klachtprocedure heeft een intern karakter. Na deze klachtprocedure kan klager desgewenst naar de Nationale Ombudsman om hem zijn klacht voor te leggen.
Artikel 168 van de Provinciewet draagt Provinciale Staten op een verordening vast te stellen voor de behandeling door Gedeputeerde Staten van administratieve geschillen, aan hun beslissing onderworpen. Dat gaat dan om administratief beroep zoals bedoeld in artikel 1.5 tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht. Voor de behandeling van deze geschillen vormen Gedeputeerde Staten op grond van artikel 171 Provinciewet uit hun college één of meer Kamers met minimaal drie leden.
In Overijssel wordt volstaan met één kamer die bestaat uit drie leden van Gedeputeerde Staten, met dien verstande dat waar mogelijk gebruik zal worden gemaakt van de in de Provinciewet geboden mogelijkheid dat de voorzitter van de Kamer minder complexe zaken aan een enkelvoudige Kamer kan opdragen. De enkelvoudige Kamer bestaat uit een lid van de Kamer.
Bij de Kamer is ingevolge de Provinciewet sprake van een griffier. Om verwarring met de griffier van de Staten te voorkomen is, in aansluiting bij de gehanteerde benaming in de bezwaarschriftenprocedures, gekozen voor de benaming jurist bezwaar en klachten.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2021-2309.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.