Provinciaal blad van Noord-Brabant
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2021, 1797 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2021, 1797 | Verordeningen |
Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 2 maart 2021 tot wijziging van de Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant in verband met diverse wijzigingen in de paragrafen 1, 2 en 3 van die regeling (Derde wijziging Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant)
Artikel I Wijziging Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant
De Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 1.1 wordt ingevoegd:
drijfmest: mest in de vorm van mineralenconcentraat varkensmest, gier van rundvee, dunne fractie drijfmest, dikke fractie drijfmest en digestaat covergisting runderdrijfmest 50%;
In artikel 1.4 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
Artikel 1.5, onder e, komt te luiden:
In artikel 1.6 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
Artikel 1.11 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 1.13, derde lid, worden onder verlettering van onderdeel e tot g, twee onderdelen ingevoegd, luidende:
Artikel 1.16 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 1.20 Subsidieverlening
De subsidie, bedoeld in artikel 1.4, onder a tot en met f, wordt verleend onder de opschortende voorwaarde dat tussen de provincie Noord-Brabant en de subsidieontvanger of tussen de provincie Noord-Brabant en de grondeigenaar, indien de subsidieontvanger niet de grondeigenaar is, een kwalitatieve verplichting als bedoeld in artikel 6:252 van het Burgerlijk Wetboek wordt gevestigd, waarin in ieder geval wordt opgenomen dat degene die het terrein toebehoort, beheert of degene die het recht van erfpacht verwerft:
De subsidie, bedoeld in artikel 1.4, onder g, wordt verleend onder de ontbindende voorwaarde dat binnen 2 jaar na subsidieverlening:
tussen de provincie Noord-Brabant en de subsidieontvanger en of tussen de provincie Noord-Brabant en de grondeigenaar, indien de subsidieontvanger niet de grondeigenaar is, een kwalitatieve verplichting als bedoeld in artikel 6:252 van het Burgerlijk Wetboek wordt gevestigd, waarin in ieder geval wordt opgenomen dat degene die het terrein toebehoort, beheert of degene die het recht van erfpacht verwerft:
Indien de subsidieontvanger gebruik maakt van de verklaring, bedoeld in artikel 1.6, eerste lid, onderdeel n, onder 3°, wordt de subsidie, bedoeld in artikel 1.4, onder a tot en met f, verleend onder de ontbindende voorwaarde dat de subsidieontvanger binnen twee jaar na subsidieverlening een inrichtingsplan overlegt, dat voldoet aan de vereisten, bedoeld in artikel 1.6, eerste lid, onder o.
In artikel 1.21 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
Artikel 1.23 Bevoorschotting en betaling
Het voorschot, bedoeld in het eerste lid, wordt indien het betreft een subsidieaanvraag als bedoeld in artikel 1.4, onder g, per desbetreffend deelproject betaald, op het moment van het passeren van de notariële akte van dat deelproject, waarbij het deel van het voorschot wordt gebaseerd op het aantal hectares dat in die notariële akte is opgenomen
Artikel 2.6, tweede lid, onder h, komt te luiden:
Artikel 2.7 Subsidiabele kosten
Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie, bedoeld in artikel 2.4, komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:
Artikel 2.11, eerste lid, onder e, komt te luiden:
Artikel 2.15 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 3.9 wordt “€ 500.000” vervangen door “€1.000.000”.
In artikel 3.13, eerste lid, onder a, wordt “een verlengingsmogelijkheid van tweemaal maximaal drie jaar” vervangen door “een verlengingsmogelijkheid tot uiterlijk 31 december 2027”.
Artikel 3.14 Prestatieverantwoording
Conform artikel 22, dertiende lid, van de Asv toont de subsidieontvanger bij subsidies van € 125.000 en hoger aan dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door middel van de bewijsstukken, genoemd in het tweede lid.
Het opschrift van bijlage 1 komt te luiden:
Bijlage 1 behorende bij artikel 1.5, onder e, artikel 1.6, eerste lid, onderdeel b, onder 2°, en artikel 3.5, onder c, van de Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant.
Het opschrift van bijlage 2 komt te luiden:
Bijlage 2 behorende bij artikel 1.6, eerste lid, onderdeel b, onder 4 ° van de Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant.
Het opschrift van bijlage 3 komt te luiden:
Bijlage 3 behorende bij artikel 1.6, eerste lid, onderdeel c, onder 2°, artikel 1.13, vijfde lid, en artikel 1.17, onder b, van de Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant.
Het opschrift van bijlage 4 komt te luiden:
Bijlage 4 behorende bij artikel 1.6, eerste lid, onderdeel o, onder 4° van de Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant.
Bijlage 5 behorende bij de Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant wordt vervangen door bijlage 1 behorende bij deze regeling.
Na bijlage 7, behorende bij de Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant, worden de bijlagen 2, 3 en 4 behorende bij deze regeling ingevoegd.
Het opschrift van bijlage 8 komt te luiden:
Bijlage 8 behorende bij artikel 1.21, eerste lid, onder j, van de Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant.
Bijlage 9 behorende bij de Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant wordt vervangen door bijlage 5 behorende bij deze regeling.
Bijlage 10 behorende bij de Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant wordt vervangen door bijlage 6 behorende bij deze regeling.
’s-Hertogenbosch, 2 maart 2021
Gedeputeerde Staten voornoemd,
de voorzitter,
mr. I.R. Adema
de secretaris,
drs. M.J.A. van Bijnen MBA
Bijlage 1 behorende bij artikel I, onder V, van de Derde wijziging Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant
Bijlage 5 behorende bij artikel 1.13, eerste lid, onder a, en tweede lid, onder a, en artikel 2.7, onder a, van de Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant.
De regioprijs is gebaseerd op door het Kadaster berekende kengetallen betreffende de agrarische grondmarkt in Noord-Brabant
De methode om te komen tot de zogenaamde regioprijs bestaat uit drie stappen, te weten:
Per landbouwgebied zijn door het Kadaster de bruikbare agrarische transacties uit de 2 voorafgaande gehele kalenderjaren gegroepeerd De berekende kengetallen beslaan de periode 01-01-2019 t/m 31-12-2020. Verder is door het Kadaster per landbouwgebied voor deze agrarische transacties een statistische spreiding uitgevoerd voor de grondprijs op basis van het totaal verhandelde oppervlak.
Voor de berekening van de grondprijscijfers worden de volgende selecties uitgevoerd:
Na toepassing van deze selecties, worden de verhandelde percelen met extreem hoge en lage prijzen volgens een statistische methodiek uitgesloten.
Bijlage 2 behorende bij artikel I, onder W, van de Derde wijziging Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant
Bijlage 7a behorende bij artikel 1.13, derde lid, onder e, van de Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant.
Bijlage 3 behorende bij artikel I, onder W, van de Derde wijziging Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant
Bijlage 7b behorende bij artikel 1.13, derde lid, onder f, van de Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant.
Bijlage 4 behorende bij artikel I, onder W, van de Derde wijziging Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant
Bijlage 7c behorende bij artikel 1.21, eerste lid, onder d, van de Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant.
Egeria (Egeriadensa) |
Grote kroosvaren (Azollafiliculoides) |
Grote vlotvaren (Salviniamolesta) |
Grote waternavel (Hydrocotyleranunculoides) |
Hydrilla (Hydrillaverticillata) |
Kleine waterteunisbloem (Ludwigiapeploides) |
Moeraslantaarn (Lysichiton americanus) |
Ongelijkbladig vederkruid (Myriophyllumheterophyllum) |
Parelvederkruid ( Myriophyllum aquaticum) |
Smalle waterpest (Elodeanuttallii) |
Verspreidbladige waterpest (Lagarosiphon major) |
Watercrassula (Crassulahelmsii) |
Waterhyacint (Eichhorniacrassipes) |
Watersla (Pistiastratiotes) |
Waterteunisbloem (Ludwigiagrandiflora) |
Waterwaaier (Cabombacaroliniana) |
Afghaanse duizendknoop (Persicaria wallichii) |
Alsemambrosia (Ambrosia artemisiifolia) |
Amerikaanse vogelkers (Prunus serotina) |
Bastaardduizendknoop (Fallopia x bohemica) |
Bont springzaad (Impatiens edgeworthii) |
Canadese kornoelje (Cornus sericea) |
Driedelige ambrosia (Ambrosia trifida) |
Dwergmispels (Cotoneaster spp.) |
Grijs kronkelsteeltje (Campylopus introflexus) |
Hemelboom (Ailanthus altissima) |
Japanse duizendknoop (Fallopia japonica) |
Klein springzaad (Impatiens parviflora) |
Oranje springzaad (Impatiens capensis) |
Reuzenbalsemien (Impatiens glandulifera) |
Reuzenberenklauw (Heracleum mantegazzianum) |
Rimpelroos (Rosa rugosa) |
Sachalinse duizendknoop (Fallopia sachalinensis) |
Struikaster (Baccharis halimifolia) |
Trosbosbes (Vaccinium corymbosum) |
Tweekleurig springzaad (Impatiens balfourii) |
Zandambrosia (Ambrosia psilostachya) |
Zijdeplant (Asclepias syriaca) |
Amerikaans bezemgras (Andropogonvirginicus) |
Ballonrank (Cardiospermumgrandiflorum) |
Chinese struikklaver (Lespedezacuneata) |
Fraai lampenpoetsersgras (Pennisetumsetaceum) |
Gewone gunnera (Gunnera tinctoria) |
Gestekelde duizendknoop (Persicariaperfoliata) |
Hemelboom (Ailanthusaltissima) |
Hoog pampagras (Cortaderiajubata) |
Japanse klimvaren (Lygodiumjaponicum) |
Kudzu (Pueraria montana var. lobata) |
Mesquite (Prosopis juliflora) |
Oosterse hop (Humulusscandens) |
Perzische berenklauw (Heracleumpersicum) |
Reuzenbalsemien (Impatiensglandulifera) |
Reuzenberenklauw (Heracleummantegazzianum) |
Roze rimpelgras (Ehrhartacalycina) |
Schijnambrosia (Partheniumhysterophorus) |
Sosnowsky's berenklauw (Heracleumsosnowskyi) |
Struikaster (Baccharishalimifolia) |
Talgboom (Triadicasebifera) |
Wilgacacia (Acacia saligna) |
Zijdeplant (Asclepiassyriaca) |
Alligatorkruid (Alternantheraphiloxeroides) |
Grote vlotvaren (Salviniamolesta) |
Grote waternavel ( Hydrocotyle ranunculoides) |
Kleine waterteunisbloem (Ludwigiapeploides) |
Moeraslantaarn (Lysichiton americanus) |
Ongelijkbladig vederkruid (Myriophyllumheterophyllum) |
Parelvederkruid ( Myriophyllum aquaticum) |
Smalle waterpest (Elodeanuttallii) |
Verspreidbladige waterpest (Lagarosiphon major) |
Waterhyacint (Eichhorniacrassipes) |
Waterteunisbloem (Ludwigiagrandiflora) |
Waterwaaier (Cabombacaroliniana) |
Bijlage 5 behorende bij artikel I, onder Y, van de Derde wijziging Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant
Bijlage 9 behorende bij artikel 2.6, eerste lid, onder c, van de Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant.
Bijlage 6 behorende bij artikel I, onder Z, van de Derde wijziging Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant
Bijlage 10 behorende bij artikel 2.6, eerste lid, onderdeel d, onder 1°, van de Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant.
Toelichting behorende bij de Derde wijziging Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant
Deze derde wijziging van de subsidieregeling betreft een beleidsarme aanpassing. De belangrijkste wijziging betreft het mogelijk maken van “programmafinanciering” bij verwerving van gronden voor het NNB. Hiermee wordt invulling gegeven aan het dossier “Versnelling realisatie Natuurnetwerk Brabant en ecologische verbindingszones” waarmee Gedeputeerde Staten op 28 januari 2020 hebben ingestemd. Daarnaast wordt voor het gebied Ossekamp – De Waarden, gelegen binnen het gebied Meanderende Maas, en het gebied De Maashorst het subsidiepercentage voor verwerving opgehoogd naar 85%.
Daarnaast is een aantal artikelen en bijlagen van de subsidieregeling verduidelijkt en geactualiseerd, zodat de subsidieregeling beter aansluit op de uitvoeringspraktijk.
Artikel I Wijziging Subsidieregeling realisering Natuurnetwerk Noord-Brabant
Met toevoeging van onderdeel g kan, indien sprake is van verwerving van ten minste 25 ha en maximaal 50 ha, subsidie worden verleend voor een combinatie van verwervingsactiviteiten, waarvoor minder specifieke eisen gelden. Het inrichtingsplan dat binnen 2 jaar moet worden overgelegd, dient vervolgens wel te voldoen aan de vereisten die ook bij een “gewone” aanvraag gelden
Artikel 1.6, eerste lid, onderdeel o, onder 9°
De mate van beweiding, maaien en (niet) bemesten is cruciaal voor goed (ondernemend) natuurbeheer. In het inrichtingsplan dient daarom duidelijk en concreet te worden aangegeven, middels een beweidingsplan en een bemestingsplan, of een combinatie van beiden, hoe de nagestreefde natuur in stand gehouden gaat worden dan wel gaat ontwikkelen. De kern van de beschreven aanpak wordt overgenomen in de kwalitatieve verplichting die wordt gevestigd. Daarmee is deze aanpak ook privaatrechtelijk verankerd.
Voor aanvragen die betrekking hebben op een combinatie van verwervingsactiviteiten van ten minste 25 ha en maximaal 50 ha gelden minder specifieke eisen. Het project, de verwerving, mag 2 jaar duren, daarna heeft men nog 3 jaar de tijd om het in te richten. Zie onder J.
Onder H (artikel 1.20, tweede lid, onder b)
Binnen 2 jaar na subsidieverlening dient een inrichtingsplan te worden overgelegd, waarin in ieder geval is opgenomen op welke wijze wordt voldaan aan de subsidievereisten, bedoeld in de artikelen 1.6, eerste lid, 1.7, 1.8,1.9,1.10, 1.11 en 1.12. Uiteraard kan dan niet meer worden volstaan met een verklaring als bedoeld in artikel 1.6, eerste lid, onderdeel n, onder 3°.
Onder I (artikel 1.21, eerste lid, onderdeel h, onder 2°)
Bij een combinatie van verwervingsactiviteiten dient de inrichting binnen vijf jaar na verlening van de subsidie te zijn uitgevoerd.
Onder I (artikel 1.21, eerste lid, onderdeel h, onder 1°en 2°), N
(artikel 2.15, eerste lid, onder a, b en d en tweede lid) en P (artikel 3.13, eerste lid, onder a)
De verlengingsmogelijkheid is in die zin aangepast dat verlenging mogelijk is tot uiterlijk 31 december 2027, de datum waarop het Natuurnetwerk Brabant moet zijn gerealiseerd.
Onder J (artikel 1.23, vierde lid)
Bij een subsidieaanvraag die betrekking heeft op een combinatie van verwervingsactiviteiten geldt een specifiek bevoorschottingsregime. Het moment van uitbetaling van het voorschot is niet gekoppeld aan vestiging van de kwalitatieve verplichting, maar aan het moment van het passeren van de notariële akte van het desbetreffende deelproject.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2021-1797.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.