Besluit van de Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen houdende regels omtrent de subsidie voor amateurkunst, cultuurparticipatie en erfgoed (Subsidieregeling amateurkunst, cultuurparticipatie en erfgoed provincie Groningen)

Gedeputeerde Staten van Groningen maken bekend dat zij op 2 maart 2021, nr. A.17., afdeling ECP, dossiernummer K 24838 het volgende besluit hebben genomen:

 

Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen:

 

Overwegende dat:

  • -

    de Subsidieregeling amateurkunst, cultuurparticipatie en erfgoed provincie Groningen één van de instrumenten is in het Uitvoeringsprogramma cultuur 2021-2024, vastgesteld door Gedeputeerde Staten bij besluit van 6 oktober 2020;

  • -

    wij streven naar kunst en cultuur voor iedereen, een bruisend en vernieuwend aanbod van cultuur in Stad en Ommeland stimuleren en inzetten op ontwikkeling, behoud en versterking van het erfgoed, landschap en leefomgeving;

  • -

    we deze ambities willen bereiken via vier strategieën: Een sterke basis en vernieuwing, Samenleven met cultuur, Overal cultuur en Thuis in Groningen;

  • -

    we met de inzet van deze Subsidieregeling en het bijbehorende budget initiatieven willen ondersteunen die op originele wijze bijdragen aan één of meerdere van de strategieën en zich richten op het stimuleren van actieve cultuurparticipatie, amateurkunst, erfgoed, archeologie en de Nedersaksische taal.;

  • -

    de Corona crisis extra steun voor culturele instellingen nodig maakt en om die reden voor aanvragen die in 2021 worden ingediend een hoger subsidiemaximum van 70% wordt ingevoerd. Het doel van deze verhoging is: mogelijkheden bieden voor culturele instellingen om een nieuwe impuls aan hun programmering te geven, met inzet van culturele zzp’ers en flexkrachten. Deze tijdelijk regeling is gericht op de amateursector, (im-)materieel erfgoed en archeologie. Deze verhoging vervalt automatisch in 2022, wanneer het normale subsidiemaximum van 50% weer van toepassing wordt.

Gelet op:

  • -

    Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    Artikel 3, derde lid, van de Kaderverordening subsidies provincie Groningen 2017;

  • -

    De Procedureregeling subsidies provincie Groningen 2018;

  • -

    Uitvoeringsplan cultuur 2021-2024 en het Uitvoeringsprogramma cultuur 2021-2024.

Besluiten:

 

I. Vast te stellen de:

 

Subsidieregeling amateurkunst, cultuurparticipatie en erfgoed provincie Groningen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Actieve cultuurparticipatie: het actief meedoen aan kunst en cultuur;

  • b.

    Amateurkunst: een activiteit op het gebied van muziek, dans, toneel, beeldende kunst of audiovisuele kunst of literatuur, beoefend in de vrije tijd, die voor de kunstbeoefenaar geen primaire inkomstenbron oplevert.

  • c.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • d.

    Collectie Groningen: Groninger taal, tradities, landschap, materieel erfgoed en gebouwd erfgoed en archeologie;

  • e.

    Culturele instelling: culturele stichting of vereniging zonder winstoogmerk;

  • f.

    Erfgoed, bestaande uit:

    • -

      Immaterieel erfgoed: sporen uit het verleden in het heden, in de vorm van gebruiken, verhalen, streektaal, tradities en gewoonten;

    • -

      Materieel erfgoed: sporen uit het verleden in het heden, die zichtbaar en tastbaar aanwezig zijn, zoals voorwerpen in musea, archeologische vondsten, archieven, monumenten en landschappen;

  • g.

    Erfgoedinstelling: een instelling die zich bezighoudt met collectievorming, presentatie en educatie van erfgoed.

  • h.

    Kaderverordening: Kaderverordening subsidies provincie Groningen 2017;

  • i.

    Procedureregeling: Procedureregeling subsidies provincie Groningen 2018;

  • j.

    provincie: provincie Groningen;

  • k.

    Publieksparticipatie: actieve deelname van het publiek aan een activiteit;

  • l.

    Uitvoerende amateurkunstinstelling of lesaanbieder: een instelling of vereniging waar men les kan volgen of uitvoering geeft aan de in lid b genoemde activiteiten.

Artikel 2 Doel

Deze regeling heeft tot doel het stimuleren van vernieuwende activiteiten die gericht zijn op:

  • a.

    actieve deelname aan amateurkunst en/of;

  • b.

    het vergroten van de actieve participatie van inwoners die nu niet of nauwelijks deelnemen aan kunst en cultuur en/of;

  • c.

    erfgoed en archeologie gericht op publieksparticipatie en/of;

  • d.

    het behouden en bevorderen van het gebruik van de Nedersaksische taal.

Artikel 3 Doelgroep

Subsidie kan worden aangevraagd door culturele- en erfgoedinstellingen.

Artikel 4 Subsidievorm

Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze regeling subsidies in de vorm van een geldbedrag.

Artikel 5 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen voor deze subsidieregeling jaarlijks een subsidieplafond vast dat wordt gepubliceerd in het Provinciaal Blad.

Artikel 6 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten gericht op:

  • a.

    cultuurparticipatie, waarbij het gaat om vernieuwende activiteiten geïnitieerd vanuit culturele instellingen met (artistiek) inhoudelijke invulling die de toegang tot cultuur voor (groepen) inwoners die nu niet of nauwelijks actief participeren, aantoonbaar vergroot. Hierbij gaat het nadrukkelijk om actieve cultuurparticipatie;

  • b.

    amateurkunst, waarbij het gaat om incidentele vernieuwende activiteiten gericht op het stimuleren van actieve deelname en ontwikkeling van amateurkunstenaars;

  • c.

    het gebied van erfgoed/ archeologie behorend tot de Collectie Groningen die een duidelijk vernieuwend karakter hebben en gericht zijn op publieksparticipatie;

  • d.

    provincie-overstijgende culturele activiteiten die zich richten op het behouden en bevorderen van het gebruik van de Nedersaksische taal.

Artikel 7 Weigeringsgronden

Onverminderd de artikelen 4:25 en 4:35 Awb en de artikelen 2.5 en 2.6 van de Procedureregeling wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien:

  • a.

    het aangevraagde subsidiebedrag lager is dan € 2.500,-;

  • b.

    voor hetzelfde project reeds drie keer subsidie op grond van deze regeling is verstrekt.

Artikel 8 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 6 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    er moet sprake zijn van inhoudelijke kwaliteit, hetgeen beoordeeld wordt aan de hand van de (artistieke) visie, inhoudelijke samenhang, zeggingskracht, authenticiteit, vernieuwing, vakmanschap en aansluiting bij behoefte;

  • b.

    de activiteit overstijgt de lokale belangen;

  • c.

    de activiteit richt zich op een doelgroep die voor een substantieel deel uit de provincie Groningen komen;

  • d.

    de activiteit vindt in de provincie Groningen plaats;

  • e.

    de activiteit wijkt nadrukkelijk af van de reguliere activiteiten van de aanvrager;

  • f.

    naast bovenstaande wordt aan de subsidieaanvrager die voor hetzelfde project voor de tweede of derde keer subsidie aanvraagt als extra vereiste gesteld dat er ontwikkeling van het project zichtbaar moet zijn;

  • g.

    voor provincie-overstijgende activiteiten dienen andere provincies ook een financiële bijdrage te leveren. Wanneer een activiteit duidelijk in één gemeente in de provincie plaatsvindt dan is een financiële bijdrage van deze gemeente een vereiste.

Artikel 9 Subsidiabele kosten

Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen alle kosten die worden gemaakt voor activiteiten zoals genoemd in artikel 6 voor subsidie in aanmerking.

Artikel 10 Niet subsidiabele kosten

Onverminderd artikel 1.5 van de Procedureregeling komen de volgende kosten in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    kosten voor de reguliere activiteiten en exploitatie(s) van een instelling;

  • b.

    activiteiten die al op een andere wijze worden gefinancierd;

  • c.

    kosten voor activiteiten die plaatsvinden in het kader van het regulier onderwijs en opleiding, inclusief wetenschappelijk onderzoek;

  • d.

    kosten voor activiteiten op het terrein van cultuuronderwijs;

  • e.

    kosten voor professioneel uitvoerende kunstenaars;

  • f.

    kosten voor activiteiten die betrekking hebben op het programmeren van podia;

  • g.

    kosten voor cursusaanbod, bijvoorbeeld van uitvoerende amateurkunstinstellingen, kunstencentra, zzp'ers en andere lesaanbieders;

  • h.

    kosten voor investeringen in goederen of huisvesting;

  • i.

    kosten voor publicaties, cd's, dvd's en equivalenten.

Artikel 11 Indieningsvereisten

  • 1.

    Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend door middel van een vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2.

    Onverminderd artikel 2.1, lid 1 en 2 van de Procedureregeling bevat een aanvraag:

    • a.

      een plan waaruit blijkt dat de activiteit realistisch is;

    • b.

      een plan waaruit blijkt dat de activiteit financieel en organisatorisch haalbaar is en waaruit tevens blijkt dat er sprake is van substantiële cofinanciering van derden;

    • c.

      een PR- of communicatieplan waaruit blijkt dat er sprake is van een realistische publieksbenadering.

Artikel 12 Subsidiehoogte

  • 1.

    De hoogte van de subsidie bedraagt minimaal € 2.500,- en maximaal € 40.000 euro.

  • 2.

    De hoogte van de subsidie voor aanvragen die worden gedaan in het jaar 2021 (in verband met de coronacrisis) bedraagt maximaal 70% van de subsidiabele kosten.

  • 3.

    De hoogte van de subsidie voor aanvragen die worden gedaan vanaf het jaar 2022 bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten.

Artikel 13 Verdeelsystematiek

  • 1.

    Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2.

    Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 3.

    Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting.

Artikel 14 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Onverminderd de verplichtingen die volgen uit artikel 2.10 van de Procedureregeling worden de volgende verplichtingen aan de subsidieontvanger opgelegd:

  • 1.

    Het project wordt uitgevoerd overeenkomstig de beschikking tot subsidieverlening en de ingediende aanvraag.

  • 2.

    Inhoudelijke en/of financiële wijzigingen gedurende de looptijd van de projectuitvoering, die het detailniveau overstijgen, worden schriftelijk en onverwijld voorgelegd aan Gedeputeerde Staten.

  • 3.

    De aanvrager dient een eindrapportage van de activiteit in bij Gedeputeerde Staten, met daarin een overzicht van de bereikte resultaten passend bij de doelen van de regeling.

  • 4.

    De activiteiten worden binnen twee jaar na subsidieverstrekking verricht.

  • 5.

    De activiteiten of de producten die voortkomen uit deze regeling zijn publiekelijk toegankelijk.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze regeling wordt bekendgemaakt in het Provinciaal Blad en treedt in werking op de dag na bekendmaking in het Provinciaal Blad en eindigt met ingang van 1 januari 2025.

Artikel 16 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling amateurkunst, cultuurparticipatie en erfgoed provincie Groningen.

 

Groningen, 2 maart 2021

Gedeputeerde Staten voornoemd:

F.J. Paas, voorzitter.

J. Schrikkema, secretaris

Toelichting behorende bij de Subsidieregeling amateurkunst, cultuurparticipatie en erfgoed provincie Groningen

 

Algemeen

Deze subsidieregeling is vastgesteld op grond van de Kaderverordening subsidies provincie Groningen 2017 (Kaderverordening) en de Procedureregeling subsidies Groningen (Procedureregeling). Dit betekent dat een aantal aspecten van de verstrekking van subsidies niet in de subsidieregeling zijn vastgelegd, maar in de Kaderverordening en Procedureregeling. In de Procedureregeling staat onder meer waar de aanvraag moet worden ingediend, wat de beslistermijnen zijn voor Gedeputeerde Staten en algemene verplichtingen voor de subsidieontvanger, zoals de meldingsplicht.

Voor een goed begrip van deze subsidieregeling is dus bestudering van de Kaderverordening en Procedureregeling noodzakelijk. Ook de Algemene wet bestuursrecht bevat algemene bepalingen die onverkort van toepassing zijn op subsidies, verstrekt op grond van deze subsidieregeling.

 

Artikelsgewijs

 

Artikel 6 Subsidiabele activiteiten

De activiteit heeft betrekking op amateurkunst en/ of cultuurparticipatie en/ of erfgoed en/ of Nedersaksische taal. Activiteiten op het terrein van de uitvoerende professionele kunsten kunnen worden ingediend bij de Kunstraad en zijn uitgesloten van subsidiëring op grond van deze regeling.

 

Vernieuwing kan betrekking hebben op:

  • a.

    Nieuwe doelgroepen/ nieuw publiek en/ of;

  • b.

    Samenwerkingen die nog niet eerder hebben plaatsgevonden en/ of;

  • c.

    Een activiteit die nog niet eerder heeft plaatsgevonden en/of;

  • d.

    Een werkwijze die nog niet eerder is ingezet en/ of;

  • e.

    Een project dat een voorbeeld kan zijn voor anderen om van te leren.

 

Sub a: Het gaat om groepen inwoners die niet of nauwelijks met cultuur in aanraking komen. Het kan dan gaan om jongeren, ouderen, inwoners met een beperking etc.

Het gaat nadrukkelijk om culturele initiatieven vanuit culturele organisaties, waarbij zij de verbinding maken met het sociaal domein.

 

Sub c: doel van de publieksparticipatie is het stimuleren van de verbindende en maatschappelijke waarde van erfgoed. Dit kan worden bereikt door het betrekken van publiek en/of vrijwilligers bij activiteiten waardoor de kennis, beleving en waardering van en over het Gronings erfgoed en archeologie wordt vergroot.

 

Artikel 8 Subsidievereisten

Sub b: De activiteit overstijgt de lokale belangen. Daarmee bedoelen we dat het deelnemers uit meerdere gemeenten heeft, of publiek trekt uit een groot deel van de provincie of daarbuiten, of op regionaal of provinciaal niveau georganiseerd is, of een duidelijke regionale, provinciale of boven-provinciale uitstraling heeft.

 

Artikel 10 Niet subsidiabele kosten

Sub c: activiteiten gericht op cultuuronderwijs zijn uitgesloten van deze Regeling. Deze activiteiten ondersteunt de provincie via het project "Cultuureducatie met Kwaliteit". Hiervoor kunt u contact opnemen met CMK Groningen van K&C.

 

Artikel 11 Indieningsvereisten

Lid 2 sub b: Voor de activiteiten die aangevraagd worden in de periode waarin er corona-maatregelen gelden moet in de aanvraag duidelijk gemaakt worden op welke manier wordt omgegaan en voldaan aan de geldende veiligheidseisen ten behoeve van de volksgezondheid en op welke manier de activiteit publiek en/of digitaal toegankelijk is.

 

Artikel 12 Subsidiehoogte

De subsidie bedraagt normaliter 50% van de totale subsidiabele kosten, maar ten gevolge van de coronacrisis heeft Gedeputeerde staten een additioneel budget beschikbaar gesteld, waarmee het percentage opgehoogd kan worden tot 70% van de totale subsidiabele kosten voor aanvragen die in 2021 worden ingediend. Dit is geregeld in lid 2. Met ingang van 2022 valt het percentage weer terug naar 50% van de totale subsidiabele kosten, omdat de verwachting is dat dan de crisis voorbij is en culturele instellingen weer toe kunnen met dit normale percentage.

 

 

 

 

Naar boven