Zesentwintigste wijziging Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;

 

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

 

Overwegende dat het wenselijk is de Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant te wijzigen in verband met het openstellen van nieuwe aanvraagtijdvakken voor subsidie op grond van de paragrafen 11 en 12 van die regeling en het doorvoeren van enkele technische wijzigingen;

 

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Artikel l Wijziging Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant

De Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

 

In artikel 11.8, onder a, vervalt “, met uitzondering van de loonkosten vierde lid, die rechtstreeks betrekking hebben op het project”.

 

B.

 

Aan artikel 11.9 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • d.

    3 januari 2022 tot en met 31 december 2022.

C.

 

Aan artikel 11.10 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • d.

    €3.000.000 voor de periode, genoemd in artikel 11.9, onder d.

D.

 

Artikel 12.4, onder d, vervalt onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel c door een punt.

 

E.

 

De artikelen 12.5 en 12.6 komen te luiden:

 

Artikel 12.5 Weigeringsgronden

Subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    reeds voor indiening van de aanvraag begonnen is met de uitvoering van het project;

  • b.

    het project zal starten binnen 16 weken na indiening van de volledige subsidieaanvraag;

  • c.

    voor het project reeds subsidie is verstrekt of is aangevraagd op grond van een andere paragraaf uit deze subsidieregeling, met uitzondering van paragraaf 7 en 8;

  • d.

    de aangevraagde subsidie minder bedraagt dan € 25.000;

  • e.

    de aangevraagde subsidie meer bedraagt dan € 64.999;

  • f.

    de subsidieaanvrager een onderneming in moeilijkheden is als bedoeld in artikel 2, onder 18, van de algemene groepsvrijstellingsverordening;

  • g.

    ten aanzien van de subsidieaanvrager een bevel tot terugvordering als bedoeld in artikel 1, vierde lid, onder a, van de algemene groepsvrijstellingsverordening openstaat.

Artikel 12.6 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 12.4 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    het project is gericht op:

    • 1°.

      de ontwikkeling van een nieuw cultuurproject;

    • 2°.

      de innovatie van een bestaand cultuurproject;

    • 3°.

      validatie van nieuwe culturele activiteiten of producten;

  • b.

    het project is gericht op het duurzaam versterken van het Brabantse cultuursysteem door:

    • 1°.

      activiteiten van hoge culturele kwaliteit te ondersteunen;

    • 2°.

      een divers samengesteld netwerk uit overheden, onderwijs, ondernemers, maatschappelijke organisaties en burgers sterker bij het cultuursysteem te betrekken; en

    • 3°.

      innovatieve bedrijvigheid en duurzame verbreding van financieel draagvlak in de cultuursector te bevorderen;

  • c.

    het project heeft het potentieel te gaan voldoen aan de volgende vereisten van een project als bedoeld in paragraaf 11 van deze subsidieregeling:

    • 1°.

      het project is gericht op duurzame versterking van het Brabantse cultuursysteem, in ieder geval blijkend uit de creatie van nieuw, kwalitatief hoogstaand cultureel aanbod met een blijvend karakter en blijkend uit de betekenis voor de ontwikkeling van toptalent in de provincie Noord-Brabant;

    • 2°.

      het project is gericht op het ontwikkelen en uitvoeren van cultuurprojecten van ten minste nationaal belang;

    • 3°.

      het project is van hoge culturele kwaliteit, tot uitdrukking komend in oorspronkelijkheid, zeggingskracht en vakmanschap;

    • 4°.

      het project getuigt van goed cultureel ondernemerschap;

    • 5°.

      het project heeft draagvlak in de Brabantse samenleving;

  • d.

    aan het project ligt een projectplan ten grondslag waarin in ieder geval is opgenomen:

    • 1°.

      op welke wijze wordt voldaan aan de vereisten in deze paragraaf;

    • 2°.

      een sluitende en realistische begroting.

F.

 

In artikel 12.8, onder a, vervalt “, met uitzondering van de loonkosten, bedoeld in artikel 12.7, vierde lid, die rechtstreeks betrekking hebben op het project”.

 

G.

 

Aan artikel 12.9 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • d.

    3 januari 2022 tot en met 31 december 2022.

H.

 

Aan artikel 12.10 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • d.

    €500.000 voor de periode, genoemd in artikel 12.9, onder d.

I.

 

Artikel 12.11 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het tweede lid vervalt “, bedoeld in artikel 12.4, onder a tot en met c,”.

  • 2.

    Het derde lid vervalt.

Artikel ll Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

’s-Hertogenbosch, 14 december 2021

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter

mr. I.R. Adema

de secretaris,

drs. M.J.A. van Bijnen MBA

Toelichting behorende bij de Zesentwintigste wijziging Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant

Algemeen

 

Paragrafen 11 en 12

Voor 2022 worden de paragrafen 11 en 12 opnieuw opengesteld en worden nieuwe subsidieplafonds vastgesteld. De corona-aanpassingen waartoe Gedeputeerde Staten in juli 2020 besloten, blijven voor paragraaf 11 van kracht. Voor paragraaf 12 vervalt de mogelijkheid om subsidie aan te vragen voor projecten gericht op de versterking van het cultuursysteem in het licht van corona maatregelen. Om die reden worden de artikelen 12.4, 12.5, 12.6 en 12.11 gewijzigd.

 

Staatssteun

De paragrafen 11 en 12 van de Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant zijn kennisgegeven aan de Europese Commissie, zoals vereist op grond van de Algemene groepsvrijstellingsverordening. Vanwege de nieuwe openstelling van deze paragrafen met ingang van 2022, zal een nieuwe kennisgeving worden verstuurd.

 

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

 

de voorzitter,

mr. I.R. Adema

 

de secretaris,

drs. M.J.A. van Bijnen MBA

 

Naar boven